Base description which applies to whole site

VOORWOORD

Voor u ligt het Financieel Jaarverslag van het Rijk 2023. Terugkijkend zien we dat het jaar financieel beter is afgesloten dan verwacht, in heel onrustige tijden. We kregen te maken met ernstige geopolitieke ontwikkelingen, zoals de voortdurende oorlog in Oekraïne. Vrede en welvaart zijn nog minder vanzelfsprekend dan aan de start van dit kabinet. De economische gevolgen hiervan waren ook in onze eigen samenleving merkbaar met stijgende energieprijzen en hoge inflatie.

Het kabinet heeft voor 2023 een ongekend pakket aan koopkrachtmaatregelen genomen, zoals het instellen van het prijsplafond voor energie. Hierdoor bleef het verlies aan koopkracht voor huishoudens beperkt. Met de verhoging van het minimumloon met ruim 10%, het verhogen van verschillende toeslagen en het verlagen van de lasten voor werkenden heeft het kabinet een stijging van de armoede voorkomen.

Als het kabinet toen niets had gedaan, zou de energierekening onbetaalbaar zijn geweest en het aantal kinderen én volwassen die in Nederland in armoede leven, zijn gestegen. Het extra geld van het kabinet kan voor sommigen het verschil maken tussen ontbijten voordat je naar school gaat of niet, tussen een cadeautje naar een verjaardagsfeest meenemen, of niet, tussen lid worden van de voetbalvereniging of niet.

In 2023 kwamen plannen uit de ambitieuze investeringsagenda van dit kabinet verder tot besteding. We investeerden in belangrijke maatschappelijke uitdagingen, zoals kansengelijkheid, onderwijs, klimaat, en defensie. Hierbij werd ook steeds duidelijk dat de belemmeringen lang niet altijd komen door het budget, maar ook door krapte aan personeel. Bij het realiseren van beleidsdoelen lopen we tegen de grenzen aan van milieu en ruimte. Extra geld lost niet alle problemen op.

Het afgelopen jaar werden dan ook niet alle middelen voor deze ambities uitgegeven. Er bleef 13 miljard euro over. Hiervan hebben we 5,8 miljard doorgeschoven naar latere jaren, om alsnog te besteden aan doelen waarvoor ze bestemd waren. De overige 7,2 miljard is de zogeheten onderuitputting. Er bleef vooral veel geld over bij de investeringsbudgetten en bij complexe opgaven, zoals de hersteloperatie Toeslagen, Groningen en de aanpak van de stikstofcrisis.

Het verschil tussen de ramingen en realisatie was groot in 2023. We hebben hiervan geleerd en hebben deze inzichten ook meegenomen bij het opstellen van de Voorjaarsnota. Daarnaast heeft de Algemene Rekenkamer zich de afgelopen jaren kritisch uitgelaten over ons financieel beheer. Samen met alle departementen is hard gewerkt om dat te verbeteren. Belangrijk, omdat de burger erop vertrouwt dat wij verantwoord omgaan met belastinggeld. Met andere woorden: geven we het geld netjes volgens de afgesproken regels uit.

Dit jaar is dankzij alle inspanningen de rechtmatigheid verder verbeterd, alleen de verplichtingen komen nog net boven de tolerantiegrens van de Algemene Rekenkamer uit. Dit blijft een punt van aandacht.

Tot slot: de monitor brede welvaart van het CBS laat zien dat de brede welvaart in ons land over het algemeen hoog is. 84,2% van de Nederlanders beoordeelt het leven met een 7 of hoger. Tegelijkertijd heeft dit ook een keerzijde. Het CBS laat zien dat het hoge niveau van brede welvaart in het hier-en-nu ten koste kan gaan van de welvaart van latere generaties. Het klimaat staat onder zware druk. Er zijn keuzes nodig om ervoor te zorgen dat de aarde leefbaar blijft voor mensen elders en de generaties die na ons komen. Het kabinet heeft in 2023 fors geïnvesteerd om hier een begin mee te maken.

De Minister van FinanciënS.P.R.A. Van Weyenberg

Licence