Base description which applies to whole site

3.4 Beleidsartikel 4 Vroege fase opschaling

Het vierde begrotingsartikel van het Klimaatfonds is bedoeld voor maatregelen voor Vroege fase opschaling van hernieuwbare energiedragers. De doelstelling van dit begrotingsartikel is als volgt:

  • Het vergroten van de beschikbaarheid van innovatieve technologie met een schaalbare functie en belangrijke rol voor de Nederlandse klimaatneutrale samenleving, zodat het daardoor mogelijk wordt om verdere uitrol te bewerkstelligen door generiek beleidsinstrumentarium.

  • Dit gaat in eerste instantie om technieken voor hoogwaardige hernieuwbare energiedragers die pas kosteneffectieve CO2-reductie kunnen faciliteren bij substantiële opschaling. Gestart wordt daarbij met innovatieve en kansrijke technieken op de terreinen elektrolyse, vergassing en pyrolyse wat bijdraagt aan de beschikbaarheid van 3 tot 4 GW waterstof in 2030 en de opschaling van groen gas.

  • Binnen het perceel zal - uitgaande van realisatie van de doelstellingen voor hoogwaardige energiedragers - daarnaast ook ruimte zijn voor andere toekomstige technologieën, mits deze voldoen aan de voorwaarden dat deze opschaalbaar zijn en bijdragen aan de klimaatneutrale samenleving. Welke technieken hiervoor in aanmerking komen wordt de komende tijd nader uitgewerkt.

De minister van Klimaat en Groene Groei is als fondsbeheerder verantwoordelijk voor de begroting van het Klimaatfonds. Zij is daarmee primair verantwoordelijk voor het beheer en de uitvoering van het Klimaatfonds. Naast fondsbeheerder is de minister van Klimaat en Groene Groei beleidsinhoudelijk verantwoordelijk voor Vroege fase opschaling.

In dit artikel is geen sprake van beleidswijzigingen.

Tabel 17 Budgettaire gevolgen van artikel 4 Vroege fase opschaling (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Verplichtingen

0

0

365.332

1.426.375

760.407

855.910

662.269

        

Uitgaven

0

0

362.157

1.419.618

748.542

826.979

619.503

        

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

0

0

362.157

1.419.618

748.542

826.979

619.503

Vroege fase opschaling onverdeeld

 

0

362.157

1.419.618

748.542

826.979

619.503

Tabel 18 Uitsplitsing verplichtingen artikel 4 Vroege fase opschaling (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Verplichtingen

0

0

365.332

1.426.375

760.407

855.910

662.269

waarvan garantieverplichtingen

0

0

0

0

0

0

0

waarvan overige verplichtingen

0

0

365.332

1.426.375

760.407

855.910

662.269

Tabel 19 Meerjarenoverzicht Beleidsartikel 4 Vroege fase opschaling (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Totaal

Verplichtingen Vroege fase opschaling

0

0

365.332

1.426.375

760.407

855.910

662.269

1.320.031

5.390.324

Uitgaven Vroege fase opschaling

0

0

362.157

1.419.618

748.542

826.979

619.503

1.253.331

5.230.130

De tabellen hierboven tonen het totale uitgaven- en verplichtingenbudget van het artikel Vroege fase opschaling. Dat bevat vrije middelen, voorwaardelijke toekenningen en reserveringen. Voor een totaaloverzicht aan maatregelen wordt verwezen naar bijlage 1.

Tabel 20 Verdiepingstabel artikel 4 Vroege fase opschaling (bedragen x € 1.000)
 

2024*

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Beschikbare middelen ontwerpbegroting 2024

130.809

1.181.040

1.211.402

1.244.745

1.316.237

1.267.699

1.448.262

Maatregelen

       

Algemene reservering uitvoeringskosten, G10 uitfasering slechte energielabels utiliteitsbouw

 

‒ 1.000

‒ 1.000

    

Algemene reservering uitvoeringskosten, IC12 bijmenging plastic

‒ 346

‒ 319

‒ 140

‒ 2.536

‒ 3.166

‒ 3.166

‒ 3.166

Algemene reservering uitvoeringskosten, IC15 CO2 heffing AVI's

‒ 502

‒ 620

‒ 620

‒ 502

‒ 502

‒ 502

‒ 502

Gebiedsinvesteringen Netten op Zee

‒ 50.000

‒ 100.000

‒ 50.000

‒ 75.000

‒ 75.000

‒ 75.000

‒ 75.000

Normering en stimulering biobased bouwen (BZK)

