De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) is dé toelatingsorganisatie van Nederland die als uitvoeringsorganisatie het immigratie- en asielbeleid effectief en efficiënt uitvoert in samenwerking met de partners in de keten. Dit houdt in dat de IND de aanvragen beoordeelt van vreemdelingen die in Nederland willen verblijven of Nederlander willen worden.
(1) | (2) | (3)=(2)-(1) | ||
---|---|---|---|---|
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil | Realisatie 2013 |
Baten | ||||
Omzet moederdepartement | 290.598 | 322.125 | 31.527 | 315.432 |
Omzet overige departementen | 0 | 0 | 0 | 0 |
Omzet derden | 50.499 | 53.447 | 2.948 | 55.120 |
Rentebaten | 0 | 17 | 17 | 21 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 450 | 450 | 40 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 341.097 | 376.039 | 34.942 | 370.613 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 270.416 | 309.437 | 39.021 | 307.434 |
Personele kosten | 201.589 | 239.685 | 38.096 | 235.041 |
– waarvan eigen personeel | 168.589 | 194.439 | 25.850 | 193.098 |
– waarvan externe inhuur | 33.000 | 38.641 | 5.641 | 36.946 |
Materiële kosten | 68.827 | 69.752 | 925 | 72.393 |
– waarvan apparaat ICT | 1.000 | 1.119 | 119 | 1.346 |
– waarvan bijdrage aan SSO’s | 31.000 | 31.669 | 669 | 29.942 |
Programmakosten | 48.500 | 46.851 | – 1.649 | 44.675 |
Afschrijvingskosten | 20.714 | 16.520 | – 4.194 | 16.012 |
– Materieel | 9.714 | 5.286 | – 4.428 | 6.108 |
– waarvan apparaat ICT | 300 | 2.926 | 2.626 | 300 |
– Immaterieel | 11.000 | 11.234 | 234 | 9.904 |
Overige lasten | 1.467 | 2.313 | 846 | 1.003 |
– dotaties voorzieningen | 0 | 1.753 | 1.753 | 143 |
– bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
– rentelasten | 1.467 | 560 | – 907 | 860 |
Totaal lasten | 341.097 | 375.121 | 34.024 | 369.124 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 918 | 918 | 1.489 |
Baten
Omzet moederdepartement
Uitgangspunt voor het berekenen van de totaal gerealiseerde baten zijn de vastgestelde bekostigingsafspraken en de IND-kostprijzen 2014. Daarnaast is de IND nog separaat gefinancierd. Dit is vastgesteld in afspraken vermeld in de opdrachtbrieven van 2014. In 2014 is een omzet moederdepartement gerealiseerd van € 322 mln.
De omzet moederdepartement kan als volgt worden gespecificeerd:
Realisatie 2014 | Realisatie 2013 | |
---|---|---|
Omzet (p*q) Asiel | 105.469 | 79.523 |
Omzet (p*q) Naturalisatie | 8.995 | 8.715 |
Omzet (p*q) Procesvertegenwoordiging | 3.024 | 20.456 |
Omzet (p*q) Regulier | 83.340 | 82.049 |
Indirecte omzet (lumpsum) | 153.179 | 152.269 |
Overige omzet | 15.585 | 20.586 |
Subtotaal | 369.592 | 363.598 |
– /– Ontvangen leges | 47.467 | 48.166 |
Totaal | 322.125 | 315.432 |
De omzet van Asiel is met ongeveer € 26 mln. toegenomen en is te verklaren door de verhoogde instroom en de daaraan gerelateerde afhandeling op beslis AA en VA (€ 18 mln.) en een verschuiving van de omzet in het kader van hogerberoepzaken (€ 8 mln.).
Het verschil van € 17 mln. inzake de omzet van Procesvertegenwoordiging wordt veroorzaakt door een verschuiving van de omzet inzake hogerberoepzaken naar onderdelen binnen omzet Asiel en omzet Regulier.
Omzet derden
In de omzet derden worden onder andere de leges voor het aanvragen van vergunningen, de bijdrage uit internationale projecten en doorbelastingen voor huisvesting verantwoord. De omzet derden tot en met december 2014 bedraagt € 53,4 mln.
