Rijkswaterstaat
(1) | (2) | (3)=(2)-(1) | ||
---|---|---|---|---|
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie 2011 |
Baten | ||||
Omzet moederdepartement | 1.968.723 | 2.230.363 | 261.640 | 2.197.097 |
Omzet overige departementen | 30.000 | 34.899 | 4.899 | 38.556 |
Omzet derden | 82.000 | 104.656 | 22.656 | 143.116 |
Rentebaten | 800 | 895 | 95 | 1.838 |
Vrijval voorzieningen | – | 1.011 | 1.011 | 0 |
Bijzondere baten | 10.000 | 2.773 | – 7.227 | 4.608 |
Totaal baten | 2.091.523 | 2.374.597 | 283.074 | 2.385.215 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 1.033.091 | 1.047.236 | 14.145 | 1.031.938 |
* personele kosten | 720.184 | 748.033 | 27.849 | 754.745 |
* materiële kosten | 312.907 | 299.203 | – 13.704 | 277.193 |
Onderhoud | 980.191 | 1.247.730 | 267.539 | 1.246.209 |
Afschrijvingskosten | 63.494 | 50.588 | – 12.906 | 53.331 |
* materieel | 60.769 | 48.546 | – 12.223 | 51.547 |
* immaterieel | 2.725 | 2.042 | – 683 | 1.784 |
Overige Lasten | 14.748 | 15.203 | 455 | 12.633 |
* Dotaties voorzieningen | – | 4.000 | 4.000 | 1.479 |
* Rentelasten | 14.748 | 7.751 | – 6.997 | 8.714 |
* Bijzondere lasten | – | 3.452 | 3.452 | 2.440 |
Totaal lasten | 2.091.523 | 2.360.757 | 269.234 | 2.344.111 |
Saldo van baten en lasten | – | 13.840 | 13.840 | 41.104 |
Dotatie aan reserve Rijksrederij | – | 8.846 | 8.846 | 15.185 |
Nog te verdelen resultaat | – | 4.994 | 4.994 | 25.919 |
Toelichting op de verantwoordingsstaat
Baten
Omzet Moederdepartement
De omzet moederdepartement betreft de omzet voor werkzaamheden die Rijkswaterstaat verricht voor het moederdepartement. De omzet moederdepartement is een vergoeding voor:
-
• het beheer en onderhoud van de infrastructuur en verkeersmanagement;
-
• de apparaatskosten (personeel en materieel) van Rijkswaterstaat die verband houden met de aanleg en onderhoud van infrastructuur;
-
• capaciteit die Rijkswaterstaat levert in het kader van de kennis- en adviestaken.
De toename van de omzet van het moederdepartement ten opzichte van de begroting zijn grotendeels te verklaren door het in lijn brengen van het budget voor Beheer en Onderhoud met de meerjarige onderhoudsplanning, zoals toegelicht in bijlage 4.2 van de begroting Infrastructuurfonds 2012.
Specificatie omzet moederdepartement | Begroting 2012 | Realisatie 2012 |
---|---|---|
Hoofdwatersystemen | 381.733 | 367.956 |
Hoofdwegen | 829.537 | 1.003.693 |
Hoofdvaarwegen | 426.319 | 555.948 |
Overig | 331.134 | 302.766 |
Totaal | 1.968.723 | 2.230.363 |
Bron: Rijkswaterstaat
Omzet overige departementen
De omzet overige departementen heeft betrekking op van andere ministeries ontvangen vergoedingen voor activiteiten die voor die andere ministeries zijn uitgevoerd. Het belangrijkste deel betreft opbrengsten voor het gebruik van vaartuigen van de Rijksrederij. De hogere realisatie wordt in belangrijke mate veroorzaakt door bijdragen van andere ministeries aan projecten en vergoedingen voor personeel dat voor andere departementen heeft gewerkt.
Omzet derden
De omzet derden betreffen voor een belangrijk deel vergoedingen voor schades veroorzaakt door (vaar)weggebruikers aan de (water)wegen (€ 26,5 miljoen) en opbrengsten in het kader van de Waterwet (€ 16,6 miljoen). Ook zijn er vergoedingen ontvangen voor personeel dat voor derden heeft gewerkt (€ 9,8 miljoen). De resterende omzet derden betreft met name bijdragen van provincies en gemeenten voor diverse uitgevoerde werkzaamheden in het kader van beheer en onderhoud. De opbrengsten zijn hoger dan begroot. Dit komt enerzijds door de genoemde ontvangsten voor personeel, die niet waren begroot, en anderzijds door hogere vergoedingen voor beheer en onderhoud van provincies en gemeentes.
Rentebaten
Deze hebben voornamelijk betrekking op vergoedingen over de rekening courant en korte termijndeposito’s die door Rijkswaterstaat worden aangehouden. De rentebaten zijn hoger dan begroot als gevolg van een hoger saldo Liquide Middelen dan begroot gedurende het jaar.
Vrijval voorzieningen
Jaarlijks wordt de voorziening dubieuze debiteuren op basis van de ouderdom van de openstaande debiteurenposten berekend. Dit jaar is de gemiddelde ouderdom door actief debiteurenbeleid afgenomen waardoor een vrijval van € 1 miljoen heeft plaatsgevonden, waardoor de voorziening per saldo lager is dan vorig jaar.
Bijzondere baten
De bijzondere baten bestaan grotendeels uit boekwinsten uit de verkoop van activa.
Lasten
Personele kosten
De personele kosten zijn hoger dan begroot. De hogere kosten worden met name veroorzaakt door een stijging van de werkgeverspremies met betrekking tot zorgverzekeringswet en pensioenpremies.
De bezetting in 2012 gedaald naar 8.640 FTE, waarmee de gemiddelde bezetting 2012 (8.723 FTE) lager is dan de toegestane formatie (9.042).
Daarnaast waren de kosten van inhuur enigszins hoger als gevolg van enerzijds het doorschuiven van inhuur voor spoedaanpakprojecten die is doorgeschoven van 2011 naar 2012 en anderzijds door inhuur op vacatures. Door het beleid terughoudend om te gaan met vervangende inhuur is de hogere realisatie beperkt gebleven. De kosten van externe inhuur betreffen de inzet van derden op de kerntaken van Rijkswaterstaat.
Specificatie | Begroting 2012 | Realisatie 2012 |
---|---|---|
Aantal FTE | 9.042 | 8.723 |
Kosten per FTE | 75 | 79 |
Eigen personeelskosten | 674.346 | 687.413 |
Kosten Inhuur | 45.838 | 60.620 |
Totale personele kosten | 720.184 | 748.033 |
Bron: Rijkswaterstaat
Materiële kosten
De materiële kosten bestaan onder meer uit: bureau-, voorlichtings- en huisvestingskosten, kosten voor onderhoud en exploitatie van bedrijfsmiddelen en kosten voor huren en leasen van bedrijfsmiddelen. De lagere realisatie is in belangrijke mate het gevolg van het sturen op efficiëntie om op lange termijn te kunnen voldoen aan de opgelegde taakstellingen op het apparaat.
Onderhoud
Onderhoud heeft betrekking op de kosten die in rekening worden gebracht door derden (met name aannemers en ingenieursbureaus), die werkzaamheden uit voeren die direct bijdragen aan het beheer en de instandhouding van de infrastructuur. Daarnaast zijn zowel de inhuur op niet-kerntaken in het primaire proces als de investeringen met betrekking tot het beheer van areaal verantwoord onder de post onderhoud. De hogere realisatie op beheer en onderhoud wordt met name veroorzaakt door het aansluiten van het budget met de meerjarige onderhoudsplanning (zie Omzet moederdepartement). Daarnaast zijn ook de bijdragen van derden ten behoeve van onderhoudsprojecten hoger dan geraamd.
Rentelasten
Dit betreft kosten van rentedragende leningen die bij het ministerie van Financiën zijn afgesloten. De kosten zijn lager dan begroot door het terughoudend aangaan van nieuwe investeringen en het feit dat in de begroting 2012 rekening gehouden was met hogere rentelasten voor de Rijskrederij die nu via de bestemmingsreserve verlopen.
Afschrijvingskosten
Dit betreft de reguliere afschrijvingskosten van zowel materiële als immateriële vaste activa. De kosten zijn lager dan begroot door het terughoudend aangaan van nieuwe investeringen en het feit dat in de begroting 2012 rekening gehouden was met hogere rentelasten voor de Rijskrederij die nu via de bestemmingsreserve verlopen.
Bijzondere lasten
De bijzondere lasten bestaan voor € 1,3 miljoen uit boekverliezen op afgestoten activa en voor € 1,7 miljoen aan bijzondere lasten als gevolg van het desinvesteren van de kosten die gemaakt waren voor de verkeerscentrale Geldrop.
Dotatie Rijksrederij
Deze dotatie bestaat uit het verschil bij de Rijksrederij tussen afschrijvingen op vervangingswaarde (waarop de tarieven zijn gewaardeerd) en historische uitgaafprijs (waarop de vaartuigen worden gewaardeerd). Dit bedrag wordt toegevoegd aan de reserve Rijksrederij, waar dit gereserveerd wordt voor de aanschaf van nieuwe vaartuigen en levensduurverlengend onderhoud.
