Aanbevelingen Algemene Rekenkamer
Hieronder worden de conclusies en aanbevelingen vermeld van de Algemene Rekenkamer in het Rapport bij het jaarverslag 2003 Diergezondheidsfonds en de reactie van LNV hierop.
• Destructie van risicomateriaal:
De Algemene Rekenkamer constateerde over 2003 een onvolkomenheid in het toezicht op en de verantwoording over de destructie en verbranding van risicomateriaal.
De opmerkingen van de Algemene Rekenkamer over het toezicht op en verantwoording van de vernietiging en verbranding van risicomateriaal van de bestrijding van dierziekten, zijn aanleiding geweest om de procedures en het toezicht aan te scherpen. Met name betreft het de registratie en controle van de gegevens van overgenomen dieren en/of karkassen bij het ruimen, vervoer en aflevering bij de destructor. Op basis van de controle op het destructieproces bij de destructor over 2004, zal worden beoordeeld of de daarop betrekking hebbende afspraken en procedures moeten worden aangepast.
Overigens is de regelgeving met betrekking tot destructiemateriaal in 2003 aangepast op basis van Europese regelgeving. Voor alle categorieën dierlijke bijproducten – er wordt dus niet meer gesproken over destructiemateriaal – is aangegeven welke verwerkingsmogelijkheden zijn toegestaan. De Europese controleorganisatie (FVO) heeft in haar inspectie/evaluatie geconcludeerd dat de controle op verwerking en vernietiging (bij Rendac en verbranders) goed is. Naar aanleiding van de nieuwe regelgeving en de bevindingen van de FVO heeft wel een intensivering plaatsgevonden van controles op de zogenaamde categorie 3-materialen.
• Verantwoordelijkheidsverdeling DGF:
De Rekenkamer constateerde dat de verantwoordelijkheidsverdeling tussen dienstonderdelen van het Ministerie van LNV voor het financieel beheer van het DGF niet duidelijk was.
In 2004 is er gewerkt aan de verdere implementatie van de in 2003 gemaakte afspraken over de verdeling van taken en verantwoordelijkheden ten aanzien van het DGF tussen staf-, beleidsdirecties en uitvoeringsorganisaties van LNV. In opdracht van LNV heeft Ernst & Young de verantwoordelijkheidsverdeling tussen de organisatieonderdelen op hoofdlijnen beschreven. De concrete uitwerking van deze hoofdlijnen is verwerkt in de afspraken tussen opdrachtgever en -nemer of zal nog worden verwerkt in de afspraken over 2005/2006. Voor zover dat nog niet gerealiseerd is, zal de taakverdeling nog nader moeten worden uitgewerkt. Uiteindelijk zal dit leiden tot een actuele beschrijving van de administratieve organisatie. Daarnaast is ook geïnvesteerd in een verbetering van de administratieve vastlegging en verantwoording van de uitgaven.