Beleidsprioriteiten 2011
Het kabinet heeft op het gebied van veiligheid de volgende beleidsprioriteiten:
-
• de buurt veiliger voor bewoner en ondernemer;
-
• een offensief tegen ondermijnende en georganiseerde criminaliteit;
-
• slagkracht voor professionals;
-
• versterking van de rechtstaat.
In het Regeerakkoord VVD-CDA: Vrijheid en verantwoordelijkheid (TK, 2010a) heeft het kabinet-Rutte/Verhagen voor ongeveer € 18 miljard aan bezuinigingsmaatregelen voor 2011–2015 aangekondigd.
Voor het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VenJ) zijn de volgende maatregelen ingeboekt in de Rijksbegroting 2011 en in overige posten:
-
• verlaging budget voor reclassering met € 10 miljoen;
-
• intensivering van per saldo € 10 miljoen voor de maatregel «Plukze»;
-
• intensivering van € 90 miljoen voor oprichting van de nationale politie;
-
• intensivering van € 300 miljoen aan extra middelen voor de politie.
Alle negen beleidsartikelen waarover de minister van VenJ in zijn jaarverslag rapporteert zijn verbonden met de vier prioriteiten. Het gezamenlijk financieel belang van artikelen 12, 13 en 23 bedraagt in 2011 ruim € 10 miljard. Aangezien dit 89% is van het totale budget voor het Ministerie van VenJ, zijn we alleen voor deze drie artikelen nagegaan welke informatie beschikbaar is over de bereikte effecten, de geleverde prestaties en de gemaakte kosten. Figuur 2 laat zien hoe de vier prioriteiten verbonden zijn met deze drie beleidsartikelen.
Figuur 2 Beleidsprioriteiten veiligheid
Wat heeft de minister bereikt?
Hoewel het Jaarverslag 2011 op onderdelen relevante informatie bevat over de resultaten per beleidsartikel, wordt er weinig informatie gegeven over wat de minister van VenJ in 2011 heeft bereikt op het terrein van veiligheid. Veel informatie ontvangt de Tweede Kamer buiten het jaarverslag om. In het jaarverslag verwijst de minister naar evaluaties, monitors en jaarverslagen van derden die in sommige gevallen nog moeten worden uitgevoerd dan wel afgerond. De informatie uit deze rapportages sluit inhoudelijk aan bij de beleidsdoelstellingen van de minister. Hieronder geven we een illustratief overzicht van dergelijke informatie, die vaak niet op tijd beschikbaar is om in het jaarverslag op te nemen.
Veiliger buurt
De landelijke rapportage Integrale Veiligheidsmonitor 2011 van het Centraal Bureau voor de Statistiek en het Ministerie van VenJ (CBS, 2012) geeft inzicht in de sociale veiligheid van burgers in Nederland. De eerste zes indicatoren hebben van burgers een rapportcijfer gekregen op een schaal van 0 en 10. Een lager cijfer komt overeen met minder beleefde sociale veiligheid.
Indicatoren sociale veiligheid | 2010 | 2011 |
---|---|---|
Leefbaarheid in de buurt | 6,3 | 6,3 |
Sociale overlast | 1,7 | 1,7 |
Overige overlast | 1,4 | 1,4 |
Fysieke verloedering | 3,5 | 3,3 |
Vermogensdelicten | 2,8 | 2,7 |
Verkeersoverlast | 3,7 | 3,6 |
% Slachtoffer van delict | 25,4% | 24,9% |
% Voelt zich wel eens onveilig | 26,3% | 25,2% |
Offensief tegen criminaliteit
De Nulmeting bestuurlijke aanpak georganiseerde misdaad (Tweede Kamer, 2010b) geeft inzicht in de resultaten die zijn bereikt met de aanpak van de georganiseerde misdaad (peiljaar 2009):
-
• 57% van de gemeenten bestrijdt georganiseerde misdaad (via Wet Bibob en inrichten van handhavingsbeleid). 43% van de gemeenten voert geen beleid, waarvan 13% wel kennis heeft van georganiseerde criminaliteit in hun gemeente.
-
• Redenen waarom gemeenten geen beleid voeren zijn volgens de nulmeting: aanwezigheid georganiseerde criminaliteit onbekend, bestrijding ervan wordt gezien als taak van politie en Openbaar Ministerie, gebrek aan kennis en expertise, omvang van gemeente.
-
• Gemeenten hebben sterke behoefte aan ondersteuning bij de inrichting van misdaadbestrijding en aan verbetering van hun informatiepositie.3
Slagkracht professionals
De Integrale Veiligheidsmonitor 2011 van het CBS geeft inzicht in de tevredenheid van burgers over het functioneren van de politie. De eerste vier indicatoren hebben van burgers een rapportcijfer gekregen op een schaal van 0 en 10. Een lager cijfer komt overeen met minder tevredenheid over het functioneren van de politie.