Balans 2012 | Balans 2011 | |||
---|---|---|---|---|
Activa | ||||
Immateriële vaste activa | 3.663 | 4.229 | ||
Materiële vaste activa | 242.108 | 261.857 | ||
* grond en gebouwen | 121.018 | 124.507 | ||
* installaties en inventarissen | 25.591 | 29.683 | ||
* overige materiële vaste activa | 92.898 | 101.772 | ||
* in ontwikkeling | 2.601 | 5.895 | ||
Financiële vaste activa | 94.787 | 104.187 | ||
Voorraden | ||||
Onderhanden werk | 9.013.411 | 7.547.002 | ||
Debiteuren | 25.355 | 33.095 | ||
Nog te ontvangen | 18.597 | 20.983 | ||
Liquide middelen | 359.909 | 262.747 | ||
Totaal activa | 9.757.830 | 8.234.100 | ||
Passiva | ||||
Eigen Vermogen | 124.976 | 111.503 | ||
* exploitatiereserve | 86.316 | 60.396 | ||
* reserve Rijksrederij | 33.666 | 25.188 | ||
* onverdeeld resultaat | 4.994 | 25.919 | ||
Leningen bij het MvF | 191.605 | 219.086 | ||
Voorzieningen | 5.494 | 1.684 | ||
Op te leveren projecten | 9.013.411 | 7.547.002 | ||
Crediteuren | 99.619 | 58.283 | ||
Nog te betalen | 322.725 | 296.542 | ||
Totaal passiva | 9.757.830 | 8.234.100 |
Toelichting op de balans
Activa
Immateriële activa
De immateriële vaste activa zijn gewaardeerd tegen het bedrag van de bij derden bestede kosten, verminderd met de cumulatieve lineaire afschrijvingen.
Materiële vaste activa
De materiële vaste activa zijn gewaardeerd op aanschafwaarde, verminderd met de cumulatieve lineaire afschrijvingen. Door terughoudend in het investeren in materiële vaste activa is deze post in waarde afgenomen.
Financiële vaste activa
Onder de financiële vaste activa is het langlopende deel van de vordering op het Ministerie van Infrastructuur en Milieu opgenomen, die ontstaan is bij de vorming van de Baten en Lastendienst in 2006. In 2008 zijn er afspraken gemaakt over de afwikkeling van deze vordering. Resultaat hiervan is dat het restant van de vordering ultimo 2008 in 15 jaar wordt afgebouwd. Het kortlopende deel van deze vordering (aflossing 2013) is opgenomen onder debiteuren.
Onderhanden werk
Onder de post onderhanden werk is de som van de directe productie-uitgaven op lopende MIRT-projecten tot en met de balansdatum opgenomen. Hier tegenover staat aan passivazijde eveneens de post «op te leveren projecten» voor hetzelfde bedrag. In 2012 is onder meer gestart met de projecten A4 Delft – Schiedam en Wilhelminakanaal en zijn onder meer de projecten A12 Lunetten – Veenendaal en A74 Venlo opengesteld.
Debiteuren
De waardering van de post debiteuren vindt plaats tegen nominale (factuur)waarde of lagere waarde als gevolg van mogelijke oninbaarheid. De openstaande bedragen ouder dan 2 jaar zijn 100% voorzien, tenzij aannemelijk is gemaakt dat een lagere voorziening volstaat. Door actief opschonen van oudere openstaande debiteurenposten en het verbeteren van het debiteurenproces is de stand van Debiteuren gedaald in 2012.
Nog te ontvangen
De post nog te ontvangen bestaat uit nog te ontvangen en vooruitbetaalde bedragen. Het bedrag aan uitstaande vorderingen is lager dan eind vorig jaar.
Liquide middelen
De post liquide middelen is toegenomen in 2012. Dit is onder meer het gevolg van een dalend debiteurensaldo door actief debiteurenbeleid, het winstsaldo en een stijging van het crediteurensaldo.
Passiva
Eigen Vermogen
Het eigen vermogen bestaat naast een exploitatiereserve en een nog onverdeeld resultaat uit de bestemmingsreserve Rijksrederij. Deze bestemmingsreserve Rijksrederij wordt opgebouwd vanuit het tarief voor het gebruik van de schepen van de Rijksrederij, dat gebaseerd is op vervangingswaarde, en is bestemd voor de aanschaf van nieuwe vaartuigen en voor levensduur verlengend onderhoud.
Ontwikkeling Eigen vermogen | Stand per 31/12/10 | Stand per 31/12/11 | Stand per 31/12/12 |
---|---|---|---|
Eigen vermogen | |||
– exploitatiereserve | 47.436 | 60.396 | 86.316 |
– bestemmingsreserve Rijksrederij | 14.386 | 25.188 | 33.666 |
– onverdeeld resultaat | 12.960 | 25.919 | 4.996 |
Totaal | 74.782 | 111.503 | 124.976 |
Bron: Rijkswaterstaat
Het Eigen Vermogen is gestegen tot bijna 125 miljoen euro, waarmee het Eigen Vermogen voor een bedrag van € 3 miljoen boven het maximum van 5% van de gemiddelde omzet voor apparaatskosten en onderhoud van de afgelopen 3 jaar uitkomt. Deze overschrijding is met name het gevolg van terughoudendheid in het aangaan van investeringen in nieuwe schepen, waardoor de bestemmingsreserve Rijksrederij in omvang is gestegen. Bij de eerstvolgende suppletoire begrotingswet zal worden aangegeven hoe deze overschrijding wordt hersteld.
Langlopend vreemd vermogen
Het langlopende vreemd vermogen betreft leningen bij het Ministerie van Financiën in het kader van de leenfaciliteit. Deze leningen zijn gebruikt ter financiering van investeringen in vaste activa. Ten behoeve van investeringen is voor € 27,9 miljoen in 2012 geleend bij het Ministerie van Financiën.
Voorzieningen
Bij de vorming van de Rijksrederij in 2009 is de voorziening arbeidsvoorwaardenverschil ontstaan als gevolg van de arbeidsvoorwaardenverschillen voor het personeel dat naar Rijkswaterstaat is overgekomen. In 2012 is € 0,2 miljoen onttrokken. De looptijd van deze voorziening is uiterlijk tot 2023.
In 2012 is voor RWS een (nieuwe) reorganisatievoorziening getroffen. De basis voor het vormen van deze reorganisatievoorziening is de besluitvorming binnen RWS in het kader van het ondernemingplan RWS (OP2015). Als gevolg van dit OP2015 zal de organisatie in de komende jaren met aanzienlijk minder medewerkers haar taken gaan vervullen. In de aanloop naar de kleiner wordende organisatie zijn in 2012 financiële regelingen met verschillende looptijden getroffen met een aantal medewerkers.
Stand 1-1-12 | Dotatie 2012 | Onttrekking 2012 | Vrijval 2012 | Stand 31-12-12 | |
---|---|---|---|---|---|
Voorziening arbeidsvoorwaardenverschil | 1.684 | 190 | 1.494 | ||
Reorganisatievoorziening | 4.000 | 4.000 | |||
totaal | 1.684 | 4.000 | 190 | 5.494 |
Bron: Rijkswaterstaat
Op te leveren projecten
Voor een toelichting wordt verwezen naar de debet-post «onderhanden werk».
Crediteuren
De stijging in 2012 wordt met name verklaard doordat er eind 2012 enkele grote facturen zijn ontvangen, die niet meer voor de jaargrens betaald konden worden.
Nog te betalen
Onder «nog te betalen» zijn de nog uit te voeren werkzaamheden (€ 90 miljoen) en overige schulden en overlopende passiva opgenomen. De «nog uit te voeren werkzaamheden» zijn op de balans gepassiveerd en zullen in 2013 worden uitgevoerd.
(1) | (2) | (3)=(2)-(1) | ||
---|---|---|---|---|
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | |
1. | Rekening-courant RHB + stand deposito-rekeningen 1 januari 2012 | 149.204 | 262.740 | 113.536 |
2. | Totaal operationele kasstroom | 63.494 | 146.784 | 83.290 |
Totaal investeringen (-/-) | – 66.500 | – 31.922 | 34.578 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 1.647 | 1.647 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | – 66.500 | – 30.275 | 36.225 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 | |
Eenmalige storting door moederdepartement (+) | 8.400 | 8.400 | 0 | |
Aflossingen op leningen (-/-) | – 50.483 | – 55.692 | – 5.209 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 66.500 | 27.948 | – 38.552 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 24.417 | – 19.344 | – 43.761 |
5. | Rekening-courant RHB + stand depositorekeningen 31 december 2012 (=1+2+3+4) (maximale roodstand 0,5 miljoen euro) | 170.615 | 359.905 | 189.290 |
Bron: Rijkswaterstaat
Toelichting Kasstroomoverzicht
Operationele kasstroom
Hieronder vallen de inkomsten en uitgaven gedurende 2012 uit de reguliere bedrijfsvoering. De hogere operationele kasstroom wordt onder meer veroorzaakt door het positieve resultaat, de stijging van de post crediteuren en de daling van de post debiteuren.
Investeringskasstroom
Hieronder vallen de verkopen van activa en de nieuwe investeringen. Een belangrijk deel van deze investeringen had betrekking op gebouwen en nieuwe schepen voor de rijksrederij. Door terughoudendheid in het aangaan van nieuwe investeringen en door desinvesteringen is de investeringskasstroom lager dan begroot.
Financieringskasstroom
Hieronder vallen alle geldstromen die te relateren zijn aan de financiering van het agentschap, te weten:
-
• Aflossing langlopende vordering op moederdepartement € 8,4 miljoen.