 

‒ 7.146

‒ 10.738

‒ 1.101

   

Normering en stimulering biobased bouwen (EZ)

 

‒ 14.700

     

Normering en stimulering biobased bouwen (KGG)

  

‒ 1.400

    

Normering en stimulering biobased bouwen (IenW)

 

‒ 2.756

‒ 3.859

    

Normering en stimulering biobased bouwen (LVVN)

‒ 1.300

‒ 10.000

‒ 12.000

    

Opschalen duurzame infra-innovatietechnieken met launching customer programma

 

‒ 10.000

‒ 20.000

‒ 20.000

‒ 20.000

‒ 20.000

‒ 10.000

Subsidie voor waterstof in wegvervoer en binnenvaart (wegvervoer)

 

‒ 33.000

‒ 55.000

‒ 50.000

‒ 44.000

‒ 28.000

 

Verduurzaming zeevaartschepen

 

‒ 989

‒ 9.789

‒ 16.029

‒ 24.429

‒ 37.869

‒ 22.195

Vrouwen in de techniek (gendergelijkheid)

 

‒ 100

‒ 400

‒ 400

‒ 400

‒ 400

‒ 100

Subsidieregeling praktijkleren

  

‒ 7.000

    

Alcohol-to-jet (ATJ)

 

‒ 4.500

‒ 11.000

‒ 20.000

‒ 20.000

‒ 18.500

‒ 16.000

Biopyrolyse

 

‒ 3.000

‒ 12.000

‒ 19.500

‒ 21.000

‒ 15.000

‒ 19.500

Duurzame luchtvaartbrandstoffen (E-fuels)

 

‒ 4.500

‒ 9.000

‒ 13.500

‒ 13.500

‒ 11.000

‒ 8.500

Flex (onderzoek voor bedrijven en industrie)

 

‒ 10.000

‒ 10.000

    

Flex (opschaling innovatieve flex)

 

‒ 4.000

‒ 12.000

‒ 10.000

‒ 10.000

‒ 4.000

 

Vergassing: stimulering projecten vergassing 1e en 2e fase

 

‒ 11.100

‒ 44.400

‒ 77.800

‒ 94.400

‒ 100.000

‒ 172.300

Ondersteuning van o.a. ketenvorming en recyclingtechnieken circulaire plastics

 

‒ 12.000

‒ 21.000

‒ 18.000

‒ 6.000

‒ 3.000

 

Subsidie voor waterstof in wegvervoer en binnenvaart (binnenvaart)

 

‒ 21.472

‒ 672

‒ 5.872

‒ 672

‒ 672

‒ 1.140

Subsidie voor verduurzaming binnenvaart n.a.v. ETS2 opt-in*

 

‒ 3.766

‒ 7.766

‒ 12.766

‒ 29.766

‒ 42.766

‒ 66.700

        

Hoofdlijnenakkoord 2024

       

Ombuiging budget Waterstof/ batterijen

 

‒ 60.000

‒ 262.000

‒ 99.000

‒ 83.000

‒ 82.000

‒ 193.000

        

Technische verwerking

       

Toevoeging LPO 2024

4.304

38.874

39.873

40.972

43.323

41.727

41.727

Overboeking vanaf FIN-begroting

500

500

500

380

   

Terug van FIN: Uitvoeringskosten aanpassing vier tarieven energiebelasting

1.400

770

770

770

770

770

770

Terug van FIN: Uitvoeringskosten vrijstelling energiebelasting voor non-energetisch verbruik van aardgas vanaf 2026

1.000

      

Kasschuiven

‒ 86.040

‒ 548.953

725.993

‒ 99.119

‒ 90.346

‒ 250.514

348.979

Herschikking

175

4.010

1.621

1.665

1.761

1.696

1.696

Handhavings- en uitvoeringskosten voor emissielabels binnenvaart (terugboeking)

 

884

1.243

1.135

1.069

  
        

Beschikbare middelen Ontwerpbegroting 2025

0

362.157

1.419.618

748.542

826.979

619.503

1.253.331

*Deze stand is gebasseerd op de proeve van de Klimaatfondsbegroting 2024

Algemene reservering uitvoeringskosten

Deze middelen zijn bedoeld voor uitvoerings- en handhavingskosten voor normerende en beprijzende maatregelen die zijn afgesproken in de voorjaarsbesluitvorming klimaat 2023.

