Base description which applies to whole site

3.10 Artikel 14. Cultuur

Het bevorderen van een sterke, pluriforme, toegankelijke en kwalitatief hoogwaardige cultuursector en het zorgen voor het erfgoed.

De minister is verantwoordelijk voor de Wet op het specifiek cultuurbeleid, de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen, de Erfgoedwet en de Archiefwet. Volgens de Wet op het specifiek cultuurbeleid is de minister belast met het scheppen van voorwaarden voor het in stand houden, ontwikkelen en sociaal en geografisch spreiden van cultuuruitingen. Overwegingen van kwaliteit en verscheidenheid zijn daarbij leidend. Dit is aanvullend op het cultuuraanbod dat zonder betrokkenheid van de overheid tot stand komt.

Financieren

De minister heeft een financierende rol door het bekostigen van de culturele basisinfrastructuur en subsidiëring van een aantal specifieke (wettelijke) programma's en regelingen, onder meer op het gebied van erfgoed, kunsten en bibliotheken.

Stimuleren

De minister heeft een stimulerende rol bij het versterken van de cultuursector door een aantal programma’s, als cultuureducatie, leesbevordering, cultuurparticipatie, arbeidsmarkt, ondernemerschap en internationaal cultuurbeleid.

Regisseren

De minister heeft een regisserende rol bij de uitvoering van en toezicht op het behoud en beheer van het erfgoed en (digitale) archieven. Het gaat dan onder meer over de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen, de Erfgoedwet en de Archiefwet. Toezicht op naleving van de laatste twee wetten ligt bij de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed. De Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) en de rijksgesubsidieerde musea zijn onder andere belast met de uitvoering van de Erfgoedwet. Het Nationaal Archief geeft uitvoering aan de Archiefwet.

Kengetallen

De onderbouwing van de doelstellingen op basis van kwantitatieve en kwalitatieve informatie, (beleids)evaluaties en onderzoek wordt zo compleet mogelijk op OCW in Cijfers gepubliceerd. Daarnaast brengt de Boekmanstichting met de Cultuurmonitor, in opdracht van het Ministerie van OCW, trends en ontwikkelingen in het culturele leven in Nederland in beeld. De Erfgoedmonitor bevat feiten en cijfers over erfgoedthema’s en geeft inzicht in de ontwikkeling en staat van het erfgoed in Nederland.

In 2025 begint de nieuwe Basisinfrastructuur Cultuur (BIS), waarbij extra wordt geïnvesteerd in 'fair pay'. ‘Fair pay’ gaat over een eerlijke beloning van werkenden in de culturele en creatieve sector. Voor de andere prioriteiten op het terrein van cultuur wordt verwezen naar het onderdeel 2.1 (beleidsprioriteiten) van de begroting en naar het regeerakkoord van het kabinet Schoof I.

Tabel 62 Budgettaire gevolgen van beleid art. 14 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Begroting

 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Verplichtingen

770.632

3.443.131

759.919

717.246

759.609

758.137

782.613

        

Uitgaven

1.285.438

1.406.726

1.407.232

1.390.990

1.436.627

1.385.472

1.373.533

        

Bekostiging

1.022.574

1.084.721

1.172.571

1.180.893

1.238.467

1.237.782

1.228.795

Culturele basisinfrastructuur vierjaarlijkse instellingen

242.093

252.498

271.907

271.156

270.060

270.335

266.428

Culturele basisinfrastructuur vierjaarlijkse fondsen

276.287

290.639

328.564

327.760

326.272

326.079

325.857

Museale instellingen met een wettelijke taak

249.509

280.236

280.485

272.632

272.963

272.963

272.567

Stelseltaken openbare bibliotheekvoorzieningen

37.611

40.983

35.705

36.914

96.675

97.119

96.851

Digitale openbare bibliotheek

18.599

19.247

19.458

19.458

19.458

19.458

19.458

Bibliotheekvoorziening leesgehandicapten

13.903

14.462

14.462

14.462

14.462

14.462

14.462

Monumentenzorg

146.548

151.554

177.242

164.867

166.359

166.995

167.101

Archieven (incl. Regionale Historische Centra)

