Base description which applies to whole site

3.1 Artikel 1 Investeren in waterveiligheid

Het Rijk investeert in waterveiligheid om te voldoen aan de wettelijke normen van de primaire waterkeringen in beheer bij de waterschappen en het Rijk en om een bijdrage te leveren aan het beheer van de Rijkswateren. Het artikel waterveiligheid is gerelateerd aan beleidsartikel 11 (Integraal Waterbeleid) op de Begroting hoofdstuk XII.

Tabel 6 Budgettaire gevolgen van de uitvoering artikel 1 Investeren in waterveiligheid (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Verplichtingen

695.545

1.492.357

1.429.674

1.068.508

1.017.189

1.079.935

350.141

Uitgaven

560.656

553.257

560.480

805.492

733.997

705.259

565.615

1.01 Grote projecten waterveiligheid

70.774

73.977

36.004

60.122

35.119

163.582

6.634

1.01.01 Programma HWBP-2 Waterschapsprojecten

66.999

55.937

33.368

47.960

32.839

150.186

 

1.01.02 Programma HWBP-2 Rijksprojecten

596

1.496

1.212

277

229

12.100

 

1.01.03 Ruimte voor de rivier

2.064

7.191

803

0

0

1.208

334

1.01.04 Maaswerken

1.115

9.353

621

11.885

2.051

88

6.300

1.02 Ontwikkeling waterveiligheid

472.361

443.466

490.979

716.188

666.251

520.841

541.258

1.02.01 Planning waterveiligheid

28.738

26.073

62.295

109.363

53.558

25.305

27.244

- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

2.082

1.448

1.518

1.396

501

501

501

1.02.02 Aanleg waterveiligheid

443.623

417.393

428.684

606.825

612.693

495.536

514.014

1.03 Studiekosten

17.521

35.814

33.497

29.182

32.627

20.836

17.723

1.03.01 Studie en onderzoekskosten

17.521

35.814

33.497

29.182

32.627

20.836

17.723

- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

9.879

8.024

     
  

0

0

0

0

0

 

Ontvangsten

185.258

186.141

167.535

150.786

157.715

178.013

192.523

1.09 Ontvangsten investeren in waterveiligheid

185.258

186.141

167.535

150.786

157.715

178.013

192.523

1.09.01 Ontvangsten waterschappen HWBP-2

0

0

     

1.09.02 Overige ontvangsten HWBP-2

 

0

     

1.09.03 Ontvangsten waterschappen HWBP

179.974

185.788

167.039

150.776

157.715

176.377

192.523

1.09.04 Overige ontvangsten HWBP

1.534

0

 

10

   

1.09.05 Overige aanleg ontvangsten

3.750

353

496

  

1.636

 

Geschatte budgetflexibiliteit

Met uitzondering van planning en studies, zijn de budgetten in 2025 juridisch verplicht op de peildatum 1 januari 2025. De budgetten voor planning en studies zijn bestuurlijk gebonden.

Tabel 7 Geschatte budgetflexibiliteit
 

2025

Juridisch verplicht

83%

Bestuurlijk gebonden

17%

Beleidsmatig gereserveerd

 

Nog niet ingevuld/vrij te besteden

 

1.01 Grote projecten waterveiligheid

Motivering

Deze projecten, waaraan de Tweede Kamer de status van Groot Project heeft toegekend, dragen bij aan de waterveiligheid in Nederland. Voor meer achtergrondinformatie over programmering in 2025 (en verder) wordt verwezen naar het MIRT Overzicht 2025, de betreffende voortgangsrapportages en het Deltaprogramma 2025.

Producten

Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2)

Onder dit programma vallen de verbetermaatregelen die zijn voortgekomen uit de periodieke toetsing volgens de Waterwet. Uit de resultaten van de eerste (2001) en tweede (2006) toetsing op veiligheid van de primaire waterkeringen bleek dat een deel van deze keringen niet voldeed aan de wettelijke norm (Kamerstukken II, 2007–2008, 27 625 en 18 106, nr. 103).

