Omschrijving van de samenhang met het beleid
Op dit artikel worden de producten op het gebied van Spoorwegen verantwoord. Het productartikel Spoorwegen is gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in het jaarverslag Hoofdstuk XII over 2014 bij beleidsartikel 16 Spoor.
13. Spoorwegen | Realisatie | Begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2014 | 2014 | ||
Verplichtingen | 2.538.710 | 2.017.923 | 2.050.436 | 2.727.691 | 1.635.883 | 2.018.957 | – 383.074 | 1 |
Uitgaven | 2.645.273 | 2.670.403 | 2.185.220 | 2.384.292 | 2.241.221 | 2.397.939 | – 156.718 | |
13.02 Beheer, onderhoud en vervanging | 1.689.994 | 1.797.911 | 1.463.595 | 1.346.811 | 1.304.521 | 1.264.028 | 40.493 | 2 |
13.03 Aanleg | 794.285 | 719.050 | 540.608 | 886.190 | 784.844 | 980.114 | – 195.270 | |
13.03.01 Real.progr.personenvervoer | 772.352 | 701.011 | 527.978 | 801.687 | 710.202 | 810.223 | – 100.021 | 3 |
13.03.02 Real.progr.goederenvervoer | 21.933 | 18.039 | 12.630 | 64.829 | 51.621 | 89.525 | – 37.904 | 4 |
13.03.04 Verk. en planuitw.personenvervoer | 0 | 18.360 | 17.307 | 69.357 | – 52.050 | 5 | ||
13.03.05 Verk. en planuitw.goederenvervoer | 1.314 | 5.714 | 11.009 | – 5.295 | 6 | |||
13.04 Geintegreerde contractvormen/PPS | 121.510 | 125.768 | 129.943 | 134.675 | 135.279 | 145.588 | – 10.309 | 7 |
13.07 Rente en aflossing | 16.616 | 16.577 | 16.597 | – 20 | ||||
13.08 Investeringsruimte | 0 | 0 | – 8.388 | 8.388 | 8 | |||
13.09 Ontvangsten | 15.848 | 144.781 | 72.526 | 202.042 | 117.966 | 65.249 | 52.717 |
Toelichting
Ad 1) De verplichtingenrealisatie is lager dan geraamd. Er is sprake van een aantal plussen en minnen ten opzichte van de oorspronkelijke raming. Hieronder worden de voornaamste oorzaken beschreven:
-
• Binnen de aanlegprogramma’s is sprake van een groot aantal specifieke programma’s waarvan het totaal beschikbare bedrag niet wordt vastgelegd door middel van één subsidiebeschikking maar waarvan de subsidieverlening verspreid plaatsvindt over meerdere jaren. Vooraf wordt een zo goed mogelijke inschatting gemaakt van deze verdeling maar de uiteindelijke hoogte van een subsidiebeschikking is van veel factoren afhankelijk. Voor 2014 bleek de inschatting voor de programma’s Landelijk Verbeterprogramma Overwegen, Fietsparkeren, Toegankelijkheid, Kleine functiewijzigingen, Lenteakkoord impuls en Meerjarenprogramma Geluid na verdere uitwerking van deze programma’s uiteindelijk af te wijken van het vooraf ingeschatte bedrag. Dit betekent overigens niet dat er per definitie sprake is van een vertraging of versnelling van betreffende programma’s.
-
• Binnen de programma’s is sprake van reserveringen voor bijvoorbeeld garantstellingen en toezeggingen. Vooraf is niet aan te geven in welk jaar welke toezeggingen of garantstelling daadwerkelijk leiden tot uitgaven. Om die reden wordt de totale verplichting pragmatisch voor het totaalbedrag in het jaar gezet waarin de eerste kasuitgave staat gepland. Voor 2014 speelde dit bij de reservering Akkoord Treinverbinding en de reservering voor tegenvallende kosten bij de NSP projecten.
-
• Het programma ERTMS was ten tijde van de begroting 2014 op artikel 13 geraamd maar dit programma is in 2014 overgeboekt naar Artikel 17 Megaprojecten Verkeer en Vervoer.
-
• In 2014 heeft de subsidievaststelling plaatsgevonden voor het project Hanzelijn en heeft op dit project een negatieve bijstelling plaatsgevonden als gevolg van de vrijval van onbenodigd onvoorzien.
-
• Naar aanleiding van besluitvorming in december 2013 met betrekking tot Zwolle-Herfte is het projectbudget van het juridisch verplichte projectbudget van het project Zwolle Transfer rijtijdverkorting verlaagd met € 46 miljoen. Dit bedrag maakt nu onderdeel uit van het projectbudget Zwolle Herfte.
Ad 2 t/m 8) Voor een toelichting op de artikelonderdelen wordt verwezen naar de specifieke toelichtingen (per project) bij deze artikelonderdelen.
13.02 Beheer, onderhoud en vervanging
Motivering
Op grond van richtlijn nr. 91/440/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschap van 29 juli 1991 wordt de taakorganisatie ProRail via de beheerconcessie belast met het beheer en onderhoud van de landelijke spoorweginfrastructuur.
