Base description which applies to whole site

ARTIKEL XXIV

De Wet belastingen op milieugrondslag wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 59, derde lid, komt te luiden:

  • 3. In afwijking van het eerste lid, onderdeel a, bedraagt het tarief voor aardgas voor het verbruik dat hoger is dan 170 000 kubieke meter het tarief, genoemd in dat onderdeel, tweede aandachtsstreepje, per kubieke meter indien het aardgas wordt geleverd aan een verbruiker die dat aardgas gebruikt voor een installatie voor blokverwarming niet zijnde een installatie voor stadsverwarming waarbij grotendeels gebruik wordt gemaakt van restwarmte, aardwarmte of van warmte opgewekt met vaste, vloeibare of gasvormige biomassa, aquathermie, een lucht-water-warmtepomp of een elektrische boiler.

B

Artikel 67 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Op verzoek van de verbruiker die aardgas gebruikt voor een installatie voor blokverwarming niet zijnde een installatie voor stadsverwarming waarbij grotendeels gebruik wordt gemaakt van restwarmte, aardwarmte of van warmte opgewekt met vaste, vloeibare of gasvormige biomassa, aquathermie, een lucht-water-warmtepomp of een elektrische boiler wordt teruggaaf van de belasting verleend voor aardgas dat is belast naar het tarief, bedoeld in artikel 59, derde lid, voor het verbruik hoger dan 170 000 kubieke meter van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met e, van de Wet waardering onroerende zaken voor zover het verbruik van warmte in die onroerende zaak hoger is dan 5 372 000 megajoule per verbruiksperiode van twaalf maanden.

2. In het tweede lid, eerste zin, wordt «De teruggaaf» vervangen door «De teruggaaf, bedoeld in het eerste lid,» en wordt «de gebruiker van de onroerende zaak» vervangen door «de verbruiker, bedoeld in dat lid». Voorts wordt in de tweede zin «die gebruiker» vervangen door «de desbetreffende onroerende zaak» en wordt na «correspondeert met de» ingevoegd «in deze onroerende zaak».

3. Onder vernummering van het derde en vierde lid tot vijfde en zesde lid, worden twee leden ingevoegd, luidende:

  • 3. Op verzoek van de verbruiker die aardgas gebruikt voor een installatie voor blokverwarming niet zijnde een installatie voor stadsverwarming waarbij grotendeels gebruik wordt gemaakt van restwarmte, aardwarmte of van warmte opgewekt met vaste, vloeibare of gasvormige biomassa, aquathermie, een lucht-water-warmtepomp of een elektrische boiler wordt teruggaaf van de belasting verleend, zulks voor het verbruik tot 1 000 kubieke meter per kalenderjaar per onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met e, van de Wet waardering onroerende zaken per kalenderjaar. De teruggaaf wordt na afloop van een kalenderjaar verleend.

  • 4. De teruggaaf, bedoeld in het derde lid, wordt verleend aan de verbruiker, bedoeld in dat lid. De teruggaaf wordt als volgt berekend. Het verschil tussen het tarief, bedoeld in artikel 59, eerste lid, onderdeel a, tweede aandachtsstreepje, en het tarief, bedoeld in artikel 59, eerste lid, onderdeel a, eerste aandachtstreepje, wordt vermenigvuldigd met 1 000. Vervolgens wordt dat bedrag vermeerderd met de op basis van het percentage, genoemd in artikel 9, eerste lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968, over dat bedrag berekende omzetbelasting over dat bedrag. Tot slot wordt het bedrag dat daaruit volgt vermenigvuldigd met het aantal onroerende zaken als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met e, van de Wet waardering onroerende zaken binnen de installatie voor blokverwarming, nadat het aantal onroerende zaken eerst is verminderd met één.

4. In het vijfde lid (nieuw) wordt «de teruggaaf» vervangen door «de teruggaven» en wordt «het eerste lid» vervangen door «het eerste en derde lid». Voorts wordt «wordt verleend» vervangen door «worden verleend».

Licence