Base description which applies to whole site

3.10 Artikel 10 Tegemoetkoming ouders

De overheid biedt een financiële tegemoetkoming aan ouders of verzorgers voor de kosten van kinderen.

De overheid biedt ouders of verzorgers een financiële tegemoetkoming voor de kosten voor verzorging en opvoeding van kinderen op grond van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) en de kinderbijslagvoorziening BES (Caribisch Nederland). Gezinnen in Europees Nederland met een laag of middeninkomen komen daarnaast in aanmerking voor een tegemoetkoming op grond van de Wet op het kindgebonden budget (WKB).

De Minister financiert de tegemoetkoming met uitkeringsregelingen. Hij is in deze rol verantwoordelijk voor:

  • de vormgeving, het onderhoud en de werking van het stelsel van wet- en regelgeving;

  • de vaststelling van het niveau van de tegemoetkoming op grond van de AKW, de WKB en de kinderbijslagvoorziening BES;

  • de sturing van en het toezicht op de rechtmatige, doelmatige en doeltreffende uitvoering van de AKW door de SVB;

  • de organisatie van de eigen uitvoering binnen het verband van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN).

De Dienst Toeslagen voert de WKB uit in opdracht van het Ministerie van SZW. De Staatssecretaris Toeslagen en Douane is verantwoordelijk voor de rechtmatige, doeltreffende en doelmatige uitvoering van de WKB.

Structurele intensivering kindgebonden budget

In het hoofdlijnenakkoord «Hoop, lef en trots» is aangekondigd dat er maatregelen nodig zijn die de bestaanszekerheid van mensen versterken. Maatregelen gericht op zekerheid, meedoen op de arbeidsmarkt en het verlagen van (kinder-)armoede. Voor dat laatste doel heeft het kabinet onder meer structureel vanaf 1 januari 2025 circa € 300 miljoen gereserveerd voor een intensivering van het kindgebonden budget. Het kabinet stelt voor om daartoe het kindbedrag structureel te verhogen. Door de regeling daarnaast middels een verhoging van het inkomensafbouwpercentage meer op de lage en (lage) middeninkomens te richten komt de inkomensondersteuning meer terecht bij de groepen die hier het meeste baat van hebben. Tegelijkertijd wordt op deze manier geld vrijgemaakt dat is ingezet om de kindbedragen extra te verhogen. Het verhogen van het kindbedrag in het kindgebonden budget is een efficiënte manier om (kinder-)armoede te bestrijden.

Verbetermaatregel toeslagpartnerschap eerstegraads bloedverwanten

Het kabinet is voornemens om per 1 januari 2025 een knelpunt in het toeslagensysteem op te lossen (Kamerstukken II 2023/24, 31 066, nr. 1283). Op dit moment komt het voor dat alleenstaande ouders die samen op één adres wonen met eerstegraads bloedverwanten minder recht hebben op diverse toeslagen of die toeslag mislopen (alleenstaande ouderkop bij het kindgebonden budget). Het gaat bijvoorbeeld om situaties van mantelzorg, maar ook om (tijdelijk) inwonen bij vader of moeder na een scheiding. Het kabinet vindt dit ongewenst en wil dergelijke situaties in de toekomst voorkomen. Daartoe wordt dit knelpunt per 2025 opgelost door middel van een wijziging van het toeslagpartnerbegrip in de Algemene Wet Inkomensafhankelijke Regelingen (Awir). Deze maatregel wordt gefinancierd door de maximale kindbedragen in het kindgebonden budget met € 5,28 (prijspeil 2024) op jaarbasis te verlagen.

Aanpassen toeslagpartnerbegrip: oplossing voor achterblijvers noodgedwongen elders verblijvende partner

Mensen met een noodgedwongen elders verblijvende partner worden vanaf 1 januari 2026 als alleenstaanden behandeld voor alle toeslagen (met uitzondering van de huurtoeslag). In de huidige regelgeving zijn deze mensen toeslagpartner als ze gehuwd of geregistreerd partner zijn. Wanneer er sprake is van een partner in detentie of een partner in vluchtsituatie of vermissing, kan deze partner niet bijdragen aan de kosten en zorg voor het huishouden. De maatregel zorgt ervoor dat deze mensen de alleenstaande ouderkop (ALO-kop) ontvangen (à circa € 3.400) en de hogere andere toeslagen die horen bij de situatie als alleenstaande. Daarmee voorkomt de maatregel financiële problemen en kinderarmoede bij deze groep.