G10: uitfasering slechte energielabels utiliteitsbouw

Er komt normering voor de utiliteitsbouw: voor gebouwen met slechte energielabels, voor industriegebouwen en voor maatschappelijk vastgoed met een labelplicht. Deze is gebaseerd op de Energye Performance of Buldings Directive (EPBD). Deze Europese eisen houden in dat 16% van de op energieprestatie slechtst presterende gebouwen in 2030 verbeterd moeten zijn en in 2033 26%. Voor winkels, logiesgebouwen en bijeenkomstgebouwen wordt de eis van 2033 naar voren gehaald naar 2030 om daarmee de doelen van het Klimaatakkoord sneller te benaderen. Dit wordt getoetst op basis van het energielabel. Daarnaast krijgt maatschappelijk vastgoed conform de EPBD een labelplicht, dit wil zeggen dat het energielabels te allen tijde aanwezig moet zijn (en niet alleen op transactiemomenten). Consultatie van de implementatie van de EPBD IV zal in de tweede helft van 2025 plaatsvinden. Voor effectieve normering is adequaat toezicht & handhaving essentieel. Hiervoor zijn middelen nodig voor toezichthouders.

IC12: bijmenging plastics

Het kabinet heeft in de voorjaarsbesluitvorming 2023 besloten tot een nationale verplichting cq. Norm voor de toepassing van een minimumaandeel plastic recyclaat en biogebaseerd plastic. Voor de uitwerking van deze maatregel moeten uitvoeringskosten worden gemaakt. In het MJP24 is hier reeds € 4,4 mln voor toegekend.

IC15: Heffing AVI’s

Ter voorbereiding voor de maatwerksubsidies voor AVI’s (gereserveerd MJP26 perceel Verduurzaming industrie en innovatie mkb) is aanvullende capaciteit nodig voor beleidsvorming. Dit is additioneel aan al lopend beleid van IenW.

Gebiedsinvesteringen netten op zee (voorheen Wind op zee)

Dit voorstel is gericht op het verbeteren van de leef kwaliteit van de vijf locaties die in de (aanvullende) routekaart windenergie op zee zijn aangewezen voor de aanlanding voor de elektriciteit van windparken op zee, teneinde regionaal draagvlak voor huidige en toekomstige energie-infrastructuur te behouden. Bij Voorjaarsnota 2022 is besloten de incidentele kosten voor de inpassing van windenergie op zee te dekken uit het Klimaatfonds (routekaart windenergie op zee 21 GW), omdat ze bijdragen aan de klimaatdoelstellingen. De middelen worden beschikbaar gesteld voor het behoud en versterken van de natuur, verbeteren van de fysieke leefomgeving, versterken van de regionale economie of versnellen en toepassen van de (duurzame) energietransitie. Het gevraagde budget is € 500 mln. De middelen voor de gebiedsinvesteringen zijn eenmalig en worden beschikbaar gesteld via twee tranches.

Normering en stimulering biobased bouwen

Dit voorstel betreft een pakket aan maatregelen voor het stimuleren van het gebruik van biobased materialen in de bouwsector en grond- weg- en waterbouwsector door middel van een ketenbenadering. Er wordt tegelijkertijd ingezet op het stimuleren van de vraag naar biobased bouwmaterialen door middel van een subsidie voor het gebruik van deze materialen, het opzetten van een verwerkende industrie door middel van een investeringssubsidie, het stimuleren van het aanbod door het opzetten van een stelsel van koolstofcertificaten en het bijeenbrengen van vraag en aanbod. Er worden hiervoor middelen overgeheveld naar diverse departementen.

Opschalen duurzame infra-innovatietechnieken met launching customer programma

Dit voorstel betreft subsidie voor het versneld opschalen van beschikbare duurzame innovatietechnieken in de asfaltsector door middel van een launching customer programma. In dit programma hanteert de overheid in haar aanbestedingen innovatieve asfalttechnieken, namelijk duurzame asfaltmengsel en levensduur verlengende maatregel voor asfalt.