Vanuit het HWBP-2 worden subsidies verstrekt aan de waterschappen voor de uitvoering van de vereiste verbetermaatregelen en worden de maatregelen aan de rijkskeringen betaald. Het HWBP-2 is onderdeel van het Deltaprogramma met behoud van eigen besturing, organisatie en finan­ciering. Met het afsluiten van het Bestuursakkoord Water (2011) dragen de waterschappen bij aan de financiering van het HWBP-2 en het HWBP. In bijlage 3 is een nadere toelichting op de financieringsafspraken ten aanzien van de Hoogwaterbeschermingsprogramma’s (HWBP-2 en HWBP) opgenomen.

Conform de Regeling Grote Projecten ontvangt de Tweede Kamer ieder half jaar een Voortgangsrapportage: vóór 1 april 2025 Voortgangsrapportage 26 en vóór 1 oktober 2025 Voortgangsrapportage 27.

Meetbare gegevens

Het HWBP-2 bestaat uit 87 versterkingsprojecten, inclusief de Zwakke Schakels. Per 31 december 2023 voldoen 86 projecten aan de vigerende veiligheidsnorm. Er is nog één project in uitvoering. Dit is het project Markermeerdijken.

Tabel 8 Projectoverzicht Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma; realisatie (bedragen x € 1 miljoen)
 

Projectbudget

Kasbudget

Oplevering

huidig

vorig

t/m 2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

later

huidig

vorig

Projecten Nationaal

          

2027

2027

HWBP-2 Rijksprojecten

170

170

168

1

1

       

HWBP-2 Waterschapsprojecten

2.647

2.640

2.327

56

33

48

33

150

    

Overige projectkosten (programmabureau)

49

49

36

1

   

12

    

afrondingen

   

‒ 1

1

       

Programma

2.866

2.859

2.531

57

35

48

33

162

0

0

  

Budget (DF 1.01.01/02)

   

57

35

48

33

162

0

0

  

Ruimte voor de Rivier

Op 22 januari 2019 heeft de Tweede Kamer de Groot Project Status van Ruimte voor de Rivier beëindigd. Het laatste project dat bijdraagt aan de doelstelling van de Planologische Kernbeslissing (PKB) Ruimte voor de Rivier is het project Reevesluis, als onderdeel van het project IJsseldelta, fase 2.

Tabel 9 Projectoverzicht Ruimte voor de rivier; realisatie (bedragen x € 1 miljoen)
 

huidig

vorig

t/m 2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

later

huidig

vorig

Project RvdR

          

2019

2019

Projecten Nationaal

            

Ruimte voor de Rivier

2.246

2.246

2.237

7

1

  

1

    

Programma Realisatie

2.246

2.246

2.237

7

1

0

0

1

0

0

  

Budget (DF 1.01.03)

   

7

1

0

0

1

0

0

  

Maaswerken

Maaswerken (Zandmaas en Grensmaas) is voortgekomen uit het Deltaplan Grote Rivieren dat na de twee hoogwaters in de Rijn en de Maas in december 1993 en januari 1995 tot stand kwam. Belangrijkste doelstelling is het verbeteren van de bescherming van inwoners van Limburg en Noord-Brabant tegen hoogwater van de Maas.

Op 22 januari 2019 heeft de Tweede Kamer de Groot Project Status van Zandmaas en Grensmaas beëindigd. De rapportage over de voortgang en afronding van het programma vindt plaats als onderdeel van het MIRT- overzicht (overstromingskans kleiner dan 1/250e per jaar). Het prioritaire deel van dit werk is in 2020 afgerond.

Tabel 10 Indicatoren Maaswerken

Indicator

Grensmaas

Zandmaas

Hoogwaterbeschermings-programma

100% gerealiseerd in 2017

100% gerealiseerd in 2016

Natuurontwikkeling

95% van de 1.208 ha gerealiseerd

100% van de 427 ha gerealiseerd.

Grind

ten minste 35 miljoen ton

 

Grensmaas en Zandmaas, natuurontwikkeling

De deelprogramma’s Grensmaas en Zandmaas (fase I) dragen primair bij aan de hoogwaterveiligheidsdoelstelling. Daarnaast wordt met deze projecten natuur gerealiseerd die ten goede komt aan het Natuurnetwerk Nederland (NNN).

De natuuropgave binnen de Zandmaas is gerealiseerd. De feitelijke oplevering en overdracht is afhankelijk van de voortgang van de delfstof­ winning. Decharge is in voorbereiding.