Dit bedrag is als volgt opgebouwd:
Realisatie 2014 | Realisatie 2013 | |
---|---|---|
Leges met betrekking tot aanvragen om toelating Regulier | 34.741 | 36.977 |
Leges met betrekking tot aanvragen om naturalisatie | 11.578 | 10.800 |
Leges met betrekking tot verlening Asiel | 1.148 | 389 |
Overige opbrengsten | 5.980 | 6.954 |
Totaal | 53.447 | 55.120 |
De realisatie op de (leges)opbrengsten is € 1,7 mln. lager dan de realisatie van 2013.
Regulier
De daling van de leges Regulier ten opzichte van 2013 wordt veroorzaakt doordat in 2014 de leges voor aanvragen van minderjarige kinderen van Turkse onderdanen en EU-onderdanen zijn verlaagd naar € 28 (tarieven waren € 61 en € 53). Voor de overige groep minderjarigen zijn de leges verlaagd naar € 53 (de tarieven voor deze groep lagen tussen de € 61 en € 1.250).
Naturalisatie
In 2014 zijn de opbrengsten inzake naturalisatieleges € 0,8 mln. hoger dan in 2013. Het verschil wordt grotendeels veroorzaakt doordat er in 2013 een correctie op de werkelijke omzet van 2012 voor wat betreft naturalisatieleges buitenland is verwerkt voor een bedrag ter grootte van ruim € 0,7 mln.
Asiel
Met de invoering van MoMi worden er leges geheven op de vergunning Asiel onbepaalde tijd (VVA ONBEP). De legesopbrengsten met betrekking tot Asiel zijn in 2014 hoger dan in 2013. Dit wordt veroorzaakt door de latere inwerkingtreding van MoMi in 2013 (1 juni in plaats van 1 januari).
Overige opbrengsten
De post overige opbrengsten bevat onder andere doorbelastingen op het gebied van huisvesting en resultaten uit (internationale) projecten. Ten opzichte van 2013 laten deze opbrengsten een daling zien van bijna € 1 mln. Deze daling wordt voor het grootste deel veroorzaakt door minder opbrengsten in het kader van Frontex (€ 0,7 mln.).
Rentebaten
Rentebaten hangen samen met het gebruik maken van de depositofaciliteit van het Ministerie van Financiën. In 2014 heeft de IND geen gebruik gemaakt van deze depositofaciliteit. Over het saldo van de rekening-courant bij het Ministerie van Financiën heeft de IND over 2014 rentebaten van ongeveer € 0,02 mln. ontvangen.
Vrijval uit voorzieningen
In 2014 heeft er een vrijval plaatsgevonden op de post dubieuze debiteuren en van de voorziening FPU-plus, ter grootte van € 0,5 mln.
Bijzondere baten
In het jaar 2014 zijn er geen bijzondere baten geweest.
Lasten
Apparaatskosten
Apparaatskosten zijn verdeeld in twee subcategorieën:
-
• Personele kosten; en
-
• Materiële kosten.
Personele kosten
Het gemiddelde aantal fte’s ambtelijk personeel over 2014 bedraagt 2.984. De bijbehorende gemiddelde loonsom per fte bedraagt € 65.160. De kosten voor eigen personeel zijn hoger dan begroot. De stijging van de personele kosten ten opzichte van 2014 wordt verklaard door een stijging van de externe inhuur. De stijging van externe inhuur heeft voornamelijk betrekking op de inhuur van uitzendkrachten. De uitzendkrachten zijn ingezet in het primaire proces ter ondersteuning van de toenemende werkzaamheden als gevolg van de verhoogde asielinstroom in 2014. Tevens zijn de overige personeelskosten gestegen. Deze stijging ligt voor het grootste deel in het feit dat in 2013 een bedrag van € 0,8 mln. inzake AOF-premie (teruggave van de Belastingdienst) als meevaller is ingeboekt. Daarnaast is in 2014 een bedrag van ruim € 0,3 mln. aan kosten voor verlofuren ingeboekt.