De subsidie aan ProRail wordt jaarlijks vastgesteld met een beschikking overeenkomstig het bepaalde in de Wet en Besluit Infrastructuurfonds. De subsidie wordt door ProRail aangewend voor het in goede gebruikstoestand houden van de landelijke spoorweginfrastructuur. Per 1 januari 2008 wordt ProRail aangestuurd op output. Dat betekent dat de Minister van IenM afspraken maakt met ProRail over de te realiseren prestaties op basis van een resultaatsverplichting. Hiervoor worden kernprestatie indicatoren (KPI’s) met grenswaarden geformuleerd. Die prestaties worden jaarlijks opgenomen in het beheerplan van ProRail. De Minister van IenM moet instemmen met de prestaties waarvoor grenswaarden gelden. Het beheerplan wordt aan de Tweede Kamer toegezonden.
ProRail is, via de beheerconcessie van IenM, verantwoordelijk voor het beheer, onderhoud en vervanging van de hoofdspoorweginfrastructuur. Het bestaande spoornet vertegenwoordigt een groot maatschappelijk geïnvesteerd kapitaal. Instandhouding en waar nodig verbetering daarvan is noodzakelijk om de kwaliteit van het spoor verder te verbeteren en de kerntaak van het spoor te kunnen waarmaken.
Prestaties ProRail
Meetbare gegevens
In 2014 zijn de volgende prestaties overeengekomen en gerealiseerd:
Kern Prestatie Indicator | Realisatie 2014 | Grenswaarde 2014 | Realisatie 2013 |
---|---|---|---|
Algemeen klantoordeel vervoerders | 6,7 | 6,7 | 6,8 |
Punctualiteit Reizigersverkeer totaal (< 3 min.) | 90,2% | 87,0% | 87,9% |
Punctualiteit Hoofdrailnet (< 5 min.) | 94,9% | 93,0% | 93,6% |
Punctualiteit Regionale series (< 3 min.) | 94,9% | 93,1% | 92,5% |
Punctualiteit Goederen (<3 min.) | 83,0% | 82,0% | 79,6% |
Top 5 aandachtseries | 87,3% | 84,0% | 86,2% |
Geleverde treinpaden | 97,9% | 98,0% | 98% |
Toelichting
Met uitzondering van de KPI geleverde treinpaden zijn alle KPI’s in 2014 behaald. Geleverde treinpaden is 0,1%-punt lager dan de grenswaarde. Oorzaken hiervan zijn grote verstoringen in het eerste halfjaar met als gevolg een kleine marge om incidenten op te vangen. Door de sneeuwdag van 27 december is vervolgens de realisatie net onder de grenswaarde uitgekomen.
De prestatie van ProRail in 2014 ten aanzien van de indicator geleverde treinpaden (97,9%) voldoet – zonder dat daar een rechtvaardigheidsgrond voor bestaat – niet aan de grenswaarde van 98%. ProRail krijgt daarom een boete opgelegd voor de achterblijvende prestatie in 2014 van in totaal € 75.000. In verband met de overgang naar een nieuwe beheerconcessie per 1 januari 2015 is deze boete definitief.
Betalingen aan en besteding door ProRail
In 2014 is door IenM € 1.305 miljoen subsidie aan ProRail betaald, € 41 miljoen meer dan begroot. De belangrijkste oorzaak hiervoor is dat bij het verlenen van de subsidie aan ProRail voor het jaar 2014 – na vaststelling van de begroting 2014 – rekening is gehouden met het door ProRail terug te betalen bedrag over het jaar 2012 ad € 44 miljoen. Omdat deze terugvordering een reeds afgesloten begrotingsjaar betreft, moet deze gedesaldeerd worden opgenomen in de begroting, dus zowel in de uitgaven (artikel 13.02) als in de ontvangsten (artikel 13.09).Van de ontvangen subsidie in 2014 heeft ProRail € 93 miljoen nog niet besteed. Deze onderbesteding heeft nagenoeg volledig betrekking op doorgeschoven vervangingsinvesteringen met betrekking tot: ATB-Vv (vertraging in de besluitvorming en aanbesteding), Verkeersleidingspost Utrecht (om de operatie op de seinzaal in de winterperiode niet te verstoren vinden de migratie en verhuizing van de werkplekken en de ingebruikname van de VL-post in het voorjaar van 2015 plaats), ICT-netwerken (vertraagde besluitvorming), perronkappen Geldermalsen (faillissement aannemer, opnieuw aanbesteed), seinen en kabels (mislukte aanbesteding), landelijke hekwerken (scope opnieuw bepaald) en enkele bovenbouwvernieuwingen (treinvrije perioden niet gehonoreerd).
In de «spoorbijlage» zijn nadere gegevens over de besteding door ProRail in 2014 opgenomen.