De totale oppervlakte natuurontwikkeling in de Grensmaas is 1.208 ha. Het Ministerie van LNV neemt hiervan thans 728 ha voor haar rekening (Kamer­ stukken II, 2014–2015, 18 106, nr. 230). De natuuropgave binnen de Grensmaas is nagenoeg gerealiseerd. Grensmaas heeft tot eind 2027 de inspanningsverplichting om zoveel mogelijk onvergraven natuur aan te kopen.

De doelstelling van 35 miljoen ton grind is inmiddels behaald.

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

Grensmaas: Zoals gemeld aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II, 2018-2019, 18 106, nr. 247) is toestemming verleend om drie jaar langer grind te winnen. Hiermee wordt de mijlpaal verlengd met drie jaar tot 2027.

Tabel 11 Projectoverzicht Maaswerken; realisatie (bedragen x € 1 miljoen)
 

Projectbudget

Kasbudget

Oplevering

 

huidig

vorig

t/m 2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

later

huidig

vorig

Project Maaswerken

            

Projecten Zuid-Nederland

            

Grensmaas

120

120

94

7

1

12

2

  

5

2017/2027

2017/2027

Zandmaas

392

392

382

2

    

6

2

2021

2020

afronding

            

Programma Realisatie

512

512

476

9

1

12

2

0

6

7

  

Budget (DF 1.01.04)

   

9

1

12

2

0

6

7

  

Maatregelen ter verbetering van de waterveiligheid

De kengetallen hieronder geven informatie over de stand van zaken van maatregelen ter verbetering van de waterveiligheid onder het Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2), en de programma’s Ruimte voor de Rivier (RvdR) en Maaswerken. Het geeft een meerjarig inzicht in de voortgang van de maatregelen van de betreffende programma’s. De beleidsinspanningen van de Minister van IenW die onder Hoofdstuk XII (artikel 11) vallen richten zich op de regie op deze programma’s.

Figuur 4 Maatregelen waterveiligheid

1.02 Overige aanlegprojecten

Motivering

Naast de grote projecten op het gebied van waterveiligheid zijn hieronder de overige aanlegprojecten beschreven.

1.02.01 Verkenningen- en planuitwerkingsprogramma

Het verkenningen- en planuitwerkingsprogramma dient om een probleem of een initiatief met maatschappelijke meerwaarde op het gebied van waterbeheer te verkennen en daarna, indien nodig, uit alternatieven de beste oplossing voor het probleem te zoeken en voor te bereiden voor de uitvoering. Op dit artikelonderdeel worden diverse projecten en programma’s verantwoord die zich in de MIRT-verkenningen- en planuitwerkingsfase bevinden.

Tabel 12 Projectoverzicht Planning waterveiligheid (bedragen x € 1 miljoen)
 

Budget

Planning

Projectomschrijving

Huidig

vorig

PB of TB

Oplevering

Projecten Nationaal

    

Reservering Areaalgroei

26

26

  

Integraal Rivieren Management (IRM)

170

171

  

Projecten Noordwest-Nederland

    

EPK planning waterkwaliteit

10

10

  

Projecten Zuid-Nederland

    

Rivierverruiming Rijn en Maas

232

226

  

Projecten Oost-Nederland

    

IJsseldelta 2e fase

101

101

  

afronding

    

Totaal programma planuitwerking en verkenning

539

534

  

Budget DF 1.02.01

539

534

  

Producten

IJsseldelta 2e fase

Eind 2020 zijn de resterende twee projectbeslissingen vastgesteld van de regionale percelen N307/Roggebotsluis en Recreatieterreinen. Het project nieuwe oeververbinding N307 is in maart 2023 geopend. Met de geplande verwijdering van de IJsseldijk in 2024 wordt de doelstelling t.a.v de waterstandsdaling gerealiseerd. In 2024 worden de eindafrekeningen opgesteld en in 2025 verrekend.