-
• Beroep op de leenfaciliteit € 27,9 miljoen.
-
• Aflossingen op leningen € 55,7 miljoen.
Terughoudendheid in het doen van investeringen en het financieren van enkele investeringen uit eigen middelen resulteerden in een lagere financieringskasstroom.
Doelmatigheidsindicatoren
Een doelstelling van de agentschapvorming van Rijkswaterstaat is het verhogen van de doelmatigheid. Om te kunnen beoordelen hoe de doelmatigheid zich ontwikkelt, wordt gebruik gemaakt van een aantal indicatoren. Omdat vanuit de historie sommige cijfers niet vergelijkbaar kunnen worden weergegeven, wordt voor deze kengetallen gebruik gemaakt van de toegestane ingroei.
Omschrijving | 2009 | 2010 | 2011 | 20121 |
---|---|---|---|---|
Apparaatskosten per eenheid areaal | ||||
Hoofdwegennet | – | – | 27.898 | 27.406 |
Hoofdvaarwegennet | – | – | 25.538 | 25.393 |
Hoofdwatersystemen | – | – | 1.173 | 1.163 |
% Apparaatskosten tov omzet | ||||
% Apparaatskosten tov omzet | 23% | 22% | 22% | 23% |
Tarieven per FTE | ||||
Kosten per FTE | 119.733 | 121.120 | 119.235 | 121.920 |
Met prijspeilcorrectie | 119.733 | 120.291 | 117.115 | 118.648 |
Omzet BLD per product | ||||
Hoofdwatersystemen | 428.914 | 381.307 | 413.485 | 367.956 |
Hoofdwegen | 1.339.801 | 1.336.103 | 981.583 | 1.003.693 |
Hoofdvaarwegen | 518.546 | 632.864 | 492.057 | 555.948 |
Overig | 40.786 | 59.821 | 309.972 | 302.766 |
TOTAAL | 2.328.047 | 2.410.095 | 2.197.097 | 2.230.363 |
Bezetting | ||||
FTE formatie | 9.566 | 9.433 | 9.166 | 9.068 |
FTE bezetting | 9.202 | 9.298 | 8.919 | 8.640 |
% overhead | 16,1% | 15.6% | 14,2% | 15,1% |
Exploitatiesaldo | ||||
Exploitatiesaldo | 1,5% | 0,5% | 1,1% | 0,6% |
Gebruikerstevredenheid | ||||
publieksgerichtheid | – | – | – | 49% |
gebruikerstevredenheid HWS | – | – | – | * |
gebruikerstevredenheid HWN | – | – | – | 76% |
gebruikerstevredenheid HVWN | – | – | – | 63% |
Ontwikkeling pinwaarde | ||||
Hoofdwatersystemen | 94 | 98 | 96 | 100 |
Hoofdwegen | 101 | 101 | 101 | 100 |
Hoofdvaarwegen | 101 | 100 | 102 | 100 |
Bron: Rijkswaterstaat
Toelichting
Apparaatskosten per eenheid areaal
Deze indicator geeft informatie over hoe de kosten die het apparaat van Rijkswaterstaat maakt voor verkeersmanagement en beheer en onderhoud zich ontwikkelen ten opzichte van het areaal. Een dalende trend van de kosten per eenheid areaal geeft een indicatie van een toename in de efficiëntie van de organisatie op het gebied van Beheer en Onderhoud en Verkeersmanagement.
Door de aanpassing van de bekostigingssystematiek van Rijkswaterstaat is de definitie van dit kengetal aangepast, waardoor geen vergelijkbare cijfers uit de jaren voor 2011 beschikbaar zijn.
% Apparaatskosten tov omzet
Deze indicator geeft de verhouding weer tussen de kosten van het apparaat en de totale omzet (incl GVKA-gelden) van Rijkswaterstaat. Een daling van dit percentage is een indicatie van een toenemende efficiëntie van de organisatie.
Tarieven per FTE
Deze indicator geeft de ontwikkeling weer van de kosten (loonkosten, materiële kosten, rentekosten en afschrijvingskosten) per formatieve ambtelijke FTE. Het betreft daarbij zowel de werkelijke kosten per FTE als de kosten gecorrigeerd voor prijsstijgingen. Gecorrigeerd voor het prijspeil is ondanks de kleine stijging ten opzichte van 2008 een dalende trend waarneembaar in de kosten per FTE.
Omzet BLD per product
In de bovenstaande tabel is de Opbrengst Moederdepartement uitgesplitst naar de verschillende netwerken.
Door de aanpassing van de bekostigingssystematiek van Rijkswaterstaat bij 1e suppletoire 2011 zijn de bedragen voor 2011 en 2012 niet vergelijkbaar met de cijfers uit 2009 en 2010.
Bezetting
Deze voorgeschreven indicator geeft aan hoe de ambtelijke formatie van Rijkswaterstaat zich ontwikkelt. Op zichzelf zegt dit kengetal niets over de doelmatigheid van de organisatie, maar moet dit worden bezien in relatie tot de omvang van het werkpakket. Gedurende 2012 is gestuurd op afbouw van de bezetting en is deze verder afgenomen.
Percentage overhead
Deze indicator geeft aan welk deel van het ambtelijke personeel (in FTE) binnen Rijkswaterstaat zich bezig houdt met de bedrijfsvoering. Bedrijfsvoering bevat alle processen die ondersteunend zijn aan de organisatie. Het streven is daarbij voortdurend een optimale kwalitatieve en kwantitatieve omvang van de bedrijfsvoering. De beperkte stijging van dit percentage in 2012 is het gevolg van een relatief grotere uitstroom op niet-overhead functies.
Exploitatiesaldo (% van de omzet)
Deze voorgeschreven indicator toont de ontwikkeling van het exploitatiesaldo als percentage van de omzet over de afgelopen 4 jaar. Een positief percentage duidt op een positief exploitatiesaldo.
Gebruikerstevredenheid
Jaarlijks laat Rijkswaterstaat de gebruikerstevredenheid toetsen bij gebruikers van de netwerken. De waardering van de gebruikers is opgenomen als een percentage van de ondervraagden dat tevreden is. Sinds 2012 wordt de gebruikerstevredenheid op een andere wijze berekend, waardoor geen vergelijkbare gegevens beschikbaar zijn over eerdere jaren. Het lage percentage voor de tevredenheid over publieksgerichtheid wordt volgens de ondervraagden met name veroorzaakt door de onbekendheid met Rijkswaterstaat en wat allemaal gebeurt op het gebied van publieksgerichtheid.
Ontwikkeling PINwaardes
PINwaardes zijn een weergave van de serviceniveaus van Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud op de netwerken. De cijfers uit eerdere jaren zijn uitgedrukt in een indexcijfer ten opzichte van het verantwoordingsjaar. Op het hoofdwegennet en het hoofdvaarwegennet zijn de PIN-waardes gemiddeld lager geworden dan in 2011. Dit wordt bij het hoofdvaarwegennet met name veroorzaakt door lagere scores op passeertijden hoofdtransportassen als gevolg van capaciteitsproblemen bij sluizen in Zeeland, die door middel van een MIRT-studie moet worden opgelost. Voor het hoofdwegennet is deze daling met name het gevolg van eerder uitgesteld onderhoud aan bruggen, wat de komende jaren zal worden ingelopen.
Agentschapsparagraaf baten-lastendienst Inspectie Leefomgeving en Transport
Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | |
---|---|---|---|
Baten | |||
Omzet moederdepartement | 145.251 | 147.822 | 2.571 |
Omzet overige departementen | 0 | 417 | 417 |
Omzet derden | 6.046 | 8.334 | 2.288 |
Rentebaten | 0 | 231 | 231 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 1.674 | 1.674 |
Bijzondere baten | 0 | 414 | 414 |
Totaal baten | 151.297 | 158.892 | 7.594 |
Lasten | |||
Apparaatskosten | 148.097 | 136.672 | – 11.425 |
• personele kosten | 94.744 | 99.532 | 4.788 |
• materiële kosten | 53.353 | 37.140 | – 16.213 |
Afschrijvingskosten | 2.900 | 2.673 | – 227 |
• immaterieel | 1.500 | 1.544 | 44 |
• materieel | 1.400 | 1.129 | – 271 |
Overige lasten | 300 | 11.604 | 11.304 |
• dotaties voorzieningen | 0 | 10.442 | 10.442 |
• rentelasten | 300 | 21 | – 279 |
• bijzondere lasten | 0 | 1.141 | 1.141 |
Totaal lasten | 151.297 | 150.949 | – 349 |
Saldo van baten en lasten | 7.942 |
Baten
Omzet moederdepartement
De opbrengst moederdepartement betreft de omzet uit hoofde van activiteiten die de Inspectie Leefomgeving en Transport verricht voor het moederdepartement.
De gerealiseerde agentschapsbijdrage over 2012 wijkt af van de betaalde bijdrage (in kastermen) doordat er middelen, die in voorgaande jaren op de balans zijn gereserveerd, in 2012 zijn gerealiseerd en omdat ontvangen middelen in 2012 slechts beperkt in 2012 zijn aangesproken en gereserveerd zijn voor 2013. Daarnaast is er sprake van een grote reeks mutaties bij 1e en 2e suppletoire begroting. De belangrijkste mutaties zijn te relateren aan de ontvlechting van het voormalige VROM en aan de fusie tussen de IVW en de Vrom-inspectie. Deze hebben allen plaatsgevonden na de indiening van de oorspronkelijke begroting. Deze mutaties zijn doorgevoerd na uitgebreid onderzoek. Uiteindelijk hebben de mutaties een aanzienlijk effect op zowel de baten- als op de lastenkant van de begroting.