31.299

35.084

44.694

44.551

43.125

41.278

36.978

Cultuureducatie (via primair onderwijs)

0

18

54

29.093

29.093

29.093

29.093

Flankerend beleid huisvesting

6.725

0

0

0

0

0

0

Subsidies (regelingen)

128.190

136.462

99.472

111.135

97.244

48.381

52.022

Verbreden inzet cultuur

22.042

20.334

14.762

11.987

14.113

14.113

14.113

Internationaal cultuurbeleid (incl. HGIS)

12.111

11.403

10.031

9.783

9.233

9.233

5.931

Programma leesbevordering

20.724

45.984

32.104

24.597

10.658

7.612

9.608

Creatieve Industrie

1.876

2.909

3.029

2.727

2.727

2.615

2.615

Specifiek cultuurbeleid

67.589

49.802

22.214

17.709

14.042

13.670

18.617

Subsidies Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

3.848

5.330

2.632

2.432

1.471

1.138

1.138

NGF CIIIC

0

700

14.700

41.900

45.000

0

0

Opdrachten

24.350

30.933

33.870

32.499

30.942

30.261

29.717

Beleidsonderzoek, evaluaties en kennisbasis

1.413

2.054

2.001

2.001

2.001

2.001

2.001

Opdrachten Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

12.933

16.434

19.273

16.288

15.236

14.985

14.358

Overige opdrachten

10.004

12.445

12.596

14.210

13.705

13.275

13.358

Bijdrage aan agentschappen

60.986

62.106

59.152

60.370

62.920

61.994

57.845

Nationaal Archief

60.986

62.106

59.152

60.370

62.920

61.994

57.845

Bijdragen aan medeoverheden

47.464

90.304

40.089

4.015

4.976

4.976

3.076

Bijdragen aan medeoverheden

47.464

90.304

40.089

4.015

4.976

4.976

3.076

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

1.874

2.200

2.078

2.078

2.078

2.078

2.078

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

1.874

2.200

2.078

2.078

2.078

2.078

2.078

Ontvangsten

26.300

41.021

494

494

494

494

494

Tabel 63 Uitsplitsing verplichtingen
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Verplichtingen

770.632

3.443.131

759.919

717.246

759.609

758.137

782.613

waarvan garantieverplichtingen

‒ 38.244

39.302

0

0

0

0

0

waarvan overige verplichtingen

808.876

3.403.829

759.919

717.246

759.609

758.137

782.613

Toelichting bij tabel ‘uitsplitsing verplichtingen’ De garantieverplichtingen hebben betrekking op leningen/rekening-courantkredieten aan diverse musea. Deze leningen worden door middel van schatkistbankieren verstrekt. Het Ministerie van OCW staat voor deze leningen garant. Daarnaast betreft het garantstellingen in het kader van de indemniteitsregeling en de achterborgovereenkomst. Deze verplichtingen worden niet geraamd.

Budgetflexibiliteit
Tabel 64 Geschatte budgetflexibiliteit
  
 

2025

juridisch verplicht

96,3%

bestuurlijk gebonden

0,5%

beleidsmatig gereserveerd

3,2%

Bekostiging

Het beschikbare budget voor 2025 is 100 procent juridisch verplicht. De verplichtingen hebben betrekking op betalingen aan culturele instellingen, cultuurfondsen en monumenteneigenaren. Hieraan ten grondslag liggen de Wet op het specifiek cultuurbeleid, de Erfgoedwet, de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen en onderliggende besluiten en regelingen. Het moment van juridisch verplichten gaat vooraf aan het kalenderjaar waarop de bekostiging betrekking heeft. De budgetten voor de culturele basisinfrastructuur (instellingen en fondsen) zijn tot en met 2028 juridisch verplicht. De bekostiging van de musea op grond van de Erfgoedwet gebeurt jaarlijks in het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar.

Subsidies

Van het beschikbare budget is 75,9 procent juridisch verplicht. Dit betreft het deel van de subsidies waarvoor (naar verwachting) voor de start van 2025 een beschikking is verstuurd, zoals subsidies aan de rijkscultuurfondsen voor internationaal cultuurbeleid.