Integraal Rivieren Management (IRM)

Rivieren zijn van groot belang voor Nederland, voor goederenvervoer per binnenvaart, zoetwaterbeschikbaarheid, waterberging, natuur en recreatie. Daarbij moet het rivierengebied ook beschermd worden tegen overstromingen. Door klimaatverandering zullen hoog- en laagwater vaker voorkomen en door een steeds meer uitslijtende rivierbodem wordt de rivier minder bevaarbaar en de wenselijke zoetwaterverdeling over Nederland belemmerd. Ook treedt verdroging op in de uiterwaarden en binnendijkse gebieden met consequenties voor o.a. de landbouw. Met het programma Integraal Riviermanagement/ Ruimte voor de rivier neemt het kabinet besluiten over de aanpak en uitvoering hiervan en worden maatregelen voor de korte en lange termijn uitgewerkt, zodat ruimte wordt gemaakt voor de rivier en haar functies. Hiervoor is € 7 miljoen onttrokken uit de beleidsreservering IRM in de jaren 2028 en overgeboekt naar het uitvoeringsartikel waarop IRM wordt verantwoord in de jaren 2025 en 2026. Voor uitvoering van de eerste fase IRM op basis van het werkplan IRM wordt zowel in 2025 en 2026 € 3 miljoen gereserveerd. Daarnaast zijn de middelen bestemd voor de voorbereiding en realisatie van IRM-projecten. Hiervoor wordt € 1 miljoen toegevoegd aan het realisatiebudget van het IRM-project Paddenpol. In 2025 staan verder middelen gereserveerd voor de verkenning van Zuidelijk Maasdal en Vierwaarden en het opstarten van de IRM suppletiepilots.

Rivierverruiming Rijn en Maas

Deze middelen zijn gereserveerd voor de Rijksopgaven van de rivierverruimingsprojecten langs de Maas. Specifiek gaat het om de Rijksbijdrage aan de planuitwerking en realisatie van de rivierverruimingsprojecten Meanderende Maas, Well, Oeffelt, Arcen en Baarlo-Hout-Blerick. Binnen deze projecten worden dijkverlegging gecombineerd met dijkversterking vanuit het hoogwaterbeschermingsprogramma.  

1.02.02 Realisatieprogramma

Dit programma levert een bijdrage aan het voldoen aan de wettelijke normen van de primaire waterkeringen in beheer bij het Rijk en bij de waterschappen én levert een bijdrage aan het beheer van de Rijkswateren.

Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP)

Het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) is een alliantie tussen de waterschappen en IenW. Het programma heeft als doel in 2050 alle primaire waterkeringen in Nederland op orde te hebben. Minimaal 1x per 12 jaar worden de keringen beoordeeld door de beheerder: waterschappen en Rijkswaterstaat. De laatste beoordelingsronde liep tot 2023. Tot 2050 lopen er nog 2 beoordelingsrondes. Als er sprake is van een versterkingsopgave kan dit opgenomen worden in het HWBP en is er mogelijk financiering beschikbaar. Dit wordt beoordeeld en begeleid door de programmadirectie HWBP. Als er sprake is van beheer&onderhoud wordt dit door de beheerder zelf opgepakt (zorgplicht). Circa 90% van de primaire waterkeringen is in beheer bij de waterschappen. Het overige deel is vrijwel volledig in beheer bij het Rijk. Door de samenwerking binnen de alliantie wordt de beschikbare kennis en deskundigheid van de verschillende waterbeheerders benut.

Het HWBP kent een voortrollend karakter, waarbij jaarlijks een actualisatie van het programma plaatsvindt en er 12 jaar vooruit wordt gekeken. Met deze werkwijze ontstaat een adaptief programma dat flexibel in kan spelen op nieuwe ontwikkelingen.

De prioritering van de jaarlijks uit te brengen programmering is gebaseerd op urgentie. De programmering 2025–2030 wordt gelijktijdig met deze begroting aan de Kamer aangeboden als onderdeel van het Deltapro­ gramma 2025 (paragraaf 3.3). In het Deltaprogramma 2025 is tevens een uitgebreide beschrijving van de voortgang van het HWBP opgenomen.

Het HWBP is onderdeel van het Deltaprogramma met behoud van eigen besturing, organisatie en financiering.

Afsluitdijk (renovatie bestaande spuimiddelen)

Op 12 juli 2022 is middels een vaststellingsovereenkomst besloten om de bestaande spuimiddelen bij Den Oever en Kornwerderzand uit de scope van het DBFM-contract Afsluitdijk te halen. De renovatie van de bestaande spuimiddelen moet opnieuw worden aanbesteed, start aanbesteding is voorzien voor begin 2025, waarna de mijlpaal realisatie hiervan kan worden vastgesteld.

De oplevering van de renovatie van monument «De Vlieter» is voorzien voor 2024.

