Het CJIB is een uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van Veiligheid en Justitie die alleen voor of in opdracht van de overheid werkt, met aangewezen taken binnen de justitieketen voor het ten uitvoerleggen en coördineren van opgelegde (Europese) financiële straffen, sancties, transacties, strafbeschikkingen, maatregelen en confiscatiebeslissingen. Met de uitvoering van deze taken draagt het CJIB bij aan het realiseren van artikelonderdeel 34.3 «tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties en vreemdelingenbewaring».
Omschrijving | (1) | (2) | (3)=(2)-(1) | |
---|---|---|---|---|
Oorspronkelijk vast gestelde begroting | Realisatie 2014 | Verschil | Realisatie 2013 | |
Baten | ||||
Omzet moederdepartement | 26.846 | 98.973 | 72.127 | 104.412 |
Omzet overige departementen | 28.103 | 1.274 | – 26.829 | 1.517 |
Omzet derden | 70.323 | 13.616 | – 56.707 | 16.061 |
Rentebaten | 0 | 27 | 27 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 38 | 38 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 125.272 | 113.928 | – 11.344 | 121.990 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 99.210 | 97.620 | – 1.590 | 90.490 |
Personele kosten | 63.303 | 71.335 | 8.032 | 60.268 |
– waarvan eigen personeel | 49.828 | 51.025 | 1.197 | 53.648 |
– waarvan externe inhuur | 10.157 | 18.177 | 8.020 | 6.620 |
Materiële kosten | 35.907 | 26.285 | – 9.622 | 30.222 |
– waarvan apparaat ICT | 4.750 | 4.343 | – 407 | 6.721 |
– waarvan bijdrage aan SSO’s | 9.010 | 7.311 | – 1.699 | 9.066 |
Gerechtskosten | 16.108 | 9.663 | – 6.445 | 14.467 |
Rentelasten | 567 | 346 | – 221 | 354 |
Afschrijvingskosten | 9.387 | 5.139 | – 4.248 | 7.554 |
– immaterieel | 0 | 157 | 157 | 2.461 |
– materieel | 9.387 | 4.982 | – 4.405 | 5.093 |
Overige lasten | 0 | 0 | 0 | 7.563 |
– dotaties voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 7.563 |
– bijzondere lasten | 0 | 297 | 297 | 0 |
Totaal lasten | 125.272 | 113.065 | – 12.207 | 120.428 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 863 | 863 | 1.562 |
Baten
Omzet moederdepartement en omzet derden
Het verschil tussen de begrote en gerealiseerde Omzet moederdepartement wordt met name verklaard doordat de bijdrage van het moederdepartement in lijn is gebracht met de comptabele verantwoording van vergoeding van de ontvangsten van administratiekosten bij Boeten en Transacties. In de begroting 2014 stonden deze verantwoord onder de post Omzet derden.
Daarnaast zijn de gerealiseerde productieaantallen lager dan begroot. Hierdoor zijn zowel de omzet als de kosten lager dan begroot.
Omzet overige departementen
Bij de begroting 2014 heeft Financiën de verschillende definities voor omzet verduidelijkt. Toepassing hiervan heeft geleid tot een verschil in begrote en gerealiseerde Omzet overige departementen. Het verschil is met name veroorzaakt, doordat de omzet voor inning en incasso van zorgpremies (wanbetalers en onverzekerden) is verantwoord als omzet derden en de opbrengsten van extern gefinancierde projecten is verantwoord als omzet moederdepartement. In de oorspronkelijke begroting stonden deze verantwoord onder de post Omzet overige departementen.
Lasten
De personele kosten zijn hoger dan begroot door de hoger dan geraamde inhuur van externen ten behoeve van de ICT-portfolio. De kosten van deze externe inhuur zijn aan de opdrachtgevers van betreffende projecten doorbelast.
In verband met het afstoten van huisvestingsruimte zijn de materiële kosten lager uitgekomen dan begroot. Doordat de gebruikersvergoeding voor huurpanden wordt verantwoord onder bijdrage aan SSO’s is ook deze afgenomen. Ook de lager dan begrote productieaantallen zijn een oorzaak van de daling van de materiële kosten.