Realisatie 2014 | Realisatie 2013 | |
---|---|---|
Ambtelijk personeel | 194.439 | 193.098 |
Externe inhuur | 38.641 | 36.946 |
Overige personeelskosten | 6.605 | 4.997 |
Totaal | 239.685 | 235.041 |
Realisatie 2014 | Realisatie 2013 | |
---|---|---|
Ambtelijk personeel (x 1 fte) | 2.984 | 3.008 |
Gemiddelde kosten per fte (x € 1,–) (incl. toelagen en vergoedingen) | 65.160 | 64.195 |
Het aantal ambtelijk personeel is ten opzichte van 2013 gemiddeld met circa 24 fte afgenomen.
Materiële kosten
De materiële kosten zijn hoger dan begroot. Dit wordt veroorzaakt doordat in de begroting de vooruit gefinancierde projecten niet zijn opgenomen. De kosten die samenhangen met de uitvoering van de projecten worden evenwel over meerdere jaren gerealiseerd. Dit betreft de projecten IND bij de Tijd en de archiefbewerking door Doc-Direct.
Realisatie 2014 | Realisatie 2013 | |
---|---|---|
Huisvesting | 45.574 | 47.337 |
In- en uitbesteding | 16.748 | 13.299 |
Overige exploitatiekosten | 7.430 | 11.757 |
Totaal | 69.752 | 72.393 |
De vergelijkende cijfers laten een stijging zien van de kosten voor in- en uitbesteding. Verklaring voor deze stijging is de extra instroom in 2014. Deze verhoogde asielinstroom heeft invloed gehad op de kosten van in-en uitbesteding voor medisch advies.
In onderstaande tabel is een indeling van de materiële kosten gemaakt naar kosten apparaat ICT, bijdrage aan SSO’s en overige materiële kosten.
Realisatie 2014 | Realisatie 2013 | |
---|---|---|
Waarvan apparaat ICT | 1.119 | 1.346 |
Waarvan bijdrage aan SSO’s | 31.669 | 29.942 |
Overige exploitatiekosten | 36.964 | 41.105 |
Totaal | 69.752 | 72.393 |
Programmakosten
De programmakosten hebben een directe relatie met de uitvoering van de taken van de IND. Dit betreft onder andere tolkkosten, proceskosten, verzorging, laboratoriumonderzoek en documenten. Ook de kosten van automatisering voor het primair proces vallen onder programmakosten.
Realisatie 2014 | Realisatie 2013 | |
---|---|---|
Automatisering | 21.936 | 23.913 |
Tolkkosten | 12.398 | 7.417 |
Proceskosten | 4.728 | 6.218 |
Overige kosten | 7.789 | 7.127 |
Totaal | 46.851 | 44.675 |
De stijging van de tolkkosten wordt veroorzaak door de verhoogde instroom die zich in 2014 heeft voorgedaan.
Afschrijvingskosten
Realisatie 2014 | Realisatie 2013 | |
---|---|---|
Immateriële vaste activa | 11.234 | 9.904 |
Materiële vaste activa | 5.286 | 6.108 |
Totaal | 16.520 | 16.012 |
De afschrijvingskosten hebben betrekking op de afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa. In 2014 is € 11,2 mln. afgeschreven op immateriële activa (INDiGO) en is voor € 5,3 mln. afgeschreven op de materiële vaste activa.
Ten opzichte van de begroting 2014 is op materiële vaste activa € 4 mln. minder afgeschreven. Dit wordt verklaard doordat de IND minder heeft geïnvesteerd in gebouwgerelateerde huisvesting en in de aanschaf van hardware dan begroot.
Overige lasten
Realisatie 2014 | Realisatie 2013 | |
---|---|---|
Dotaties aan voorzieningen | 1.753 | 143 |
Rentelasten | 560 | 860 |
Bijzondere lasten | 0 | 0 |
Totaal | 2.313 | 1.003 |
Dotaties voorzieningen
In 2014 is een bedrag van € 1,2 mln. gedoteerd aan de reorganisatievoorziening die betrekking heeft op de nieuwe inrichting van de IND conform het goedgekeurd O&F-rapport. De uitvoering van het reorganisatieplan is aan de betrokken medewerkers bekend gemaakt en gestart. De voorziening is gevormd op basis van de rijksbrede VWNW-voorzieningen. Tevens is er een dotatie van € 0,5 mln. aan voorziening voor oninbaarheid toegevoegd, omdat niet waarschijnlijk is dat betreffende vorderingen daadwerkelijk zullen worden geïncasseerd.
