Algemeen
Voor u ligt de begroting 2025 van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), Hoofdstuk XII van de Rijksbegroting.
Opbouw
De opzet en structuur van de begroting voor Hoofdstuk XII is gebaseerd op de regeling rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën. De begroting bestaat uit de volgende onderdelen.
1. Allereerst is de begrotings(wet)staat voor Hoofdstuk XII Rijkswaterstaat (RWS) en het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) voor het jaar 2025 opgenomen. Deze dient ter autorisatie van de budgetten die op artikelniveau in de verplichtingen-, uitgaven- en ontvangstenramingen worden voorgesteld.
2. Na de leeswijzer volgt de Beleidsagenda waarin een overzicht is gegeven van de prioriteiten voor 2025 en de hoofdlijnen van het (budgettaire) beleid. Daarna is eerst op hoofdlijnen inzicht verstrekt in de belangrijkste budgettaire voorstellen die leiden tot wijzigingen ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2024. Hiermee kan snel een indruk worden verkregen van de inhoud van dit wetsvoorstel.
3. In de artikelsgewijze toelichting bij dit wetsvoorstel wordt per beleidsartikel beschreven wat per beleidsthema de algemene doelstelling is, wat de rollen en verantwoordelijkheden van de Minister hierbij zijn en welke budgetten er per financieel instrument voor het beleidsthema zijn begroot. Tevens zijn de begrotingen van de agentschappen Rijkswaterstaat (RWS) en het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) opgenomen.
4. De bijlagen bestaan uit:
• Bijlage 1: ZBO's en RWT's
• Bijlage 2: Specifieke uitkeringen
• Bijlage 3: Verdiepingshoofdstuk
• Bijlage 4: Moties en toezeggingen
• Bijlage 5: Subsidieoverzicht
• Bijlage 6: Strategische Evaluatieagenda
• Bijlage 7: Rijksuitgaven Caribisch Nederland
• Bijlage 8: Nationaal Groeifonds
• Bijlage 9: Overzichtsconstructie Milieu
• Bijlage 10: Klimaatfonds
• Bijlage 11: Afkortingenlijst
Naast deze begroting, Hoofdstuk XII van de Rijksbegroting, kent IenW ook de begrotingen van het Mobiliteitsfonds en het Deltafonds, respectievelijk Hoofdstuk A en J van de Rijksbegroting. In deze fondsen worden de concrete investeringsprojecten en programma’s geraamd.
Normering begroting
In de verdiepingsbijlage (bijlage 3) worden per beleidsartikel de belangrijke mutaties toegelicht. In deze bijlage is door middel van een meerjarige mutatietabel op artikelonderdeelniveau de aansluiting gemaakt tussen de vorige stand van de begroting en de nu voorgestelde stand. Dit is een aanvulling op de standen die in de (niet-)beleidsartikelen zijn opgenomen. De mutaties in de bijlage worden toegelicht op het niveau van de financiële instrumenten en de totale verplichtingen volgens onderstaande uniforme ondergrenzen.
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen | Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) | Technische mutaties (ondergrens in € miljoen) |
---|---|---|
< 50 | 1 | 2 |
=> 50 en < 200 | 2 | 4 |
=> 200 < 1000 | 5 | 10 |
=> 1000 | 10 | 20 |
Mede naar aanleiding van overleg met de Tweede Kamer zijn in aanvulling op de rijksbegrotingsvoorschriften de onderstaande punten verwerkt:
– Het beleidsartikel 26 Bijdrage Investeringsfondsen kent de artikelonderdelen «Bijdrage aan het Mobiliteitsfonds» en 'Bijdrage aan het Deltafonds'. Per artikelonderdeel is een overzicht opgenomen van de bijdrage per modaliteit aan het Mobiliteitsfonds en Deltafonds tot en met 2037.
– Op de beleidsartikelen van Hoofdstuk XII waarop de bijdragen aan het Mobiliteitsfonds/Deltafonds betrekking hebben wordt direct onder de desbetreffende tabel «budgettaire gevolgen van beleid» extracomp-tabel de betrokken bijdrage aan het Mobiliteitsfonds/Deltafonds gepresenteerd (zoals opgenomen in artikel 26 Bijdrage Investeringsfondsen). Hiermee worden de beleidsprestaties van de investeringen die worden verantwoord op de investeringsfondsen betrokken bij het formuleren van het integrale beleid van IenW. Daarnaast worden de beleidsindicatoren die hieraan gekoppeld zijn verantwoord in de Hoofdstuk XII-begroting.
Motie Schouw
In juni 2011 is de motie-Schouw (Kamerstukken II 2011–2012, 21 501-20, nr. 537) ingediend en aangenomen. Deze motie zorgt er voor dat de landenspecifieke aanbevelingen van de Raad op grond van de nationale hervormingsprogramma's een eigenstandige plaats krijgen in de departementale begrotingen. De Raad heeft geadviseerd om in 2024 en 2025 de uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk, aanzienlijk te versnellen en ervoor te zorgen dat de hervormingen en investeringen uiterlijk in augustus 2026 zijn voltooid. In lijn met de regeling Rijksbegrotingsvoorschriften wordt in de beleidsagenda teruggekomen op deze aanbeveling.
Motie Hachchi c.s.
In oktober 2012 is de motie-Hachchi (Kamerstukken II 2011–2012, 33 000 IV, nr. 28) aangenomen. Hiermee wordt een overzicht van alle rijksuitgaven Caribisch Nederland, inclusief die vanuit de IenW-begrotingen opgenomen bij de begroting van het BES-fonds.