De lagere gerechtskosten worden verklaard door de lagere kosten van gerechtsdeurwaarders bij wanbetalers zorgverzekering.
De lagere afschrijvingskosten op de materiële vaste activa hangen samen met onder andere de lagere investeringen in 2014 als gevolg van aanpassing van de investeringsplanning van digitale flitspalen.
Balans 2014 | Balans 2013 | |
---|---|---|
Activa | ||
Immateriële vaste activa | 424 | 581 |
Materiële vaste activa | ||
– grond en gebouwen | 1.165 | 1.834 |
– installaties en inventarissen | 17.523 | 8.473 |
– overige materiële vaste activa | 4.050 | 5.537 |
Voorraden | 0 | 0 |
Debiteuren | 60 | 484 |
Nog te ontvangen | 7.994 | 2.669 |
Liquide middelen | 24.046 | 28.829 |
Totaal activa | 55.262 | 48.407 |
Passiva | ||
Eigen vermogen | ||
– exploitatiereserve | 281 | – 1.281 |
– onverdeeld resultaat | 863 | 1.562 |
Voorzieningen | 4.642 | 6.288 |
Leningen bij het Ministerie van Financiën | 21.264 | 14.188 |
Crediteuren | 781 | 2.225 |
Nog te betalen | 27.431 | 25.425 |
Totaal passiva | 55.262 | 48.407 |
Activa
Onder de posten Debiteuren en Nog te ontvangen zijn voor een bedrag van € 1,3 mln. vorderingen op het moederdepartement en overige departementen opgenomen.
Passiva
Het eigen vermogen van het CJIB per 31 december 2014 bedraagt € 1,1 mln. Dit komt overeen met 1% van de gemiddelde omzet van de afgelopen drie jaar en blijft daarmee binnen de grens van 5% van de gemiddelde omzet van de afgelopen drie jaar van € 5,7 mln. Op grond van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving zijn in 2014 voor de nog resterende verlofuren een verplichting opgenomen als kortlopende schuld in de jaarrekening. Het CJIB heeft de vergelijkende cijfers over het voorafgaande boekjaar aangepast en het effect van deze stelselwijziging van € 1,3 mln. verwerkt als rechtstreekse vermogensmutatie in het eigen vermogen. Ultimo 2013 bedroeg het eigen vermogen, na verwerking van de rechtstreekse vermogensmutatie, € 0,2 mln.
Onder de post Nog te betalen is een schuld aan het moederdepartement opgenomen van € 12,2 mln. Hieronder is voor € 4,7 mln. aan projectgelden opgenomen voor onder meer het programma USB (€ 3,6 mln.) en Administratieve Flitsverwerking (€ 1,0 mln.). Aan overige departementen is een vooruit ontvangen bedrag van € 3,6 mln. opgenomen.
Het verloop van de voorzieningen is in 2014 als volgt geweest:
Omschrijving | Stand per 1-1-2014 | Vrijval in 2014 | Donatie in 2014 | Onttrekking in 2014 | Stand per 31-12-2014 |
---|---|---|---|---|---|
FPU-plus | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Reorganisatie | 6.288 | – 38 | 0 | – 1.608 | 4.642 |
Totaal | 6.288 | – 38 | 0 | – 1.608 | 4.642 |
Het CJIB heeft in 2013 een organisatieverandering voorbereid. Onderdeel hiervan is een personele taakstelling, waarvoor een mobiliteitsplan is opgesteld. Dit plan beoogt in de periode 2013–2016 de mobiliteit van medewerkers die in het kader van de reorganisatie zijn aangewezen als verplichte of vrijwillige Van Werk Naar Werk-kandidaat te bevorderen door een breed pakket aan voorzieningen. Voor de financiering van dit pakket aan voorzieningen is in 2013 een reorganisatievoorziening getroffen waarvoor een bijdrage van € 7,5 mln. is ontvangen van het moederdepartement. Per ultimo 2014 bedraagt de voorziening € 4,6 mln.