Begroting 2014 | Begrotings- en beheerplanmutaties | Betaald aan ProRail | Waarvan BTW | Beschikbaar voor ProRail | Besteed door ProRail | Afwijking besteed vs beschikbaar | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Beheer en calamiteitenorganisatie | 199 | – 6 | 193 | 34 | 159 | 165 | 6 |
Grootschalig onderhoud | 161 | – 6 | 155 | 27 | 128 | 112 | – 16 |
Kleinschalig onderhoud | 327 | – 7 | 320 | 56 | 264 | 278 | 14 |
Onderhoud transfer | 82 | – 2 | 80 | 14 | 66 | 65 | – 1 |
Onderhoud Betuweroute | 28 | 4 | 32 | 5 | 27 | 30 | 3 |
Verkenning en innovatie | 4 | 0 | 4 | 0 | 4 | 6 | 2 |
Uitbesteed werk | 801 | – 17 | 784 | 136 | 648 | 656 | 8 |
Doorbelaste kosten aan derde-partijen | – 51 | 0 | – 51 | – 9 | – 42 | – 47 | – 5 |
Gebruiksvergoeding vervoerders | – 269 | 21 | – 248 | 0 | – 248 | – 255 | – 7 |
Doorbelaste uitgaven | – 320 | 21 | – 299 | – 9 | – 290 | – 302 | – 12 |
Rijksbijdrage beheer en onderhoud | 481 | 4 | 485 | 127 | 358 | 354 | – 4 |
Bovenbouwvernieuwingen | 175 | – 21 | 154 | 27 | 127 | 117 | – 10 |
Vervanging overige systemen | 272 | 56 | 328 | 57 | 271 | 193 | – 78 |
Vervangingsinvesteringen | 447 | 35 | 482 | 84 | 398 | 310 | – 88 |
Apparaatskosten | 336 | 2 | 338 | 59 | 279 | 278 | – 1 |
Rijksbijdrage aan ProRail | 1.264 | 41 | 1.305 | 270 | 1.035 | 942 | – 93 |
Opmerking: De kolom «Besteed door Prorail» is gebaseerd op voorlopige cijfers. Hier kan nu geen waarde aan worden gehecht.
13.03 Aanleg Spoor
Motivering
IenM is verantwoordelijk voor de uitbreiding van de hoofdspoorweginfrastructuur. Deze wordt in belangrijke mate gefinancierd met middelen uit de Rijksbegroting. Op dit artikelonderdeel worden alle uitgaven begroot die noodzakelijk zijn voor:
-
• uitvoering van nieuwbouwprojecten spoor
-
• voorbereiding van de uitvoering van deze projecten
-
• door ProRail uit te voeren planuitwerkingen en verkenningen
-
• door IenM uit te voeren planuitwerkingen en verkenningen.
13.03.01 Realisatieprogramma personenvervoer spoor
Producten
Kasbudget 2014 | Oplevering | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
Begroting 2014 | Realisatie | Verschil | Begroting 2014 | Huidig | ||
Projecten Nationaal | ||||||
Benutten | ||||||
ERTMS-pilot Amsterdam-Utrecht en ERTMS expertisecentrum 1) | 22 | 1 | – 21 | 2012/2013/2014 | 2012/2013/2014 | 1 |
Geluidsanering Spoorwegen | 4 | 3 | – 1 | divers | divers | |
Uitvoeringsprogramma geluid emplacementen (UPGE) | 11 | 4 | – 7 | divers | divers | 2 |
Programma Hoogfrequent Spoorvervoer | ||||||
PHS DSSU (inclusief voorinvestering) | 67 | 57 | – 10 | 2012/2015 | 2015 | 3 |
Vervanging Dieze brug Den Bosch | 1 | – 1 | 2014 | 2013 | 4 | |
Stations en stationsaanpassingen | ||||||
Kleine stations | 2 | 3 | 1 | divers | divers | |
Overige projecten/programma's /lijndelen etc. | ||||||
AKI-plan en veiligheidsknelpunten | 26 | 14 | – 12 | divers | divers | 5 |
Fietsparkeren bij stations | 18 | 12 | – 6 | divers | divers | 6 |
Nazorg gereedgekomen lijnen/halten | 5 | 7 | 2 | divers | divers | |
Ontsnippering | 5 | 1 | – 4 | divers | divers | 7 |
Programma Kleine Functiewijzigingen | 89 | 29 | – 60 | divers | divers | 8 |
Punctualiteits-/capaciteitsknelpunten | 73 | 51 | – 22 | divers | divers | 9 |
Reistijdverbetering | 5 | 6 | 1 | 2013 | 2014 | |
Toegankelijkheid stations | 44 | 42 | – 2 | divers | divers | |
Kleine projecten personenvervoer | 0 | 0 | divers | |||
Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland | ||||||
Amsterdam-Almere-Lelystad | ||||||
OV SAAL korte termijn | 151 | 134 | – 17 | 2016 | 2016 | 10 |
Stations en stationsaanpassingen | ||||||
Amsterdam CS, Cuypershal | 12 | 2 | – 10 | 2014/2015/2016 | 2014/2016 | 11 |
Amsterdam CS, Fietsenstalling | 8 | 1 | – 7 | 2013/2018 | 2013/2018 | 12 |
Overige projecten/lijndelen etc. | ||||||
Regionet (inclusief verkeersmaatregelen Schiphol) | 15 | 10 | – 5 | divers | divers | 13 |
Projecten Utrecht | ||||||
Vleuten – Geldermalsen 4/6 sporen (incl. RSS) | 60 | 52 | – 8 | 2005 e.v. | 2005 e.v. | 14 |
