Toezichtrelaties/Bijlage ZBO's en RWT's
Binnen VenW is ten aanzien van het toezicht op ZBO's en RWT's het beleidskader «Welingericht Toezicht» van kracht, met de daarbij behorende aanschrijving. Welingericht Toezicht is de algemene toezichtvisie van VenW. Voor de onderscheiden ZBO's en RWT's zijn c.q. worden zogeheten specifieke toezichtvisies opgesteld.
In 2004 is voor een aantal ZBO's en RWT's een toezichtvisie conform het beleidskader opgesteld dan wel geactualiseerd.
2004 was het laatste jaar waarin de relatie tussen de Staat en Railverkeersleiding en Railned werd beheerst door een jaarovereenkomst en de relatie tussen de Staat en Railinfrabeheer een subsidierelatie betrof. Wat betreft de jaarovereenkomsten vond de betaling plaats op basis van het hiervoor geldende bekostigingsmodel. De financiering van Railinfrabeheer (RIB) vond plaats op grond van subsidieverlening en werd beheerst door de Wet infrastructuur en de Algemene wet bestuursrecht.
In 2004 zijn de voorbereidingen getroffen voor de inmiddels gerealiseerde fusie per 1 januari 2005 van Railverkeersleiding, Railned en Railinfrabeheer tot één bedrijf, ProRail. De relatie Staat – ProRail is per die datum gebaseerd op de concessie die op grond van de Spoorwegwet aan ProRail is verleend per 1 januari 2005 en de subsidieverlening op grond van de Wet en het Besluit Infrastructuur.
Het tekort op de egalisatierekening is in 2004 ingelopen met € 23 mln.
In de beheerconcessie zijn bepalingen met betrekking tot de migratie van ProRail naar output- en outcomesturing opgenomen. In dat kader is met ProRail overleg gevoerd over de elementen die hieraan kunnen bijdragen, zoals de toezichtvisie, het bekostigingsmodel en het vaststellen van de jaarlijkse subsidie.
De toezichtvisie die was opgesteld voor RIB voor het jaar 2003, werd met wederzijds goedvinden verlengd tot en met 2004. In 2004 is gewerkt aan een toezichtvisie ProRail 2005. Daar de definitieve inhoud van de beheerconcessie pas eind december bekend was en er in 2005 nog een overleg met de Kamer hierover zal plaatsvinden, is deze toezichtvisie nog niet definitief. De verwachting is dat deze eind eerste kwartaal 2005 aan de Bestuursraad kan worden aangeboden.
De tarieven voor 2005 zijn vastgesteld en goedgekeurd. Daarbij zijn geen bijzonderheden naar voren gekomen. De begroting en het Financieel Meerjarenbeleidsplan zijn vastgesteld en goedgekeurd.
Het Strategisch Plan 2005–2008 van de RDW is met de directie van de RDW besproken. Daarbij zijn nadere afspraken gemaakt over de afstemming op het gebied van internationale overleggen die de RDW namens de minister in Brussel en Geneve voert op het gebied van wet- en regelgeving met betrekking tot voertuigen. Ook zijn nadere afspraken gemaakt over de activiteiten op het gebied van typegoedkeuringen, te weten dat deze taak uiterlijk in 2007 kostendekkend dient te zijn. Gezien de sterke internationale concurrentie voor deze taak, ligt er een aanzienlijke uitdaging op dit terrein.
In 2004 zijn drie nieuwe leden van de Raad van Toezicht door de minister benoemd (geen bijzonderheden over te melden).
Naar aanleiding van het jaarverslag 2003 van de RDW is afgesproken dat extra aandacht zal worden geschonken aan de wachttijden voor niet vaste (met name particuliere) klanten bij de keuringsstations. Daarnaast hanteert de RDW zogenoemde bloktijden voor vaste, zakelijke klanten.
De algemene reserve is in 2004 conform afspraak afgebouwd tot nul.
De RDW heeft geen aanspraak hoeven te doen op aanvullende leenfaciliteiten.