Omzet derden
De omzet derden is de aan de afnemers van het product «vergunningen» in rekening gebrachte tarieven.
Bij de indiening van de oorspronkelijke begroting is er vanuit gegaan dat de overdracht van de uitvoering van een gedeelte (domein Scheepvaart) de toelatings-en-continueringsactiviteiten naar klassenbureaus voor 1 januari 2012 gerealiseerd zou zijn. Gedurende het jaar is een steeds groter deel van de taken overgedragen. De realisatiecijfers over 2012 zijn hierdoor wel hoger dan begroot.
De rest van het verschil wordt verklaard door een, ondanks de economische crisis, meevallende hoeveelheid aanvragen waardoor over de gehele linie de opbrengst derden hoger uit is gevallen dan waar rekening mee was gehouden.
Rentebaten
De rentebaten zijn hoger dan geraamd door de hogere stand van de liquide middelen.
Bijzondere baten
Betreft boekwinst op de verkoop activa (restwaarde vervangen wagenpark).
Lasten
Personele kosten
De gerealiseerde personele kosten wijken af van de begroting als gevolg van de hierboven genoemde begrotingsmutaties.
Materiële kosten
De materiële kosten zijn lager dan begroot. De post uitbesteding is de afgelopen jaren flink gedaald. Door vertraging in de ict-projecten (Informatieplan) zijn de kosten op materieel gebied ruim achtergebleven.
Belangrijkste onderdeel van de materiële kosten zijn de DVO-kosten waarin alle werkplekgerelateerde en ict-kosten zijn opgenomen. Op zowel facilitair (€ 1 miljoen) als op ict-terrein (€ 5 miljoen) zijn structurele besparingen gerealiseerd.
Rentelasten
De rentelasten hebben grotendeels betrekking op de afgesloten leningen bij de RHB. Het restant betreft bestuurlijke boete.
Deze lasten zijn lager dan begroot omdat er bij de begroting vanuit werd gegaan dat er voorgaande jaren meer geleend zou worden voor investeringen in het wagenpark en in het Informatieplan; het geleende bedrag is uiteindelijk ruim lager uitgevallen.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten betreffen het wagenpark en geactiveerde projecten uit het Informatieplan. De afwijkingen zijn te verklaren door de deels vertraagde vervanging van het wagenpark.
Bijzondere lasten
Hieronder vallen de versnelde afschrijvingen op zelfontwikkelde software als gevolg van een stelselwijziging waardoor zelfontwikkelde software niet meer geactiveerd wordt. Tevens is er een auto vervangen die nog een resterende boekwaarde had.
31-12-12 | 1-01-12 | |
---|---|---|
Activa | ||
Immateriële vaste activa | 452 | 3.359 |
Materiële vaste activa | 3.748 | 2.854 |
• grond en gebouwen | – | – |
• installaties en inventarissen | 29 | 89 |
• overige materiële vaste activa | 3.719 | 2.765 |
Debiteuren | 2.056 | 1.234 |
Nog te ontvangen | 1.461 | 1.929 |
Liquide middelen | 82.851 | 65.391 |
Totaal activa | 90.568 | 74.767 |
Passiva | ||
Eigen vermogen | 9.654 | 1.712 |
Exploitatiereserve | 1.712 | 1.712 |
• Nog te verdelen resultaat | 7.942 | – |
• Voorzieningen | 17.999 | 12.677 |
Langlopend vreemd vermogen | 58 | 186 |
Crediteuren | 2.919 | 2.243 |
Nog te betalen | 59.937 | 57.949 |
Totaal passiva | 90.568 | 74.767 |
Toelichting balans
Activa
(Im)materiële activa
Hieronder vallen enkel de boekwaardes van afgekochte licenties. Zelfontwikkelde software wordt niet langer geactiveerd.
Debiteuren
Het saldo van de debiteuren en van de bijbehorende voorziening is vooral gestegen door een grote post van € 0,9 miljoen die in rekening is gebracht bij het ministerie van Economische Zaken.
Nog te ontvangen
Deze overlopende activa bestaan uit een aantal kleinere posten zoals onderhanden werk en nog te factureren werkzaamheden.
Liquide middelen
De ILT heeft een rekening-courantverhouding met de Rijkshoofdboekhouding. Van de ruim € 65 miljoen die per 31 december op de rekening-courant staat, is € 20 miljoen als langlopende deposito geplaatst bij de Rijkshoofdboekhouding. Het beperkte aandeel in deposito wordt verklaard vanwege de negatieve rente op kortlopende deposito’s. Het positieve saldo wordt vooral verklaard doordat er voor grote ICT-projecten (BCT) middelen zijn ontvangen, die in de loop in 2013 tot uitgaven leiden. De activiteiten voor de BES-eilanden zijn in 2009 gestart, waarvan de meeste uitgaven inmiddels in 2012 zijn gedaan en in begin 2013 afgerond zullen worden. Tevens heeft de ILT een aantal voorzieningen moeten treffen waar een liquiditeitspositie tegenover staat.
Passiva
Eigen vermogen
Het resultaat boekjaar is het resultaat dat de Inspectie heeft gerealiseerd over de maanden januari tot en met december 2012. Door het positieve resultaat over 2012 overschrijdt de ILT het maximum eigen vermogen (5% van de totale opbrengst ad € 156,6 miljoen) van € 7,828 miljoen. Deze middelen staan ter beschikking van de eigenaar. Bij de eerstvolgende suppletoire begrotingswet zal worden aangegeven hoe deze overschrijding wordt hersteld.
Voorzieningen
Reorganisatievoorziening: Het aantal medewerkers waarvoor eerder in 2011 onder de reorganisatie een herplaatsingskandidaatsvoorziening werd opgenomen, is in 2012 fors teruggelopen doordat voor velen een nieuwe werkplek gevonden is. Een beperkt aantal van hen heeft nu gebruik gemaakt van bovengenoemde regeling. Deze voorziening loopt tot halverwege 2013. Voor een resterende medeweker is een dotatie gedaan van € 0,03 miljoen.
De huisvestingsbewegingen en andere fusiegerelateerde zaken, die een gevolg waren van de fusie met de Vrom-inspectie hebben tot de vorming van een voorziening geleid. Gedurende het jaar 2012 is er naast onttrekkingen ook een aantal verwachte kosten gedaald. Het restant van de voorziening is in 2012 vrijgevallen.
In 2012 is een nieuwe voorziening getroffen. Teneinde te kunnen voldoen aan de personele taakstelling en tevens de beoogde verhouding tussen de inzet in het primaire proces en de ondersteunende directies (85–15) te kunnen realiseren is besloten om een reorganisatie van de directie bedrijfsvoering door te voeren. Dit betreft een voorziening voor een maximale duur van 3 jaar. Het betreft een dotatie van € 8,486 miljoen.
SBF/FLO regeling; voor werknemers die werkzaam zijn in een zogenoemde substantieel bezwarende functie is, op basis van de SBF/FLO-regeling, in het verleden een voorziening getroffen omdat deze werknemers recht hebben om vervroegd uit treden. Door instroom van nieuwe medewerkers en actualisatie van de rentestand is een dotatie gepleegd van € 1,233 miljoen.
Claims van derden; De voorziening voor claims van derden ad € 0,631 miljoen bestaat per ultimo 2012 uit een tweetal nieuwe posten als gevolg van verloren rechtszaken. (€ 0,392 miljoen). De begin 2012 nog lopende asbestclaim is geheel afgehandeld. De totale vergoeding viel inclusief kosten iets lager uit dan geclaimd. Het restant ad € 0,102 miljoen is vrijgevallen.
Wachtgeld; voor de verplichtingen richting voormalig personeel (oud-wachtgelders) van de Inspectie V&W is een voorziening gevormd. Het gaat hierbij om nog een persoon die geen deel meer uitmaakt van het huidige personeelsbestand. Maandelijks vindt er een onttrekking plaats in verband met de uitkering aan deze persoon.
De overige dotaties aan de voorzieningen hebben betrekking op dubieuze debiteuren (€ 0,066 miljoen)
Bedragen x € 1.000 | Reorganisatie | Huisvesting | FLO | Claims | dub.deb | Wachtgeld | Totaal |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand begin boekjaar | 3.634 | 832 | 7.844 | 240 | 1.932 | 128 | 14.610 |
Dotatie ten laste van het resultaat | 8.513 | – | 1.233 | 632 | 64 | – | 10.442 |
Vrijval ten gunste van het resultaat | – 1.288 | – 246 | – | – 102 | – 17 | – 14 | – 1.667 |
Onttrekking voorziening | – 2.168 | – 586 | – 449 | – 138 | – 66 | – 3.407 | |
Stand eind boekjaar | 8.691 | 0 | 8.628 | 632 | 1.978 | 48 | 19.977 |
Nog te betalen
Betreft nog niet gerealiseerde middelen voor Boord Computer Taxi (BCT) (22,818 miljoen), en de programmagelden voor het Project Caribisch Nederland (€ 4,447 miljoen). Tevens worden onder deze post onder anderen de verplichtingen aan eigen personeel en vooruitontvangen bijdragen opgenomen. Door vertragingen en leveranciersproblemen is de uitvoering van ICT-projecten dermate onzeker op de korte termijn dat de beschikbare middelen nu terug worden gestort. (€ 10,131 miljoen)
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | |
---|---|---|---|---|
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2012 | 12.825 | 65.374 | 52.549 |
2. | Totaal operationele kasstroom | – 1.500 | 19.448 | 20.948 |
Totaal investeringen (-/-) | – 3.706 | – 2.378 | 1.328 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 1.717 | 1.717 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | – 3.706 | – 661 | 3.045 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 | |
Eenmalige storting door moederdepartement (+) | 0 | 0 | 0 | |
Aflossingen op leningen (-/-) | – 3.000 | – 1.312 | 1.688 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 4.000 | 0 | – 4.000 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 1.000 | – 1.312 | – 2.312 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2012(=1+2+3+4) | 8.619 | 82.849 | 74.230 |
Toelichting op het kasstroomoverzicht
1. Rekening-courant RHB 1 januari 2012 (€ 65,374 miljoen)
De rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding stond per 1 januari 2012 op € 65,374 miljoen.