Stations en stationsaanpassingen | ||||||
OV-terminal stationsgebied Utrecht (VINEX/NSP) | 53 | 79 | 26 | 2016 | 2016 | 15 |
Overige projecten/lijndelen etc. | ||||||
Spoorwegovergang Soestdijkseweg te Bilthoven | 6 | 8 | 2 | 2013/2015 | 2013/2015 | |
Projecten Zuidvleugel | ||||||
Stations en stationsaanpassingen | ||||||
Den Haag CS (t.b.v. NSP) | 9 | 6 | – 3 | 2014 | 2014 | 16 |
Rotterdam Centraal (t.b.v. NSP) | 20 | 20 | 0 | 2013 | 2013 | |
Den Haag CS perronsporen 11 en 12 | 1 | 3 | 2 | 2018 | 2018 | 17 |
Overige projecten/lijndelen etc. | ||||||
Rijswijk – Schiedam incl. spoorcorridor Delft | 36 | 77 | 41 | 2015/2017 | 2015/2017 | 18 |
Projecten Brabant | ||||||
Stations en stationsaanpassingen | ||||||
Breda Centraal (t.b.v. NSP) | 8 | 26 | 18 | 2016/2017 | 2016/2017 | 19 |
Projecten Oost Nederland | ||||||
Utrecht-Arnhem-Zevenaar | ||||||
Arnhem Centraal (t.b.v. NSP) | 8 | 11 | 3 | 2011/2014 | 2011/2015 | 20 |
Sporen in Arnhem | 1 | – 1 | 2011 | 21 | ||
Traject Oost uitv. convenant DMB | 18 | 17 | – 1 | 2019 | 2020 | |
Overige projecten/lijndelen etc. | ||||||
Hanzelijn | 8 | – 8 | 2012 | 22 | ||
Regionale lijnen Gelderland | 3 | 1 | – 2 | divers | divers | 23 |
Projecten Noord Nederland | ||||||
Partiële spooruitbreiding Groningen-Leeuwarden | 1 | 5 | 4 | 24 | ||
Sporendriehoek Noord-Nederland | 14 | 5 | – 9 | divers | divers | 25 |
Totaal ProRail projecten | 801 | 687 | – 117 | |||
Overige (niet ProRail) projecten | ||||||
Afdekking risico's spoorprogramma's | 15 | 0 | – 15 | n.v.t. | 26 | |
Intensivering Spoor in steden (I) | 13 | 13 | 0 | 0 | ||
Spoorzone Ede | 19 | 9 | – 10 | 0 | 27 | |
Afronding | 1 | 1 | ||||
Programma Realisatie (IF 13.03.01) | 847 | 710 | – 141 | |||
Budget Realisatie (IF 13.03.01) | 811 | 710 | – 105 | |||
Overprogrammering (-) | – 36 | 0 | 36 |
Toelichting
Ad 1) ERTMS-pilot Amsterdam-Utrecht en ERTMS expertisecentrum
De lagere realisatie wordt voornamelijk veroorzaakt door het feit dat de uitgaven voor de pilot European Rail Traffic Management Systeem (ERTMS) Amsterdam-Utrecht op de operationele doelstelling 13.03 in het Infrastructuurfonds zijn geraamd, maar met uitzondering van de door ProRail gemaakte kosten op de begroting van Hoofdstuk XII verantwoord worden. Daarnaast zijn, als gevolg van het verlengen van de pilot, de voor 2014 geprognosticeerde uitgaven ten behoeve het vormgeven van het ERTMS expertisecentrum in afwachting van de uitkomsten van de pilot doorgeschoven naar 2015.
Ad 2) Uitvoeringsprogramma geluid emplacementen (UPGE)
De lagere realisatie is het gevolg van een ontstane vertraging bij het verkrijgen van (milieu)vergunningen op een aantal locaties (Venlo, Maastricht en Heerlen). Daarnaast blijken er in Rotterdam geen maatregelen nodig omdat uit onderzoek blijkt dat de woningen al dusdanig waren geïsoleerd dat verdere gevelmaatregelen niet noodzakelijk zijn.
Ad 3) PHS DSSU (inclusief voorinvestering)
De lagere realisatie is een gevolg van de vernietiging van het Tracébesluit Sporen in Utrecht in het najaar van 2013. DSSU is een vervolg op Sporen in Utrecht. Doordat het Tracébesluit Sporen in Utrecht later is vastgesteld dan voorzien, is de planuitwerking van DSSU ook naar achter geschoven. Dit heeft als gevolg dat zowel de voor 2014 geprognosticeerde uitgaven verschuiven als ook de indienststellingsdatum een jaar verschuift van 2015 naar 2016.
Ad 4) Vervanging Dieze-brug Den Bosch
Het project is volledig in 2013 gerealiseerd. Hierdoor zijn ook de voor 2014 geprognosticeerde uitgaven gerealiseerd in 2013.
Ad 5) AKI-plan en veiligheidsknelpunten
De lagere realisatie wordt voornamelijk veroorzaakt doordat als gevolg van het later dan gepland verkrijgen van Trein Vrije Periode’s en het combineren van werk met werk, de uitvoering van een aantal deelprojecten langer duurt dan eerder aangenomen. Daarnaast valt het plaatsen van dataloggers (DLT-apparatuur) goedkoper uit dan verwacht.
