3.1.1. Verticale ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en -ontvangsten
De verticale toelichting bevat een cijfermatig overzicht van de budgettaire veranderingen die zich hebben voorgedaan sinds de ontwerpbegroting 2014. Voor een meer gedetailleerde toelichting op de veranderingen wordt verwezen naar de verdiepingsparagraaf.
De verticale toelichting onderscheidt drie categorieën mutaties:
-
– mee- en tegenvallers;
-
– beleidsmatige mutaties;
-
– technische en macro-economische mutaties.
Tabel 7 laat vanaf de stand ontwerpbegroting 2014 de verticale ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en -ontvangsten zien.
2014 | |
---|---|
Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2014 | 42.556,8 |
Mee- en tegenvallers | |
Actualisering Zvw-uitgaven (zie tabel 7A) | – 1.593,2 |
Beleidsmatige mutaties | |
Voorwaardelijke toelating geneeskundige zorg (intramuraal) | 12,5 |
Meeropbrengst geneesmiddelenbeleid | – 15,1 |
Technische en macro-economische mutaties | |
Macro-bijstellingen | – 221,5 |
Overheveling jeugd-ggz | – 346,0 |
Nominaal en groeiruimte | – 72,0 |
Financieringsmutatie | 4,4 |
Overige mutaties | – 246,0 |
Totaal mutaties | – 2.476,9 |
Zvw-uitgaven jaarverslag 2014 | 40.079,8 |
Zvw-ontvangsten ontwerpbegroting 2014 | 3.125,1 |
Totaal mutaties | 0,0 |
Zvw-ontvangsten jaarverslag 2014 | 3.125,1 |
Netto-Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2014 | 39.431,7 |
Mutatie in de netto-Zvw-uitgaven | – 2.476,9 |
Netto-Zvw-uitgaven jaarverslag 2014 | 36.954,8 |
Bron: VWS, NZa-gegevens over de productieafspraken en voorlopige realisatiegegevens, gegevens ZiNL over de (voorlopige) financieringslasten Zvw en AWBZ.
Uitgaven
Mee- en tegenvallers
Actualisering Zvw-uitgaven
2014 | |
---|---|
Eerstelijnszorg | – 175,2 |
Tweedelijnszorg | – 95,7 |
Genees- en hulpmiddelen | – 1.026,8 |
Ziekenvervoer | – 39,4 |
Beschikbaarheidbijdrage opleidingen | – 9,1 |
Grensoverschrijdende zorg | – 264,1 |
Multidisciplinaire zorgverlening | 17,1 |
Totaal | – 1.593,2 |
Bron: VWS, NZa-gegevens over de productieafspraken en voorlopige realisatiegegevens, gegevens ZiNL over de (voorlopige) financieringslasten Zvw en AWBZ.
Zoals aangegeven bij tabel 7 bevat deze post alle mutaties vanaf de stand ontwerpbegroting 2014. Onderdeel hiervan is de actualisering van de zorguitgaven op basis van voorlopige realisatiegegevens 2014 van de NZa en het ZiNL (zie tabel 7A).
Een belangrijk deel van deze mutaties is reeds toegelicht in eerdere budgettaire stukken. Voor de toelichting op de eerste suppletoire wet 2014 (TK 33 940 XVI, nr. 2), de ontwerpbegroting 2015 (TK 34 000 XVI, nr. 2) en de tweede suppletoire wet 2014 (TK 34 085 XVI, nr. 2) wordt verwezen naar de betreffende publicaties. De mutaties die na de tweede suppletoire wet 2014 hebben plaatsgevonden zijn in het verdiepingshoofdstuk per deelsector verder toegelicht.
De belangrijkste mutaties uit tabel 7A worden hieronder nader toegelicht.
Eerstelijnszorg
De onderschrijding bij de eerstelijnszorg van € 175 miljoen doet zich voor bij de huisartsenzorg (€ 43 miljoen), de tandheelkundige zorg Zvw (€ 23 miljoen), de paramedische zorg (€ 80 miljoen), de verloskunde en kraamzorg (samen € 12 miljoen) en de dieetadvisering (€ 17 miljoen).
Huisartsenzorg
Bij de huisartsenzorg is in 2014 een onderschrijding van € 43 miljoen te zien. Daarmee blijven de uitgaven ruim binnen het afgesproken kader.
Tandheelkundige zorg
Over 2014 is een onderschrijding te zien van € 23 miljoen. De over 2013 geconstateerde meevaller van € 46 miljoen was structureel verwerkt, maar uit de huidige actualisering blijkt die meevaller slechts deels structureel.