Subsidie voor waterstof in wegvervoer en binnenvaart (wegvervoer)

De Subsidieregeling voor Waterstof in Mobiliteit (SWiM) is een nieuwe regeling, die zich richt op consortia van waterstoftankstations en vervoerders die gebruik willen maken van waterstofvoertuigen. Het gaat om een tenderregeling die zich richt op de additionele investeringskosten (ten opzichte van fossiele alternatief). Subsidiabel zijn de aanleg of opschaling van waterstoftankstations (subsidiepercentage max. 40%) en de aanschaf van waterstofvoertuigen (max. subsidiepercentage 80% van de meerkosten ten opzichte van fossiel alternatief), waarbij de nadruk ligt op zwaar vervoer.

Verduurzaming zeevaartschepen

Dit betreft een tijdelijke subsidieregeling die een CAPEX-tegemoetkoming biedt bij: (1) aanschaf en inbouw van aandrijftechnieken voor varen op waterstof of methanol, eventueel aan te vullen met aanschaf van de energiebesparende techniek Wind Assisted Ship Propulsion (WASP) of een andere energiebesparende techniek; en (2) aanschaf en installatie van een batterijpakket inclusief aanvullende benodigde aanpassingen aan boord. Doel is dat dit pakket in de haven via de walstroomaansluiting geladen wordt met als doel om emissieloos de (Nederlandse) haven in en uit te kunnen varen.

Vrouwen in de techniek (gendergelijkheid)

In dit voorstel wordt een aantal maatregelen voorgesteld die ertoe moeten leiden dat de ondervertegenwoordiging van vrouwen in de technieksector kleiner wordt. Het voorstel richt zich op training voor docenten, ondersteunend (les)materiaal voor het doorbreken van genderstereotypering en jongerenparticipatie/ambassadeurs.

Subsidieregeling praktijkleren

Dit voorstel ziet toe op het creëren van extra leerwerkplekken in de sectoren die benodigd zijn voor de klimaat- en energietransitie, door het bieden van een extra subsidie voor deze leerwerkplekken. Het gaat om circa € 1.000 extra per nieuw gerealiseerde praktijkleerplaats zodat circa 8.000 extra vakmensen kunnen worden opgeleid.

Alcohol to Jet

Het voorstel betreft een innovatiebudget, (mogelijk) via een extra budget binnen de DEI+-regeling, voor de productie van grondstoffen voor alcohol-to-jet (ATJ) vliegtuigbrandstoffen. De subsidie is niet bedoeld voor de ATJ-installaties zelf, maar voor het opzetten van innovatieve installaties waarin biomassa wordt omgezet in alcoholen. Het ATJ-proces zelf is volwassen technologie.

Biopyrolyse

Het voorstel betreft een innovatiebudget via een extra budget binnen de DEI+-regeling, voor de productie van duurzame luchtvaartbrandstoffen via biopyrolyse. Biopyrolyse is een technologie om reststromen zoals biogrondstoffen om te zetten in een vloeistof, pyrolyseolie, die gebruikt kan worden als grondstof voor de petrochemie, waar er onder meer luchtvaartbrandstoffen van gemaakt kunnen worden.

Duurzame luchtvaartbrandstoffen (E-fuels)

Dit voorstel bevat twee maatregelen: ten eerste een innovatiesubsidie voor ontwikkeling van verschillende onderdelen van e-fueltechnologie, waaronder de omzetting van CO2 naar CO, en daarnaast een investeringssubsidie voor pre-commerciële fabrieken die de DEI+-regeling zijn ontgroeid voor de productie van synthetische kerosine en e-methanol.

Flex (onderzoek voor bedrijven en industrie)

Om een CO2-neutraal elektriciteitssysteem te realiseren is flexibiliteit in zowel de aanbodkant als vraagkant nodig. Dit voorstel betreft een subsidie om bedrijven te ondersteunen bij het uitvoeren van onderzoek naar hun flexcapaciteit.

Flex (opschaling innovatieve flex)

Om een CO2-neutraal elektriciteitssysteem te realiseren is flexibiliteit in zowel de aanbodkant als vraagkant nodig. Dit voorstel betreft een subsidie om technieken op te schalen die bedrijven kunnen inzetten om meer flexibel te opereren.

Vergassing: stimulering projecten vergassing 1e en 2e fase

Er wordt voorgesteld de middelen toe te kennen aan een apart budget binnen de DEI+ gericht op vergassingstechniek. (Biogene) reststromen worden op hoge temperatuur of druk gekraakt tot gasvormige moleculen die kunnen worden opgewaardeerd tot brandstof of grondstof. De vele verschillende grondstoffen die gebruikt kunnen worden en producten die met vergassing gemaakt kunnen worden behoeven ook een groot aantal innovatieve technieken met elk eigen uitdagingen. Hiervoor is in het MJP 2024 al € 100 mln toegekend en nog eens € 500 mln gereserveerd. Dit betreft de uitwerking van deze gereserveerde € 500 mln.