Ad 6) Fietsparkeren bij stations
De lagere realisatie wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de vereiste afspraken voor cofinanciering met decentrale overheden extra tijd vergen. Daarnaast is meer tijd nodig voor de voorbereiding en ruimtelijke inpassing van stallingen op complexe, dichtbebouwde locaties.
Ad 7) Ontsnippering
De lagere realisatie is met name het gevolg van een verschuiving van 2014 naar 2015 van de financiële afwikkeling van een schadeclaim en de bijgestelde planning voor twee deelprojecten. De genoemde aanpassingen hebben geen gevolgen voor de dienstregeling, vervoerder en omgeving.
Ad 8) Programma Kleine Functiewijzigingen
De voorbereiding en besluitvorming over de realisatie van een aantal van de projecten binnen dit programma heeft meer tijd in beslaggenomen dan oorspronkelijk verwacht, waardoor in 2014 een lagere realisatie heeft plaatsgevonden dan gepland. Het gaat onder meer om de volgende projecten: Emplacementen op orde, Meteren Zuidoostbogen, Watergraafsmeer aanleg sporen, Diemen overloopwissel, Leeuwarden emplacement, Alkmaar aanleg service paden, Den Bosch emplacement, Rijssen perronspoor, Zwolle-Groningen overwegmaatregelen, Friesland-Achterhoek bijstuurvoorzieningen. Daarnaast zijn de projecten Uitgeest uitbreiden opstelcapaciteit, Deventer transfer en Hoofddorp uitbreiden opstelcapaciteit «on hold» gezet in afwachting op besluitvorming in het kader van het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer en de Lange Termijn Spooragenda.
Ad 9) Punctualiteits-/capaciteitsknelpunten
De lagere realisatie wordt voornamelijk veroorzaakt doordat een deel van de voor 2014 geplande werkzaamheden voor de bouw van de perronkappen bij het deelproject Zwolle Spoort verschuift omdat er minder Trein Vrije Perioden mogelijk waren. Daarnaast spelen er bij dit project en bij het deelproject Spooruitbreiding Amersfoort nog claims waarvan de afhandeling niet zoals verwacht in 2014 heeft plaatsgevonden. Tot slot is er nog overleg met de aannemer over de uit te voeren restwerkzaamheden waardoor geen facturatie in 2014 heeft kunnen plaatsvinden.
Ad 10) OV SAAL korte termijn
Het vaststellen van de scope voor cluster A heeft langer geduurd dan eerder aangenomen waardoor het aanbestedingsproces later is opgestart en de uitvoeringscontracten pas in 2014 zijn gegund. Hierdoor is een deel van de geprognosticeerde uitgaven van 2014 verschoven naar 2015 en verder.
Ad 11) Amsterdam CS, Cuypershal
De Middentunnel is eind 2013 in zijn geheel versneld opgeleverd. Dit is een jaar eerder dan eerder was voorzien. Hierdoor zijn ook de voor 2014 geprognosticeerde uitgaven gerealiseerd in 2013.
Ad 12) Amsterdam CS, Fietsenstalling
Na afronding van de planstudie in 2013 zijn in het najaar van 2013 in het BO MIRT afspraken gemaakt over de verdeling van de verantwoordelijkheid voor realisatie van stallingsplekken op en rond het stationseiland. De gemeente Amsterdam zal 7.000 plekken realiseren en Prorail 3.000. Deze besluitvorming heeft tot gevolg gehad dat het aandeel van Prorail later in realisatie komt.
Ad 13) Regionet (inclusief verkeersmaatregelen Schiphol)
De lagere realisatie wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de conditioneringswerkzaamheden (alle processen die nodig zijn om een tracé juridisch en technisch bouwrijp op te leveren zoals het verkrijgen van vergunningen, verleggen van kabels en leidingen en archeologisch onderzoek) bij het deelproject Beverwijk meer tijd hebben gevergd dan eerder aangenomen. Daarnaast is bij de realisatie van het deelproject Aziehavenweg emplacement gekozen voor een andere aanpak waardoor de kerosineleiding niet verlegd hoeft te worden. Dit bracht minder kosten met zich mee dan eerder voorzien.
Ad 14) Vleuten-Geldermalsen 4/6 sporen (incl. RSS)
Binnen het deelproject Keervoorziening Woerden kon worden volstaan met een goedkopere oplossing voor de overweg waardoor de uitgaven lager uitvielen dan gepland. Tevens bleken kosten voor het verlagen van de bovenleiding ten behoeve van de Rabobrug onterecht opgenomen in de geprognosticeerde uitgaven voor 2014 en vielen als gevolg van de ontwikkelingen rondom het OTB Utrecht-Amsterdam Rijnkanaal (uitkomsten van een trillingsonderzoek) de uitgaven in 2014 lager uit.
Ad 15) OV-terminal stationsgebied Utrecht (VINEX/NSP)
Eind 2013 is besloten dat de gemeente Utrecht een deel van het project gaat realiseren. De kasplanning is op dit besluit aangepast.