Rivierverruiming, niet zijnde Ruimte voor de Rivier

Langs de Maas, de Rijn, de Waal en de Lek zijn projecten uitgevoerd ten behoeve van natuurontwikkeling in de uiterwaarden en om een grotere waterafvoer te kunnen opvangen, de zogeheten NURG (Nadere Uitwerking Rivieren Gebied) projecten. Het NURG-programma is uitgevoerd door de Ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Infrastructuur en Waterstaat. Inmiddels is het overgrote deel van de opgave gerealiseerd en hebben de beide ministeries bij de Herijking van de Ecologische Hoofdstructuur in 2018 afspraken gemaakt over de verdeling van de restopgave. Hierin is afgesproken dat elk ministerie haar nog lopende projecten afmaakt. De projecten Uiterwaardvergraving Afferdense en Deestse Waarden en Herinrichting Heesseltsche Uiterwaarden 2021 zijn afgerond en daarmee is het NURG programma voor I&W, op decharge, na afgerond. Er is nog een kleine restopgave die de verwerving en inrichting van enkele gebieden betreft. Voor de uitvoering hiervan heeft het ministerie van LNV een opdracht verstrekt aan Staatsbosbeheer tot en met 2030.

Overige onderzoeken en kleine projecten

Onderdeel van overige onderzoeken en kleine projecten is onder andere het Project Roggenplaat. Rijkswaterstaat heeft in opdracht van de Ministeries van IenW en LNV een zandsuppletie uitgevoerd om de negatieve effecten van de zandhonger in de Oosterschelde tegen te gaan. Het project is in de winter van 2019-2020 succesvol uitgevoerd met een omvang van 213 ha en 1,4 miljoen m3. Inmiddels is de monitoring gestart waarmee de suppletie zal worden geëvalueerd in 2025.

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

De toename van het projectbudget op de HWBP rijks-, waterschaps- en overige projecten is veroorzaakt door de prijsbijstelling 2024 en het verlengen van de begrotingsperiode tot 2038.

Tabel 13 Projectoverzicht Aanlegprogramma (bedragen x € 1 miljoen)
 

Projectbudget

Kasbudget

Oplevering

 

huidig

vorig

t/m 2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

later

huidig

vorig

Projecten Nationaal

            

Programma HWBP

            

HWBP Rijksprojecten

757

736

43

42

22

47

73

93

98

340

  

HWBP Overige projectkosten (programmabureau)

187

185

64

12

11

11

7

7

7

67

  

HWBP Waterschapsprojecten

8058

7.552

1.918

450

593

676

627

503

445

2.846

  
             

Wettelijk BeoordelingsInstrumentarium 2023

41

41

27

2

12

       

Zandhonger Oosterschelde

11

11

10

1

        

Landelijk Verbeterprogr. Regionale Rijksk.

13

12

3

4

1

 

5

     

Kennisprogramma zeespiegelstijging

10

10

6

2

1

1

      

Meanderende Maas

8

8

0

2

3

3

      

Projecten Noord-Nederland

            

Afsluitdijk

7

7

1

5

1

       

Afsluitdijk Bestaande Spuisluis

200

194

0

5

5

79

39

39

1

32

  

Projecten Oost-Nederland

            

Kribverlaging Pannerdensch Kanaal

32

32

26

2

4

     

2023

2023

IJsseldelta 2e fase (Reevesluis)

95

95

93

2

      

2021

2021

Monitoring Langsdammen Waal

5

5

3

  

2

      

Projecten Zuidwest-Nederland

            

Overige onderzoeken en kleine projecten

89

88

88

1

        

Dijkversterking en herstel steenbekleding

827

827

826

1

      

2023

2023

Projecten Zuid-Nederland

            

Beekdalen

330

320

8

10

16

14

16

15

15

236

  

afrondingen

   

‒ 1

 

1

2

 

1

   

Programma Realisatie

10.670

10.123

3.116

540

669

834

769

657

567

3.521

  

Budget (DF 1.02.02)

   

417

429

607

613

496

514

4.481

  

Overprogrammering (-)

   

‒ 123

‒ 240

‒ 227

‒ 156

‒ 161

‒ 53

960

  

1.03 Studiekosten

Motivering

Dit betreft de studie- en onderzoekskosten voor het Deltaprogramma (MIRT-onderzoeken) en de overige studiekosten op het gebied van waterveiligheid.

