Het is voor het bedrijfsleven essentieel dat de overheidsfinanciën op orde komen. Daarnaast zal blijvend moeten worden ingezet op het open houden van de voor Nederlandse bedrijven zo belangrijke Europese exportmarkt, inclusief de zorg voor een blijvend hoogwaardige infrastructuur. Ten slotte kan worden ingezet op het verder uitbreiden van de financieringsmogelijkheden van het bedrijfsleven.
Verder verbreden financieringsmogelijkheden
Beperkte overheidsgaranties blijven nuttig
Het is vooral voor het mkb van groot belang om minder afhankelijk te worden van bankkrediet. Grotere bedrijven zijn namelijk makkelijker in staat om financiering aan te trekken door direct de markt te benaderen (door obligaties uit te geven bijvoorbeeld). Het gevaar van kredietschaarste werd deels opgevangen door nieuwe garantieregelingen en verruiming van bestaande regelingen. Maar er moet ook aandacht zijn voor het feit dat deze instrumenten risico’s met zich meebrengen. Als het mogelijk is om deze financiering via de markt tot stand te brengen, moet de overheid terugtreden.
Alternatieven bankfinanciering verder ontwikkelen
Op dit moment worden al veel stappen gezet op het gebied van alternatieve financieringsbronnen, bijvoorbeeld via mkb-obligatieplatformen en kredietunies. Ook is het in dit verband denkbaar dat pensioenfondsen een grotere rol gaan spelen in de financiering van het Nederlandse bedrijfsleven. Dit is nu al mogelijk. Een van de redenen waarom het beperkt gebeurt, is dat pensioenfondsen omwille van risicospreiding een brede internationale portefeuille aanhouden. In verhouding tot de omvang van de Nederlandse economie beleggen ze al relatief veel in Nederland. Dit is consistent met onderzoek dat aantoont dat pensioenfondsen over het algemeen in staat zijn om binnenlands betere resultaten te behalen dan andere beleggers.52 Internationaal onderzoek laat echter ook zien dat als overheden pensioenfondsen verplichten om in de nationale economie te investeren, dit leidt tot sterk verminderde prestaties in termen van risico en rendement.53
Betrokkenheid pensioenfondsen welkom
Niettemin is betrokkenheid vanuit pensioenfondsen bij de financiering van het bedrijfsleven welkom, vooral omdat Nederlandse banken in de huidige omstandigheden kwetsbaar zijn voor het opdrogen van financiёle markten. Dit kan bijvoorbeeld als banken bedrijfsleningen met gelijke looptijd, rente en aflossingsprofiel samenvoegen en verkopen aan pensioenfondsen (securitisatie). Dit gebeurt nu al bij hypotheken. Op deze manier kunnen banken financiële ruimte creëren voor nieuwe projecten.
Het verkopen (securitiseren) van bedrijfsleningen kan door de markt zelf worden gedaan. Dan moeten de bedrijfsleningen echter wel een homogeen karakter hebben, een constante stroom aan inkomsten genereren en in voldoende schaal aanwezig zijn. Om tot een transparantere markt te komen, en daarmee betrokkenheid van pensioenfondsen te faciliteren, zijn er nu initiatieven in ontwikkeling. De Nederlandse accountantsbranche ziet bijvoorbeeld kansen om kleinere bedrijven te voorzien van een kredietrating, zoals dat ook in Duitsland en Oostenrijk gebeurt. Verder is op initiatief van de overheid, in nauwe samenwerking met marktpartijen, het Standard Business Reporting (SBR) programma gestart. Met SBR maken ondernemers gebruik van één set gegevens die gebruikt kunnen worden om rapportages te versturen naar banken, de Belastingdienst, de Kamer van Koophandel en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Met SBR zijn ondernemers minder tijd en geld kwijt aan het opstellen van verplichte bedrijfsinformatie. Daarnaast wordt door het standaardiseren van informatievoorziening een aanvraag voor een banklening ook eenvoudiger en goedkoper te beoordelen door banken. Doordat de beschikbaarheid en vergelijkbaarheid van bedrijfsinformatie op die manier verbetert, wordt het voor pensioenfondsen ook eenvoudiger een goede risico-inschatting te maken.
De overheid wil een vruchtbaar klimaat creёren waarin pensioenfondsen en andere institutionele beleggers meer investeren in de Nederlandse economie. De overheid zet in op het waar mogelijk wegnemen van onnodige belemmeringen voor pensioenfondsen om in Nederland te investeren. De noodzaak dat de overheid financieel betrokken is, is niet evident en het is de vraag of het kosteneffectief is. En of de overheid dan niet méér, in plaats van minder, risico’s gaat dragen. Wel kan de overheid faciliterend optreden, zoals dat nu ook gebeurt bij nieuwe financieringsvormen voor het mkb. Het kabinet blijft met marktpartijen in gesprek om deze rol vorm te geven.