Na economisch zware jaren, met ingrijpende maatschappelijke gevolgen, staat de Nederlandse economie er weer duidelijk beter voor. Door de financiële crisis en de schuldencrisis heeft de Nederlandse economie een forse klap gekregen, waarbij de schokbestendigheid van huishoudens, de overheid en bedrijven sterk op de proef is gesteld. Na een periode van langdurige laagconjunctuur, heeft de Nederlandse economie zich vanaf 2014 hersteld. De economische groei zet volgens de laatste ramingen ook in 2016 en 2017 door. De werkgelegenheid neemt toe en dit heeft – ondersteund door de lastenverlichting van 5 miljard euro – een positief effect op de binnenlandse consumptie. De consumptie wordt daardoor steeds meer een drijvende kracht van de economische groei. Dit onderstreept dat het vertrouwen van burgers in de economie geleidelijk is hersteld. De werkloosheid daalt in 2016 en stabiliseert in 2017. Het herstel van de woningmarkt zet door en de bedrijfsinvesteringen groeien in 2017 voor het vierde jaar op rij harder dan het bbp.
Het economisch herstel moet ook duurzaam zijn. Daarom is het groeivermogen van Nederland structureel versterkt met forse hervormingen op tal van terreinen. De woningmarkt is uit een diep dal gekomen en er zijn diverse stappen gezet om de risico's en schulden van eigenwoningbezitters te verkleinen. De kosten van de zorg lopen nu in de pas met de ontwikkeling van onze welvaart. Verschillende maatregelen hebben de schokbestendigheid en betaalbaarheid van het pensioenstelsel al verbeterd. Het ontslagrecht is hervormd en de kwetsbaarste mensen op de arbeidsmarkt krijgen een betere bescherming. In de financiële sector is stevig ingegrepen om zeker te stellen dat deze weer positief bijdraagt aan onze economische groei. Ondanks de noodzaak voor sobere overheidsfinanciën heeft het kabinet de afgelopen jaren de uitgaven voor onderwijs steeds op peil gehouden. Dankzij het studievoorschot kan er de komende jaren meer geld worden geïnvesteerd in de kwaliteit van het hoger onderwijs. Voor al deze hervormingen heeft het kabinet draagvlak kunnen vinden in de Kamers. De zorgvuldige uitvoering ervan vergt nog steeds veel aandacht. Om het economisch herstel duurzaam te laten zijn, zijn voldoende investeringen nodig – dus van het kleinbedrijf tot grootschalige infrastructurele investeringen. Daar waar het marktaanbod tekortschiet stimuleert en ondersteunt het kabinet financiering en investeringen, bijvoorbeeld in energietransitie, verduurzaming, bereikbaarheid, onderwijs en ondernemerschap. Het kabinet zal nog deze kabinetsperiode een voorstel uitwerken voor een Nationale financieringsinstelling.
Hervormingen en bezuinigingen bieden perspectief voor de toekomst, maar waren ingrijpend voor burgers en bedrijven. Veel burgers en bedrijven zijn door de economische crisis en de hervormingen zelf of in hun directe omgeving geconfronteerd met baanverlies, waardedaling van bezit, hogere lasten en onzekerheid. Om dergelijke gevolgen op de korte termijn te verzachten, heeft het kabinet in overleg met maatschappelijke partners gekozen voor een geleidelijke invoering van hervormingen, zoals bij de decentralisatie van de Wet maatschappelijk ondersteuning. Het kabinet volgt de effecten van de verschillende hervormingen nauwgezet. Bij onbedoelde en ongewenste gevolgen voor burgers en bedrijven, is wetgeving aangepast. Zo heeft het kabinet de bezuinigingen in de langdurige zorg verzacht en is de Wet werk en zekerheid aangepast toen bleek dat er knelpunten waren voor seizoensarbeid. Ook heeft het kabinet zich er steeds voor ingezet dat lusten en lasten eerlijk worden gedeeld. Ter ondersteuning van deze pijler van het Regeerakkoord heeft het kabinet veel aandacht gehad voor de koopkracht van niet-werkenden, waaronder gepensioneerden en uitkeringsgerechtigden. Ook zij profiteren inmiddels mee van het economisch herstel.