2. Totaal operationele kasstroom (€ 19,448 miljoen)
De operationele kasstroom geeft de kasstromen weer die voortvloeien uit de bedrijfsvoering. Om de operationele kasstroom vast te kunnen stellen wordt het resultaat, zoals vermeld in de staat van baten en lasten, gecorrigeerd voor een aantal stroomgrootheden: toe- of afname vlottende activa (debiteuren en vorderingen) en van vlottende passiva (crediteuren en overige vlottende passiva).
De positieve operationele kasstroom op 31 december is vooral ontstaan door positieve resultaat per 31 december (€ 7,281 miljoen). Daar tegenover staan de onttrekkingen en vrijval van de voorzieningen.
3. Totaal investeringskasstroom (– € 0,661 miljoen)
Er is geïnvesteerd in immateriële vaste activa(licenties), in het wagenpark en in inspectie-ondersteunende (meet-)apparatuur. Ten opzichte van de begroting is er minder geïnvesteerd. Dit komt doordat geplande investeringen in het informatieplan slechts gedeeltelijk in 2012 zijn uitgevoerd en doordat zelfontwikkelde software niet langer geactiveerd wordt.
4. Totaal financieringskasstroom (– € 1,312 miljoen)
De financieringskasstroom bestaat alleen uit de maandelijkse aflossingen op leningen. Voor de investeringen in 2012 is geen lening aangevraagd gezien de huidige liquiditeitspositie.
5. Rekening-courant RHB per 31 december 2012 (€ 82,849 miljoen)
Het positieve saldo per 31 december wordt vooral verklaard doordat er voor grote ICT-projecten (Informatieplan en BoordcomputerTaxi) middelen zijn ontvangen, die in deels nog in 2013 tot uitgaven leiden en die deels worden teruggestort. Ook de uitgave van de middelen voor de BES-eilanden lopen door tot begin 2013. Het saldo op de rekening-courant dat hierdoor ter vrije beschikking is gekomen, is op een deposito geplaatst dat in juni 2013 vrijvalt.
Omschrijving Generiek Deel | 2012 realisatie | oorspronkelijke begroting |
---|---|---|
1. Kostprijzen per product (groep) | ||
– Handhaving | 142.195 | 145.251 |
– Vergunningverlening | 7.206 | 6.046 |
totaal | 149.401 | 151.297 |
2. Tarieven/uur | ||
– Handhaving | 135,7 | 120 |
– Vergunningverlening | 121,1 | 110 |
– Kennis, advies en berichtgeving | ||
3. Omzet per produktgroep (pxq) | ||
– Handhaving | 149.170 | 145.251 |
– Vergunningverlening | 8.141 | 6.046 |
totaal | 157.311 | 151.297 |
4. FTE-totaal per 31 -12 | 1.120,2 | 1.207,0 |
5. Saldo van baten en lasten | 3,96% | 0,00% |
6. Kwaliteitsindicator 1: doorlooptijd vergunningen | n.t.b. | |
7. Kwaliteitsindicator 2: ziekteverzuim | 5,10% | |
Omschrijving Specifiek Deel voor Inspectiediensten | ||
8. Kostprijs/product: | ||
Inspectie | 143.864 | |
Vergunningverlening | 7.206 | |
9. Kwaliteit Handhaving: | ||
Klachten(bezwaar &beroep) | nog niet | |
Gegrond verklaard (%) | beschikbaar |
Door overdracht van voorheen centraal belegde VROM-middelen naar de ILT-begroting zijn de kostprijzen en is de omzet per productgroep gestegen ten opzichte van de oorspronkelijke begroting.
Agentschap KNMI
De opbrengsten van het moederdepartement wijken af van de kasbetalingen aan de baten-lastendienst KNMI zoals opgenomen in voorgaande verantwoordingsstaat. Dit komt omdat bedragen die worden ontvangen voor zaken als Aardobservatie en Deltaplan voor een deel als vooruitontvangen worden geboekt omdat de kosten nog gemaakt moeten worden.
Jaarrekening
Balans
2012 | 2011 | |
---|---|---|
Activa | ||
Immateriële activa | ||
Imateriële vaste activa | 0 | 398 |
Materiële activa | ||
* grond en gebouwen | 6.124 | 6.501 |
* installaties en inventarissen | 3.245 | 4.156 |
* overige materiële vaste activa | 4.516 | 2.947 |
* in ontwikkeling | 241 | 2.215 |
Onderhanden projecten | 1.137 | 1.497 |
Debiteuren | 3.350 | 2.515 |
Nog te ontvangen | 830 | 1.020 |
Liquide middelen | 19.081 | 17.129 |
Totaal activa | 38.524 | 38.377 |
Passiva | ||
Eigen Vermogen | ||
* exploitatiereserve | 611 | 1.801 |
* verplichte reserves | ||
* onverdeeld resultaat | 1.266 | – 1.190 |
Leningen bij het MvF | 7.306 | 9.070 |
Voorzieningen | 1.188 | 656 |
Vooruitontvangen projecten | 4.240 | 4.251 |
Crediteuren | 2.500 | 2.331 |
Nog te betalen | 21.413 | 21.458 |
Totaal passiva | 38.524 | 38.377 |
Toelichting op de balans
Immateriële activa
De immateriële vaste activa bedroeg ultimo 2011 € 0,4 miljoen en betrof activa die nog niet in gebruik was, maar in ontwikkeling was. Het betrof in 2011 geactiveerde kosten ten behoeve van de ontwikkeling van het project Robukis (omvormen van het Klimatologisch Informatie Systeem (KIS) tot een toekomstvast systeem (robuust, beheersbaar en van documentatie voorzien).
In 2012 is besloten deze activa ten laste van de kosten te brengen, daar de bedrijfswaarde niet kon worden vastgesteld.
Materiële activa
In 2012 zijn geen grote investeringsuitgaven gedaan. Wel is geïnvesteerd in LED lampen (€ 0,1 miljoen), regenmeters/-detectors (€ 0,17 miljoen) en Argo floats (€ 0,1 miljoen), satelliet dataplatform (€ 0,13 miljoen) en rekencapaciteit voor derden (€ 0,15 miljoen).
Onderhanden projecten
In deze post is een negatieve bijstelling opgenomen van € 0,6 miljoen vanwege verwachte verliezen op gesloten contracten.
Debiteuren
De grootste posten betreffen een vordering op Eurocontrol (€ 1,5 miljoen) voor de dienstverlening aan de luchtvaartsector en een vordering op het Nederlandse Space Office (NSO) van circa € 1,0 miljoen.
Nog te ontvangen
De post Nog te ontvangen bedragen bestaat voor het overgrote deel (€ 0,85 miljoen) uit vooruitbetaalde (jaar)bedragen.
Liquide middelen
De liquide middelen bestaan uit het saldo op de rekening courant bij de Rijkshoofdboekhouding (RHB) van het ministerie van Financiën en een deposito met een waarde van € 10 miljoen.
Nog te betalen
In 2012 zijn bedragen ontvangen waarvan de kosten niet in hetzelfde jaar vallen als de ontvangsten. De ontvangsten waar nog geen kosten tegenover staan worden niet als opbrengst verantwoord, maar als vooruitontvangen (onder de post «Nog te betalen») ter dekking van toekomstige kosten. Zodra de kosten worden gemaakt worden de opbrengsten verantwoord en de vooruitontvangen bedragen verminderd. Het gaat vooral om ontvangsten in het kader van Aardobservatie en het Deltaplan. Zie ook onderstaande tabel:
per 1/1/2012 | 2012 | per 31/12/2012 | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
Vooruitontvangen | Ontvangen bijdrage | kosten/opbrengsten | derden | Vooruitontvangen 2012 | Vooruitontvangen | |
Aardobservatie | 9.761 | 11.896 | 10.110 | 1.786 | 11.547 | |
Deltaplan | 4.589 | 1.658 | 3.433 | – 1.775 | 2.814 |
Voorzieningen
De voorzieningen zijn toegenomen van € 0,7 miljoen naar € 1,2 miljoen. De belangrijkste mutaties zijn een onttrekking van € 0,3 miljoen wegens reguliere FPU+ uitgaven, een toevoeging van € 0,8 miljoen voor verwachte wachtgeld uitkeringen.
