Op grond van de Awir wordt er rente vergoed over het bedrag aan uit te betalen toeslagen, dan wel rente in rekening gebracht over het bedrag aan terug te vorderen toeslagen.112 Deze rente wordt berekend over de periode tussen 1 juli volgend op het berekeningsjaar en het moment waarop de definitieve toekenning of herziening van de toeslag plaatsvindt.113 Het percentage van deze rente is gelijk aan het percentage van de belastingrente dat ten aanzien van de IB wordt gehanteerd.114 Het percentage van de belastingrente voor de IB is gekoppeld aan het percentage van de wettelijke rente voor niet-handelstransacties. De wettelijke rente wordt eens per halfjaar bij algemene maatregel van bestuur vastgesteld en is gebaseerd op de door de Europese Centrale Bank (ECB) vastgestelde rente voor herfinancieringstransacties. Per 1 juli 2023 is deze rente vastgesteld op 6%.115 De wettelijke rente bedroeg tot en met 30 juni 2023 4%.
In de brief van 22 juni 2023 is aangegeven dat het kabinet het onwenselijk vindt om de rente die gerekend wordt ten aanzien van toeslagen mee te laten stijgen naar 6%.116 Met deze wijziging wordt voorgesteld om het percentage voor de rente voor toeslagen zelfstandig en onafhankelijk van de belastingrente voor belastingen vast te stellen.
In de Tussenrapportage toekomst toeslagen zijn problematische terugvorderingen als één van de fundamentele problemen benoemd van de toeslagensystematiek.117 Uit de tussenrapportage volgt dan ook de ambitie om dit probleem aan te pakken. Terugvorderingen kunnen financieel een grote impact hebben, juist voor de doelgroep die is aangewezen op toeslagen. Terugvorderingen (en nabetalingen) zijn echter inherent aan het voorschotsysteem van Toeslagen, waarbij de burger toeslagen ontvangt op basis van een voorschot dat gedurende het berekeningsjaar maandelijks wordt uitgekeerd. Deze vormgeving voorkomt namelijk dat er geen gebruik gemaakt kan worden van vitale voorzieningen of dat er schulden ontstaan bij bijvoorbeeld een verhuurder of zorgverzekeraar. De voorschotten zijn onder andere gebaseerd op een schatting van het inkomen. Het inkomen wordt echter pas aan het eind van het berekeningsjaar definitief vastgesteld, waarna ook de toeslagen definitief worden vastgesteld. De keerzijde hiervan is dat er terugvorderingen of nabetalingen ontstaan als achteraf het inkomen of het vermogen hoger of juist lager blijkt te zijn dan vooraf ingeschat. Een stijging van de rente op de terugvorderingen vergroot de impact die de terugvorderingen al hebben. Om deze reden vindt het kabinet het wenselijk om de rente voor toeslagen op het niveau van 4% te handhaven en niet te laten meestijgen naar 6%.
Om dit mogelijk te maken wordt in onderhavig wetsvoorstel voorgesteld om de wettelijke koppeling tussen de vaststelling van het percentage van de rente voor Toeslagen en de vaststelling van het percentage van de belastingrente voor de IB te verbreken en een aparte grondslag te creëren voor toeslagen om het percentage voor de rente vast te stellen.
Zoals aangegeven is het voornemen de rente op 4% te handhaven, om te voorkomen dat toeslaggerechtigden nu met een stijging worden geconfronteerd. Er kan aanleiding zijn om in latere jaren dit percentage bij te stellen. Het kabinet wil in de toekomst bij het vaststellen van het rentepercentage zich baseren op enkele uitgangspunten. Allereerst is het streven om de rente op nabetalingen en terugvorderingen gelijk te houden. Hiermee wordt asymmetrie voorkomen en dit draagt bij aan duidelijkheid richting toeslaggerechtigden. Daarnaast is het wenselijk veelvuldige schommelingen te voorkomen zodat de toeslaggerechtigde niet te vaak wordt geconfronteerd met nieuwe rentepercentages.
Inwerkingtreding, terugwerkende kracht
Zoals reeds benoemd is de belastingrente voor de IB per 1 juli 2023 vastgesteld op 6%. Zonder nadere regeling zou met ingang van 1 juli 2023 het hogere rentepercentage ook gelden voor rente die in rekening wordt gebracht over het bedrag aan terug te vorderen bedragen aan toeslagen. Zoals hiervoor aangegeven acht het kabinet een stijging van de in rekening te brengen rente voor toeslagen naar 6% echter onwenselijk en wil het kabinet de rente voor toeslagen loskoppelen van de belastingrente voor de IB. Om te kunnen differentiëren tussen de belastingrente en de rente voor toeslagen is een wetswijziging noodzakelijk. Gelet op de tijd die is gemoeid met een wetgevingstraject is het niet mogelijk gebleken om de wetswijziging tijdig, te weten voor 1 juli 2023, te realiseren. Daarom wordt voor artikel XIII, onderdeel B, van onderhavig wetsvoorstel terugwerkende kracht voorgesteld tot en met 1 juli 2023. Dit houdt in dat de percentages van de rente, bedoeld in het voorgestelde artikel 27, derde lid, Awir, bij algemene maatregel van bestuur per 1 juli 2023 onafhankelijk kunnen worden vastgesteld van de percentages die bij algemene maatregel van bestuur zijn vastgesteld voor de IB.
Op grond van de voorgestelde delegatiebepaling zal vervolgens bij de nog op te stellen algemene maatregel van bestuur het rentepercentage voor in rekening te brengen rente over het bedrag aan terug te vorderen toeslagen met ingang van 1 juli 2023 worden vastgesteld op 4%. Deze rente zal daardoor dus met IB naar 6%. Dit zal begunstigend zijn voor belanghebbenden die rente zijn verschuldigd ter zake van teruggevorderde bedragen aan toeslagen, aangezien zij hierover geen 6% rente maar 4% rente hoeven te betalen. Verder wordt voorgesteld om bij de nog op te stellen algemene maatregel van bestuur het percentage voor te vergoeden rente over uit te betalen bedragen aan toeslagen voor de periode van 1 juli 2023 tot 1 januari 2024 wel mee te laten stijgen naar 6%, zodat gedurende de periode van terugwerkende kracht de burger niet wordt benadeeld. Het is de bedoeling dat vanaf 1 januari 2024 de te vergoeden rente over uit te betalen bedragen aan toeslagen gelijk wordt getrokken met de in rekening te brengen rente over terug te vorderen bedragen aan toeslagen, zijnde 4%.
Doeltreffendheid, doelmatigheid en evaluatie
Met de voorgestelde wijziging van de Awir wordt het mogelijk om het rentepercentage over het bedrag aan in rekening te brengen en te vergoeden toeslagen apart vast te stellen ten opzichte van het percentage van de belastingrente voor de IB. Hiermee wordt het mogelijk meer gericht op de specifieke doelgroep van toeslagontvangers de hoogte van de rente vast te stellen, waarmee de vaststelling van de rente meer doelgericht kan plaatsvinden.
Uitvoeringsgevolgen Belastingdienst, Toeslagen en Douane
Dienst Toeslagen heeft dit voorstel beoordeeld door middel van een uitvoeringstoets. Hieruit volgt dat de impact van het loslaten van de koppeling van het rentepercentage belastingrente voor toeslagen en de Belastingdienst beperkt is en dat het voorstel uitvoerbaar is.