Ondersteuning van o.a. ketenvorming en recyclingtechnieken circulaire plastics (onder voorwaarden)

Dit voorstel betreft een tweetal maatregelen met als doel het ondersteunen van de normering voor de toepassing van een minimum aandeel recyclaat en biogebaseerd plastic. De eerste maatregel is een programmalijn die voorziet in ten eerste een kennisloket waar het mkb advies kan inwinnen over de praktische toepassing van recyclaat en biogebaseerd plastic en tweede geld voor activiteiten die bijdragen aan de toepassing van recyclaat en biogebaseerd plastic bij eindklanten. De tweede maatregel betreft een apart luik binnen de DEI+ en VEKI voor investeringssubsidies voor sorteer- en recyclingsprocessen van kunststofafval en productie van biogebaseerde kunststoffen.

Subsidie voor waterstof in wegvervoer en binnenvaart (binnenvaart)

Deze maatregel is erop gericht dat 18 binnenvaartschepen worden omgebouwd zodat ze op waterstof kunnen varen, zodat een begin wordt gemaakt met de opschaling naar emissieloos varen op langere afstanden in de binnenvaart. De CAPEX-subsidie (50% van de ombouwkosten) voor varen op waterstof sluit aan bij aangekondigde maatregelen, waaronder de implementatie van de Renewable Energy Directive III.

Subsidie voor verduurzaming binnenvaart n.a.v. ETS2 opt-in*

De maatregel bevat ten eerste een tijdelijke subsidieregeling met een looptijd van 2025-2030 voor scheepseigenaren. Zij kunnen een bijdrage krijgen voor de onrendabele top voor investeringen (CAPEX) in Tank-To-Wake emissieloze aandrijflijnen of motoren die op hernieuwbare brandstoffen varen. Ook wordt de maatregel ingezet voor het inrichten van een programma-aanpak ‘verduurzaming binnenvaart’ t/m 2030.

Ombuiging budget Waterstof/ batterijen Hoofdlijnenakkoord 2024

Het Hoofdlijnenakkoord schrijft een ombuiging voor op het Klimaatfondsbudget van € 1,2 mld, op de middelen voor de ontwikkeling van batterijen en groene waterstof. Een deel hiervan wordt verwerkt op perceel Vroege fase opschaling.

Technische verwerking

Dit betreft de verwerking van de loon- prijsontwikkeling die uitgedeeld is op dit artikel en mutaties (kasschuiven en interne herschikkingen) die dienen om het perceel in de benodigde en realistische kasritmes tebrengen, zodat de toekenningen conform het MJP25 mogelijk zijn en aansluiten bij de verwachtingen voor MJP26. Daarnaast wordt nog extra toegelicht de terugboeking naar het fonds van toegekende middelen van FIN en IenW.

Terug van FIN: Uitvoeringskosten aanpassing vier tarieven energiebelasting

Per abuis zijn voor maatregel Algemene reservering uitvoeringskosten, S23 Uitvoeringskosten aanpassing vier tarieven energiebelasting voor 1,2 Mton pakket middelen overgeheveld bij Miljoenennota 2024, terwijl nog niet aan de voorwaarde was voldaan omdat de besluitvorming over de beprijzende maatregel nog niet is afgerond.

Terug van FIN: Uitvoeringskosten vrijstelling energiebelasting voor non-energetisch verbruik van aardgas vanaf 2026.

Per abuis zijn voor maatregel Algemene reservering uitvoeringskosten, S13: Uitvoeringskosten vrijstelling energiebelasting voor non-energetisch verbruik van aardgas vanaf 2026 middelen overgeheveld bij Miljoenennota 2024, terwijl nog niet aan de voorwaarde was voldaan omdat de besluitvorming over de beprijzende maatregel nog niet is afgerond.

Handhavings- en uitvoeringskosten voor emissielabels binnenvaart (terugboeking)

Oorspronkelijk is er met het MJP 2024 € 6,2 mln toegekend aan IenW die met MJP25 gedeeltelijke teruggeboekt wordt omdat het doel van de maatregel is veranderd.

Licence