De voor het Vernieuwingsprogramma opgenomen voorziening loopt tot en met 2015 en de voorziening wachtgeld loopt tot 2021. De voorziening Infrastructuur De Bilt zal in 2013 worden benut.
Infrastructuur de Bilt | Vernieuwingsprogramma | wachtgeld | Totaal | |
---|---|---|---|---|
Saldo per 1 jan 2012 | 180 | 476 | 0 | 656 |
Bij: | ||||
dotatie | 0 | 37 | 800 | 837 |
Af: | ||||
vrijval | 0 | 0 | 0 | 0 |
mutaties | 0 | 306 | 0 | 306 |
Totaal af | 0 | 306 | 0 | 306 |
Saldo per 31 dec 2012 | 180 | 207 | 800 | 1.187 |
Eigen Vermogen
Het Eigen Vermogen bedraagt na verwerking van de winst € 1,9 miljoen. Dit is 3,1% van de omzet van de afgelopen drie jaar. Het Eigen vermogen is in 2012 weer voldoende om enige toekomstige tegenvallers op te vangen.
2007 | 2008 | 2009 | 2010 | realisatie 2011 | begroot 2012 | realisatie 2012 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1. Eigen vermogen per 1/1 | 1.882 | 1.718 | 1.391 | 1.291 | 1.801 | 0 | 611 |
2. Saldo van baten en lasten | – 164 | – 327 | – 100 | – 109 | – 1.190 | – 314 | 1.266 |
3a. uitkering aan moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
3b. bijdrage van moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
3c. overige mutaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3. Totaal directe mutaties in EV | 0 | 0 | 0 | 619 | 0 | 0 | 0 |
4. Eigen vermogen per 31/12 | 1.718 | 1.391 | 1.291 | 1.801 | 611 | – 314 | 1.877 |
% gemiddelde omzet laatste 3 jaar | 3,6% | 2,8% | 2,5% | 3,3% | 1,0% |
| 3,1% |
Kasstroomoverzicht
(1) | (2) | (3)=(2)-(1) | ||
---|---|---|---|---|
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | |
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2012 + stand depositorekeningen | 19.150 | 17.129 | – 2.021 |
2. | Totaal operationele kasstroom | 1.668 | 5.147 | 3.479 |
3a. | Totaal investeringen (-/-) | – 4.200 | – 1.053 | 3.147 |
3b. | Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 2 | 2 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | – 4.200 | – 1.051 | 3.149 |
4a. | Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | |||
4b. | Eenmalige storting door moederdepartement (+) | |||
4c. | Aflossingen op leningen (-/-) | – 2.117 | – 2.143 | – 26 |
4d. | Beroep op leenfaciliteit (+) | 4.200 | 0 | – 4.200 |
4. | Totaal financieringskasstroom | 2.083 | – 2.143 | – 4.226 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2012 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 18.701 | 19.082 | 381 |
Toelichting Kasstroomoverzicht
Operationele kasstroom
De operationele kasstroom is opgebouwd uit afschrijvingskosten (€ 2,7 miljoen), toename van de kortlopende vorderingen (– € 0,6 miljoen), een toename van de schulden (€ 0,1 miljoen), toename van de voorzieningen (€ 1,2 miljoen), toename van het onderhanden projecten (– € 0,3 miljoen), een waardevermindering van de immateriële vaste activa (€ 0,4 miljoen) en het gerealiseerde positieve resultaat (€ 1,3 miljoen).
Investeringskasstroom
In 2012 zijn geen grote investeringsuitgaven gedaan. De belangrijkste uitgaven in 2012 zijn: € 0,1 miljoen in LED-verlichting, € 0,1 miljoen in Argo floats, € 0,17 miljoen in regenmeters/-detectors, € 0,1 miljoen in satellietdataplatform en € 0,15 miljoen in rekencapaciteit voor derden.
Financieringskasstroom
Er is € 2,1 miljoen regulier afgelost op de uitstaande leningen bij het Ministerie van Financiën. Er is geen beroep op de leenfaciliteit gedaan.
Verlies- en winst
(1) | (2) | (3)=(2)-(1) | ||
---|---|---|---|---|
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie 2012 | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie 2011 |
Baten | ||||
Omzet moederdepartement | 41.032 | 42.814 | 782 | 39.488 |
Omzet overige departementen | 883 | 1.165 | – 282 | 1.099 |
Omzet derden | 16.133 | 20.240 | 4.107 | 18.082 |
Rentebaten | 25 | 25 | – | 115 |
Vrijval voorzieningen | 3 | 3 | 77 | |
Bijzondere baten | ||||
Totaal baten | 58.073 | 64.246 | 6.173 | 58.860 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | ||||
* Personele kosten | 27.496 | 32.980 | 5.484 | 33.206 |
* Materiële kosten | 28.385 | 25.507 | – 2.878 | 24.316 |
Afschrijvingskosten | ||||
* Immaterieel | ||||
* Materieel | 2.270 | 2.745 | 475 | 2.318 |
Overige Lasten | ||||
* Dotaties voorzieningen | 1.471 | 1.471 | ||
* Rentelasten | 236 | 278 | 42 | 210 |
* Bijzondere lasten | ||||
Totaal lasten | 58.387 | 62.980 | 4.593 | 60.050 |
Saldo van baten en lasten | – 314 | 1.266 | 1.580 | – 1.190 |
Toelichting Verlies en winst
Baten
Omzet moederdepartement
De belangrijkste oorzaken voor de afwijkende realisatie zijn een verlaging van de opbrengsten aardobservatie (€ 1,8 miljoen), verhogingen als gevolg van de positionering van het KNMI (€ 0,6 miljoen) en ontvangen van prijscompensatie (€ 0,3 miljoen) en het overboeken van vooruitontvangen bedragen (€ 2,7 miljoen) naar de opbrengsten. Dit laatste betreft het Deltaplan en het NMDC. Deze vooruitontvangen bedragen worden pas nu als opbrengst verantwoord, omdat hiervoor nu de prestaties geleverd zijn.
Omzet overige departementen
De begrote opbrengsten betreffen voornamelijk ministerie van Defensie (€ 0,87 miljoen).
Omzet derden
De projectopbrengsten (subsidies) zijn € 4,2 miljoen hoger dan begroot. Vooral door het uitvoeren van meer projecten dan begroot.
Voor de opbrengsten uit de luchtvaartmeteorologische dienstverlening is de realisatie € 0,1 miljoen lager dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door het uitvoeren van minder projecten dan begroot. De overige opbrengsten zijn vooral hoger door opbrengsten voor het inrichten van een productieomgeving voor RWS (€ 0,25 miljoen).
Lasten
Personele kosten
De werkelijke personele kosten zijn hoger dan begroot. De overschrijding van de loonkosten wordt veroorzaakt door hogere sociale lasten (dit uit zich ook in de stijging salariskosten per medewerker), incidentele uitgaven en hogere kosten voor medewerkers gefinancierd uit externe projecten. Voor deze laatste is ook extra omzet gegenereerd.
Euro 1.000 | Begroot 2012 | Realisatie 2012 | Realisatie 2011 |
---|---|---|---|
Personeel | 27.496 | 32.980 | 33.206 |
Specificatie | |||
Loonkosten | 27.438 | 28.579 | 29.084 |
Inhuur | 2.265 | 1.403 | |
Overige personeelskosten | 58 | 2.136 | 2.719 |
Gemiddeld aantal fte | 389,8 | 388,6 | 403,2 |
Mutatie fte t.o.v. voorgaand jaar | – 3,6% | – 6,6% | |
Loonsom per medewerker | 70,4 | 73,5 | 72,1 |
Stijging salariskosten per medewerker | 2,0% | 2,6% |
Materiële kosten
De gerealiseerde materiële lasten zijn € 2,9 miljoen lager dan begroot. Door vertraging bij het opstarten van nieuwe programma’s aardobservatie zijn de opgevraagde en betaalde contributies € 1,6 miljoen lager.
Realisatie 2011 – realisatie 2012
Ten opzichte van 2011 is er sprake van een toename van € 1,0 miljoen aan contributie voor aardobservatie. De overige contributies zijn met € 0,1 miljoen gestegen. De materiële kosten (exclusief contributies) zijn gestegen met € 0,1 miljoen ten opzichte van 2011. Dit is een stijging van 0,9%.
Euro 1.000 | Begroot 2012 | Realisatie 2012 | Realisatie 2011 |
---|---|---|---|
Materieel | 28.385 | 25.507 | 24.316 |
Contributie Bijdragen | 13.071 | 11.998 | |
Onderhoud en exploitatie | 4.028 | 4.283 | |
Huur en lease | 3.358 | 3.288 | |
Bureau, voorlichting en huisvesting | 2.105 | 2.157 | |
SWO | 1.850 | 1.539 | |
Uitbesteding | 1.034 | 984 | |
Overige kosten | 61 | 67 |
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten zijn hoger dan begroot door investeringen in opslag en rekencapaciteit.
Dotaties voorzieningen
De dotatie aan de voorziening betreft verwachte kosten voor wachtgeld uitkeringen en verwachte verliezen op door derden gefinancierde projecten. Deze zijn in mindering gebracht op de post onderhanden projecten op de balans.
Saldo van baten en lasten
Het positieve resultaat zal ten gunste van het eigen vermogen worden gebracht.