Opdrachten

Van het beschikbare budget is 34,6 procent juridisch verplicht. Dit betreft het deel van de opdrachten waarvoor (naar verwachting) voor de start van 2025 een opdracht is verstrekt, zoals voor de cultuurkaart.

Bijdrage aan agentschappen

Dit betreft de rijksbijdrage aan het Nationaal Archief. Het budget voor 2025 is 100 procent juridisch verplicht.

Bijdrage aan medeoverheden

Van het beschikbare budget voor 2025 is 88,6 procent juridisch verplicht. Dit betreft uitkeringen aan medeoverheden waarvoor (naar verwachting) voor de start van 2025 een beschikking is verstuurd, zoals voor het Slavernijmuseum en het behoud van erfgoed in het aardbevingsgebied.

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

Van het beschikbare budget is 100 procent juridisch verplicht. Dit betreft de contributies voor (inter)nationale verdragen en lidmaatschappen (United Nations Educational, Scientific and Cultural Organisation (UNESCO), International Centre for the Study of the Preservation and Restoration of Cultural Property). Deze contributies lopen door tot wederopzegging en dragen bij aan de uitvoering van internationale afspraken.

Bekostiging

Culturele basisinfrastructuur vierjaarlijkse instellingen

In de culturele basisinfrastructuur worden instellingen voor een periode van vier jaar bekostigd. In de Regeling op het specifiek cultuurbeleid zijn de criteria opgenomen waar instellingen aan moeten voldoen voor de periode 2025–2028 om in aanmerking komen voor deze bekostiging. De besluiten voor de periode 2025–2028 zijn opgenomen in de brief van 20 september 2024. De Tweede Kamer is in de brief van 16 juni 2023 over de uitgangspunten voor die periode geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32820, nr. 499).

Culturele basisinfrastructuur vierjaarlijkse fondsen

De rijkscultuurfondsen zijn samen met de vierjaarlijkse instellingen onderdeel van de basisinfrastructuur. De cultuurfondsen spelen een belangrijke rol in het cultuurstelsel en financieren naast projecten en makers ook instellingen in het Koninkrijk der Nederlanden. Zij zorgen voor vernieuwing en experiment, innovatie en talentontwikkeling, en zoeken met de door hen ondersteunende activiteiten actief naar verbinding met publiek. Ook hebben de fondsen een signalerende functie voor ontwikkelingen in het veld. De Tweede Kamer is in de brief van 16 juni 2023 over de beleidskaders 2025-2028 van de fondsen geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32820, nr. 499). Aanvullend is het Fonds voor Cultuurparticipatie gevraagd om een specifieke meerjarige regeling te ontwikkelen, met als doelgroep instellingen die zich richten op talentontwikkeling in de klassieke muziek. Bij het Fonds voor Cultuurparticipatie krijgen vrijwel alle instellingen die zich met talentontwikkeling in de klassieke muziek bezighouden een afwijzing. Om de groeimogelijkheden naar en binnen de professionele klassieke muzieksector in stand te houden worden in de periode 2025-2028 aanvullende middelen beschikbaar gesteld.

Museale instellingen met een wettelijke taak

Op basis van de Erfgoedwet zijn museale instellingen belast met de zorg voor het beheer van de museale cultuurgoederen van de Staat of andere cultuurgoederen of verzamelingen. Hiervoor ontvangen deze instellingen met een wettelijke taak een structurele vergoeding. Voor de bekostiging van deze taak worden op grond van de Regeling beheer rijkscollectie en subsidiëring museale instellingen middelen beschikbaar gesteld voor beheer en onderhoud van collecties, waaronder voor de kosten van huisvesting. Daarnaast ontvangen museale instellingen, op grond van dezelfde regeling, middelen voor hun publieksactiviteiten.

