Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden regelt de staatkundige relatie van de landen Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten in het Koninkrijk. De landen behartigen zelfstandig hun eigen aangelegenheden, behoudens de Koninkrijksaangelegenheden, en onverminderd de waarborgfunctie van het Koninkrijk. Het Statuut geeft tevens regels voor onderlinge samenwerking, bijstand, overleg en de staatsinrichting van de landen. Sinds 10 oktober 2010 zijn Curaçao en Sint Maarten zelfstandige landen binnen het Koninkrijk en zijn Bonaire, Sint Eustatius en Saba openbare lichamen binnen het land Nederland.
Caribisch Nederland
Met het afronden van de staatkundige hervormingen van 2010 is de relatie tussen Nederland en de openbare lichamen nog niet af. Belangrijke thema’s zijn en blijven de verdere ontwikkeling van de eilanden, de evaluatie van de zogenoemde BES-wetgeving van de openbare lichamen, de evaluatie van de justitiële rijkswetten van toepassing op Caribisch Nederland, de legislatieve terughoudendheid en de overheidsfinanciën van de openbare lichamen.
In 2014 is veel aandacht besteed aan de organisatie van de Rijkscoördinatie, vooruitlopend op de evaluatie van de uitwerking van de nieuwe staatkundige structuur van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Een commissie onder voorzitterschap van de heer Van Gastel heeft op 21 maart 2014 aanbevelingen gedaan over het verbeteren van de Rijkscoördinatie (Kamerstukken II, 2013–2014, 33 750 IV, nr. 35). Het kabinet heeft deze aanbevelingen overgenomen en zet in op het versterken van de positie van de rijksvertegenwoordiger, van bestuurlijke samenhang in Den Haag (onder andere door het positioneren van het hoogambtelijke voorportaal de Caribisch Nederland-tafel), en op de totstandkoming van een meerjarenontwikkelprogramma met de eilanden.
Het meerjarenontwikkelprogramma, met focus op economische ontwikkeling, armoedebestrijding en kinderrechten, was een belangrijk onderdeel van de zogenaamde Caribisch Nederland-week (CN-week) in juni 2014. Met Bonaire, Sint Eustatius en Saba is voor het eerst gesproken over een meerjarenontwikkelprogramma. In 2015 vindt hierover besluitvorming plaats.
In 2014 is met de bestuurscolleges van Bonaire, Sint Eustatius en Saba afgesproken dat er een onderzoek komt naar de hoogte van de vrije uitkering in het BES-fonds. De resultaten van het onderzoek en de kabinetsreactie hierop volgen in 2015. Daarnaast heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkijksrelaties in 2014 in totaal € 3,4 mln. extra beschikbaar gesteld voor economische ontwikkeling voor de sociale problematiek.
Samenwerkingsbeleid
De beëindiging van de samenwerkingsprogramma’s heeft in 2014 geleid tot de opheffing van de stichting Antilliaanse Medefinancieringsorganisatie (AMFO). De stichting was verantwoordelijk voor de financiering van niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) die onder andere armoedebestrijding, wijkaanpak, ouderen en jeugd als doelstelling hebben.
De eindafrekening van AMFO is in 2014 opgeleverd evenals de eindevaluatie (Kamerstukken II, 2014–2015, 34 000 IV, nr. 23). Door de continuering van de financiering van NGO’s via Reda Sosial in Curaçao is de duurzaamheid van een aantal projecten vooralsnog gewaarborgd.
De projecten van het Onderwijs en Jongeren Samenwerkingsprogramma (OJSP), het programma Institutionele Versterking van de Bestuurskracht (IVB), het samenwerkingsprogramma Sociaal-Economisch Initiatief (SEI) en Plan Veiligheid (PV) zijn door USONA, de uitvoeringsorganisatie van de Stichting Ontwikkeling Nederlandse Antillen (SONA), in 2014 administratief afgesloten. In 2015 wordt de subsidie definitief vastgesteld en de eindevaluatie van de samenwerkingsprogramma’s van SONA uitgevoerd.
Voor het Fondo Desaroyo Aruba (FDA) zijn bestuurlijke afspraken gemaakt over ondermeer de eindevaluatie en de eindafrekening die in 2016 opgeleverd zullen moeten worden.