Doelmatigheid
Percentage Overhead
Het percentage overhead is gestegen ten opzichte van 2011 met 5%. Dit wordt onder andere veroorzaakt door incidentele kosten (voorzieningen) in 2012.
Fte’s overhead
De fte’s overhead worden bepaald op basis van de geschreven uren. Alle uren geschreven op overheadactiviteiten worden daarbij omgerekend naar het corresponderende aantal fte’s. Zowel overheadactiviteiten binnen de Staf als binnen de sectoren vallen hieronder.
Het aantal fte’s overhead is gedaald doordat minder uren zijn besteed aan indirecte activiteiten en management en -ondersteuning. Dit heeft vooral te maken met de invoering van een nieuw kostprijsmodel in 2012 om daar waar het mogelijk is activiteiten en uren direct productief te maken.
Tarieven per uur
Het uurtarief wordt bepaald door de totale kosten exclusief kosten direct geboekt op een product te delen door het aantal uren geschreven op de producten.
Er is geen direct oorzakelijk verband tussen de ontwikkeling van het uurtarief en de ontwikkeling van de doelmatigheid.
De daling van het uurtarief wordt zowel veroorzaakt door een stijging van het aantal geschreven uren op producten als door een daling van de kosten. De stijging van de geschreven uren op producten wordt veroorzaakt door een stijging van de gemiddelde productieve uren per fte en een verschuiving van indirect productieve uren naar direct uren op de producten.
2010 | Realisatie 2011 | 2012 | ||
---|---|---|---|---|
Kostprijs in € per eenheid product | ||||
– percentage overhead | 17% | 19% | 20% | |
– fte's overhead | 101 | 103 | 88 | |
Tarieven/uur | 108 | 118 | 111 | |
Omzet per productgroep | ||||
– weer | 30.346 | 28.736 | 29.465 | |
– klimaat | 17.673 | 18.806 | 20.958 | |
– seismologie | 1.926 | 1.999 | 3.686 | |
– aardobservatie | 7.909 | 9.127 | 10.110 | |
FTE- totaal | 426 | 393 | 383 | |
Saldo van baten en lasten (%) | 0% | – 2% | 2% | |
Algemene weersverwachtingen en adviezen | ||||
– afwijking min temperatuur °C | – 0,24 | – 0,33 | – 0,17 | |
– afwijking max temperatuur °C | – 0,21 | – 0,06 | – 0,32 | |
– gem afwijking wind snelheid (m/s) | 0,04 | – 0,03 | – 0,05 | |
Luchtvaartverwachtingen | ||||
– tijdigheid TAF schiphol (%) | 99 | 99,5 | 99,7 | |
Maritieme verwachtingen | ||||
– tijdigheid marifoonbericht (%) | 99,3 | 99 | 98,4 |
Agentschap Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) 2012
De Nederlandse Emissieautoriteit heeft één opdrachtgever, de directie Klimaat, Lucht en Geluid (KLG), onderdeel van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. De eigenaar van de Nederlandse Emissieautoriteit is de Secretaris-Generaal van het ministerie van Infrastructuur en Milieu.
Het kalenderjaar 2012 heeft wederom veel van de NEa gevraagd omdat naast de reguliere werkzaamheden in dat jaar ook de buitengewoon grote en complexe projecten «Allocatie fase III» en «Biobrandstoffen» zijn uitgevoerd. Deze projecten vergden in 2012 weer veel aandacht en inzet en hadden tot gevolg dat er op onderdelen van reguliere NEa-taken minder inzet dan vooraf gepland gepleegd kon worden, gegeven de beperkingen in beschikbare menskracht. Door deze aanvullende werkzaamheden blijft de werkdruk bij de NEa toenemen.
Op beheersmatig vlak is ook nog een heel belangrijke stap gezet. Medio 2012 heeft de NEa besloten de missie en visie van de NEa opnieuw te bezien. Dat zal begin 2013 tot een herziene missie en visie leiden.
Het bestuur van de NEa heeft inmiddels een jaar ervaring opgedaan in de nieuwe constellatie van een baten-lastendienst die het ZBO ondersteunt. De Raamafspraken tussen eigenaar, (coördinerend) opdrachtgever, (voorzitter van het) bestuur en directeur NEa, zullen in de eerste helft van 2013 worden geëvalueerd.
Algemene grondslagen voor de waardering
Deze jaarrekening is opgesteld volgens de voorschriften van de Comptabiliteitswet (CW) en de nadere uitwerking hiervan in de Rijksbegrotingvoorschriften (RBV), de Regeling departementale begrotingsadministratie (RDB) en de Regeling Baten-lastendiensten 2011.
(1) | (2) | (3)=(2)-(1) | ||
---|---|---|---|---|
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie 2012 | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie 2011 |
Baten | ||||
Omzet moederdepartement | 7.815 | 7.299 | – 516 | 7.040 |
Omzet derden | 0 | 4 | 4 | 23 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 | 1 |
Bijzondere baten | 0 | 554 | 554 | 0 |
Totaal baten | 7.815 | 7.857 | 42 | 7.064 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | ||||
* personele kosten | 5.085 | 4.981 | – 104 | 4.653 |
* materiële kosten | 2.180 | 1.504 | – 676 | 1.997 |
Afschrijvingskosten: | ||||
* materieel | 1 | 2 | 1 | 11 |
* immaterieel | 480 | 422 | – 58 | 0 |
Rentelasten | 69 | 21 | – 48 | 0 |
Totaal lasten | 7.815 | 6.930 | – 885 | 6.661 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 927 | 927 | 403 |
Resultaat
De NEa heeft 2012 afgesloten met een positief resultaat van € 0,9 miljoen. Ten opzichte van de oorspronkelijke begroting is het resultaat vooral opgebouwd uit de volgende onderdelen:
-
• lagere personele kosten (€ 0,1 miljoen)
-
• lagere materiële kosten (€ 0,7 miljoen)
In de toelichting op de begrotings- en realisatiecijfers wordt het resultaat nader verklaard.
Toelichting op de begrotings- en realisatiecijfers
Omzet moederdepartement
De totale omzet is € 0,5 miljoen lager dan oorspronkelijk begroot. In het overzicht van de doelmatigheidsindicatoren zijn de begrote omzetcijfers voor 2012 per product genoemd. Na deze overzichten is een verklaring gegeven voor de verschillen.
Omzet derden
De opbrengsten derden bestaan uit ontvangsten van de Europese Commissie voor deelname van NEa medewerkers aan het project RENA.
Bijzondere baten
Dit betreffen huurkosten en departementsbrede kosten over 2011 waarvan in 2012 bekend is geworden dat deze niet afgedragen hoeven te worden.
Apparaatskosten
De personele kosten komen in totaal € 0,1 miljoen lager uit dan oorspronkelijk begroot.
De materiële kosten zijn € 0,7 miljoen lager dan oorspronkelijk begroot. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn dat de departementsbrede materiële kosten gedeeltelijk en de huurkosten in het geheel in 2012 niet aan de NEa doorberekend worden. Ook zijn de overige materiële kosten lager uitgevallen dan oorspronkelijk begroot. In de overige materiële kosten zitten bedragen begrepen die uitbetaald zijn als bestuursvergoeding aan het NEa bestuur ten bedrage van € 88.700,–.
31 december 2012 | 31 december 2011 | |
---|---|---|
ACTIVA | ||
Vaste activa | ||
Immateriële vaste activa | 1.686 | 2.108 |
Materiële vaste activa: | ||
Inventaris | 1 | 3 |
1.687 | 2.111 | |
Vlottende activa | ||
Voorraden | 4 | 8 |
Overige vorderingen | 10 | 2 |
Overlopende activa | 3 | 50 |
17 | 60 | |
Liquide middelen | 5.612 | 3.468 |
TOTAAL ACTIVA | 7.316 | 5.639 |
PASSIVA | ||
Eigen vermogen | ||
Exploitatiereserve | 1.075 | 237 |
Onverdeeld resultaat | 927 | 838 |
2.002 | 1.075 | |
Langlopende schulden | ||
Leenfaciliteit Financiën | 1.400 | 800 |
Kortlopende schulden | ||
Crediteuren | 77 | 309 |
Overige schulden en overlopende passiva | 3.837 | 3.455 |
3.914 | 3.764 | |
TOTAAL PASSIVA | 7.316 | 5.639 |
Immateriële vaste activa
De waardering van de immateriële vaste activa wordt bepaald door de historische kostprijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen. Voor deze posten wordt een lineaire afschrijvingstermijn van vijf jaar aangehouden. De restwaarde van de immateriële activa wordt geschat op nihil. Deze post bestaat uit het softwaresysteem Arend dat de NEa zelf heeft ontwikkeld en dat ondersteunend was aan het primaire proces van de NEa. Deze software is in 2010 geheel afgeschreven. De software was gefinancierd middels de leenfaciliteit van het ministerie van Financiën. De lening is in 2010 afgelost.
Eind 2011/begin 2012 is het nieuwe informatiesysteem PAN, dat het oude informatiesysteem heeft vervangen, in gebruik genomen. Dit systeem is grotendeels gefinancierd middels een beroep op de leenfaciliteit bij het ministerie van Financiën in 2011 en 2012.
Eigen vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit het saldo van de exploitatiereserve en het saldo van het onverdeelde resultaat van het jaar 2012.