De overheidsfinanciën zijn mede door de hervormingen beter in balans en voor het eerst sinds jaren houdbaar op de lange termijn. De overheidsfinanciën hebben het zwaar te verduren gehad als gevolg van de crisis. Door het gematigd economisch herstel in combinatie met bezuinigingen en hervormingen van het kabinet daalt sinds 2013 het overheidstekort en is ook de overheidsschuld in 2015 voor het eerst weer gedaald. Dankzij de aantrekkende economie en de stijgende werkgelegenheid nemen de belastingontvangsten toe en dalen de uitkeringslasten. Daarnaast heeft ook de aanhoudend lage rente een positief effect op de overheidsfinanciën. Hier staat een negatief budgettair effect tegenover, dat vooral wordt veroorzaakt door de lagere gasbaten en in mindere mate door hogere uitgaven als gevolg van de instroom van asielzoekers. Op de lange termijn ontwikkelen de overheidsfinanciën zich gunstiger dan bij de start van het kabinet werd verwacht. Vooral door de verhoging van de AOW-leeftijd en de beperking van de kostenstijgingen in de zorg zijn de Nederlandse overheidsfinanciën voor het eerst sinds jaren weer houdbaar op de lange termijn. Hiermee is zekergesteld dat de zorg, sociale zekerheid en onderwijs ook voor toekomstige generaties beschikbaar blijven, zonder dat daarvoor de belastingen verhoogd hoeven te worden.
(Internationale) onzekerheden vragen de komende jaren om behoedzaamheid. Nederland is als open economie gevoelig voor internationale ontwikkelingen. Onverwachte stijgingen van de olie- en grondstoffenprijzen of de rente kunnen de groei remmen. Ook de uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, de spanningen in Turkije en de terreuraanslagen in onze buurlanden brengen onzekerheden met zich mee. Deze onzekerheid kan leiden tot vertraging in de wereldhandel, een verdere afkoeling van de groei van opkomende economieën en een toenemende roep om handelsbarrières. Een rem op de vrije handel binnen de EU zou grote negatieve gevolgen hebben voor de Europese economie en de Nederlandse economie in het bijzonder. Huishoudens, bedrijven en de overheid kampen nog steeds met aanzienlijke schulden, ondanks dat zij de eerste vruchten plukken van de herstellende economie. Al met al vragen deze onzekerheden om behoedzaamheid en blijft de schokbestendigheid van de economie van belang.
In dit hoofdstuk gaat paragraaf 1.2 in op de economische ontwikkeling. In paragraaf 1.3 staan de overheidsfinanciën centraal. Paragraaf 1.4 richt zich op de hoofdpunten van het beleid voor 2017. Ten slotte worden in paragraaf 1.5 de structurele hervormingen besproken, die het kabinet heeft doorgevoerd op de verschillende beleidsterreinen.
Box 1.1 Belangrijkste budgettaire punten begroting 2017
-
• Het kabinet trekt 1,1 miljard euro uit voor een evenwichtig en positief koopkrachtbeeld. De algemene heffingskorting, de zorgtoeslag, de huurtoeslag, de ouderenkorting en het kindgebonden budget worden verhoogd.
-
• De veranderende veiligheidssituatie vraagt meer van de Nederlandse strijdkrachten. Het kabinet verhoogt de uitgaven aan defensie daarom structureel met 300 miljoen euro.
-
• Het kabinet maakt structureel 450 miljoen euro vrij voor een veilig Nederland, waarvan 200 miljoen euro voor de Nationale politie. Hiermee wordt onder andere de wijkagent ontlast, zodat deze zich meer kan wijden aan zijn taken op straat.
-
• Het kabinet trekt 100 miljoen euro uit ter bestrijding van armoede onder kinderen.
-
• Er wordt geïnvesteerd in kansengelijkheid in het onderwijs en de geplande bezuinigingen in 2017 op de langdurige zorg worden geschrapt.