Stelseltaken openbare bibliotheekvoorzieningen, digitale openbare bibliotheek en bibliotheekvoorziening leesgehandicapten

Per 1 januari 2015 is de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (Wsob) in werking getreden. De wet organiseert het openbare bibliotheekwerk als een netwerk van samenwerkende lokale en provinciale openbare bibliotheekvoorzieningen, waarbij de Koninklijke Bibliotheek (KB) een coördinerende rol vervult. In het netwerk verricht de KB als nationale bibliotheek van Nederland taken voor het stelsel als geheel, waaronder het beheer en de doorontwikkeling van de landelijke digitale openbare bibliotheek en de bibliotheekvoorziening voor personen met een leeshandicap. In de periode 2023-2024 wordt het netwerk van openbare bibliotheken gericht versterkt op basis van een specifieke uitkering. Daarmee kunnen nieuwe vestigingen worden gerealiseerd en bestaande vestigingen worden verbeterd. In 2025 en 2026 wordt dit voorgezet met een decentrale uitkering. Via een wijziging van de Wsob zal per 2026 gemeenten en provincies een wettelijke zorgplicht ten aanzien van bibliotheken gaan gelden. Activiteiten van de KB richten zich in 2025 op de doorontwikkeling van de digitale openbare bibliotheek, de digitale infrastructuur en de uitvoering van een nieuw bibliotheekconvenant.

Monumentenzorg

De Erfgoedwet is het juridisch kader voor de financiering ten behoeve van de instandhouding van rijksmonumenten. Ook in 2025 wordt geïnvesteerd in de instandhouding van monumenten via onder andere de Subsidieregeling instandhouding monumenten (Sim) en de Woonhuissubsidie. Van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is incidenteel € 25 miljoen ontvangen voor verduurzaming van maatschappelijk vastgoed, die wordt ingezet voor versterking van de Duurzame monumentenplus-leningen (DML+). In het kader van het nationaal programma onder de NOVI ‘Erfgoed voor de toekomst’ wordt ingezet op het behoud en de inpassing van erfgoed bij de grote transities in de leefomgeving.

Archieven inclusief Regionale Historische Centra

Het wetsvoorstel tot modernisering van de Archiefwet 1995, dat op 17 november 2021 aan de Tweede Kamer is aangeboden, gevolgd door een Nota van Wijziging, kan afhankelijk van de parlementaire behandeling aansluitend aan de Eerste Kamer worden gezonden. In de opgenomen begrotingsreeks is rekening gehouden met implementatiekosten voor de nieuwe archiefwet. Het Ministerie van OCW draagt daarnaast bij aan de kosten van bewaring en presentatie van de rijksarchieven in de provincie door de Regionale Historische Centra. Ook na het voorgenomen besluit tot uittreden door het Ministerie van OCW uit de gemeenschappelijke regelingen zal deze bijdrage worden voortgezet. De datum van uittreden is bijgesteld naar 1 januari 2026 (Kamerstukken II 2023/24, 35968, nr. 10).

Flankerend beleid huisvesting

De raming staat structureel op nul, omdat met ingang van 2024 het definitieve huisvestingsstelsel voor de rijksgesubsidieerde musea van kracht werd. Het budget voor flankerend beleid is daarbij toegevoegd aan het algemene budget voor museale instellingen met een wettelijke taak.

Cultuureducatie met kwaliteit

De middelen voor cultuureducatie en museumbezoek in het primair onderwijs (€ 29 miljoen) zijn voor 2025 overgeboekt naar artikel 1 (primair onderwijs), om van daaruit te kunnen worden verstrekt aan scholen.

Subsidies

Verbreden inzet cultuur

Het Ministerie van OCW stimuleert de toegankelijkheid van cultuur met diverse subsidies, met als doel de cultuurdeelname van zoveel mogelijk verschillende groepen te bevorderen, ook voor mensen voor wie dit niet vanzelfsprekend is. Daarnaast stimuleert het Ministerie van OCW de digitale transformatie van de culturele en creatieve sector en daarmee het innovatieve vermogen van deze sectoren.