Ad 16) Den Haag CS (t.b.v. NSP)
De lagere realisatie wordt met name veroorzaakt door de versnelde oplevering van de Openbaar Vervoer Terminal (van eind 2014 naar midden 2014). Hierdoor is ook een deel van de voor 2014 geprognosticeerde uitgaven gerealiseerd in 2013.
Ad 17) Den Haag CS perronsporen 11 en 12
In 2014 is het emplacementterrein, benodigd voor de bouw van het Haags Startstation Erasmuslijn (HSE), vrijgemaakt van spoorse objecten. Deze werkzaamheden zijn eerder uitgevoerd dan vooraf aangenomen.
Ad 18) Rijswijk-Schiedam incl. spoorcorridor Delft
De hogere realisatie wordt met name veroorzaakt doordat de tunnelaannemer in 2014 sneller met een aantal grote werkpakketten kon starten dan oorspronkelijk was ingeschat. Daarnaast bleek de door Prorail in 2013 opgestelde uitgavenprognose niet aan te sluiten op het afgesproken declaratieschema van de aannemer.
Ad 19) Breda Centraal (t.b.v. NSP)
De hogere uitgaven in 2014 worden voornamelijk veroorzaakt doordat bij het opstellen van de kostenraming van dit project door ProRail was aangegeven dat de kosten voor de OV-terminal deels gefinancierd zouden worden via het programma Beheer, onderhoud en vervanging. Binnen dit programma bleek echter abusievelijk geen reservering voor de uitgaven te zijn opgenomen. Om die reden is in 2014 een aanvullende subsidiebeschikking verstrekt aan Prorail welke ook in 2014 tot uitgaven heeft geleid. Daarnaast heeft de aannemer in 2014 versnellingsmaatregelen uitgevoerd om de noordzijde alsnog op tijd op te leveren en zijn meerwerkwerkzaamheden versneld uitgevoerd.
Ad 20) Arnhem Centraal (t.b.v. NSP)
Door complexiteit van het ontwerp en het bouwproces is vertraging opgelopen. Dit heeft eind 2013 geresulteerd in het doorschuiven van de geplande uitgaven voor 2013 naar 2014 en verder waardoor in 2014 nu een hogere realisatie heeft plaatsgevonden dan geprognosticeerd. De geplande oplevering verschuift van 2014 naar 2015.
Ad 21) Sporen in Arnhem
Het project is afgerond en de subsidievaststelling heeft plaatsgevonden. De resterende werkzaamheden zijn zoals gebruikelijk ondergebracht bij de post Nazorg gereed gekomen lijnen en halten. De in 2014 gerealiseerde uitgaven zijn ten laste gebracht van deze post.
Ad 22) Hanzelijn
Het project is afgerond en de subsidievaststelling heeft plaatsgevonden. De resterende werkzaamheden zijn zoals gebruikelijk ondergebracht bij de post Nazorg gereed gekomen lijnen en halten. De in 2014 gerealiseerde uitgaven zijn ten laste gebracht van deze post.
Ad 23) Regionale lijnen Gelderland
Overleg tussen IenM en de Provincie Gelderland over de inzet van de resterende gelden neemt meer tijd in beslag dan eerder aangenomen.
Ad 24) Partiële spooruitbreiding Groningen-Leeuwarden
Voor dit project is in 2014 een aanvullende planstudiebeschikking aan ProRail verstrekt in verband met het uitwerken van gewenste optimalisaties binnen het project en opgetreden risico’s. Deze aanvullende subsidiebeschikking heeft geleid tot hogere uitgaven in 2014 dan eerder geprognosticeerd.
Ad 25) Sporendriehoek Noord-Nederland
Dit programma bestaat uit meerdere deelprojecten. De lagere realisatie in 2014 wordt onder andere veroorzaakt doordat er bij het deelproject Wolvega sprake is van vertraging in de aanbesteding en de benodigde gronden door de gemeente zelf worden aangekocht. Daarnaast is bij de alternatievenstudie Hoogeveen snelheidsverhoging sprake van extra doorlooptijd als gevolg van een nader onderzoek naar de constructie van het viaduct over de A28 en was de uitgavenplanning voor een aantal deelprojecten te optimistisch ingeschat.
Ad 26) Afdekking risico’s spoorprogramma’s
De besluitvorming over welke geluidsmaatregelen moeten worden genomen bij het project HSL zal in het voorjaar 2015 plaatsvinden waardoor in 2014 geen geluidsmaatregelen zijn uitgevoerd.
Ad 27) Spoorzone Ede
De kasreeks is aangepast op de herziene fasering van de werkzaamheden.
