Base description which applies to whole site

4.3 Artikel 7 Apparaat

A. Personele en materiële uitgaven

Dit artikel betreft de apparaatsuitgaven van zowel het postennetwerk in het buitenland als het departement in Den Haag, exclusief de personele uitgaven voor de politieke leiding en attachés van andere Ministeries. Het omvat de verplichtingen voor en uitgaven aan het ambtelijk personeel, de overige personele uitgaven en het materieel.

Personeel:De uitgaven voor eigen personeel vallen uiteen in de volgende categorieën: (1) Uitgaven voor het ambtelijk personeel; dit betreft de algemene ambtelijke leiding van het departement (met uitzondering van de secretaris-generaal, plaatsvervangend secretaris-generaal en directeuren-generaals), de beleidsdirecties en de ondersteunende diensten; (2) Uitgaven voor het uitgezonden personeel op de ambassades (zoals salaris, vergoedingen en dienstreizen); (3) Uitgaven voor het lokaal aangenomen personeel op de buitenlandse vertegenwoordigingen van Nederland.

Materieel:De materiële uitgaven hebben betrekking op de uitgaven voor de exploitatie van en investeringen in het departement in Den Haag en de vertegenwoordigingen in het buitenland. Hieronder vallen onder andere de verplichtingen en uitgaven voor: (1) Huisvesting zoals huur van kanselarijen, residenties, personeelswoningen en het kantoor in Den Haag, klein onderhoud en bouwkundige projecten; (2) Beveiligingsmaatregelen; (3) ICT-uitgaven zoals automatisering en communicatiemiddelen, en (4) Bedrijfsvoeringsuitgaven. Specifiek wordt van de materiële uitgaven aangegeven welk deel hiervan betrekking heeft op ICT-uitgaven en hoeveel van de uitgaven via een Rijksbrede shared service organisatie (SSO) worden verricht. De ICT-uitgaven die door een SSO worden verricht staan opgenomen onder de categorie «bijdragen aan SSO’s».

Tabel 19 Budgettaire gevolgen artikel 7 Apparaat (bedragen x € 1.000)
  

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Art.

Verplichtingen

1.067.724

1.153.340

989.826

964.267

934.443

905.574

894.268

         
 

Uitgaven

1.013.749

1.181.840

989.826

964.267

934.443

905.574

894.268

         

7.1

Apparaat

1.013.749

1.181.840

989.826

964.267

934.443

905.574

894.268

 

Personele uitgaven

679.695

679.080

648.207

613.546

578.642

545.034

531.631

 

Personele uitgaven

679.695

679.080

648.207

613.546

578.642

545.034

531.631

 

Materiële uitgaven

334.054

502.760

341.619

350.721

355.801

360.540

362.637

 

Materiële uitgaven

334.054

502.760

341.619

350.721

355.801

360.540

362.637

         
 

Ontvangsten

59.214

29.671

177.271

28.571

28.571

28.571

28.571

         

B. Totaaloverzicht apparaatsuitgaven

Tabel 20 Totaaloverzicht apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Totaal apparaatsuitgaven Ministerie

1.013.749

1.181.840

989.826

964.267

934.443

905.574

894.268

Kerndepartement

1.013.749

1.181.840

989.826

964.267

934.443

905.574

894.268

        

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft geen baten-lastendienst of ZBO.

C. Verdeling apparaatsuitgaven naar beleid

De Minister van Financiën heeft de Kamer, in het kader van ‘verantwoord begroten’, toegezegd de apparaatsuitgaven indicatief te verdelen over de beleidsartikelen. Omdat de apparaatsuitgaven niet specifiek toe te rekenen zijn aan beleidsartikelen, kiest Buitenlandse Zaken ervoor een splitsing te maken naar uitgaven op het kerndepartement en op de posten. Daarbij geldt ook dat voor sommige onderdelen (zoals met name ICT-uitgaven) de exacte verdeling niet te geven is. Het Ministerie (postennet en kerndepartement) werkt als één geheel. Van de totale apparaatskosten van EUR 990 miljoen in 2025 kan circa EUR 335 miljoen (circa 34%) worden toegerekend aan het kerndepartement. Het restant (EUR 655 miljoen, circa 66%) zijn uitgaven die toegerekend worden aan het postennetwerk.

De twee figuren - die in de eerdere BZ-ontwerpbegrotingen waren opgenomen voor de verdeling van de apparaatskosten naar kernministerie en posten - kunnen niet worden opgesteld wegens de nog niet voltooide uitwerking van de apparaatstaakstelling uit het Hoofdlijnenakkoord.

D. Actuele onwikkelingen

Informatiebeveiliging en Privacy

Informatie- en toegangsbeveiliging is van cruciaal belang voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Dit belang wordt door de toename van cyberdreigingen wereldwijd sterk uitgedaagd. Op basis van voorgeschreven normenkaders vanuit Rijk, EU en NAVO worden beveiligingsmaatregelen getroffen die gericht zijn op techniek, gebouw, organisatie én medewerkers. Tevens wordt controle en governance hierop versterkt. BZ zet zich blijvend in om duurzaam en vertrouwelijk om te gaan met (persoons)gegevens. Verder zet BZ ook in op een stijgend volwassenheidsniveau en normenkader op privacy en informatiebeveiliging.

Informatiehuishouding

In vervolg op de kabinetsreactie op het rapport van de parlementaire onderzoekscommissie kinderopvangtoeslag werkt BZ aan een actieplan voor de verbetering van de informatiehuishouding (IHH). In 2023 is het actieplan geactualiseerd, is het uitvoeringsprogramma in uitvoering gebracht en het team kwaliteitsverbetering IHH ingericht. De Directie Informatievoorziening en Digitale Innovatie (IDI) ontplooit daarmee initiatieven om de directies en posten actief te ondersteunen bij de verbetering van hun informatiehuishouding.

