De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 7, derde lid, vervalt «verminderd met de aftrekbare giften».
B
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «3.54» vervangen door «3.52, 3.53, eerste lid, onderdelen a en b, en tweede lid, 3.54».
2. In het zesde lid vervalt de eerste zin en wordt «dat artikel» vervangen door «artikel 3.30a van de Wet inkomstenbelasting 2001».
C
Afdeling 2.11 vervalt.
D
Artikel 15bd wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het eerste lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
- h. groepslichamen:
-
alle lichamen waarmee de belastingplichtige is verbonden in een groep in de zin van artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
2. Het tweede lid komt te luiden:
-
2. Voor de toepassing van deze afdeling worden onder renten ter zake van geldleningen niet begrepen:
-
a. renten ter zake van geldleningen voor zover die deel uitmaken van winst uit een andere staat als bedoeld in artikel 15e, eerste lid, waarop de objectvrijstelling voor buitenlandse ondernemingswinsten van toepassing is;
-
b. renten ter zake van geldleningen die zijn verkregen van groepslichamen voor zover de belastingplichtige aannemelijk maakt dat deze geldleningen niet direct verband houden met geldleningen die zijn verkregen van niet-groepslichamen.
-
E
In artikel 15be, eerste lid, wordt «9» telkens vervangen door «10,6» en wordt in de vierde zin «de» vervangen door «De».
F
In artikel 15bf, eerste lid, wordt «9» telkens vervangen door «10,6».
G
In artikel 20a, eerste lid, tweede zin, vervalt telkens «na giftenaftrek».