Rol en verantwoordelijkheid minister
De rol en verantwoordelijkheid van de minister geeft inhoud aan de vraag hoe de minister met behulp van zijn bevoegdheden en instrumentkeuze bijdraagt aan het behalen van de algemene doelstelling. Voor de keuze van de rol van de minister zijn de volgende vier typologieën van toepassing:
– Stimuleren. De beleidsinzet beoogt bijsturing in een bepaalde gewenste richting (meer/minder/beter). Voor de gewenste uitkomst is duidelijk meer nodig dan alleen bijdrage van de minister. Bij stimuleren is sprake van het geven van een financiële impuls.
– Financieren. De beleidsinzet betreft de instandhouding of het faciliteren van een stelsel of een systeem d.m.v. geld. De minister voert niet zelf uit. De bijdrage van de minister is essentieel voor voortbestaan stelsel of systeem. Financiële Instrumenten zijn het meest belangrijk.
– Regisseren. De beleidsinzet betreft de Instandhouding of het faciliteren van een stelsel of een systeem. De minister is coördinerend. De financiële bijdrage van het ministerie kan aanzienlijk zijn maar dit is niet het belangrijkste instrument. De nadruk ligt op instrumenten anders dan begrotingsgeld zoals wet- en regelgeving, premies en tarieven.
– (doen) Uitvoeren. De beleidsinzet betreft de uitvoering van een overheidstaak. De minister is zelf uitvoerder of opdrachtgever. De inzet van het ministerie is nauwelijks weg te denken binnen het beleidsterrein. Begrotingsgeld wordt besteed aan de uitvoering door het kernministerie zelf (apparaatsuitgaven) of aan de uitvoering door derden (programma-uitgaven). Daarnaast kunnen ook niet-financiële instrumenten (NFI) worden ingezet.
Groeiparagraaf
Informatiewaarde en leesbaarheid begroting
In de begroting van 2023 is naar aanleiding van het Wetgevingsoverleg Begrotingsonderzoek (WGO) over het IenW-jaarverslag 2021 voor het artikel 14 ‘Wegen en Verkeersveiligheid’ een pilot gedaan om de informatiewaarde en leesbaarheid van de begroting te vergroten. In de begroting 2024 is op verzoek van de vaste Kamercommissie voor IenW een vervolg aan deze pilot gegeven. De inhoud van artikel 14 is verder verrijkt en de pilot is uitgebreid naar artikel 21 'Circulaire Economie'. Daarnaast zijn door de hele begroting 2024 de volgende wijzigingen doorgevoerd:
– De rol en verantwoordelijkheid van de minister is in tabelvorm gepresenteerd.
– Onder de beleidsinformatie is de samenhang tussen de doelstelling en meetbare gegevens beschreven.
– Bij de toelichting op de financiële instrumenten is een directe relatie gelegd met de tabel budgettaire gevolgen van beleid.
De minister van IenW heeft toegezegd om in de begroting 2025 de eerdere pilot door te voeren voor alle beleidsartikelen. Dit betekent dat alle beleidsartikelen in de voorliggende begroting 2025 zijn opgebouwd zoals eerder artikelen 14 en 21. Er zijn voor elk artikel algemene doelstellingen, specifieke doelstellingen en subdoelstellingen geformuleerd. Aan deze doelstellingen worden de beschikbare meetbare gegevens gekoppeld, of wordt verwezen naar relevante beschikbare beleidsinformatie. Hierbij dient nadrukkelijk vermeld te worden dat, hoewel de informatiewaarde aanzienlijk verbeterd is, deze uitrol nog niet volledig voltooid is. Zo lukt het bijvoorbeeld nog niet om voor alle artikelen meetbare gegevens te formuleren. Daar waar nog geen meetbare gegevens beschikbaar zijn, wordt verwezen naar relevante beleidsinformatie over de doelstellingen. Het streven is om de komende jaren relevante meetbare informatie toe te voegen. Op punten hebben we ook moeten constateren dat niet elke doelstelling zich makkelijk laat meten. Daar waar mogelijk wordt dan bijvoorbeeld wel weergegeven welke beleidsinformatie over de doelstellingen rapporteert (bijv. jaarlijkse rapporten). Kortom, er zijn waardevolle stappen gezet om de informatiewaarde van de gehele IenW-begroting te verbeteren maar dit is nadrukkelijk een groeimodel waarbij we blijven werken aan het verbeteren van de inhoud en opbouw van de begroting.
Artikel 15 Vrachtwagenheffing
Vanaf de Begroting 2025 wordt een apart artikel op de beleidsbegroting opgenomen voor de Vrachtwagenheffing. Zo kunnen de opbrengsten en uitgaven van de vrachtwagenheffing overzichtelijk op één plek op de begroting worden weergegeven.
Budgettaire verwerking hoofdlijnenakkoord
Op 16 mei 2024 is het hoofdlijnenakkoord van het kabinet-Schoof gepubliceerd. Uit de budgettaire bijlage volgt dat aan de begrotingen van IenW geen middelen zijn toegevoegd. Wel staat er in totaal € 2,5 miljard gereserveerd op de Aanvullende Post voor de infrastructurele ontsluiting van nieuwe woningbouw.
In het hoofdlijnenakkoord zijn vijf taakstellingen opgenomen die IenW direct raken: een taakstelling op het ambtenarenapparaat, een subsidietaakstelling, een taakstelling op de specifieke uitkeringen (SPUK’s), een taakstelling op het non-Official Development Assistance (ODA) budget van de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS), en een taakstelling op de Klimaatfondsmiddelen voor waterstof en batterijen. In onderdeel 2.7 van deze begroting is een nadere toelichting op de budgettaire verwerking van het hoofdlijnenakkoord opgenomen.
Bijlage 10: Klimaatfonds
Vanaf de Begroting 2025 wordt een bijlage opgenomen met een overzicht van alle Klimaatfondsuitgaven op de begrotingen van IenW om de navolgbaarheid van de middelen te verstevigen.