Voor de informatievoorziening van BZ is SSC/ICT een belangrijke dienstverlener. BZ heeft moeten vaststellen dat de specifieke behoeften van BZ niet goed kunnen worden ingevuld in een shared service achtige setting, zoals die door SSC/ICT wordt geboden. Daarom heeft BZ in 2023 besloten om de huidige inrichting van de IT-dienstverlening te gaan heroverwegen. Dit proces is in 2024 gestart en zal in 2025 worden voortgezet.

Doorontwikkeling digitalisering

In 2023 is de digitaliseringsvisie van het Ministerie vernieuwd. Deze nieuwe digitaliseringsvisie 2030 en de daaruit voortvloeiende strategie voor 2025 zetten de koers op het gebied van informatievoorziening en digitalisering van het departement en is daarmee het kader voor alle BZ-projecten met een data- en informatiecomponent, experimenten en innovaties met digitale technologie en digitaliseringsactiviteiten van BZ. Om de in de visie geformuleerde doelstellingen te realiseren worden in 2025 meerdere activiteiten uitgevoerd en voortgezet.

Toekomstige unilocatie Ministerie van BZ

Onder aansturing vanuit het Ministerie van BZK zijn de masterplannen voor Rijkskantoorhuisvesting uitgewerkt. In interdepartementaal verband is in juni 2024 een besluit genomen over de unilocatie voor het Ministerie van BZ. Voor BZ betekent dit dat dit Ministerie naar verwachting in 2032 naar de Hoftoren (Rijnstraat 50) zal verhuizen.

Middelenafspraak

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de afspraak met het Ministerie van Financiën gemaakt dat BZ ontvangsten uit verkoop van vastgoed over meerdere jaren gespreid kan investeren in de rationalisering van de vastgoedportefeuille. Tweemaal per jaar, bij de begroting en het jaarverslag, wordt de middelenafspraak toegelicht. De huidige afspraak loopt vanaf 2013 tot en met 2025. Over een vervolg van de middelenafspraak na 2025 zal tijdig worden gesproken.

Tabel 21 Overzicht middelenafspraak (bedragen x EUR 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

 

2023

2024

 

2025

Stand begin jaar

3,6

26,0

4,2

33,7

 

39,7

28,9

 

‒ 2,4

Opbrengsten uit verkoop

37,8

5,4

34,7

62,8

*

10,0

87,6

**

8,0

Investeringen in onroerend goed

15,4

27,2

5,2

56,8

 

20,8

118,9

 

17,0

Stand eind jaar

26,0

4,2

33,7

39,7

 

28,9

‒ 2,4

 

‒ 11,5

          

* Dit betreft voor EUR 60 miljoen een kasschuif uit 2025.

         

** Dit betreft voor EUR 48,6 miljoen en EUR 35 miljoen een kasschuif. Dit vooruitlopend op verkopen in 2025.

         

Hieronder volgt per jaar een toelichting waaruit de inkomsten en uitgaven bestaan:

2019: Gerealiseerde verkopen en uitgaven in diverse panden conform Meerjarenprogrammering: verkopen in o.a. Londen, Khartoem en uitgaven ten behoeve van huisvesting in Jakarta, Djoeba, Bagdad en Kaboel.

2020: Gerealiseerde verkopen en geraamde investeringen in diverse panden conform Meerjarenprogrammering. Verkopen o.a. In Lima en Kiev. Investeringen o.a. In Washington, Bagdad en Nairobi.

2021: Gerealiseerde verkopen en uitgaven in diverse panden conform de Meerjarenprogrammering: verkoop in Seoul. Investeringen o.a. in Sydney, Caracas, Atlanta, Bangalore en een wereldwijd veiligheidsproject.

2022: Gerealiseerde verkopen en investeringen in diverse panden conform Meerjarenprogrammering. Verkopen in o.a. Lagos en Lima. Investeringen in o.a. Beiroet en Washington. Daarnaast bestaan de investeringen uit een deel van de koop van een nieuw kantoorpand in Brussel. Deze extra uitgaven worden gedekt door een kasschuif waar tegenover verwachte meer-ontvangsten in latere jaren staan.

2023*: Gerealiseerde investeringen in diverse panden conform Meerjarenprogrammering. Aankopen in o.a. Kopenhagen. Investeringen in o.a. Brussel (nieuw kantoorpand), Jerevan en Beiroet. De uitgaven in Brussel worden gedekt door een kasschuif waar tegenover verwachte meer-ontvangsten in latere jaren staan.

2024*: Geraamde verkopen en geraamde investeringen in diverse panden conform Meerjarenprogrammering. Aankopen in o.a. Nairobi, Boedapest en San Francisco. Verkopen in o.a. Beiroet en Dublin. Investeringen in o.a. Brussel (nieuw kantoorpand), Dublin en Beiroet. De uitgaven in Brussel worden gedekt door een kasschuif waar tegenover verwachte meer-ontvangsten in latere jaren staan.

2025*: Geraamde verkopen en geraamde investeringen in diverse panden conform Meerjarenprogrammering. Verkopen in o.a. Ankara, Luanda, Berlijn en Santiago de Chile. Investeringen in o.a. Ankara en New York. Uit de voor dit jaar verwachte meer-ontvangsten wordt de kasschuif van voorgaande jaren verrekend.

*Het bovenstaande overzicht is, zoals aan de Kamer toegezegd, op hoofdlijnen om de onderhandelingspositie bij aankoop en verkoop niet te schaden. Met name over 2023, 2024 en 2025 kan vanwege de onderhandelingspositie geen, of slechts in beperkte mate over individuele transacties informatie worden verschaft.

Licence