Rentelasten
De rentelasten van € 0,6 mln. betreffen de betaalde rente over de uitstaande leningen bij het Ministerie van Financiën. Deze kosten zijn lager door enerzijds minder investeringen in het verleden en anderzijds door een lager rentepercentage dan begroot.
Bijzondere lasten
In 2014 zijn geen bijzondere lasten geboekt.
Saldo van baten en lasten
Het jaar 2014 is afgesloten met een positief resultaat van € 0,9 mln.
Balans 2014 | Balans 2013 | |
---|---|---|
Activa | ||
Immateriële vaste activa | 51.181 | 53.084 |
Materiële vaste activa | 12.217 | 12.047 |
– grond en gebouwen | 2.874 | 2.737 |
– installaties en inventarissen | 3.467 | 2.410 |
– overige materiële vaste activa | 5.876 | 6.900 |
Voorraden | 693 | 1.185 |
Debiteuren | 2.445 | 4.816 |
Nog te ontvangen | 8.342 | 10.591 |
Liquide middelen | 50.473 | 27.393 |
Totaal activa | 125.351 | 109.116 |
Passiva | ||
Eigen Vermogen | 4.453 | 3.535 |
– exploitatiereserve | 3.535 | 2.046 |
– onverdeeld resultaat | 918 | 1.489 |
Voorzieningen | 2.625 | 2.800 |
Leningen bij het Ministerie van Financiën | 43.598 | 45.648 |
Crediteuren | 1.211 | 249 |
Nog te betalen | 73.464 | 56.884 |
Totaal passiva | 125.351 | 109.116 |
Stelselwijziging
Op grond van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving zijn de nog resterende verlofuren een verplichting die moet worden opgenomen als kortlopende schuld in de jaarrekening van agentschappen. In de jaarrekening 2013 had de IND geen kortlopende schuld opgenomen aangezien de ambtelijke leiding van het Ministerie van Veiligheid en Justitie zich in het verleden op het standpunt heeft gesteld dat het vormen en bijhouden van deze schuld niet doelmatig was. De IND heeft de vergelijkende cijfers over het voorafgaande boekjaar aangepast en het effect van de stelselwijziging van € 4,5 mln. verwerkt als rechtstreekse vermogensmutatie in het eigen vermogen.
Immateriële vaste activa
De opgenomen immateriële vaste activa hebben betrekking op de ontwikkelkosten van het systeem INDiGO en de ontwikkelkosten voor het nieuwe datawarehouse (DWH) bij de IND. In afwijking van BW 2, titel 9 worden bij activering van immateriële vaste activa geen wettelijke reserve onder het eigen vermogen opgenomen (artikel 27 lid 2 d van de Regeling agentschappen).
Sinds 2013 is INDiGO het primaire systeem van de IND. In een aantal releases, is de kwaliteit en functionaliteit van INDiGO verder uitgebreid en geoptimaliseerd; deze uitbreidingen betroffen onder andere aanpassingen ten behoeve van de uitvoering Masterplan Informatievoorziening Kleine Keten. Daarnaast zijn er verschillende wijzigingen doorgevoerd die benodigd zijn voor nieuwe wetgeving.
Verder is in 2013 gestart met de ontwikkeling van het nieuwe DWH van de IND. De functionaliteit van dit DWH, zal naast de functionaliteit die het huidige DWH biedt, ook de functionaliteit bieden om op eenvoudige wijze ad hoc informatie aan te bieden.
Debiteuren
De post debiteuren bestaat onder andere uit € 0,3 mln. uit vorderingen op het moederdepartement en voor € 0,4 mln. uit vorderingen op overige ministeries en agentschappen. De vorderingen hebben betrekking op leges naturalisatie, doorbelaste loonkosten van gedetacheerd personeel en de incassotape van de leges op het gebied van aanvragen voor toegang en verblijf die per balansdatum nog niet was verwerkt. Daarnaast wordt het saldo gevormd door openstaande posten met betrekking tot verstuurde acceptgiro’s door het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) voor aangevraagde verblijfsvergunningen.