Niet meer met terugwerkende kracht vaststellen van grondslag toeslagen op basis van verblijfstitel en het recht op kinderbijslag

Het recht op kindgebonden budget wordt vanaf 1 januari 2026 niet meer met terugwerkende kracht vastgesteld als bij een burger de verblijfstitel of het recht op kinderbijslag wordt ingetrokken. Het recht wordt dan pas aangepast vanaf de datum waarop de IND (Immigratie- en Naturalisatiedienst) en de SVB een besluit hebben genomen. Op dat moment is de burger bekend met de gewijzigde situatie. Met de maatregel worden schulden en problemen bij het innen van terugvorderingen voorkomen.

Dubbele kinderbijslag intensieve zorg Caribisch Nederland

In mei 2024 is het wetsvoorstel Wijzigingswet SZW-wetten BES 2024 naar de Tweede Kamer gestuurd. Dit betekent dat de invoering van de dubbele kinderbijslag intensieve zorg voor ouders met een kind dat intensieve zorg behoeft, anders dan eerder voorzien, niet per 1 juli 2024 kan worden gerealiseerd. De tijdelijke regeling voor dubbele kinderbijslag intensieve zorg wordt daarom opnieuw uitgevoerd, waarbij is beoogd de werkingsduur op de invoering van de wettelijke dubbele kinderbijslag intensieve zorg te doen aansluiten. De structurele regeling wordt nader uitgewerkt in een algemene maatregel van bestuur en ministeriële regeling, die in voorbereiding zijn. De beoogde datum van inwerkingtreding van de dubbele kinderbijslag intensieve zorg is 1 juli 2025.

Samenloop kinderbijslag BES en studiefinanciering niet langer uitgesloten

Op grond van de Wet kinderbijslagvoorziening BES is samenloop van kinderbijslag BES met studiefinanciering uitgesloten. Met het wetsvoorstel Wijzigingswet SZW-wetten BES 2024 wordt voorgesteld deze koppeling te laten vervallen. Het verlies van de kinderbijslag BES heeft grote financiële gevolgen voor een kleine groep ouders van minderjarige kinderen en is daarom onwenselijk. Hiermee sluit de kinderbijslag BES aan bij de systematiek van kinderbijslag in Europees Nederland.

Tabel 100 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 10 (bedragen x € 1.000)
  

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Art.

Verplichtingen

8.202.440

9.813.046

10.077.412

9.913.279

9.738.191

9.599.787

9.472.785

         
 

Uitgaven

8.202.440

9.813.046

10.077.412

9.913.279

9.738.191

9.599.787

9.472.785

         

10.0

Tegemoetkoming ouders

8.202.440

9.813.046

10.077.412

9.913.279

9.738.191

9.599.787

9.472.785

 

Inkomensoverdrachten

8.202.440

9.813.046

10.077.412

9.913.279

9.738.191

9.599.787

9.472.785

 

AKW

4.369.420

4.615.866

4.616.505

4.598.133

4.575.976

4.555.293

4.538.571

 

WKB

3.824.670

5.183.879

5.447.323

5.301.473

5.148.517

5.030.794

4.920.535

 

Kinderbijslagvoorziening BES

8.350

13.301

13.584

13.673

13.698

13.700

13.679

         
 

Ontvangsten

231.470

254.320

362.159

348.245

349.398

354.197

351.996

         
Tabel 101 Uitsplitsing ontvangsten artikel 10 (bedragen x € 1.000)
  

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Art.

Ontvangsten

231.470

254.320

362.159

348.245

349.398

354.197

351.996

         

10.0

Tegemoetkoming ouders

231.470

254.320

362.159

348.245

349.398

354.197

351.996

 

Ontvangsten

231.470

254.320

362.159

348.245

349.398

354.197

351.996

 

Terugontvangsten

231.470

254.320

362.159

348.245

349.398

354.197

351.996

Geschatte budgetflexibiliteit

Tabel 102 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 10
 

2025

juridisch verplicht

100%

bestuurlijk gebonden

0%

beleidsmatig gereserveerd

0%

nog niet ingevuld / vrij te besteden

0%

De uitgaven op artikel 10 Tegemoetkoming ouders zijn voor 100% juridisch verplicht voor het jaar 2025. Per financieel instrument wordt dit onderstaand toegelicht.

Inkomensoverdrachten

De inkomensoverdrachten zijn gebaseerd op huidige wet- en regelgeving en derhalve voor 100% juridisch verplicht. Het betreft uitkeringslasten AKW, WKB en kinderbijslagvoorziening BES.

Inkomensoverdrachten
Algemene Kinderbijslagwet (AKW)

De AKW biedt ouders of verzorgers een tegemoetkoming in de kosten die het opvoeden en verzorgen van kinderen onder de 18 jaar met zich mee brengt. De AKW wordt uitgevoerd door de SVB.

Wie komt er voor in aanmerking?

Ouders van kinderen tot 18 jaar hebben recht op kinderbijslag. Het recht op kinderbijslag vervalt indien ouders valt te verwijten dat hun kind niet voldoet aan de Leerplichtwet.