Kasbudget 2014 | Oplevering | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
Begroting 2014 | Realisatie | Verschil | Begroting 2014 | Huidig | ||
ProRail Projecten | ||||||
Uitgaven mbt planuitwerking op IF 13.03.05 | – 4 | – 3 | 1 | |||
Projecten nationaal | ||||||
PAGE risico reductie | 0 | 0 | 0 | divers | divers | |
Optimalisering Goederencorridor Rotterdam-Genua | 37 | 24 | – 13 | 2013 e.v. | 2013e.v. | 1 |
Aslasten Cluster III realisatie | 0 | 0 | 0 | |||
Projecten Oost Nederland | ||||||
Uitv.progr Goederenroute Elst-Deventer-Twente (NaNov) | 13 | 8 | – 5 | divers | divers | 2 |
Projecten Zuidwestelijke delta | ||||||
Geluidmaatregelen Zeeuwselijn | 1 | 1 | 0 | 2014/2016 | 2014/2016 | |
Spooraansluiting 2e Maasvlakte achterlandverbinding | 53 | 21 | – 32 | 2014 e.v. | 2014 e.v. | 3 |
Overige projecten | ||||||
Nazorg gereedgekomen projecten | 1 | 0 | – 1 | divers | divers | 4 |
Afrondingen | 1 | 1 | ||||
Totaal ProRail Projecten | 102 | 52 | – 50 | 0 | ||
Overige (niet ProRail) Projecten | ||||||
Programma Realisatie (IF 13.03.02) | 102 | 52 | – 50 | 0 | ||
Budget Realisatie (IF 13.03.02) | 90 | 52 | – 38 | 0 | ||
Overprogrammering (-) | – 12 | 12 |
Toelichting
Ad 1) Optimalisering Goederencorridor Rotterdam-Genua
De lagere realisatie in 2014 wordt met name veroorzaakt doordat de contracten voor het opheffen van het systeemeiland Zevenaar later in de markt zijn gezet dan voorzien. Dit als gevolg van de voorwaarde dat eerst de overeenkomst NS International – IenM – Prorail met betrekking tot aanpassingen aan het ICE3m-materieel getekend diende te zijn (juli 2014 getekend). Daarnaast zijn als gevolg van onteigeningsprocedures de gronden voor het project «Zevenaar-Grens Derde Spoor extra faseringsstap ERTMS en aanzetten 25 kV in Nederland» niet eerder beschikbaar dan eind 2015, zodat de werkzaamheden voor het Derde Spoor pas van start kunnen gaan vanaf 2016.
Ad 2) Uitvoeringsprogramma Goederenroute Elst-Deventer-Twente (NaNov)
De lagere realisatie in 2014 wordt onder meer veroorzaakt door de moeizaam verlopen grondverwerving het deelproject Weerselo Vliegveldstraat.
Ad 3) Spooraansluiting 2e Maasvlakte achterlandverbinding
Door een voorspoedig verloop van de werkzaamheden is een deel van de voor 2014 voorziene uitgaven al in 2013 gerealiseerd. Tevens is sprake van zowel een gerealiseerde aanbestedingsmeevaller als van een gunstige kostenontwikkeling wat heeft geresulteerd in een verlaging van de uitgavenprognose.
Ad 4) Nazorg gereedgekomen projecten
De geraamde uitgaven op deze post betreffen met name afwikkeling van claims, grond juridische zaken en geluidsanering en zijn, gelet op de afhankelijkheid van derden, lastig te prognosticeren.
13.03.04 Planuitwerkingsprogramma personenvervoer
De lagere realisatie op dit artikelonderdeel wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de uitgaven voor de projecten ERTMS Landelijke invoer en Zuidas ten tijde van de begroting 2014 op artikel 13 waren geraamd maar in 2014 zijn overgeboekt naar Artikel 17 Megaprojecten Verkeer en Vervoer. Tevens bleek in 2014 geen compensatie nodig voor HSA in verband met mogelijk exploitatieverlies op de verbinding Breda-Antwerpen en is er geen reistijdverbetering door NS gerealiseerd op het traject Roosendaal-Antwerpen waardoor in 2014 geen bijdrage hoefde te worden uitgekeerd. Voor het project PHS geldt dat een deel van de uitgaven in 2014 door Prorail is betaald uit een eerder dan geplande ontvangen subsidie via INEA (Innovation and Networks Executive Agency).
13.03.05 Planuitwerkingsprogramma goederenvervoer
De per saldo lagere realisatie dan geprognosticeerd op dit artikelonderdeel wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de uitgaven voor het project D4 aslasten ad € 4,8 miljoen ten tijde van de begroting 2014 op dit artikelonderdeel waren geraamd maar in 2014 zijn overgeboekt naar artikelonderdeel 13.03.01 (project Sporendriehoek Noord Nederland). Tevens vindt nog overleg plaats tussen IenM en Prorail over de definitieve scope voor het project Spooraansluiting 2e Maasvlakte waardoor de geplande uitgaven voor 2014 zijn verschoven (€ 1,6 miljoen). Daarnaast is € 2,7 miljoen gerealiseerd ten behoeve van de verkenning voor het project Calandbrug waarmee in de uitgavenprognose 2014 geen rekening was gehouden.
13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS
Motivering
De Staat betaalt voor de beschikbaarheid van de HSL-infrastructuur, zoals deze door het consortium Infraspeed is ontworpen, gebouwd (enkel de bovenbouw) en wordt onderhouden (onder- en bovenbouw), conform de contractuele overeenkomst tussen beide partijen. Het contractbeheer wordt uitgevoerd door ProRail, onder regie van IenM.
