Het pakket Belastingplan 2022 bestaat uit zes wetsvoorstellen. Een volledig overzicht van het lastenbeeld is opgenomen in de Miljoenennota 2022. In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van de budgettaire effecten van het pakket Belastingplan 2022 en een uitsplitsing van de maatregelen in het wetsvoorstel Belastingplan 2022. De budgettaire effecten per maatregel van de andere vijf wetsvoorstellen uit het pakket Belastingplan 2022 worden toegelicht in de desbetreffende memories van toelichting.
Verder worden de ramingen per maatregel nader toegelicht in de bijlage Ramingstoelichtingen55. Het CPB heeft de ramingen van de budgettaire effecten van de fiscale maatregelen uit het pakket Belastingplan 2022 gecertificeerd. Met deze certificering56 wordt de kwaliteit en objectiviteit van de ramingen van fiscale maatregelen zo veel mogelijk geborgd, in navolging van het advies van de studiegroep Begrotingsruimte.57 Het CPB heeft het resultaat van de certificering op zijn website geplaatst. De publicatie van de ramingstoelichtingen en de certificering draagt bij aan het vergroten van de transparantie en validiteit.
Pakket belastingplan in € mln. (+ = lastenverzwarend/lagere uitgaven) | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | structureel |
---|---|---|---|---|---|
Belastingplan 2022 | – 56 | – 21 | – 15 | – 2 | – 191 |
Overige fiscale maatregelen 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Omgekeerde hybride lichamen (ATAD2) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Verlaging verhuurderheffing | 0 | – 180 | – 180 | – 180 | – 180 |
Aanpassing fiscale regelingen aandelenoptierechten | 0 | 0 | 0 | 0 | – 1 |
Maatregelen in € mln. (+ = saldo verbeterend/lastenverzwarend) | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | structureel |
---|---|---|---|---|---|
Inkomensbeleid | – 100 | – 100 | – 100 | – 100 | |
Aanpassing «cap» in de bijtelling voor emissievrije personenauto’s | 36 | 72 | 105 | 0 | |
Verhoging steunpercentages in de milieu-investeringsaftrek | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Vrijstelling voor subsidie vaste lasten en subsidie financiering vaste lasten startende MKB-ondernemingen (Covid-19) | 0 | ||||
Uitzondering fiscaal partnerbegrip voor toepassing IACK | 12 | 12 | 12 | 12 | |
Verlaging IACK | 130 | 130 | 130 | 130 | |
Verlengen geldigheidsduur gebruikelijkloonregeling innovatieve startups met een jaar | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Gerichte vrijstelling thuiswerkkosten | – 221 | – 221 | – 221 | – 221 | |
Tijdelijke verruiming vrije ruimte (Covid-19) | -50 | ||||
Temporele beperking verrekening voorheffingen met de vennootschapsbelasting (Sofina) | 160 | 130 | 110 | 30 | |
Vrijstelling overdrachtsbelasting bij terugkoop woning met verkoopregulerend beding | – 61 | – 36 | – 36 | – 36 | – 36 |
Verduidelijkingen en technische wijzigingen overdrachtsbelasting | – 1 | – 1 | – 1 | – 1 | |
Aanpassing CO2-schijfgrenzen en de schijftarieven voor personenauto's en de CO2-grens en tarief voor de dieseltoeslag voor personenauto's | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Uitbreiding overgangsrecht postcoderoosregeling | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Aanpassen verlaagd tarief walstroom | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Aanpassen energiebelasting ter voorkoming van dubbele belasting bij batterijopslag | – 1 | – 1 | – 1 | – 5 | |
Totaal | – 56 | – 21 | – 15 | – 2 | – 191 |
Inkomensbeleid
Als onderdeel van een pakket aan koopkrachtmaatregelen wordt het afbouwpercentage van de arbeidskorting verlaagd van 6% naar 5,86%. Dit kost met ingang van 2022 € 100 miljoen.
Aanpassing «cap» bij elektrische voertuigen
De verlaging van de «cap» in de bijtelling voor emissievrije personenauto’s (EV’s) wordt per 2022 ingezet. Met deze versnelde verlaging van de cap wordt de fiscale stimulering in de bijtelling meer gericht op de betaalbare EV’s en begrensd voor de duurdere modellen. De meerjarige opbrengst van de verlaging van de «cap» (€ 330 mln.) wordt aangewend voor extra subsidiebudget voor de aanschaf van EV’s door particulieren.
