Nederland heeft zich na een lastige periode weer opgericht. Het kabinet heeft daartoe steeds gewerkt aan drie pijlers: overheidsfinanciën op orde, eerlijk delen en werken aan duurzame economische groei. Nederland is sterk uit de crisis gekomen, maar de schade van de crisis is voor veel mensen nog niet weggewerkt en dus is het kabinet nog niet klaar. Komend jaar trekt het 1,5 miljard euro uit om de economie krachtiger te maken, te investeren in defensie en veiligheid en kansen voor kinderen. Ook maakt het kabinet geld vrij voor reparatie van koopkracht zodat we de crisis steeds verder achter ons kunnen laten.
Het herstel van de economie zet door met een groei van 1,7 procent dit en volgend jaar. Daarbij is rekening gehouden met 0,4 procentpunt minder groei door de onzekerheid na het Brexitreferendum. Het CPB gaat voor de periode tussen 2018 tot 2021 uit van een gemiddelde groei van 1,7 procent.
De consumptie van huishoudens heeft daarin een steeds groter aandeel. Volgend jaar neemt de consumptie toe met 1,8 procent. Dat is goed voor de economie en het zegt ook iets over vertrouwen.
Er worden weer meer huizen verkocht. Het aantal «onderwaterhypotheken» neemt af, al is ook dat probleem nog niet weg. Er is voor meer mensen werk, maar de werkloosheid (6,2 procent dit jaar) daalt langzaam omdat ook weer meer mensen zich op de arbeidsmarkt begeven.
De overheidsfinanciën zijn weer meer in balans. Het overheidstekort dat tijdens de crisis was opgelopen tot boven de 5 procent, is sterk verbeterd van 3,9 procent van het bruto binnenlands product (bbp) in 2012 tot 1,1 procent dit jaar. Naar verwachting komt het volgend jaar uit op 0,5 procent. Waarin inbegrepen de 7,5 miljard euro lagere gasbaten. Ook de overheidsschuld daalt ten opzichte van het bbp. De overheidsfinanciën zijn houdbaar op de lange termijn. Dat betekent dat ook toekomstige generaties kunnen rekenen op een goede verzorgingsstaat. Met andere woorden: we hebben voor onze kinderen en kleinkinderen belangrijke zaken als sociale zekerheid, zorg en onderwijs veilig gesteld.
Het kabinet heeft vorig jaar en dit jaar extra gelet op herstel van de koopkracht. Volgend jaar trekt het kabinet 1,1 miljard uit om met name de koopkracht van ouderen en minima te herstellen. De lastenverlichting was vorig jaar vooral op de lage en middeninkomens op de arbeidsmarkt gericht. Dit jaar zetten we daar verdere stappen in met het lage inkomensvoordeel en de verhoging van het minimum jeugdloon.
Het kabinet heeft met structurele hervormingen het groeivermogen van de Nederlandse economie verbeterd. De woningmarkt staat er gunstiger voor, de kostenstijging in de zorg loopt weer in de pas met de economische groei en de betaalbaarheid van het pensioenstelsel is verbeterd. Het ontslagrecht is hervormd, dankzij het studievoorschot gaat er de komende jaren extra geld naar de kwaliteit van het hoger onderwijs en de Nederlandse banken staan steviger in hun schoenen dankzij ingrepen in de financiële sector. Hogere investeringen kunnen de kracht van de Nederlandse economie versterken. Het kabinet ziet op dit vlak met name een rol voor zichzelf weggelegd bij innovatie, klimaat en ondernemerschap en komt met een voorstel voor een nieuwe Nederlandse financieringsinstelling.
Met zijn open economie heeft Nederland veel te winnen bij een stabiel groeiende wereldeconomie. De vooruitzichten voor de mondiale economie zijn over het algemeen goed, maar de toenemende instabiliteit in bepaalde regio’s brengt risico’s met zich mee, ook voor ons. Het kabinet heeft dus een goede reden om te ijveren voor internationale samenwerking. Dat is belangrijk voor de aanpak van zaken als migratie, klimaatverandering en de bestrijding van belastingontduiking.
We zijn er nog lang niet. Net zoals ieder huishouden vooruit moet kijken en probeert een spaarpotje aan te leggen, moet het kabinet altijd oog houden voor de risico’s voor de schatkist. Tijdens de crisis is gebleken dat de omstandigheden vrij plotseling kunnen verslechteren. Er moeten dan buffers zijn die bescherming bieden. Het kabinet heeft de overheidsfinanciën beter in balans gebracht. Dat is een eerste voorwaarde om schokken te kunnen opvangen en de rekening en het risico niet voor volgende generaties te laten liggen.
De ingrepen bij banken en verzekeraars om verdere economische schade tijdens de crisis te voorkomen, hadden grote budgettaire impact.
De beursgang van ABN AMRO en ASR en de verkoop van Vivat en de voorgenomen verkoop van Propertize waren eerste stappen om de rekening aan de belastingbetaler af te lossen. De komende jaren zullen op een verantwoorde manier verdere stappen worden gezet.
De economie groeit weer gestaag, de overheidsfinanciën zijn stabieler en mensen hebben weer meer vertrouwen in de toekomst. Maar we kunnen onze ogen niet sluiten voor oude rekeningen van de crisis en nieuwe onzekerheden in de wereld om ons heen. De toegenomen migratiestroom, terreuraanslagen in onze buurlanden, de Brexit, spanningen in Turkije maar ook schokken in de energieprijzen zouden de komende tijd hun weerslag kunnen hebben op de ontwikkeling van de Nederlandse economie en dus op de overheidsfinanciën. Het kabinet gaat daarom komend jaar door met de versterking van de economie en blijft streven naar internationale samenwerking om economische en maatschappelijke vraagstukken het hoofd te kunnen bieden.