(1) | (2) | (3) = (2)-(1) | ||
---|---|---|---|---|
Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil | ||
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2014 + stand depositorekeningen | 13.963 | 28.824 | 14.861 |
| ||||
2. | Totaal operationele kasstroom | 9.387 | 2.212 | – 7.175 |
| ||||
| Totaal investeringen (-/-) | – 16.599 | – 12.173 | 4.426 |
| Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 297 | 297 |
3. | Totaal investeringskasstroom | – 16.599 | – 11.876 | 4.723 |
| ||||
| Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | – 2.191 | – 2.191 |
| Eenmalige storting door moederdepartement (+) | 0 | 0 | 0 |
| Aflossing op leningen (-/-) | – 8.672 | – 4.274 | 4.398 |
| Beroep op leenfaciliteit (+) | 16.599 | 11.350 | – 5.249 |
4. | Totaal financieringskasstroom | 7.927 | 4.885 | – 3.042 |
| ||||
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2014 + stand depositorekeningen (= 1+2+3+4) | 14.678 | 24.045 | 9.367 |
De operationele kasstroom is lager dan begroot als gevolg van een lagere cash-flow (€ 3,4 mln.), onttrekkingen aan de voorziening (€ 1,6 mln.) en een afname van het werkkapitaal (€ 2,2 mln.).
De investeringen in 2014 betreffen:
Installaties en inventaris | 11.076 |
Overige investeringen | 1.097 |
Totaal | 12.173 |
In verband met de aanpassing van de investeringsplanning van digitale flitspalen zijn de gerealiseerde investeringen in 2014 lager dan begroot. Deze investeringen worden doorgeschoven naar 2015. Hierdoor is het beroep op de leenfaciliteit ook lager dan begroot.
Realisatie | Begroting | Verschil | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2014 | ||
CJIB-totaal | ||||||
Fte-totaal (ambtelijk) | 943 | 942 | 916 | 893 | 890 | 3 |
Saldo van baten en lasten in % | – 6,0 | – 1,2 | 1,3 | 0,8 | 0,0 | 0,8 |
Boeten en Transacties | ||||||
Aantal | 10.104.626 | 9.656.852 | 9.945.429 | 9.000.853 | 10.649.698 | – 1.648.845 |
Kostprijs (x € 1,–) | 6,00 | 7,00 | 7,00 | 7,00 | 7,00 | 0,00 |
Omzet (p*q x € 1,–) | 60.627.756 | 65.205.107 | 69.618.000 | 63.457.585 | 70.243.562 | – 6.785.977 |
% geïnde zaken binnen 1 jaar | 94,4 | 93,7 | 97,5 | 94,6 | 94,2 | 0,4 |
Transacties (t/m 2010 = incl. OM-afdoeningen) | ||||||
Aantal | 290.142 | 136.295 | 77.878 | 59.865 | 68.152 | – 8.287 |
Kostprijs (x € 1,–) | 15,33 | 21,84 | 42,39 | 30,00 | 31,47 | – 1,47 |
Omzet (p*q x € 1,–) | 4.447.877 | 2.976.683 | 3.300.937 | 1.796.059 | 2.145.043 | – 348.984 |
% geïnde zaken binnen 1 jaar | 62,7 | 65,7 | 78,0 | 79,0 | 55,0 | 24,0 |
Vrijheidsstraffen1 | ||||||
Aantal | 23.267 | 20.025 | 18.744 | 20.216 | 19.796 | 420 |
Kostprijs (x € 1,–) | 98,78 | 66,97 | 57,98 | 60,63 | 56,62 | 3,93 |
Omzet (p*q x € 1,–) | 2.298.314 | 1.341.074 | 1.086.774 | 1.225.775 | 1.120.860 | 104.915 |
Taakstraffen1 | ||||||
Aantal | 33.238 | 34.256 | 36.165 | 37.568 | 39.875 | – 2.307 |
Kostprijs (x € 1,–) | 40,18 | 34,75 | 30,80 | 37,73 | 30,16 | 7,57 |
Omzet (p*q x € 1,–) | 1.335.503 | 1.190.396 | 1.113.906 | 1.417.263 | 1.202.640 | 214.623 |
Schadevergoedingsmaatregelen | ||||||