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2022–2025 |
---|---|---|---|---|
€ 36 | € 72 | € 105 | € 117 | € 330 |
Verhogen steunpercentages in de milieu-investeringsaftrek
De ophoging van de percentages van de MIA heeft geen invloed op het bedrag van de jaarlijkse raming van de Milieulijst. De kosten van de maatregel passen binnen het budget dat voor de MIA beschikbaar is. In 2022 is het budget € 114 miljoen. Op basis van de huidige monitoring en systematiek van RVO voor het inschatten van steunpercentages voor specifieke bedrijfsmiddelen wordt met deze maatregel geen budgettaire overschrijding verwacht in 2022. Mocht sprake zijn van overschrijding van het budget in 2022, dan zal dit afhankelijk van de mate van overschrijding tot aanpassing van de Milieulijst leiden voor 2023.
Subsidie vaste lasten en Subsidie financiering vaste lasten startende MKB-ondernemingen
De Subsidie vaste lasten en de Subsidie financiering vaste lasten startende MKB-ondernemingen COVID-19 worden vrijgesteld van de heffing van inkomsten- en vennootschapsbelasting over de winst. Hierdoor is aan de inkomstenkant van de begroting geen sprake van budgettaire derving door voornoemde subsidies.
Inkomensafhankelijke combinatiekorting
Ter dekking van het wetsvoorstel Wet betaald ouderschapsverlof is in dat wetsvoorstel een taakstellende ombuiging van € 130 miljoen structureel vanaf 2022 opgenomen op de IACK. Deze taakstelling wordt in het Belastingplan 2022 ingevuld door een verlaging van het maximumbedrag van de IACK met € 395. Omdat in het Belastingplan 2021 het maximumbedrag van de IACK was verhoogd met € 77 per 2022, is er per saldo sprake van een beleidsmatige verlaging van € 318 per 2022. Door de voorgestelde verlaging in het Belastingplan 2022 nemen de opbrengsten toe met de benodigde € 130 miljoen. Daarnaast stijgen de opbrengsten met € 12 miljoen door de aanpassing van de IACK waardoor de huidige uitzondering op het fiscale partnerbegrip voor buitenlandse belastingplichtige niet langer geldt voor de toepassing van de IACK.
Verlengen geldigheidsduur gebruikelijkloonregeling innovatieve start-ups
De kosten van de gebruikelijkloonregeling innovatieve start-ups zijn bij invoering in 2017 geraamd op structureel € 29 miljoen per jaar. Uit nader onderzoek blijkt dat sinds de invoering slechts heel beperkt gebruik wordt gemaakt van de regeling. De regeling wordt een jaar verlengd in afwachting van de evaluatie. De kosten worden nu geraamd op nihil. Hierdoor vallen de gereserveerde middelen van € 29 miljoen voor deze regeling vrij.
Gerichte vrijstelling thuiswerkkosten
De kosten van invoering van een gerichte vrijstelling voor thuiswerkkosten in de werkkostenregeling worden geraamd op € 221 miljoen. Deze zijn lastenrelevant. Daar staat een grotendeels endogene daling tegenover van de kosten van de gerichte vrijstelling voor reiskosten ter grootte van € 257 miljoen. Het kabinet heeft besloten om € 221 miljoen hiervan in te zetten om de gerichte vrijstelling van thuiswerkkosten te bekostigen en daarmee de invoering van deze gerichte vrijstelling budgettair neutraal te laten zijn.
Tijdelijke verruiming vrije ruimte (Covid-19)
Voorgesteld wordt om de vrije ruimte van de werkkostenregeling voor het kalenderjaar 2021 te vergroten. De voor het kalenderjaar 2021 geldende vrije ruimte wordt berekend als 3% van de loonsom tot en met € 400.000, plus 1,18% van het restant van de loonsom in plaats van 1,7% van de loonsom tot en met € 400.000, plus 1,18% van het restant van de loonsom. Het voorstel treedt in werking met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2021. De raming wordt op dezelfde manier gedaan als in het Belastingplan 2021. Voor het effect op de af te dragen eindheffing, wordt gebruikgemaakt van de aangiftegegevens op microniveau over de eindheffing die afgelopen jaren afgedragen is. Het rechtstreekse effect van de verruiming op de betaalde eindheffing bedraagt € 22 miljoen. Daarnaast komt in totaal € 880 miljoen extra vrije ruimte beschikbaar voor de werkgever om onbelast vergoedingen en verstrekkingen te doen. Gezien de tijdelijkheid van de maatregel en de crisissituatie waarin veel werkgevers zich bevinden, gaan we uit van een veel lagere benutting van deze extra vrije ruimte in de arbeidsvoorwaarden dan gewoonlijk. De totale budgettaire derving wordt geprikt op € 50 miljoen.