Aangezien de RDW tariefgefinancierd is, zijn in de begroting en het jaarverslag van VenW geen ramingen en realisaties opgenomen. Voor een overzicht van de begroting en realisatie van de RDW wordt verwezen naar het jaarverslag 2004 van de RDW dat uiterlijk 1 juli gepubliceerd zal worden.
De tarieven zijn overeenkomstig de gebruikelijke procedure vastgesteld en gepubliceerd in de Staatscourant. De tarieven zijn aangepast overeenkomstig de normale procedure die hier voor geldt.
De Raad van Toezicht van de Stichting CBR keurt de begroting goed.
De jaarrekening wordt met goedkeurende accountantverklaring aan VenW ter informatie aangeboden.
In het kader van de nieuw op te stellen wet CBR zal de opbouw van de vermogenspositie van de Stichting CBR een van de te bespreken onderwerpen zijn. Het Kabinet heeft in de zomer van 2004 besloten af te zien van het reglementeren van de bijzondere hybride positie van het CBR in de Wegenverkeerswet 1994. Het CBR dient een organisatie te worden met louter publieke activiteiten. De private activiteiten dienen te worden beëindigd.
Wat betreft de Onderzoeken en EMA's (art. 130–134 Wegenverkeerswet 1994) kan het volgende worden opgemerkt:
Onderzoeken: gepland 2004: 6 600, gerealiseerd: 7 544;
EMA's: gepland 2004: 9 600, gerealiseerd:10 294.
Deze cijfers zijn nog niet officieel goedgekeurd.
In afwachting van een kostprijsmodel is besloten om geen tariefmutaties door te voeren, zodat de tarieven voor 2005 gelijk zijn aan die van 2004, alsmede om nog geen omvang te bepalen voor een reserve voor de publieke taakuitoefening. Op korte termijn zal het kostprijsmodel worden vastgesteld en zullen nieuwe tarieven worden voorgesteld.
Er heeft twee maal overleg tussen de Landelijke Belangenvereniging voor Rijopleiding Instituten (LBVI), Innovam en VenW plaatsgevonden over de taakuitoefening van Innovam. Reden daarvoor was een aantal klachten over de kwaliteit van de dienstverlening. Naar aanleiding van deze overleggen is door Innovam een aantal maatregelen getroffen waardoor de kwaliteit van de dienstverlening zichtbaar is verbeterd (onder andere minder klachten, kortere doorlooptijden tussen aanvraag en afnemen examens).
Koninklijk Onderwijsfonds voor de Scheepvaart (KOFS)
Het versterkt toezicht op het KOFS heeft in overleg met OCW in 2004 geleid tot een doelmatigheidsonderzoek. Op grond van de resultaten van dit onderzoek is besloten het KOFS los te weken van de huidige organisatiestructuur. Dit omvormingsproces zal in 2005 zijn beslag krijgen.
Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie (NIWO)
Ten aanzien van de NIWO is besloten de juridische vormgeving niet te wijzigen. Wel is een aantal noodzakelijke wijzigingen in gang gezet en wordt de toezichtvisie aangepast aan de nieuwe situatie.
Stichting Inschrijving Eigen Vervoer (SIEV)
In verband met de voorgenomen wijziging van de Wet goederenvervoer over de weg komt het regime van de inschrijvingen eigen vervoer te vervallen. Dat leidt er toe dat de activiteiten van de SIEV ten einde lopen.
Met SIEV is contact over de afbouw.
Keuringsinstanties pleziervaartuigen en keuringsinstanties uitrusting van zeeschepen
Deze keuringsinstanties worden inmiddels niet meer door de Algemene Rekenkamer als RWT aangemerkt, aangezien slechts sprake is van een maximumtarief voor de werkzaamheden die voortvloeien uit de publieke taak.
Organisaties zijn gecertificeerd door de Raad van Accreditatie (RvA), welke jaarlijks toezicht op deze organisaties houdt.