Nog te ontvangen/vooruitbetaald
De post nog te ontvangen bestaat onder andere voor € 0,5 mln. uit vorderingen op het moederdepartement en voor € 0,9 mln. uit vorderingen op overige ministeries en agentschappen. Deze balanspost betreft onder andere vooruitbetaalde huren en verstrekte voorschotten aan medewerkers van de IND die in het buitenland zijn gestationeerd (permanent), voor medewerkers die op buitenlandse dienstreis zijn geweest (incidenteel) en de vooruitbetaalde btw-compensatie. De post nog te ontvangen bedragen bestaat onder meer uit nog te factureren posten aan derden voor uitgevoerde diensten.
Liquide middelen
De liquide middelen bestaan voornamelijk uit de rekening-courant bij de Rijkshoofdboekhouding van het Ministerie van Financiën.
Voorzieningen
Per ultimo 2014 bestaat het bedrag van de voorziening uit de gevormde reorganisatievoorziening en de kosten als gevolg van de sluiting van AC Schiphol eind 2012. De huur van het pand loopt nog door tot en met 2015.
Omschrijving | Stand per 01-01-2014 | Vrijval in 2014 | Dotatie in 2014 | Onttrekking in 2014 | Stand per 31-12-2014 |
---|---|---|---|---|---|
Reorganisatievoorziening VWNW | 0 | 0 | 1.243 | 0 | 1.243 |
AC Schiphol | 2.782 | 0 | 0 | 1.400 | 1.382 |
Voorziening FPU-plus | 18 | 18 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 2.800 | 18 | 1.243 | 1.400 | 2.625 |
Crediteuren
De post crediteuren bestaat onder andere voor € 0,3 mln. uit schulden op overige ministeries en agentschappen en betreft verplichtingen aan leveranciers, die door middel van een factuur in rekening zijn gebracht en betalingen onderweg die op 31 december 2014 nog niet van de bank waren afgeschreven.
Nog te betalen
De post nog te betalen bestaat onder andere voor € 15 mln. uit nog te betalen aan het moederdepartement, voor € 27,5 mln. aan overige ministeries en agentschappen en voor € 36 mln. aan derden. Dit zijn betalingen die betrekking hebben op nog te betalen facturen, vakantiegeld, eindejaarsuitkering en vooruit ontvangen projectbijdragen.
De totale post «Nog te betalen» bedraagt per balansdatum € 73,5 mln. Deze post is als volgt opgebouwd.
31-12-2014 | 31-12-2013 (na stelselwijziging) | |
---|---|---|
Nog te betalen facturen/declaraties | 41.918 | 33.580 |
Vooruitontvangen | 5.847 | 1.233 |
Vakantiegeld | 5.929 | 5.937 |
Eindejaarsuitkering | 883 | 890 |
Niet opgenomen vakantieuren | 4.795 | 4.471 |
Vooruitontvangen projectbijdragen | 8.070 | 10.773 |
Schuld aan moederdepartement | 6.022 | 0 |
Totaal | 73.464 | 56.884 |
Eigen vermogen in relatie tot 5% plafond
Het eigen vermogen bestaat uit de exploitatiereserve en het onverdeelde resultaat uit het verslagjaar. Op grond van de gemiddelde omzet over de jaren 2012, 2013 en 2014 bedraagt het maximaal eigen vermogen € 18,5 mln. De berekening van het maximale eigen vermogen is gebonden aan een maximumomvang van 5% van de gemiddelde jaaromzet berekend over de laatste drie jaar (artikel 27, lid 4c van de Regeling agentschappen).