Waarborgfunctie
De doelstelling van de waarborgfunctie is het borgen van de fundamentele mensenrechten en vrijheden, de rechtszekerheid en de deugdelijkheid van het bestuur. In 2014 is in samenwerking met het Openbaar Ministerie van Curaçao en het Recherche Samenwerkingsteam (RST) het project Duradero gestart voor de duur van 3 jaar. Het project Duradero beoogt een duurzame uitbreiding en versterking van de handhavingscapaciteit in Curaçao ten behoeve van de aanpak van financieel-economische criminaliteit. Daarnaast is in 2014 een nieuw protocol ondertekend inzake de flexibel inzetbare pool Koninklijke Marechaussee. Met de ondertekening van dit protocol treedt Aruba per 1 juli 2015 toe. Hiermee wordt het mogelijk om de flexibele pool van de Koninklijke Marechaussee tot eind 2019 in te zetten in het gehele Caribische deel van het Koninkrijk.
Begin 2014 is in opdracht van de Koninkrijksregering door de Gouverneur van Sint Maarten een onderzoek ingesteld naar de integriteit van het openbaar bestuur van het land. Het onderzoeksrapport is eind augustus aangeboden aan de Rijksministerraad (Kamerstukken II, 2014–2015, 34 000 IV, nr. 8). Uit de rapportage blijkt dat de deugdelijkheid van het bestuur, met name op het gebied van integriteit, over de hele linie ondermaats is en zorgelijk. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft beide Kamers toegezegd hetzij op basis van consensus, hetzij op basis van waarborg te komen tot een samenhangende aanpak.
Bij de behandeling van de begroting voor 2015 in de Tweede Kamer heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aangekondigd dat hij maatregelen wil nemen ter versterking van de rechtshandhaving in de landen van het Caribisch deel van het Koninkrijk. In 2015 wordt hier verder invulling aan gegeven.
Financieel toezicht
Curaçao heeft naar het oordeel van het College financieel toezicht (Cft) volledig voldaan aan alle onderdelen van de aanwijzing uit 2012. Curaçao heeft daarmee laten zien in staat te zijn in relatief korte tijd met ingrijpende maatregelen terug te keren naar evenwichtige en houdbare overheidsfinanciën. Omdat het begrotingsevenwicht naar het oordeel van het Cft in 2014 in stand is gebleven en voldoet aan de overige normen van begrotingsevenwicht en rentelast uit de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten is de weg vrij om te investeren in de maatschappelijke en economische ontwikkeling. Dat laat onverlet dat Curaçao nog financiële aandachtspunten en risico’s over houdt. De risico’s hebben vooral betrekking op de overheids-NV’s.
Over de ontwikkeling op de overheidsfinanciën van Sint Maarten is het Cft over heel 2014 genomen niet positief. De begroting 2014 is op 21 januari 2014 (niet tijdig) aan het Cft gezonden. Naar het oordeel van het Cft was op het moment van toetsing echter wel sprake van een begroting die voldoet aan de normen uit de Rijkswet financieel toezicht. Dat is in het jaar 2014 niet herzien. Zorgen zijn er bij het Cft over de belastingen en de betalingsachterstanden. Ook het financieel beheer is blijvend zorgwekkend op Sint Maarten. Dit blijkt onder andere uit de afkeurende oordelen van de Algemene Rekenkamer bij de jaarrekeningen. Voor een uitgebreide verslaglegging wordt verwezen naar de halfjaarrapportage van het Cft (Kamerstukken II, 2013–2014, 33 750 IV, nr. 55).
Voor Curaçao en Sint Maarten blijft het tijdig opstellen en vaststellen van de begrotingen, begrotingswijzigingen en jaarrekening een aandachtspunt. Volgens het Cft worden deze instrumenten van het budgetrecht van de Staten van deze landen verre van optimaal worden benut.
De Rijksministerraad heeft in 2014 een aanwijzing gegeven aan de Gouverneur van Aruba om de begroting van 2014 van een onafhankelijke rapportage door het secretariaat van het Cft te voorzien. Dat heeft geleid tot een begrotingswijziging, waarin ook een pad naar een structureel begrotingsevenwicht vanaf het begrotingsjaar 2018 is vastgelegd. In december 2014 heeft Aruba met de Rijksministerraad afgesproken ook de begroting van 2015 te doen toetsen door het Cft, vooruitlopend op structureel financieel toezicht.
Voorbereiden op evaluaties
De vier rijkswetten op het terrein van Veiligheid en Justitie (Openbaar Ministerie, Gemeenschappelijk Hof, Politie en de Raad voor de Rechtshandhaving) worden geëvalueerd. De opdracht hiervoor is in 2014 goedgekeurd door de vier ministers van Justitie van de landen en door de Rijksministerraad. De evaluatiecommissie justitiële Rijkswetten neemt ook de werking van deze rijkswetten voor Caribisch Nederland mee. Het eindrapport wordt naar verwachting uiterlijk 10 oktober 2015 opgeleverd. Voor de evaluatie van de Rijkswet financieel toezicht zijn in 2014 geen voorbereidingen getroffen. Dat zal, na overleg met de landen, begin 2015 gebeuren.