Aantal | 10.973 | 13.201 | 12.559 | 13.059 | 16.181 | – 3.122 |
Kostprijs (x € 1,–) | 468,03 | 399,29 | 418,11 | 425,40 | 376,00 | 49,40 |
Omzet (p*q x € 1,–) | 5.135.693 | 5.271.027 | 5.250.986 | 5.555.332 | 6.084.125 | – 528.793 |
% afgedane zaken binnen 3 jaar | 87,3 | 86,9 | 87,0 | 87,0 | 85,0 | 2,0 |
Ontnemingsmaatregelen | ||||||
Aantal | 1.152 | 1.129 | 1.123 | 1.181 | 1.335 | – 154 |
Kostprijs (x € 1,–) | 4.435,43 | 3.513,27 | 4.363,67 | 4.072,17 | 3.384,05 | 688,12 |
Omzet (p*q x € 1,–) | 5.109.615 | 3.966.482 | 4.900.402 | 4.809.231 | 4.518.121 | 291.110 |
% afgedane A-zaken binnen 3 jaar | 67,3 | 66,5 | 59,9 | 63,0 | 65,0 | – 2,0 |
% afgedane B-zaken binnen 10 jaar | 90,1 | 82,8 | 78,6 | 68,0 | 80,0 | – 12,0 |
Voorwaardelijke invrijheidstelling | ||||||
Omzet (x € 1,–) | 736.453 | 644.695 | 693.000 | 676.260 | 834.114 | – 157.854 |
Routeren Toezicht | ||||||
Omzet (x € 1,–) | 599.774 | 617.616 | 560.000 | 488.809 | 438.553 | 50.256 |
Bestuurlijke boetes | ||||||
Aantal | 13.109 | 12.700 | 409 | |||
Tarief (x € 1,–) | 44,70 | 42,50 | 2,20 | |||
Omzet (p*q x € 1,–) | 586.021 | 539.750 | 46.271 | |||
Overheidsincasso | ||||||
Omzet (x € 1,–) | 13.846.287 | 17.349.667 | – 3.503.380 | |||
Omzet-diversen/input | ||||||
Omzet ( € 1,–) | 26.535.015 | 27.223.920 | 35.465.995 | 20.155.381 | 20.795.459 | – 640.078 |
Totaal ( x € 1,–) | 106.826.000 | 108.437.000 | 121.990.000 | 113.928.000 | 125.271.894 | – 11.343.894 |
Toelichting doelmatigheidstabel
Onder de Boeten en Transacties zijn de producten opgenomen die worden gefinancierd vanuit de administratiekosten. Dit betreffen de Wahv-sancties, boetevonnissen en OM-afdoeningen.
Over de gehele linie zijn de productieaantallen lager uitgekomen dan begroot. Met name de aantallen Boeten en Transacties zijn bijna 16% lager uitgekomen dan begroot.
De inning- en afdoeningspercentages zijn allen vrijwel gehaald. Het hogere inningspercentage bij de transacties is te verklaren door de huidige samenstelling van de zaakstromen; de zaakstromen met een lager inningpercentage zijn overgegaan naar de OM-afdoening. Bij de ontnemingsmaatregelen zijn de lagere afdoeningspercentages te verklaren doordat de inzet met name is gericht op het uiteindelijk innen van een zaak in plaats van op een snelle inning. Verder heeft het vervallen van de mogelijkheid tot vervangende hechtenis een nadelig effect op het afdoeningspercentage bij de B-zaken (dit betreft zaken van € 10.000 – € 100.000).
De realisatie van lager dan begrote aantallen heeft een kostprijsverhogend effect. Dit is met name zichtbaar bij de producten schadevergoedings- en ontnemingsmaatregelen. In verband met taakoverdracht van het OM in het kader van de inrichting AICE is de bezetting op de producten vrijheidsstraffen en taakstraffen hoger dan begroot, waardoor de kostprijzen ook hoger zijn uitgekomen.
Bij de ontnemingsmaatregelen is de kostprijs mede gestegen als gevolg van extra inzet in het inning- en incassotraject vanuit het programma Afpakken. De kostprijzen van de overige producten liggen min of meer in lijn met de begroting.