Producten Studie- en onderzoekskosten Deltaprogramma

Hieronder vallen studie- en onderzoekskosten voor het Deltaprogramma (MIRT-onderzoeken). Het Deltaprogramma (DP) is een programma van maatregelen, voorzieningen, onderzoeken en ambities gericht op de korte, middellange en lange termijn waterveiligheid en zoetwatervoorziening van Nederland. Voor een nadere toelichting over deze onderzoeken wordt verwezen naar het Deltaprogramma 2025. Op dit onderdeel worden vooral de onderzoeken voor waterveiligheid verantwoord.

Uitvoering gebiedsagenda

Het Rijk werkt samen met de regionale partners in het kader van het Platform IJsselmeergebied 2050 aan de activiteiten die zijn vastgelegd in de Samenwerkingsovereenkomst IJsselmeergebied 2024-2028 (zie Staatscourant 2024, 10666). Onderdeel daarvan is het uitvoeren van onderzoek om te komen tot herijking van de Deltabeslissing en voorkeursstrategie IJsselmeergebied.

Thema water/ landbouw/ voedsel

In het kader van het missie-gedreven topsectoren- en innovatiebeleid (MTIB) heeft IenW binnen het thema landbouw/water/voedsel missies opgesteld op het terrein van waterveiligheid, klimaatadaptatie, waterkwaliteit en beheer van de grote wateren. Deze missies zijn in april 2019 door het kabinet vastgesteld. IenW stelt middelen beschikbaar om voor deze missies kennis en innovatie te realiseren in publiek-privaat gefinancierde samenwerkingsverbanden. Dit doet IenW samen met LNV en de topsectoren.

Strategisch onderzoek

In samenwerking met NWO (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek) en overheden wordt strategisch onderzoek ontwikkeld voor actuele maatschappelijke ontwikkelingen, zoals droogte en klimaatadaptatie in de stad.

Water4All

Het doel van het Europee kennisprogramma Water4All (2022-2027) -Water Security for the Planet- is om oplossingen te vinden voor de waterproblematiek rond te veel, te weinig en te vuil water. De activiteiten zijn gericht op onderzoeken en demonstratieprojecten rond kennis en innovatie. De projecten in 2025 zijn vooral gericht op een goede waterkwaliteit. Het onderzoeksprogramma heeft een looptijd van 6 jaar. De bijdrageverlening zal plaatsvinden via het ministerie van OCW

Klimaatadaptatie

Een belangrijke manier om Nederland voor te bereiden op de gevolgen van klimaatverandering is om te werken aan de transitie naar een klimaatbestendige inrichting. Dit wordt gestimuleerd vanuit het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie via een stappenplan waarin alle overheden gezamenlijk de kwetsbare onderdelen van de ruimtelijke inrichting aanpakken. Dit wordt verder ondersteund via een breed scala aan activiteiten en producten. Met het PBL wordt gewerkt aan een monitoringsystematiek die het nationale klimaatadaptatiebeleid tot 2026 moet ondersteunen. IenW faciliteert met het Kennisportaal Klimaatadaptatie , de Klimaateffectatlas en het netwerk Samen Klimaatbestendig de noodzakelijke transitie op het gebied van klimaatadaptatie. Ook wordt gewerkt aan de doorwerking van de nieuwe 2023 KNMI scenario’s in de Klimaateffectatlas en het standaardiseren van klimaat stresstesten. Het werk voor het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie wordt uitgevoerd in samenhang met de uitvoering van de Nationale Klimaatadaptatiestrategie.

Beleidstafel Wateroverlast en Hoogwater

In 2022 is binnen de beleidstafel wateroverlast en hoogwater een analyse uitgevoerd van de opgetreden extreme neerslag in de zomer van 2021 in Limburg met als doel om, nu en in de toekomst, beter voorbereid te zijn voor de gevolgen van een periode van extreme neerslag. Voor 2025 zijn middelen beschikbaar om de aanbevelingen voor IenW uit te voeren. De middelen worden onder meer ingezet voor het opstellen van een handreiking bovenregionale stressen en de provincies te ondersteunen met de start van de uitvoering ervan. Ook zijn er onderzoeken gestart om inzicht te krijgen in methodes voor gevolgbeperking en waterbewustzijn en waterbewust gedrag.  