Hoe hoog is de kinderbijslag?

De hoogte van de kinderbijslag hangt af van de leeftijd van het kind. De kinderbijslagbedragen worden doorgaans per 1 januari en 1 juli geïndexeerd. Bij ziekte of handicap, of omdat het kind niet thuis woont om onderwijsredenen, kan onder nadere voorwaarden sprake zijn van dubbele kinderbijslag. Alleenstaande en alleenverdienende ouders van thuiswonende kinderen met ziekte of handicap kunnen onder voorwaarden in aanmerking komen voor een extra tegemoetkoming.

Tabel 103 AKW, netto bedragen per kwartaal (in €)
 

1 juli 2024

Voor kinderen van:

 

0 t/m 5 jaar

281,69

6 t/m 11 jaar

342,05

12 t/m 17 jaar

402,41

Extra tegemoetkoming AKW (jaarbedrag 2023)

2.687,38

Budgettaire ontwikkelingen

Vanwege de beleidsmatige verhoging per 1 januari 2024 stijgen de kinderbijslaguitgaven in 2024. De uitgaven nemen af in de periode 2025-2029 doordat het aantal kinderen in alle leeftijdsgroepen meerjarig afneemt (op basis van de CBS-leeftijdsprognose). Er is ook een opwaarts effect doordat het aantal kinderen dat recht heeft op DKIZ en AKW-plus meerjarig toeneemt.

Beleidsrelevante kerncijfers

Tabel 104 Kerncijfers AKW
 

Realisatie 20231

Raming 2024

Raming 2025

Aantal gezinnen AKW (x 1.000, jaargemiddelde)

1.874

1.867

1.861

Aantal kinderen AKW (x 1.000, jaargemiddelde)

3.286

3.274

3.263

    
 

Realisatie 20211

Realisatie 20221

Realisatie 20231

Aantal dubbele AKW uitkeringen ( x 1.000, ultimo jaar):

   

Kind uitwonend vanwege onderwijsredenen

0,9

0,9

0,8

Kind thuiswonend met intensieve zorg

32,0

34,2

40,6

Kind uitwonend vanwege ziekte of handicap

1,1

1,2

1,2

    

Extra tegemoetkoming AKW (x 1.000)

10,5

10,4

11,1

1

Bron: SVB, administratie.

Handhaving

De handhavingskerncijfers worden niet geraamd. In de begroting zijn de realisatiecijfers opgenomen in lijn met het jaarverslag van SZW van 2023. In het jaarverslag worden de ontwikkelingen op de kerncijfers geduid.

Tabel 105 Kerncijfers AKW (handhaving inlichtingenplicht)1
  

Realisatie 2021

Realisatie 2022

Realisatie 2023

Opsporing2

Aantal onderzoekswaardige signalen (x 1.000)

0,2

0,3

0,2

Aantal geconstateerde overtredingen met financiële benadeling (x 1.000)3

1,9

1,9

1,8

Totaal benadelingsbedrag (x € 1 mln)

1,7

1,7

1,7

Sanctionering2

Aantal waarschuwingen (x 1.000)

2,5

3

3,1

Aantal boetes (x 1.000)

0,4

0,3

0,3

Totaal boetebedrag (x € 1 mln)

0,1

0,1

0,1

  

Ontstaansjaar vordering

  

2021

2022

2023

Terugvordering2

Incassoratio vorderingen (boete + benadelingsbedrag) ultimo 2023 (%)

63

47

25

1

Als gevolg van een andere insteek van het onderzoek die in 2019 is doorgevoerd worden er geen preventiecijfers voor de AKW meer meegenomen, omdat de wet na afschaffing van de bijverdiengrens te weinig verplichtingen kent.

2

Bron: SVB, administratie.

3

Cijfers betreffen alle overtredingen van de inlichtingenplicht met financiële benadeling.

Wet op het Kindgebonden Budget (WKB)

Het kindgebonden budget is een inkomensafhankelijke tegemoetkoming van de overheid in de kosten van kinderen voor gezinnen tot een bepaald inkomen en vermogen. De WKB wordt uitgevoerd door de Dienst Toeslagen van het Ministerie van Financiën. Indien sprake is van een aanvulling op buitenlandse gezinstoeslagen, is de SVB verantwoordelijk voor de uitbetaling van de WKB.

Wie komt er voor in aanmerking?

Ouders of verzorgers van kinderen tot 18 jaar, die in aanmerking komen voor kinderbijslag, kunnen het kindgebonden budget krijgen, afhankelijk van de hoogte van het inkomen en vermogen.

Hoe hoog is het kindgebonden budget?