Producten
2014 | 2014 | Verschil | |
---|---|---|---|
Beschikbaarheidsvergoeding | 148.238 | 147.023 | 1.215 |
Rente- en belastingwijzigingen | – 18.511 | – 1.435 | – 17.076 |
Wijzigingsopdrachten en afrekeningen | 5.551 | 0 | 5.551 |
Totaal betalingen aan Infraspeed | 135.278 | 145.588 | – 10.310 |
Toelichting
De realisatie valt € 10 miljoen lager uit dan begroot. Enerzijds vallen de uitgaven hoger uit in verband met de uit het HSL-Zuid budget overgehevelde taken naar Infraspeed (€ 6 miljoen) en indexeringsbijstelling (€ 1 miljoen). Anderzijds vallen de uitgaven lager uit als gevolg van de lage rentestand (€ 9 miljoen) en het uitstellen van het besluit inzake de belastingaanpassingen (€ 8 miljoen).
Rentebijstellingen
In de beschikbaarheidsvergoeding HSL-Zuid zijn ook de financieringskosten van de aanleg bovenbouw begrepen. Deze zijn gebaseerd op een rente percentage van 4,25. Als gevolg van de lage rentestand heeft IenM daarom een deel van de vergoeding teruggekregen. In 2014 gaat het om € 19 miljoen. € 10 miljoen hiervan was reeds begroot zodat de realisatie door deze post € 9 miljoen lager uitvalt.
Belastingbijstellingen
In het contract tussen de Staat en Infraspeed is een clausule opgenomen inzake de fiscaal aftrekbare rentekosten van Infraspeed. Deze clausule komt er op neer dat Infraspeed mogelijk meer vennootschapsbelasting moet betalen aan de Belastingdienst (dan waarmee nu in de beschikbaarheidsvergoeding rekening is gehouden), maar hiervoor dan wel wordt gecompenseerd via een hogere beschikbaarheidsvergoeding. Deze wijziging is voor zowel de Staat als Infraspeed budgettair neutraal, maar loopt wel via de begrotingen van IenM (hogere uitgaven) en Financiën/Belastingdienst (hogere ontvangsten). De verwachting is dat besluitvorming hierover in de eerste helft van 2015 plaatsvindt.
Wijzigingsopdrachten
Het grootste deel van de wijzigingen heeft betrekking op de Pilot geluid in Lansingerland. Daarnaast hebben wijzigingen plaatsgevonden in het kader van C2000, zettingen van de baan, ERTMS, EMC, GSMR en centralisatie van het schakel- en meldcentrum.
13.07 Rente en Aflossing
Motivering
Onder deze categorie uitgaven vallen de rente en aflossing van de bij ProRail uitstaande leningen, waarmee in het verleden spoorinfrastructuur gefinancierd is.
Producten
Realisatie 2014 | Begroting 2014 | Verschil | |
---|---|---|---|
Rente leningen | 16.577 | 16.597 | – 20 |
Aflossing leningen | 0 | 0 | 0 |
Totaal rente en aflossingen ProRail | 16.577 | 16.597 | – 20 |
Toelichting
Per eind 2014 heeft ProRail nog voor € 314 miljoen aan leningen uitstaan, waarvan € 241 miljoen bij het Ministerie van Financiën en € 73 miljoen bij banken. IenM staat garant voor de rentebetalingen en aflossingen door ProRail. Zie hiervoor ook de saldibalans van IenM, onderdeel garantstellingen.
13.08 Investeringsruimte
Motivering
Op dit artikelonderdeel wordt de voor dit artikel beschikbare investeringsruimte verantwoord. In 2014 was er geen investeringsruimte beschikbaar.
13.09 Ontvangsten
Motivering
Op dit artikelonderdeel worden de bijdragen van derdepartijen voor spooruitgaven verantwoord. De gebruiksvergoeding die vervoerders betalen wordt door ProRail vastgesteld en geïnd (zie artikelonderdeel 13.02) en wordt daarom gesaldeerd met de uitgaven opgenomen in de begroting.
Producten
Realisatie 2014 | Begroting 2014 | Verschil | |
---|---|---|---|
Concessievergoeding HRN | 22.500 | 22.500 | 0 |
Concessievergoeding HSL-Zuid | 43.541 | 42.137 | 1.404 |
Afrekening met ProRail | 48.003 | 0 | 48.003 |
Bijdragen van andere overheden | 1.172 | 612 | 560 |
Boete prestaties NS (2012) | 2.750 | 0 | 2.750 |
Totaal ontvangsten spoor | 117.966 | 65.249 | 52.717 |
Toelichting
De realisatie valt € 53 miljoen hoger uit dan begroot. Hiervan heeft € 44 miljoen betrekking op de afrekening van de subsidie voor kapitaallasten en onderhoud met ProRail (zie toelichting bij artikel 13.02) en € 5 miljoen op de afrekeningen van MIRT-projecten (€ 4 miljoen ProRail en € 1 miljoen andere overheden). Daarnaast zijn de ontvangsten van NS € 4 miljoen hoger uitgevallen. Hiervan heeft € 3 miljoen betrekking op de boete prestaties 2012 en € 1 miljoen op indexering van de HSL-heffing.