Regionale keringen

De regionale keringen in beheer van het Rijk zijn door Rijkswaterstaat getoetst. In 2021 is de Tweede Kamer over de uitkomsten geïnformeerd. (Kamerstuk 27 625, nr. 540). Na de toetsing van deze regionale keringen op 2 juni 2021 is de aanvullende toetsing in 2022 afgerond (Kamerstuk 27 625, nr. 659). In juni 2023 is het uitvoeringsprogramma regionale keringen geactualiseerd met een voorlopige programmering tot 2032. Koploperproject is het project Betuwepand (Amsterdam-Rijnkanaal tussen Waal en Lek) dat gefaseerd in realisatie is gebracht. Verdere verbeteracties worden voortrollend meerjarig geprogrammeerd en uitgevoerd in het kader van het Programma Rijkskeringen.

Beoordelings- en Ontwerpinstrumentarium (BOI)

In het programma Beoordelings- en Ontwerpinstrumentarium (BOI) wordt gewerkt aan kennisontsluiting en de (door)ontwikkeling van het instrumentarium voor beoordelen en ontwerpen. Het programma bouwt voort op het WBI2017en het BOI2023, het Ontwerp Instrumentarium (OI) 2014 en de bestaande Technische Leidraden en voegt hier nieuw ontwikkelde kennis en functionaliteit aan toe, zodat het instrumentarium aansluit op de actuele kennis en de ervaringen die in de eerste beoordelingsronde (2017-2023) zijn opgedaan. Instrumenten die in het programma worden ontwikkeld kunnen direct worden gebruikt voor het ontwerpen van waterkeringen. In 2022 is de eerste beoordelingsronde afgerond en is het instrumentarium doorontwikkeld naar een nieuwe ministeriële regeling en bijbehorende basisinstrumentarium. Met het BOI kunnen de beheerders vanaf 2023 de volgende beoordelingsronde uitvoeren. Vanaf 2023 zal het instrumentarium periodiek worden doorontwikkeld op basis van belangrijke nieuwe inzichten en vervolgens worden aangeboden aan de waterkeringbeheerders.

Kennisontwikkeling Waterveiligheid

Het Rijk heeft een wettelijke taak (artikel 2.6 Waterwet) om zorg te dragen voor de totstandkoming en het verstrekken van technische leidraden voor het ontwerp, het beheer en het onderhoud van de primaire waterkeringen in Nederland. Hierin wordt beschikbare en geborgde relevante kennis over waterkeringen en waterveiligheid ontsloten. Deze kennis wordt ontwikkeld door de diverse kennisinstellingen in diverse programma’s uitgevoerd, deels in opdracht van het Rijk ten behoeve van een actueel, effectief en uitvoerbaar waterveiligheidsbeleid.

Kennisprogramma Zeespiegelstijging

Het Kennisprogramma Zeespiegelstijging focust zich op de onzekerheden en de mogelijke effecten voor korte en lange termijn van een (versnelde) zeespiegelstijging. Dit kennisprogramma is gestart in september 2019 en loopt t/m 2026. In 2023 zijn de eerste resultaten ten aanzien van de houdbaarheid van de huidige aanpak van de waterveiligheid en de zoetwatervoorziening; en de eerste verkenningen van verschillende potentiële handelingsperspectieven voor de verre toekomst bij elkaar gebracht in de tussenbalans. In 2025 worden de laatste studies afgerond, bijvoorbeeld die naar adaptieve beleidspaden, en start de integratie van de resultaten richting het eindrapport, dat in 2026 verschijnt. Daarnaast vindt bij het KNMI vervolgonderzoek plaats naar de modellering van versnelde smelt van Antarctica, gericht op het beter kunnen voorspellen van deze smelt in de toekomst. Ook wordt een vervolg van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging geconcretiseerd.