De hoogte van het kindgebonden budget hangt af van het aantal kinderen, de leeftijd van de kinderen, het (gezamenlijke) inkomen en vermogen van de ouders en de leefvorm van de ouder die het kindgebonden budget ontvangt. Per 1 januari 2025 geldt dat als het (gezamenlijke) inkomen hoger is dan € 28.406 (alleenstaande) of € 37.545 (aanvrager met toeslagpartner) het kindgebonden budget geleidelijk minder wordt. Voor iedere € 100 boven dit inkomen, wordt het kindgebonden budget € 7,10 lager. Indien het (gezamenlijk) vermogen op de peildatum 1 januari 2025 hoger is dan € 141.896 (alleenstaande) of € 179.429 (aanvrager met toeslagpartner), vervalt het recht op kindgebonden budget voor 2025. De bedragen van het kindgebonden budget worden jaarlijks per 1 januari aangepast aan de prijsontwikkelingen.

Tabel 106 WKB, netto maximum bedragen per jaar (in €)
 

1 januari 2025

Een gezin met:

 

1 kind

2.511

Verhoging ieder volgend kind (extra bedrag per jaar)

2.511

  

Extra verhoging 12-15-jarigen1

703

Extra verhoging 16-17-jarigen1

936

Extra verhoging alleenstaande ouder

3.389

1

Ten opzichte van bovengenoemde bedragen

Budgettaire ontwikkelingen

De uitgaven WKB nemen ondanks de verdere afbouw van het tijdelijke intensiveringspakket in 2025 toe. Dit houdt grotendeels verband met de structurele intensivering van de WKB per 2025 als onderdeel van het pakket koopkrachtmaatregelen voor komend jaar.

Beleidsrelevante kerncijfers

Tabel 107 Kerncijfers WKB
 

Realisatie 20231

Raming 2024

Raming 2025

Aantal huishoudens WKB (x 1.000, jaargemiddelde)

1.033

1.032

1.000

Aantal kinderen WKB (x 1.000, jaargemiddelde)

1.939

1.960

1.904

Aantal alleenstaande ouders WKB (x 1.000, jaargemiddelde)

342

342

338

1

Bron: Ministerie van Financiën, Toeslagen. Het betreft gegevens voor (verwachte) toegekende toeslagen per berekeningsjaar. De realisatiecijfers van 2023 zijn gebaseerd op de opgaven van aanvragers die nog kunnen wijzigen bij het definitief vaststellen van het recht op toeslag.

Wet kinderbijslagvoorziening BES

De kinderbijslagvoorziening BES biedt ouders of verzorgers die op Bonaire, Sint Eustatius en Saba wonen een tegemoetkoming voor de kosten van opvoeding en verzorging van kinderen die nog geen 18 jaar zijn.

Wie komt er voor in aanmerking?

Ouders of verzorgers van kinderen tot 18 jaar die ingezetene zijn van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Hoe hoog is de kinderbijslagvoorziening BES?

De hoogte van de bedragen in 2025 wordt geschat op $ 225 per kind per maand op Bonaire, $ 216 op Sint Eustatius en $ 225 op Saba. De definitieve hoogte van de kinderbijslagvoorziening voor 2025 per 1 januari 2025 wordt bepaald aan de hand van de ontwikkeling van het consumentenprijs-indexcijfer.

Budgettaire ontwikkelingen

De CBS-bevolkingsprognose van de eilanden voorspelt een vrij gelijkblijvend aantal kinderen. Hierdoor blijven de uitkeringslasten voor de kinderbijslagvoorziening van jaar op jaar redelijk stabiel.

Beleidsrelevante kerncijfers

Tabel 108 Kerncijfers Wet kinderbijslagvoorziening BES
 

Realisatie 20231

Raming 2024

Raming 2025

Aantal kinderen kinderbijslagvoorziening BES (x 1.000, ultimo)

5,7

5,8

5,9

1

Bron: RCN-unit SZW.

Ontvangsten

De ontvangsten betreffen grotendeels de ontvangsten ten gevolge van terugvorderingen van het kindgebonden budget. Nadat de toeslagen definitief zijn toegekend worden terugvorderingen ingesteld bij de huishoudens die meer hebben ontvangen dan waar ze recht op hadden op basis van hun vastgestelde inkomen. Omdat de definitieve afrekening achteraf plaatsvindt, zijn de ontvangsten in een bepaald jaar veelal gebaseerd op definitieve afrekeningen van eerdere jaren.

De ontvangsten komen in 2025 € 108 miljoen hoger uit dan in 2024. Dit houdt met name verband met de oploop van de uitgaven in 2024 als gevolg van de intensivering (en de sterke indexering van 9,9%) in dat jaar. De hogere uitgaven in 2024 werken met name in 2025 door in hogere ontvangsten. Vervolgens nemen de ontvangsten in 2026 licht af, en blijven in de jaren daarna vrij stabiel.

Licence