Indicatoren tevredenheid functioneren politie | 2010 | 2011 |
---|---|---|
Vertrouwen in politie | 6,3 | 6,4 |
Politie als «crimefighter» | 5,1 | 5,2 |
Wederkerigheid politie-burgers | 5,2 | 5,3 |
Communicatie politie-burgers | 5,5 | 5,7 |
Tevredenheid «totale functioneren politie in buurt» | 41,5% | 43,5% |
Bij de politie aangegeven delicten | 25,0% | 26,3% |
Versterking rechtsstaat
De publicatie Rechtspleging Civiel en Bestuur 2010 van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC, 2011) geeft inzicht in de waardering van burgers voor de rechtspraak.
Indicatoren waardering rechtspraak | 2008 | 2010 | 2011 |
---|---|---|---|
Algemeen waardering burgers | 66% | 60% | – |
Algemeen waardering professionals (p) | 79% | – | 81% |
Algemeen waardering rechtzoekenden (r) | 80% | – | 73% |
Tevredenheid doorlooptijden | 44% | – | 54% |
Tevredenheid doorlooptijden | 33% | – | 46% |
Gehonoreerde wrakingen | 39 | 21 | – |
Ingediende klachten gerechten | 1 094 | 1 208 | – |
Gegronde klachten gerechten | 200 | 208 | – |
Ingediende klachten Hoge Raad | 52 | 43 | – |
Eigen onderzoek AR
Uit ons rapport Prestaties in de strafrechtketen van februari 2012 (AR, 2012a) blijkt dat ongeveer 5% van de meldingen van gewelds- en vermogens-criminaliteit die tussen 1 oktober 2009 en 30 september 2010 bij de politie binnenkwamen, tot een veroordeling in eerste aanleg heeft geleid. Daarnaast leidt ongeveer 3% van de meldingen tot een transactie of andere afdoening door politie of OM. Verder kon in die periode bij 16% van de door het Centraal Justieel Incassobureau opgelegde (principale) vrijheidsstraffen en 14% van de boete-vonnissen niet worden geëffectueerd omdat sprake was van executieverjaring.
Wat heeft de minister gedaan?
De minister hecht aan een daadkrachtige aanpak en er is dan ook in 2011 een aanzienlijk aantal maatregelen uitgevoerd. Uit het Jaarverslag 2011 blijkt dat veel maatregelen grote wetgevingstrajecten betreffen (bijvoorbeeld omtrent adolescentenstrafrecht, bescherming persoonsgegevens en herziening gerechtelijke kaart) en belangrijke koerswijzigingen (zoals vorming Nationale Politie) die in gang zijn gezet. Hieronder geven we per beleidsprioriteit de belangrijkste overige prestaties van de minister weer.
-
• 41% van door de politie in beeld gebrachte problematische jeugdgroepen is aangepakt. Wat dit «aanpakken» inhoudt wordt niet duidelijk uit het jaarverslag.
-
• De gedoogcriteria voor coffeeshops zijn aangescherpt (toegankelijk voor maximaal 2 000 leden, lidmaatschap alleen voor ingezetenen van Nederland van 18 jaar of ouder, minimale afstand tot scholen 350 meter).
-
• Voor de dierenpolitie is een specifieke opleiding gestart, 131 dierenagenten waren eind 2011 fulltime aan de slag, het meldnummer is operationeel geworden en het strafvorderingsbeleid verzwaard.
Veiliger buurt
-
• Naar 30% van de criminele samenwerkingsverbanden is een strafrechtelijk onderzoek gestart. Hoe het ministerie tot dit percentage is gekomen is onduidelijk.
-
• Er zijn twee landelijke specialistische teams gevormd die zich bezighouden met criminele, financiële dienstverleners.
-
• Voor de Regionale Informatie- en Expertisecentra is structurele financiering gekomen en de mogelijkheden van de Wet Bibob zijn verruimd.
-
• De Nationale Cyber Security Strategie en het Cyber Security Beeld Nederland zijn vastgesteld en de Cyber Security Raad is geïnstalleerd.
-
• Het controleren, identificeren en overdragen van illegale vreemdelingen aan de strafrechtketen is versterkt. In 2011 is de implementatie van het programma informatievoorziening strafrechtketen (Progis) afgerond.
Offensief tegen criminaliteit
-
• De invoering van de nationale politie is voorbereid.
-
• Er is een aanvalsplan geformuleerd voor minder bureaucratie (wegnemen van ergerlijke bureaucratie, slimmer organiseren van politiewerk en versterking van vakmanschap zou het aantal direct inzetbare uren politiewerk moeten verhogen met circa 1 000 fte).
-
• Er zijn pilots gehouden om de heterdaadkracht bij de politie te vergroten.