In de Regeling baten-lastendiensten 2011 is aangegeven dat er de mogelijkheid is voor de dienst om een exploitatiereserve op te bouwen. De maximale exploitatiereserve bedraagt 5% van de gemiddelde omzet van de afgelopen 3 jaar. Het maximale eigen vermogen in 2012 bedraagt € 352.460,-. Met de eigenaar zullen afspraken worden gemaakt over de bestemming van de overschotten van de jaren 2010, 2011 respectievelijk € 0,435 miljoen en € 0,403 miljoen (welke abusievelijk niet in 2012 heeft plaatsgevonden) en 2012. Bij de eerstvolgende suppletoire begrotingswet zal worden aangegeven hoe deze overschrijding wordt hersteld.
Kortlopende schulden
De kortlopende schulden bestaan uit diverse grootboekrekeningen. De post vooruitontvangsten per 31-12-2012 betreft het saldo van de afrekeningen met KLG over de jaren 2011 en 2012. De afrekening met de opdrachtgever wordt berekend, zoals in de raamafspraken tussen de directie KLG en de NEa en de offerte 2012 is overeengekomen. De post nog te betalen bedragen bestaat voornamelijk uit kosten voor ingehuurd personeel en onderhoud ICT. De af te dragen boetes en inleggelden worden evenals het tegoed van de afrekeningen 2011 en 2012 verrekend met de opdracht voor 2013.
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
Met CapGemini is op 18 april 2006 een tweejarig contract afgesloten, met als ingangsdatum 1 mei 2006, voor applicatie- en technisch beheer van de NEa systemen. Het contract kan jaarlijks stilzwijgend worden verlengd met een jaar. Het huidige contract loopt tot 1 mei 2013. De kosten bedragen € 272.772,– per 12 maanden. Het contract is jaarlijks opzegbaar.
Met Jitscale is in 2012 een driejarig contract afgesloten voor het technisch beheer van PAN. Het contract loopt tot in 2014. De kosten bedragen € 37.226,– per 12 maanden.
(1) | (2) | (3)=(2)-(1) | ||
---|---|---|---|---|
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | |
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2012 | 1.364 | 3.468 | 2.104 |
2. | Totaal operationele kasstroom | 481 | 1.344 | 863 |
3a -/- | Totaal investeringen | – 1.000 | 0 | 1.000 |
3b +/+ | Totaal boekwaarde desinvesteringen | 0 | 0 | 0 |
3. | Totaal investeringskasstroom | – 1.000 | 0 | 1.000 |
4a -/- | Eenmalige uitkering aan | 0 | 0 | 0 |
moederdepartement | ||||
4b +/+ | Eenmalige storting door | 0 | 0 | 0 |
moederdepartement | ||||
4c -/- | Aflossingen op leningen | – 480 | – 200 | 280 |
4d +/+ | Beroep op leenfaciliteit | 1.000 | 1.000 | 0 |
4. | Totaal financieringskasstroom | 520 | 800 | 280 |
5. | Rekening courant RHB 31 december 2012 (=1+2+3+4) | 1.365 | 5.612 | 4.247 |
(maximale roodstand 0,5 mln euro) |
Operationele kasstroom
Bij het bepalen van de operationele kasstroom is uitgegaan van het saldo van baten en lasten, dat is gecorrigeerd voor de afschrijvingen en de mutaties in de balansposten kortlopende activa en passiva.
Investeringskasstroom
Er zijn in 2012 geen investeringen geweest. De activering van het in eigen beheer ontwikkelde PAN-systeem heeft in zijn geheel in 2011 plaatsgevonden, terwijl de financiering (middels leenfaciliteit) in delen is opgevraagd in 2011 en 2012.
Financieringskasstroom
Dit betreft het beroep op de leenfaciliteit in 2012 bij het ministerie van Financiën verminderd met de gedane aflossingen in 2012.
Doelmatigheid
Doelmatigheidsindicatoren | Begroting 2012 | Prestatie 2012 | Prestatie 2011 | Prestatie 2010 |
---|---|---|---|---|
Kostprijzen per product (x € 1): | ||||
Vergunningaanvragen (per vergunning) | 3.660 | 4.483 | 3.716 | 4.029 |
Onderhoud dossier (per dossier) | 711 | 926 | 722 | 852 |
Audits (per audit) | 7.024 | 5.879 | 7.131 | 7.957 |
Ad hoc onderzoek (per onderzoek) | 6.712 | 6.404 | 6.814 | 7.078 |
Afsluiten handelsjaar (per emissiejaarverslag) | 424 | 369 | 430 | – |
Infodesk (per vraag) | 138 | 113 | 140 | – |
Registeradministratie (per gemiddelde rekening in beheer) | 601 | 325 | 610 | – |
Helpdesk en registeradministratie | 924 | |||
Tarieven per uur (x € 1): | ||||
Laag | 84 | 84 | 85 | 107 |
Midden | 94 | 94 | 95 | 136 |
Hoog | 115 | 115 | 116 | 139 |
FTE totaal (excl. externe inhuur) | 43 | 41,67 | 38,10 | 35,84 |
Omzet per productgroep (x € 1.000) | ||||
Vergunningaanvragen (p*q) | 91 | 31 | 63 | 117 |
Onderhoud dossier (p*q) | 359 | 426 | 334 | 399 |
Validatie en toewijzing rechten luchtvaart | 81 | |||
Toezicht en handhaving | ||||
Audits (p*q) | 1.004 | 435 | 849 | 923 |
Ad hoc onderzoeken (p*q) | 470 | 243 | 368 | 630 |
Diepte- en thema onderzoeken | 250 | 18 | 145 | 94 |
Handhaving | 209 | 190 | 217 | |
Bezwaren en beroepen | 83 | 72 | 94 | |
Afsluiten handelsjaar (p*q) | 212 | 215 | 180 | |
Infodesk (p*q) | 235 | 242 | 358 | – |
Registeradministratie (p*q) | 571 | 309 | 580 | – |
Helpdesk en registeradministratie | 905 | |||
Registeronderhoud | 959 | 874 | 974 | 769 |
Rekeningbeheer overheid | 88 | 99 | – | – |
Fraudebestrijding | 43 | 165 | 139 | 26 |
Voorbereiding nieuwe regelgeving en beleidsafstemming | 350 | 255 | 325 | |
Advisering en beleidsafstemming | 203 | |||
Toewijzing rechten nieuwkomers | 96 | 21 | 158 | |
Overige producten/diensten | 132 | 297 | 285 | |
NEa brede producten en diensten | 1.148 | |||
Projecten | 2.582 | 3.307 | 2.180 | 1.448 |
Totaal | 7.815 | 7.299 | 7.040 | 6.773 |
Saldo van baten en lasten (%) | 0 | 11,80% | 5,82% | 6,42% |
Kwaliteitsindicatoren | ||||
Validatie& vergunningen | ||||
% vergunningen verleend binnen wettelijke termijn | >99% | 100% | 100% | 97% |
% meldingen afgehandeld binnen wettelijke termijn | >99% | 99% | 100% | 88% |
Aantal bedrijven met een vergunning | 500 | 421 | 463 | 468 |
Registratie Emissiehandel | ||||
Register CO2online | >99% | – | 99,3% | 99,50% |
Register NOxonline | >99% | 100% | 99,9% | 99,70% |
Toezicht en handhaving | ||||
Aantal uitgevoerde audits bij bedrijven gebaseerd op IGT en nieuwkomers | 87 | 66 | 113 | 115 |
Aantal uitgevoerde audits bij bedrijven gebaseerd op een steekproef | 30 | 8 | 6 | – |
Aantal uitgevoerde audits bij luchtvaartoperators | 10 | – | 1 | |
Aantal uitgevoerde ad hoc onderzoeken bij bedrijven | 80 | 38 | 55 | 89 |
Aantal uitgevoerde thema onderzoeken | 4 | 1 | 1 | 1 |
Algemeen | ||||
Aantal gegronde klachten over uitoefening taken | <3 | 0 | 0 | 0 |
Aantal ongegronde klachten over uitoefening taken | <2 | 0 | 0 | 0 |
% klachten afgerond binnen wettelijke termijn | 100% | nvt | nvt | nvt |
Tevreden belanghebbenden | >65% | – | – | 69% |
Ontevreden belanghebbenden | <10% | – | – | 8% |
Directe uren/totaal aantal gewerkte uren | >58% | 66% | 65% | 63% |
Met ingang van 2012 zijn verschillende producten en diensten onder het product «NEa brede producten en diensten» gevoegd om een wat compactere producten en diensten lijst te verkrijgen. Hierdoor kunnen een aantal producten en diensten in bovenstaand overzicht niet vergeleken worden met voorgaande jaren.
De begrote en gerealiseerde omzet per product verschilt bij een aantal producten. De audits, ad hoc- en thema onderzoeken zijn achtergebleven bij de oorspronkelijke begroting. De oorzaak van deze afwijking is dat de medewerkers van deze afdeling regelmatig zijn ingezet bij de diverse lopende projecten van de NEa. Bij de projecten zijn de opdrachten voor de projecten Biobrandstoffen en Ontwikkeling Centraal Register hoger uitgekomen dan oorspronkelijk begroot. Als gevolg van het doorschuiven van de Registertransitie door de Europese Commissie moesten de in 2011 uitgevoerde werkzaamheden deels worden herhaald in 2012.
De werkzaamheden voor het project Voorbereiding 3e handelsperiode zijn vertraagd door vertraagde oplevering van de regelgeving, deze werkzaamheden worden in 2013 voortgezet.