Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1) | Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2) | Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2) | ||
---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 1.651.487 | ‒ 289.330 | 1.362.157 |
Uitgaven | 1.512.820 | ‒ 182.004 | 1.330.816 | |
1.0 | Arbeidsmarkt | 1.512.820 | ‒ 182.004 | 1.330.816 |
Inkomensoverdrachten | 690.077 | 0 | 690.077 | |
Lage-inkomensvoordeel | 530.554 | 0 | 530.554 | |
Minimumjeugdloonvoordeel | 14.848 | 0 | 14.848 | |
Loonkostenvoordelen | 144.675 | 0 | 144.675 | |
Subsidies (regelingen) | 772.725 | ‒ 179.332 | 593.393 | |
Overige subsidies algemeen | 2.858 | 388 | 3.246 | |
Duurzame inzetbaarheid en leven lang ontwikkelen | 6.039 | ‒ 2.723 | 3.316 | |
Stimuleringregeling LLO in MKB | 58.553 | 3.279 | 61.832 | |
Stimulans Arbeidsmarktpositie | 242.689 | ‒ 130.537 | 112.152 | |
Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid | 338.640 | ‒ 22.325 | 316.315 | |
Nederland leert door | 38.261 | ‒ 1.338 | 36.923 | |
Maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden | 85.685 | ‒ 26.076 | 59.609 | |
Opdrachten | 43.630 | ‒ 2.877 | 40.753 | |
Opdrachten | 43.630 | ‒ 2.877 | 40.753 | |
Bekostiging | 100 | 0 | 100 | |
Bekostiging | 100 | 0 | 100 | |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | 162 | ‒ 87 | 75 | |
Ministerie van VWS | 56 | 0 | 56 | |
Ministerie van EZK | 106 | ‒ 87 | 19 | |
Bijdrage aan agentschappen | 5.160 | 292 | 5.452 | |
Agentschap RIVM | 4.983 | 282 | 5.265 | |
Agentschap CJIB | 177 | 10 | 187 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 966 | 0 | 966 | |
SPUK BMIP | 966 | 0 | 966 | |
Ontvangsten | 961.115 | 10.905 | 972.020 | |
Toelichting
Het totaal van de mutaties van de suppletoire begroting Prinsjesdag voor artikel 1 begrotingsgefinancierd bedraagt ‒ € 182,0 miljoen. Het verplichtingenbudget wordt in 2023 met ‒ € 289,3 miljoen naar beneden bijgesteld. De verwachte ontvangsten worden met € 10,9 miljoen naar boven bijgesteld. Hieronder worden alleen de belangrijkste mutaties toegelicht.
Verplichtingen artikel 1
Het verschil van ‒ € 107,3 miljoen tussen de verplichtingenmutatie en de kasmutatie wordt hoofdzakelijk verklaard door het uit elkaar lopende kas- en verplichtingenritme van de subsidieregelingen Maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden (MDIEU) en de Duurzame inzetbaarheid en een levenlang ontwikkelen (DI&LLO). Dit heeft hoofdzakelijk betrekking op de volgende verplichtingenschuiven:
– Bij de MDIEU is in 2023 voor € 117 miljoen aan subsidie aangevraagd, waardoor het resterende € 135 miljoen verplichtingenbudget naar 2024 geschoven wordt om voor tijdvakken in 2024 benut te worden.
– Voor de expeditieregeling van het actieprogramma duurzame inzetbaarheid en leven lang ontwikkelen is een verplichtingenschuif van € 1,4 miljoen gedaan om voldoende verplichtingenbudget beschikbaar te stellen voor het tijdvak van 2026.
Subsidies
Stimulans Arbeidsmarktpositie (STAP)
De scholingssubsidie STAP, die per 2024 wordt stopgezet, is in 2023 conform motie Van der Lee gerichter vormgegeven. Hierdoor valt in 2023 een bedrag vrij van € 147 miljoen. Van dit bedrag wordt € 73,7 miljoen aangewend om het budget voor de SLIM incidenteel te verhogen van 2024 tot en met 2027. Dit extra budget voor SLIM wordt (cf. motie Van der Lee c.s.) ingezet voor individuele scholing.
Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid
De nabetalingen over de NOW zijn circa € 22,3 miljoen lager uitgevallen dan aanvankelijk geraamd.
Maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden
Voor de maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden (MDI&EU) is meerjarig in totaal € 1 miljard beschikbaar. In de eerste maanden van 2023 hebben voor deze subsidieregeling aanvraagtijdvakken opengestaan met een totaal subsidieplafond van € 252 miljoen. Er was ongeveer € 52 miljoen kasruimte gereserveerd in 2023 voor de subsidies die in deze tijdvakken aangevraagd zouden worden (verdere betalingen aan de gesubsidieerde projecten volgen in latere jaren). Uiteindelijk is ongeveer € 117 miljoen subsidie aangevraagd. Vanaf 1 september 2023 staan nog twee subsidietijdvakken open. Het subsidieplafond voor individuele bedrijven in het negende aanvraagtijdvak bedraagt € 7,5 miljoen voor aanvragen tot € 300.000 en bedraagt € 75 miljoen voor aanvragen van € 300.000 en hoger. Voor sectorale samenwerkingsverbanden is tot € 250 miljoen subsidie beschikbaar. Een groot deel van de aanvragen in deze tijdvakken zal naar verwachting pas in het eerste kwartaal van 2024 worden beschikt en bevoorschot. Om beter bij het verwachte kasritme van de tijdvakken aan te sluiten is er een kasschuif gedaan van € 26,0 miljoen van 2023 naar 2024.
Duurzame inzetbaarheid en een levenlang ontwikkelen
De kasmutatie van DI&LLO wordt hoofdzakelijk verklaard door een kasschuif van ‒ € 2,9 miljoen om de uitgaven van de expeditieregeling in het juiste kasritme te zetten. Uitbetaling was oorspronkelijk voorzien in 2023, maar vanwege de timing van de beschikkingen vorig jaar, zal dit begin 2024 worden.
Stimuleringsregeling LLO in MKB
Via de loon- en prijsbijstelling van 2023 is er € 3,4 miljoen aan het budget toegevoegd.
Opdrachten
– In het arbeidsmarktpakket is in totaal € 14,7 miljoen gereserveerd voor tijdelijke medefinanciering van de opleidingen en het verbeteren van de kwaliteit van de bedrijfsartsen: € 4,7 miljoen in 2023 en € 10 miljoen in 2024. De bedoeling is om hiervoor een subsidieprogramma op te zetten. Vanwege het uitstel van dit subsidieprogramma is er een kas- en verplichtingenschuif € 4,3 miljoen naar 2025.
– Overige mutaties op het opdrachtenbudget betreffen voornamelijk overboekingen naar andere departementen.
Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd, uitsplitsing ontvangsten
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1) | Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2) | Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2) | ||
---|---|---|---|---|
Art. | Ontvangsten | 961.115 | 10.905 | 972.020 |
1.0 | Arbeidsmarkt | 961.115 | 10.905 | 972.020 |
Ontvangsten | 961.115 | 10.905 | 972.020 | |
Algemeen | 1.180 | 10.207 | 11.387 | |
Boeten | 18.000 | 0 | 18.000 | |
Terug ontvangsten NOW | 941.935 | 698 | 942.633 |
Toelichting
– De gerealiseerde uitgaven aan STAP ad. € 173,5 miljoen in 2022 komen € 10,2 miljoen lager uit dan het bevoorschotte bedrag ad € 183,7 miljoen. Dit leidt tot meer ontvangsten in 2023.
– De terugontvangsten NOW vallen circa € 0,7 miljoen hoger uit dan verwacht.
Budgettaire gevolgen van beleid, premiegefinancierd
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1) | Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2) | Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2) | ||
---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 407.540 | 17.252 | 424.792 |
Uitgaven | 407.540 | 17.252 | 424.792 | |
1.0 | Arbeidsmarkt | 407.540 | 17.252 | 424.792 |
Inkomensoverdrachten | 407.540 | 17.252 | 424.792 | |
Transitievergoeding na 2 jaar ziekte | 382.352 | 34.314 | 416.666 | |
Compensatieregeling Transitievergoeding MKB | 7.779 | 347 | 8.126 | |
Transitievergoeding na 2 jaar ziekte nominaal | 17.062 | ‒ 17.062 | 0 | |
Compensatieregeling Transitievergoeding MKB nominaal | 347 | ‒ 347 | 0 | |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | |
Toelichting
Het totaal van de mutaties van de suppletoire begroting Prinsjesdag voor artikel 1 premiegefinancierd bedraagt € 17,3 miljoen.
– Op basis van de realisatiecijfers bij de Juninota van het UWV is er in 2023 sprake van een tegenvaller van € 17,3 miljoen bij de transitievergoeding na 2 jaar ziekte. Er is namelijk een opwaartse bijstelling van het aantal toegewezen compensaties.
– De resterende mutaties houden verband met de overboeking van de loon- en prijsbijstelling voor 2023.