-
• In september 2011 is een aanvalsprogramma vastgesteld om te komen tot een landelijke informatiehuishouding voor de politie.
Slagkracht professionals
-
• De innovatieagenda ter verbetering van geschiloplossing is vastgesteld.
-
• In drie regio’s is het programma herontwerp keten strafrechtelijke handhaving (voor optimalisering van werkprocessen van alle ketenpartners) van start gegaan.
-
• In vijf andere regio’s is begonnen met de snelle selectie en afdoening van eenvoudige strafzaken binnen drie dagen.
Versterking rechtsstaat
Wat heeft het beleid in 2011 gekost?
Over de budgettaire ontwikkelingen per beleidsprioriteit geeft het jaarverslag geen informatie. De informatie is verspreid over de verschillende beleidsartikelen. Door de overheveling van onder meer de politie naar het Ministerie van VenJ zijn de uitgaven in 2011 toegenomen van ruim € 6 miljard naar ruim € 11 miljard.
Voor de drie onderzochte artikelen geldt dat er geen substantiële budgetoverschrijdingen zijn. Wat betreft ontvangsten, blijken alleen de griffieontvangsten substantieel te zijn toegenomen. Dit wordt in het jaarverslag nader toegelicht.
Hierna geven we nog meer aanvullende beleidsinformatie over het thema Veiligheid op basis van eigen onderzoek en op basis van onderzoek door derden.
Uit ons rapport Prestaties in de strafrechtketen (AR, 2012a) blijkt dat aan opsporing, vervolging, berechting en tenuitvoerlegging van misdrijven in 2010 in totaal ruim € 6 miljard is uitgegeven.
Deelterrein | Betrokken ketenpartners | Uitgaven (x € 1 miljoen) |
---|---|---|
Opsporing | Politie | 2 917,0 |
Vervolging | Openbaar Ministerie | 699,6 |
Berechting | Rechtspraak | 315,8 |
Tenuitvoerlegging | CJIB, DJI, HALT, reclassering | 2 257,9 |
Totaal | 6 190,3 |
Bron: CBS Statline, Veiligheidszorgrekeningen 2010.
In ons rapport Detentie, behandeling en nazorg criminele jeudgdigen; Terugblik van maart 2012 (AR, 2012b) hebben we aangegeven dat de nominale kostprijs van een plaats per dag in een jeugdinrichting in de periode 2007 t/m 2011 met 83% is toegenomen door forse inspanningen om de kwaliteit van detentie en behandeling te verbeteren. Wij constateren dat de minister pas in 2017 weet of deze inspanningen tot betere effecten hebben geleid.
Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) legt in het rapport Waar voor ons belastinggeld? van januari 2012 (SCP, 2012) een relatie tussen de ontwikkeling van kostprijzen en (kwaliteit van) prestaties:
-
• Het ophelderingspercentage van de politie is sterk gestegen (met 21%), maar tegelijkertijd zijn de reële uitgaven per product met 80% gestegen.
-
• Geboekte successen zijn behaald dankzij een hogere inzet van middelen.
-
• Voor de strafrechtketen is sprake van een verhoogde doelmatigheid in de vorm van een grotere strafkans en verminderde criminaliteit.
-
• De uitgavenstijging van 120% lijkt niet het gevolg van expliciete maatregelen, maar vooral van hogere prijzen en/of productie (het aantal afgedane zaken)
Aandachtspunt
In 2012 zal naar verwachting een begin gemaakt worden met de vorming van de Nationale Politie als de nieuwe wet wordt aangenomen. Hoewel dit om extra aandacht vraagt van het ministerie, heeft deze nog niet duidelijk voor ogen hoe het zijn informatiehuishouding en de aansturing hierop moet aanpassen.
Conclusie
Het jaarverslag bevat veel voorlopige realisatiecijfers over 2011. Dit geldt onder meer voor de Raad voor de rechtspraak en het OM. De jaarverslagen van de politiekorpsen zijn pas op 1 april beschikbaar. Ook voor veel effectevaluaties en monitors geldt dat deze nog in ontwikkeling zijn of nog moeten worden afgerond. Over de budgettaire ontwikkelingen per beleidsprioriteit geeft het jaarverslag evenmin informatie. De Tweede Kamer zou de minister erop kunnen aanspreken deze informatie volgend jaar wel (tijdig) beschikbaar te hebben en op te nemen in het jaarverslag.
Gepubliceerd in 2011 en 2012 | • ICT Politie 2010 (AR, 2011c) • Prestaties in de strafrechtketen (AR, 2012a) • Detentie, behandeling en nazorg criminele jeugdigen; Terugblik (AR, 2012b) |
Gepland in 2012 | • Onderzoek Nationale Politie • Transparantie en verantwoording besteding publieke middelen voor rampen- en crisisbestrijding • Bestrijden witwassen en terrorismefinanciering; Terugblik |