Cyberweerbaarheid in de watersector

Om het thema cyberweerbaarheid in de watersector effectief aan te pakken is er in 2020 een uitvoeringsprogramma gestart, genaamd «Versterking cyberweerbaarheid in de Watersector». De aanvullende Bestuursakkoord Water (BAW) afspraken (BAW+) over cybersecurity zijn hierin ondergebracht. Partijen in de watersector werken onder regie van het Ministerie van IenW in dit programma samen aan projecten ingedeeld in een vijftal thema’s, die met name gericht zijn op operationele technologie (OT). Er worden instrumenten ontwikkeld om ketenrisico’s te onderkennen, samen te werken op het gebied van monitoring en detectie, trainen en oefenen, de juiste maatregelen te implementeren en expertise te borgen. Het programma is in 2023 geëvalueerd en wordt voortgezet tot 2026. De activiteiten in het programma, zoals het opstellen van dreigingsscenario’s, onderbouwing voor een CERT Water en ketenanalyses op het watersysteem, dragen bij aan de implementatie van CER en NIS2 wetgeving en geven deels invulling aan de Nederlandse Cybersecurity Strategie (NLCS).

Cybersecurity vitaal/economische veiligheid

Sommige processen zijn zo essentieel voor de Nederlandse samenleving dat uitval of verstoring tot ernstige maatschappelijke ontwrichting leidt en een bedreiging vormt voor de nationale veiligheid. Dit worden vitale processen genoemd. In het 'Addendum Bestuursakkoord Water’ is afgesproken een herbeoordeling uit te voeren van de processen «waterkeren en waterbeheren». In 2022 is, conform de door de NCTV voorgeschreven methodiek voor bescherming van vitale processen en infrastructuur, een weerbaarheidsanalyse uitgevoerd. Deze heeft in 2023 geleid tot een beslissing over het aanmerken van de waterschappen als vitale aanbieders voor dit proces. Ook wordt de implementatie van nieuwe/herziene Europese wetgeving op het gebied van vitaal en cybersecurity (CER en NIS2) voorbereid. Op dit moment is er nog geen integraal ‘vitaalkader’ of ‘beleidskader vitaal’ voor de watersector. De nieuwe CER- en NIS2-richtlijnen, die vertaald worden naar nationale wetgeving zullen hier deels verandering in gaan brengen maar deze wetgeving wordt pas in 2025 verwacht.  Binnen DGWB zal eveneens worden gewerkt aan duidelijker beleidskader bescherming vitale infrastructuur. Dit betreft in ieder geval de uitwerking van een visie op wat er van de vitale aanbieders wordt verwacht qua risicobeheersing/ weerbaarheid en wat zij van het ministerie van IenW (en mogelijk andere partijen) mogen verwachten. Hiertoe zal een traject worden gestart waarbij dit beleidskader wordt ontwikkeld en ook lopende initiatieven worden geïnventariseerd. die bijdragen aan de weerbaarheid. De visie en initiatieven op het gebied van ‘all hazards’ aanpak van de vitale aanbieders kunnen vervolgens verbonden zullen worden aan de beschermingsaanpak vitaal. Vanuit de vitale aanbieders wordt betrokkenheid verwacht bij de ontwikkeling van de visie en daaraan te verbinden beleidskader.

1.09 Ontvangsten

Ontvangsten waterschapsprojecten

Conform de Spoedwet (Stb. 2011, 302) dragen de waterschappen vanaf 2011 € 81 miljoen per jaar bij aan het HWBP. Deze bijdrage van de waterschappen is conform het regeerakkoord Rutte I en het Bestuursakkoord Water aangevuld tot € 131 miljoen in 2014 en tot € 181 miljoen structureel vanaf 2015 (inclusief projectgebonden aandeel, prijspeil 2010). Deze bijdrage wordt geïndexeerd op basis van de IBOI, zoals gehanteerd door het ministerie van Financiën. Vanaf 2024 en verder komt dit bedrag jaarlijks uit op ongeveer € 232 miljoen (inclusief projectgebonden aandeel).

De middelen van de waterschappen worden ingezet voor de resterende waterschapsprojecten van het HWBP-2 en voor de waterschapsprojecten van het HWBP. Het in 2013 door de Tweede en Eerste Kamer aangenomen wetsvoorstel Wijziging van de Waterwet (doelmatigheid en bekostiging hoogwaterbescherming) (Kamerstukken II, 2012–2013, 33 465, nr. 3) is per 1 januari 2014 in werking getreden. De wet regelt dat het Rijk en de waterschappen jaarlijks elk de helft van de bijdrage aan het HWBP betalen.

In bijlage 3 is een overzicht opgenomen waarin nader is ingegaan op de financiering van het HWBP-2 en het HWBP.

Licence