Waarborging Plannen van Aanpak landstaken Curaçao en Sint Maarten
Met ingang van 10 oktober 2014 is de Algemene Maatregel van Rijksbestuur Samenwerkingsregeling waarborging plannen van aanpak landstaken Curaçao en Sint Maarten (wederom) verlengd met een periode van twee jaar. Dit houdt in dat afronding van de plannen van aanpak beoogd is op uiterlijk 10 oktober 2016. Reden voor deze verlenging is het niet bijtijds afronden van alle plannen van aanpak.
Vereffening boedel voormalig Nederlandse Antillen
In 2011 is de vereffeningcommissie van start gegaan om te adviseren over de toedeling van activa en passiva uit de boedel van het per 10 oktober 2010 opgeheven land Nederlandse Antillen. De commissie adviseert de Ministers van Financiën van Curaçao en Sint Maarten en de Nederlandse Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de verdeling tussen Curaçao, Sint Maarten en Nederland (als rechtsopvolger voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba). Begin januari 2015 is het rapport van de commissie aangeboden aan de drie rechtsopvolgers van het land Nederlandse Antillen. De landen zullen in 2015 hun standpunt ten aanzien van het rapport bepalen en met elkaar bespreken teneinde de vervolgstappen voor de feitelijke vereffening te kunnen zetten.
Beleidsdoorlichtingen
Artikel | Naam artikel | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | Geheel artikel? |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | Waarborgfunctie | X1 | ja | ||||||
2 | Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners |
Artikel 1 Waarborgfunctie
Conform de begroting 2015 zal de volgende beleidsdoorlichting in 2017 aan de Tweede Kamer worden aangeboden.
Artikel 2 Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners
De volgende beleidsdoorlichting zal in 2016 plaatsvinden, na afronding van de evaluaties van de programma’s.
Voor het meest recente overzicht van de programmering van beleidsdoorlichtingen, zie http://www.rijksbegroting.nl/2015/voorbereiding/begroting,kst199443_4.html
Voor de realisatie van andere onderzoeken, zie de bijlage «Evaluatie en overig onderzoek».
Overzicht van risicoregelingen
Artikel | Omschrijving | Uitstaande garanties 2013 | Verleend 2014 | Vervallen 2014 | Uitstaande garanties 2014 | Garantie-plafond | Totaal plafond |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Artikel 2 Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners | Rente en aflossingen van leningen aan Aruba | 6.846 | 0 | 1.734 | 5.112 | 5.112 | 5.112 |
Artikel 2 Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners | Voorschotten Europese Commissie aan Bonaire (Sociaal Infrastructuurprogramma/ riolerings- en waterzuiveringsprogramma) | 43.600 | 0 | 0 | 43.600 | 43.600 | 43.600 |
Artikel 2 Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners | Voorschotten 10e Europees Ontwikkelingsfonds van Europese Commissie aan Curaçao/Sint Maarten/BES-eilanden | 21.000 | 0 | 0 | 21.000 | 21.000 | 21.000 |
Totaal | 71.446 | 0 | 1.734 | 69.712 | 69.712 | 69.712 |
Er zijn in 2014 geen uitgaven gedaan op garanties.
Voor verdere informatie wordt verwezen naar de toelichting bij de saldibalans, 13) Garantieverplichtingen.
Artikel | Omschrijving | Uitstaande lening | Looptijd lening | Totaal stand begrotingsreserve t-1 | Mutatie volume begrotingsreserve t en t-1 |
---|---|---|---|---|---|
Artikel 2 Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners | Begrotingssteun Aruba | 7.260 | 25 jaar | ||
Artikel 2 Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners | Lening Ontwikkelingsbank van de Nederlandse Antillen (OBNA) | 1.340 | - | ||
Artikel 2 Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners | Maatregel Tussenbalans | 8.687 | 30 jaar | ||
Artikel 2 Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners | Water- en Energiebedrijf Aruba | 6.674 | 30 jaar | ||
Artikel 2 Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners | Leningen lopende inschrijving Curaçao | 785.963 | 30 jaar | ||
Artikel 2 Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners | Leningen lopende inschrijving Sint Maarten | 205.540 | 30 jaar |
Voor verdere informatie wordt verwezen naar de toelichting bij de saldibalans, 10) Extra-comptabele vorderingen, onderdeel b).