Base description which applies to whole site

2. Deltafondsagenda

Werken aan waterveiligheid, zoetwatervoorziening en waterkwaliteit vraagt continu inspanningen en investeringen. Deze worden verantwoord in het Deltafonds. Het aantal mensen en de waarde van het te beschermen goed veranderen onder invloed van economische en demografische ontwikkelingen. Ook water en bodem veranderen in de loop van de tijd; de zeespiegel stijgt en de bodem daalt. Door de klimaatverandering wordt het warmer en zullen rivierafvoeren en regenval grotere extremen vertonen.

Het Deltaprogramma is het nationale programma waarin Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen samenwerken om Nederland veilig en aantrekkelijk te houden en goed te blijven voorzien van zoetwater. Zo kan onze economie blijven profiteren van de gunstige ligging in de delta.

Het Deltaprogramma heeft als doel ons land nu en in de toekomst te beschermen tegen hoogwater en de zoetwatervoorziening op orde te houden.

Mijlpalen en resultaten 2025

Hieronder wordt ingegaan op de mijlpalen in het lopende programma. Hiermee wordt inzichtelijk gemaakt welke projecten in 2025 worden opgeleverd en bij welke projecten de uitvoering in 2025 start.

Exploitatie, onderhoud en vernieuwing

In 2025 gaat IenW onder meer de volgende activiteiten in het kader van exploitatie, onderhoud en vernieuwing uitvoeren.

Tabel 1 Exploitatie, onderhoud en vernieuwing

Water

Project

Maas

De 7 stuwen in de Maas worden vernieuwd of gerenoveerd

Noordzeekanaal

Het gemaal IJmuiden wordt vernieuwd of gerenoveerd

IJsselmeer

Er wordt onderzocht welke onderdelen van 8 objecten (sluiscomplexen, bruggen, een naviduct) worden vernieuwd en/of gerenoveerd

Maaswaalkanaal

Het gemaal Heumen wordt vernieuwd en/of gerenoveerd.

Maas

De bediening op afstand van de Maasobjecten wordt vernieuwd en/of gerenoveerd.

Brabantse Kanalen

vernieuwd duikers en sifons.

Voor een nadere toelichting op de stand van zaken van exploitatie, onderhoud en vernieuwing wordt verwezen naar bijlage 4 Instandhouding van deze begroting.

Aanleg

In 2025 wordt voortvarend gewerkt aan het verbeteren van de watervei­ ligheid, onder andere door het uitvoeren van het tweede Hoogwaterbe­ schermingsprogramma, het Hoogwaterbeschermingsprogramma en de Maaswerken. Hieronder volgen de mijlpalen die IenW in 2025 bij deze programma’s wil behalen:

Tabel 2

Programma

Mijlpaal

Project

   

HWBP

Start realisatie

Versterking voormalige C-kering HDSR

  

Salmsteke Schoonhoven

  

Zwolle-Olst

  

Willem Alexanderhaven C

  

Arcen

  

Buggenum

  

Lob van Gennep

  

IJsselmeerdijk

  

Kunstwerken Noordoostpolder

  

Grebbedijk

  

Culemborgse Veer-Beatrix Sluis

  

Beren – Woudrichem

  

Den Oever - Den Helder

  

IJmeerdijk - Almere poort

  

Galgenrak en Streukelerzijl

   
 

Oplevering

Salmsteke

  

Standhazense Dijk

  

Stad Tiel excl Fluvia

  

Industrieterrein Grutbroek

  

Sint Annaland

Voor een nadere toelichting over de stand van zaken voor de lopende programma’s wordt verwezen naar de toelichting op de productartikelen, de voortgangsrapportages aan de Tweede Kamer, het Deltaprogramma 2025 en het MIRT Overzicht 2025. Het Deltaprogramma is te vinden op de website www.deltaprogramma.nl.

Begroting op hoofdlijnen

Verlenging looptijd investeringsfondsen tot en met 2038

Bij de begroting 2025 wordt de looptijd van het Deltafonds met een jaar verlengd tot en met 2038. Het niveau van extrapolatie is gelijk aan het jaar 2037 stand begroting 2024 na verwerking van structurele begrotingsmutaties. Daarnaast zijn de structurele bijdragen van derden doorgetrokken. Met de verlenging tot en met 2038 komt in totaal – inclusief structurele ontvangsten – een ruimte van circa € 1,9 miljard beschikbaar op het Deltafonds. Deze ruimte wordt bij voorrang ingezet voor het dekken van de doorlopende verplichtingen, zoals de uitgaven die zijn benodigd voor de instandhouding van het huidige areaal. Hiervoor is in 2038 circa € 1,5 miljard benodigd. De ruimte die in 2038 resteert na aftrek van de doorlopende verplichtingen bedraagt circa € 0,4 miljard en wordt toegevoegd aan de investeringsruimte.

Tabel 3 Belangrijkste beleidsmatige uitgavenmutaties t.o.v. vorig jaar (bedragen x € 1.000)
  

art.