Internationaal cultuurbeleid (inclusief Homogene Groep Internationale Samenwerking)

Het internationaal cultuurbeleid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de bewindspersonen van de Ministeries van OCW en BZ. In de periode 2025-2028 gelden voor het internationaal cultuurbeleid drie doelen (zie Kamerstukken II 2023/24, 31482, nr. 121):

  • een sterke positie van de Nederlandse culturele sector in het buitenland door zichtbaarheid, uitwisseling en duurzame samenwerking;

  • het met Nederlandse cultuuruitingen ondersteunen van de bilaterale relaties met andere landen;

  • het benutten van de kracht van de culturele sector en creatieve industrie voor de Sustainable Development Goals (SDG’s), met name in de verbinding met de agenda van de Minister van BHOS in de focusregio’s.

Programma leesbevordering

Het stimuleren van leesplezier en leesvaardigheid is een belangrijke opgave in Nederland, zoals uit vele onderzoeken is gebleken. De letterensector draagt hier aan bij door een inspirerend literair aanbod, onderzoek en literaire evenementen en campagnes. In de culturele basisinfrastructuur 2025-2028 is structureel een bedrag voor leesbevordering en letteren beschikbaar van € 21,5 miljoen. Er wordt in de nieuwe periode structureel extra geïnvesteerd in het Nederlands Letterenfonds, de ondersteunende instelling voor leesbevordering en literatuureducatie, het festival voor de letteren en het Literatuurmuseum. Ook het onderwijs zet in op leesplezier en leesvaardigheid. Zo is in de drie schooljaren tussen 2023 en 2026 circa € 25 miljoen per schooljaar beschikbaar voor de versterking van de samenwerking tussen de bibliotheken en scholen, via de Bibliotheek op school, en BoekStart in de kinderopvang. Dit geld komt uit de onderwijsbegroting. We doen dit om het leesplezier bij kinderen te vergroten en zo hun leesvaardigheid te verbeteren. Door een rijk aanbod van boeken in de schoolbibliotheek en deskundige leesconsulenten raken kinderen geboeid. Dan is er de versterking van bibliotheken vanuit het rijk: zij spelen een belangrijke rol bij het bereiken van mensen in heel het land, bij leesplezier en leesvaardigheid. Het onderdeel Kunst van Lezen van het Actieprogramma Tel mee met taal van de Ministeries van SZW, BZK, VWS en OCW loopt tot en met 2024. De Gemeentelijke Gezinsaanpak Laaggeletterdheid loopt tot en met 2025.

Creatieve industrie

Ten laste van dit budget worden uitgaven gedaan ten behoeve van de Creatieve Industrie. Dit gebeurt in samenwerking met het Ministerie van EZ. Daarnaast zijn middelen beschikbaar voor de ontwerpdisciplines zoals architectuur, vormgeving en digitale cultuur. In samenwerking met het Ministerie van BZK wordt een architectuurprogramma gefinancierd.

Specifiek cultuurbeleid

Onder specifiek cultuurbeleid zijn verschillende kleinere subsidiebudgetten opgenomen, die grotendeels besteed worden aan projectsubsidies op basis van de Regeling op het specifiek cultuurbeleid. De grootste bedragen zijn geraamd voor projectsubsidies ter ondersteuning van arbeidsmarkt en ondernemerschap in de culturele sector en voor het programma Publieke Ontwerppraktijk.

Subsidies Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

De middelen zijn bestemd voor subsidies ter ondersteuning van het erfgoedveld in de domeinen archeologie, monumenten, roerend erfgoed, cultuurlandschap en leefomgeving. Er wordt geïnvesteerd in kennis- en onderzoeksprogramma’s, de ondersteuning en infrastructuur voor erfgoed en informatie- en communicatietechniek.

NGF CIIIC

Vanuit het Nationaal Groeifonds is er in 2025 een bedrag van € 14,7 miljoen beschikbaar voor de Creatieve Industrie Immersieve Impact Coalitie (CIIIC). CIIIC is een programma gericht op de ontwikkeling van een arbeidsmarkt voor immersieve ervaringen (IX). Het programma richt zich op onderzoek, onderwijs, faciliteiten en experimenten met immersieve, interactieve, digitale mediaproducties.