Temporele beperking verrekening voorheffingen met de vennootschapsbelasting (Sofina)
Door het arrest in de zaak Sofina en het daaropvolgende Sofina-arrestbesluit, dat tijdelijk toestaat dat buitenlandse lichamen kunnen verzoeken om een teruggaaf van dividendbelasting, treedt een derving op in de dividendbelasting. Deze derving betreft zaken die reeds in procedure zijn sinds 2001 en mogelijke nieuwe verzoeken vanaf 2018. Het oorspronkelijk ingeschatte bedrag aan derving wordt getemperd doordat in het Sofina-arrestbesluit is voorzien in een terughaal indien het buitenlandse lichaam in de vijf volgende jaren weer winst maakt. De totale derving tot en met 2021 wordt ingeschat op € 210 miljoen. Indien er geen tegenmaatregel genomen zou worden, zou deze derving structureel € 20 miljoen per jaar bedragen.
Het onderhavige wetsvoorstel voorkomt voor nieuwe gevallen per 2022 bovengenoemde derving doordat teruggaaf van voorheffingen die zijn geheven op of na 1 januari 2022 niet meer mogelijk is. Daarnaast levert het wetsvoorstel een opbrengst op doordat de verrekening van voorheffingen in de Vpb wordt beperkt naar een jaar waarin Vpb is verschuldigd. Structureel wordt nu jaarlijks circa € 300 miljoen verrekend in de Vpb. Door de maatregel neemt de verrekening in eerste instantie af met € 140 miljoen. Dit is het deel dat niet met een bedrag aan te betalen Vpb verrekend kan worden. Hierdoor neemt de opbrengst van de Vpb met dit bedrag toe in het jaar van invoering. In volgende jaren zal het grootste deel van dit bedrag alsnog verrekend kunnen worden. Hierdoor daalt de opbrengst van de maatregel in latere jaren. Er wordt ingeschat dat structureel 10% van de voorheffingen niet meer verrekend zal kunnen worden doordat de belastingplichtige niet meer in een winstsituatie terechtkomt. Dit leidt tot een structurele meeropbrengst in de Vpb van € 10 miljoen per jaar. Opgeteld (beperking derving dividendbelasting en meeropbrengst Vpb) levert het wetsvoorstel dus een opbrengst van € 160 miljoen in het invoeringsjaar afnemend tot € 30 miljoen structureel per jaar. Ongeveer de helft van de meeropbrengst in de Vpb betreft een kleine groep grote bedrijven die actief is in de financiële sector. Per jaar heeft de maatregel impact op circa 15.000 tot 20.000 Vpb-plichtigen. De budgettaire effecten zijn in onderstaande tabel weergegeven.
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | Struc. | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Derving dividendbelasting door Sofina-arrest | – 210 | – 20 | – 20 | – 20 | – 20 | – 20 | – 20 | – 20 |
Wetsvoorstel | 160 | 130 | 110 | 100 | 80 | 70 | 30 | |
wv. voorkomen derving dividendbelasting | 20 | 20 | 20 | 20 | 20 | 20 | 20 | |
wv. meeropbrengst Vpb | 140 | 110 | 90 | 80 | 60 | 50 | 10 | |
Saldo | – 210 | 140 | 110 | 90 | 80 | 60 | 50 | 10 |
Vrijstelling van overdrachtsbelasting bij terugkoop woning met verkoopregulerend beding
Door de voorgestelde maatregel wordt gezorgd voor een vrijstelling in de overdrachtsbelasting in het geval van terugkopen van een woning van een particulier onder specifieke voorwaarden. De kosten zijn geraamd op € 36 mln. structureel. De verwachting is dat, waar mogelijk, VoV-aanbieders geplande terugkopen in 2021 zullen uitstellen tot 2022. Dit leidt in 2021 tot een extra incidentele derving van € 6 miljoen op transactiebasis. Binnen het inkomstenkader is uitgegaan van de structurele reeks van € 36 mln. derving vanaf 2022.
Verduidelijkingen en technische wijzigingen overdrachtsbelasting
Door de voorgestelde wetswijziging zal naar verwachting jaarlijks in twintig tot vijftig gevallen bij de toepassing van het hoofdverblijfcriterium rekening kunnen worden gehouden met onvoorziene omstandigheden die zich voordoen tussen het moment van tot stand komen van de koopovereenkomst en het moment van verkrijging. De kosten hiervan worden geraamd op structureel € 1 miljoen. De overige wijzigingen hebben geen budgettair effect.
Aanpassen CO2-schijfgrenzen en de schijftarieven voor personenauto’s en de CO2-grens en tarief voor de dieseltoeslag voor personenauto’s
De aanpassing van de CO2-schijfgrenzen en -tarieven voor personenauto’s betreft een voortzetting van beleid in verband met autonome vergroening. Zonder aanpassing zou de opbrengst van de bpm teruglopen. In het Klimaatakkoord is al rekening gehouden met voortzetting van dit beleid. Dit wordt nu ook wettelijk geregeld voor de periode 2022–2025.