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030-2037

2038

Stand ontwerpbegroting 2024

  

1.819.495

1.907.859

2.029.852

1.807.926

1.821.592

1.663.616

13.914.160

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2024

  

‒ 237.703

‒ 166.430

29.537

232.832

‒ 39.968

‒ 88.682

757.025

 

Stand 1e suppletoire begroting 2024

  

1.581.792

1.741.429

2.059.389

2.040.758

1.781.624

1.574.934

14.671.185

 

Belangrijkste mutaties

  

66.040

‒ 18.461

72.976

67.237

68.956

161.429

464.015

1.967.024

           

Kaderrelevante mutaties Deltafonds

          

1. Extrapolatie 2038

 

Div

       

1.909.517

- Bijdragen aan DF

         

1.726.388

- Ontvangsten derden

         

183.129

2. Loon- en prijsbijstelling 2024

 

Div

62.939

65.477

68.826

61.807

62.672

58.365

469.209

58.275

3. Overboekingen andere begrotingen

 

Div

4.233

6.180

13.975

6.198

7.052

7.209

950

0

4. Overboeking Hoofdstuk XII

 

Div

‒ 1.132

1.172

1.758

2.357

2.357

2.357

18.856

2.357

5. Apparaatstaakstelling tranche 2025

 

5

 

‒ 3.125

‒ 3.125

‒ 3.125

‒ 3.125

‒ 3.125

‒ 25.000

‒ 3.125

6. Kaderaanpassing Augustusbesluitvorming

 

1 en 6

 

‒ 88.165

‒ 8.458

  

96.623

  
           

Stand ontwerpbegroting 2025

  

1.647.832

1.722.968

2.132.365

2.107.995

1.850.580

1.736.363

15.135.200

1.967.024

Toelichting

  • 1. Bij de begroting 2025 wordt de looptijd van het Deltafonds met een jaar verlengd tot en met 2038. Het niveau van extrapolatie is gelijk aan het jaar 2037 stand begroting 2024 na verwerking van structurele begrotingsmutaties. Daarnaast zijn de structurele bijdragen van derden doorgetrokken.

  • 2. Loon- en prijsbijstelling 2024: Jaarlijks wordt besloten of de overheidsuitgaven van de Rijksbegroting gecorrigeerd worden voor loon- en prijs­ ontwikkelingen. Dit betreft de toegekende loonbijstelling en prijsbijstelling tranche 2024 die vanuit Hoofdstuk XII wordt overgeheveld naar het Deltafonds.

  • 3. Overboekingen van en naar andere begrotingen: de omvangrijkste betreft een overboeking betreft overboekingen van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat ten behoeve van de voortzetting het programma Wind op Zee en net op Zee beheertaken.

  • 4. Overboeking Hoofdstuk XII: de omvangrijkste betreft een overboeking vanuit hoofdstuk XII met betrekking tot cybersecurity. Met deze middelen voor de implementatie van de Europese richtlijn CER\/NIS2 zal de cyberweerbaarheid moeten worden verhoogd bij organisaties binnen de vitale sector Water. Deze middelen worden ingezet organisaties te ondersteunen met advies, oefeningen, informatieuitwisseling en bijstand.

  • 5. In het HLA is een rijksbrede taakstelling van gemiddeld 20% op de apparaatsbudgetten voorgesteld. Voor RWS geldt er ook een taakstelling. Dit is verwerkt in de begroting van het Deltafonds op de apparaatsbudgetten van RWS (artikel 5). Voor nadere toelichting op de overige apparaatstaakstellingen wordt verwezen naar de beleidsbegroting HXII.

  • 6. Kaderaanpassing Deltafonds Augustusbesluitvorming: In het Voorjaar is op het DF kritisch gekeken naar de budgetten en zijn er middelen naar latere jaren toe geschoven om zo een meer realistische begroting te creëren. Deze exercitie is herhaald in de huidige ontwerpbegroting conform de begrotingsregels van het kabinet-Schoof. Zodoende is er een additionele kaderaanpassing geweest op het DF van in totaal € 97 miljoen. Over de gehele looptijd van het fonds is de kaderaanpassing budgetneutraal. De kaderaanpassing bestaat uit twee delen:

    • Er vindt een budgettaire schuif van € 13,1 miljoen uit 2025 en € 8,5 miljoen uit 2026 plaats naar 2029 en daarmee is de schuif budgetneutraal.

    • Volgens de begrotingsregels van het kabinet-Schoof dient de raming van de uitgaven realistisch te zijn en moeten de uitgaven in een realistisch kasritme geplaatst worden, rekening houdend met de capaciteit op de arbeidsmarkt, de uitvoering en productie.

    • Voor het MF en DF geldt dat de overprogrammering in 2025 is verhoogd als pilot om te onderzoeken of dit tot een realistischere raming leidt. Voor het DF gaat het om een verhoging van € 75 miljoen. De overprogrammering in 2025 komt hiermee op € 240 miljoen in 2025. Hieronder wordt dit nader toegelicht.