Subsidietaakstelling

De subsidietaakstelling uit het hoofdlijnenakkoord is voor 2025 ingevuld met een incidentele verlaging van het budget voor de subsidieregelingen Monumentenzorg. De concrete invulling van de subsidietaakstelling vanaf 2026 wordt over de gehele OCW-begroting bezien en middels een Nota van Wijziging op de Ontwerpbegroting 2025 voorafgaand aan de begrotingsbehandeling van OCW aan uw Kamer voorgelegd. De begrote budgetten vanaf 2026 kunnen daarom nog aan veranderingen onderhevig zijn.

Opdrachten

Beleidsonderzoek, evaluaties en kennisbasis

Dit budget is bestemd voor opdrachten die bestaan uit het inhuren van bureaus voor beleidsonderzoek, evaluaties, visitatie/monitoring van versterking van de kennisbasis in de cultuursector.

Opdrachten Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

De middelen zijn bestemd voor dezelfde onderwerpen als vermeld onder de kop 'Subsidies Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed', maar dan voor uitgaven aan opdrachten.

Overige opdrachten

Dit budget is bestemd voor diverse opdrachten die passen binnen het cultuurbeleid. De grootste geplande uitgave in 2025 is voor de Cultuurkaarten voor het voortgezet onderwijs (inclusief het voortgezet speciaal onderwijs) en voor het middelbaar beroepsonderwijs.

Bijdrage aan agentschappen

Deze middelen betreffen de rijksbijdrage aan het Nationaal Archief. Deze wordt elders in deze begroting nader toegelicht.

Bijdrage aan medeoverheden

Het budget wordt besteed aan diverse uitkeringen. De grootste zijn bestemd voor het slavernijmuseum, de toekomstgerichte Openbare Bibliotheekvoorziening, de Erfgoed Deal en voor behoud van erfgoed in het aardbevingsgebied.

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

Naast prioriteiten die onder het financieel instrument Internationaal cultuurbeleid zijn genoemd, is Nederland aan een aantal verplichtingen gebonden en draagt Nederland bij aan de uitvoering van internationale verdragen. Dit geldt voor UNESCO-erfgoedverdragen voor het werelderfgoed, het immaterieel erfgoed, de bescherming van cultureel erfgoed bij gewapend conflict, de bestrijding van illegale handel in cultuurgoederen en het cultuurverdrag voor de diversiteit van cultuuruitingen. Ook wordt bijgedragen aan het Europees filmprogramma (Eurimages).

Ontvangsten

Er zijn ontvangsten geraamd als gevolg van het definitief vaststellen van subsidies.

Extracomptabele fiscale regelingen

Naast de in dit begrotingsartikel genoemde instrumenten, is er een fiscale regeling die betrekking heeft op dit beleidsterrein. De Minister van Financiën is hoofdverantwoordelijk voor de wetgeving en uitvoering van deze regeling en voor de budgettaire middelen. In onderstaande tabel is ter informatie het budgettaire belang van deze regeling vermeld. De cijfers zijn ontleend aan de corresponderende bijlage ‘Fiscale regelingen’ in de Miljoenennota. De fiscale regelingen die niet in onderstaande tabel zijn opgenomen, maar wel op dit beleidsartikel betrekking hebben, zijn:

  • Schenk- en erfbelasting kunstkorting

  • Vrijstelling voorwerpen van kunst en wetenschap box 3

  • BTW Vrijstelling componisten, schrijvers en journalisten

Voor een beschrijving van de regeling, de doelstelling, verwijzing naar de wettekst, verwijzing naar de laatst uitgevoerde evaluatie en de ramingsgrond wordt verwezen naar de bijlage bij de Miljoenennota ‘Toelichting op de fiscale regelingen’.

Tabel 65 Fiscale regelingen 2023-2025, budgettair belang op transactiebasis in lopende prijzen (bedragen x € 1 miljoen)1
 

2023

2024

2025

BTW Verlaagd tarief culturele goederen en diensten

1.301

1.337

1.393

1

[-] = regeling is in dat jaar niet van toepassing; [0] = budgettair belang van de regeling bedraagt in dat jaar afgerond nihil.

Licence