Het verloop van het eigen vermogen is als volgt opgebouwd:
Exploitatie reserve | Onverdeeld resultaat | Totaal | |
---|---|---|---|
Stand 01-01-2014 | 3.535 | 0 | 3.535 |
+ Toevoeging door moederdepartement | 0 | 0 | 0 |
– /– Storting aan moederdepartement | 0 | 0 | 0 |
+/– Onverdeeld resultaat 2014 | 0 | 918 | 918 |
Stand 31-12-2014 | 3.535 | 918 | 4.453 |
Effect stelselwijziging op het eigen vermogen
De IND heeft een stelselwijziging ten aanzien van de kortlopende schuld resterende verlofuren doorgevoerd. Het effect van de stelselwijziging bedraagt € 4,5 mln. en is als volgt verwerkt als een rechtstreekse vermogensmutatie in het eigen vermogen:
Stand eigen vermogen 1-1-2014 voor stelselwijziging | 8.006 |
---|---|
Effect stelselwijziging (ten laste van exploitatiereserve 2013) | –/– 4.471 |
Eindstand eigen vermogen 1-1-2014 na stelselwijziging | 3.535 |
(1) | (2) | (3) = (2)-(1) | ||
---|---|---|---|---|
Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil | ||
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2014 + stand depositorekeningen | 45.363 | 27.339 | – 18.024 |
2. | Totaal operationele kasstroom | 20.714 | 39.920 | 19.206 |
Totaal investeringen (-/-) | – 10.200 | 14.825 | – 4.625 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 38 | 38 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | – 10.200 | – 14.787 | – 4.587 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement | 0 | 0 | 0 | |
Eenmalige storting door moederdepartement | 0 | 0 | 0 | |
Aflossing op leningen (-/-) | – 19.368 | – 16.750 | 2.618 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 10.200 | 14.700 | 4.500 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | – 9.168 | – 2.050 | 7.118 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2014 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 46.709 | 50.423 | 3.714 |
maximale roodstand € 0,5 mln. |
Operationele kasstroom
De operationele kasstroom is hoger dan begroot door mutaties in de balans. De voorzieningen zijn afgenomen evenals de vorderingen. Dit wordt deels gecompenseerd door een toename van de kortlopende schulden (vooruitontvangen projectgelden en nog te betalen kosten).
Investeringen
De investeringen zijn hoger dan begroot vanwege de doorontwikkeling en verdere invoering van INDiGO en DWH. In een aantal releases, is de kwaliteit en functionaliteit van INDiGO uitgebreid en geoptimaliseerd.
Aflossing op lening
De aflossing op de leningen is lager, doordat in de begroting is uitgegaan van hogere leningen in de afgelopen jaren.
Realisaties | Begroting | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2014 | |
Generiek | ||||||
Kostprijs per productgroep (x € 1,–) | ||||||
Asiel | 5 017 | 5 001 | 4 687 | 3 806 | 3 790 | 3 863 |
Regulier | 828 | 645 | 736 | 712 | 795 | 770 |
Naturalisatie | 487 | 485 | 458 | 770 | 690 | 661 |
Omzet per productgroep (x € 1 mln.) | ||||||
Asiel | – | 159 | 156 | 166 | 198 | 166 |
Regulier | – | 167 | 174 | 172 | 154 | 169 |
Naturalisatie | – | 18 | 21 | 23 | 18 | 21 |
Specifiek | ||||||
Doorlooptijden | ||||||
Asiel | 82% | 88% | 88% | 85% | 93% | 89% |
Regulier | 95% | 88% | 89% | 87% | 91% | 100% |
Naturalisatie | 96% | 86% | 91% | 70% | 86% | 100% |
Standhouden beslissingen | ||||||
Asiel | 77% | 77% | 86% | 86% | 87% | 85% |
Regulier | 82% | 79% | 79% | 84% | 84% | 80% |
Aantal gegronde klachten | ||||||
Asiel | 0,7% | 1,5% | 1,5% | 0,6% | 0,7% | < 2% |
Regulier | 0,5% | 1,2% | 1,1% | 0,9% | 1,1% | < 2% |
Naturalisatie | 0,1% | 0,1% | 0,1% | 0,1% | 0,2% | < 0,5% |
Ambtelijk fte-totaal (gemiddeld) | 3.110 | 2.924 | 2.916 | 3.008 | 2.984 | 2.922 |
Saldo van baten en lasten in % | 0,9% | 6,8% | 0,1% | 0,2% | 0,2% | 0% |
Doorlooptijden
In vergelijking met voorgaande jaren is een duidelijke stijging te zien in het aantal zaken dat binnen de wettelijke termijn worden afgehandeld. Door gerichte activiteiten (inzet van capaciteit op aanvragen die de termijn dreigen te overschrijden en prioritering hierin) is vooral de stijging bij regulier en naturalisatie gerealiseerd. De in de tabel gepresenteerde percentages zijn gemiddelden over het gehele jaar; voor naturalisatie is in december zelfs een tijdigheid van 96% gerealiseerd. Daarmee ligt deze in lijn met de doelstelling voor het jaar 2015.