Overprogrammering

Het Deltafonds is een productbegroting. Op het Deltafonds worden dus voor een groot deel investeringsuitgaven gedaan voor het uiteindelijk realiseren van projecten. De programmering van projecten wordt doorlopend geactualiseerd op basis van de laatst beschikbare informatie. De kasramingen van de projecten in de begroting worden op de reguliere begrotingsmomenten aangepast. De afgelopen jaren heeft bijvoorbeeld de stikstofproblematiek bij meerdere projecten geleid tot (kas)vertraging. De kasramingen in de begroting zijn hier vervolgens op aangepast.

Het kabinet-Schoof heeft in de startnota het advies van de 17e Studiegroep Begrotingsruimte opgevolgd en het investeringsplafond afgeschaft. Het DF behoudt wel de 100% eindejaarsmarge, waardoor de middelen die aan het einde van het jaar resteren via het voordelig saldo aan het volgende jaar kan worden toegevoegd.

Het instrument overprogrammering wordt als instrument ingezet om te voorkomen dat programmavertragingen direct tot een voordelig saldo leiden en zorgt ervoor dat de beschikbare budgetten voor het investeringsprogramma zo veel mogelijk tot besteding komen in de jaren waarin deze beschikbaar zijn gesteld. Hiermee wordt geanticipeerd op een voorspelbare mate van vertraging, die zich op portfolio-niveau altijd voordoet. Overprogrammering houdt in dat de programmering in de eerste jaren hoger is dan het beschikbaar budget. Over de planperiode zijn beiden in evenwicht.

Overprogrammering kan alleen worden ingezet voor beheersing van reguliere ramingsonzekerheden. Onzekerheden van exogene aard, bijv. juridische ontwikkelingen of krapte op de arbeidsmarkt, kunnen hiermee niet (volledig) opgevangen worden. De hoogte van de overprogrammering wisselt van jaar op jaar binnen een bepaalde marge en hangt af van bijvoorbeeld het risicobeeld van de onderliggende programmering. Over de maximale hoogte hebben het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en het Ministerie van Financiën afspraken gemaakt.

Over de begrotingsperiode tot en met 2029 is per saldo sprake van een overprogrammering van € 960 miljoen op het Deltafonds.

Tabel 4 Totale overprogrammering fondsen (bedragen x € 1 miljoen)

Fonds

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2024-2029

2030-2038

Deltafonds

‒ 123

‒ 240

‒ 227

‒ 156

‒ 161

‒ 53

‒ 960

960

Toelichting

De Ontwerpbegroting 2025 laat het volgende zien:

  • Bij de eerste suppletoire begroting 2024 is de programmering op het Deltafonds meerjarig geactualiseerd op basis van de beschikbare informatie over de ontwikkeling van de projectramingen.

  • Als gevolg daarvan is er, in het kader van realistisch ramen en rekening houdend met het advies van de 17e Studiegroep Begrotingsruimte, een kaderaanpassing doorgevoerd in de eerste suppletoire begroting 2024 op het DF.

  • Volgens de begrotingsregels van het kabinet-Schoof dienen de ramingen van de uitgaven realistisch te zijn en moeten de uitgaven in een realistische kasritme geplaatst worden, rekening houdend met de capaciteit op de arbeidsmarkt, de uitvoering en productie. Op het DF zijn daarom extra middelen weggeschoven door de overprogrammering in 2025 te verhogen.

  • Bovengenoemde actualiseringen leiden tot een overprogrammering van € 123 miljoen in 2024 en € 240 miljoen in 2025. Dit betekent dat mogelijke programmavertragingen van € 123 miljoen in de laatste maanden van 2024 niet leiden tot aanpassing van het uitgavenkader.

  • De eenmalig hoge overprogrammering in 2025 is een pilot met het Ministerie van Financiën. Er is afgesproken dat IenW niet remt op de productie, want de ambitieuze agenda van het kabinet staat. Gedurende 2025 wordt gemonitord of de hogere overprogrammering effectief is om kasvertragingen op te vangen.

Flexnorm

In de begroting 2018 is de flexnorm geïntroduceerd, waarmee het inzicht in de meerjarige hardheid van de bestuurlijke afspraken is aangescherpt. De flexnorm is een percentage dat aangeeft welk aandeel van de aanlegbudgetten (inclusief investeringsruimte) naar mening van het kabinet flexibel is om bij nieuwe planvorming te betrekken. Het betreft de ruimte binnen de begroting waar nog geen definitieve oplossing is bepaald en gekozen kan worden voor een alternatieve aanwending of oplossing. Overigens geldt ook dat waar wél bestuurlijke afspraken zijn gemaakt, maar er nog geen juridische verplichtingen zijn aangegaan, de budgetten nog altijd onverminderd door de Tweede Kamer te amenderen zijn.

In onderstaande tabel is weergegeven welke budgetten in de begroting 2025 conform hierboven geschetste flexnorm flexibel zijn om bij nieuwe planvorming te betrekken.

Tabel 5 Flexnorm

Artikelonderdeel

Omschrijving

Budgetten t/m 2038x € 1 miljoen

5.03

Investeringsruimte

1.878

5.04

Reserveringen

3.417

Totaal

 

5.296

Als percentage van de budgetten (inclusief investeringsruimte)

20%

Licence