Paramedische zorg
Bij de paramedische zorg is in 2014 een onderschrijding van € 80 miljoen te zien. Deze onderschrijding doet zich in belangrijke mate voor bij de fysiotherapie en de logopedie.
Bij de fysiotherapie is een onderschrijding van € 44 miljoen te zien. Het lagere niveau is het gevolg van de doorwerking van de beleidsmaatregelen 2012: het aantal zittingen voor eigen rekening is verhoogd naar 20 en er zijn aandoeningen geschrapt van de chronische lijst. Het ZiNL meldt als aanvullende verklaring dat voor de gehele paramedische zorg een scherpere beoordeling van aanvragen geldt en wellicht ook een verminderde vraag als gevolg van verhoogd eigen risico.
Bij de logopedie is er een onderschrijding van € 38 miljoen. Na het kostenonderzoek van de NZa zijn de tarieven, en daarmee ook het beschikbare budget, over 2012–2014 stapsgewijs per jaar verhoogd. Een verklaring voor de achterblijvende uitgaven is dat de zorgverzekeraars lagere tarieven contracteren dan de nieuwe maximumtarieven.
Verloskunde en kraamzorg
De in de eerste helft van 2014 geconstateerde onderschrijdingen in 2013 bij de verloskunde en kraamzorg (€ 30 miljoen) zijn structureel doorgetrokken. Ten opzichte van die onderschrijding blijkt er in 2014 sprake van hogere uitgaven en blijft er van de in 2013 doorgetrokken onderschrijding € 12 miljoen over. Die lagere onderschrijding is onder meer het gevolg van stijgende geboortecijfers en hogere tarieven in de contractering.
Dieetadvisering
Bij de dieetadvisering is er over 2014 een onderschrijding van € 17 miljoen. Een deel van de verklaring van de lagere uitgaven is dat na de heropname in het pakket in 2013 de diëtistenpraktijken weer op gang moeten komen. Omdat een substantieel deel van de dieetadvisering in de afgelopen jaren is gaan plaatsvinden binnen de ketenzorg, wordt verwacht dat een deel van deze meevaller structureel van aard is.
Tweedelijnszorg
Op basis van gegevens van de NZa en het ZiNL waren met name de uitgaven voor geriatrische revalidatiezorg € 80,3 miljoen lager dan de raming in de begroting 2014. Het met verlening van beschikbaarheidbijdragen gemoeide bedrag was € 15,2 miljoen lager dan de raming in de begroting 2014. De uitgaven voor overige curatieve zorg waren € 7,9 miljoen lager. Anderzijds waren de uitgaven voor mondziekten en kaakchirurgie € 7,7 miljoen hoger. Gelet op onzekerheden in de voorlopige cijfers zijn de ramingen voor instellingen voor medisch-specialistische zorg en de vrijgevestigde medisch specialisten niet bijgesteld.
Genees- en hulpmiddelen
De neerwaartse bijstelling van de uitgaven aan genees- en hulpmiddelen van ruim € 1 miljard vindt haar oorsprong grotendeels in de bijstelling van de raming naar aanleiding van realisatiegegevens over 2013 (€ 752 miljoen) zoals gemeld in de eerste suppletoire wet 2014 en de in dit jaarverslag gemelde bijstelling van de raming naar aanleiding van realisatiegegevens over 2014 (€ 271 miljoen).
De € 752 miljoen is opgebouwd uit een bijstelling van € 607 miljoen bij de geneesmiddelen en een onderschrijding bij de hulpmiddelen van € 145 miljoen. Deels komt de bijstelling bij de geneesmiddelen doordat de uitgaven in 2013 lager uitvielen dan in 2012, waar de VWS-raming rekening hield met enige groei en nominale bijstelling ten opzichte van 2012.
Dit kwam omdat de vergoedingen voor geneesmiddelen lager waren door een lagere volumegroei in combinatie met een nog verdere daling van de gemiddelde geneesmiddelenprijzen onder druk van patentverlies en het door zorgverzekeraars gevoerde preferentiebeleid. Daarnaast groeide het aantal uitgiftes minder dan verwacht.
De onderschrijding 2013 werkt structureel door.
Bij de hulpmiddelen is voor 2013 sprake van een onderschrijding die gedeeltelijk doorwerking heeft naar 2014. De wijziging in de vergoedingssystematiek voor hoorhulpmiddelen heeft geleid tot een piek in het gebruik in het laatste kwartaal van 2012. In 2013 is in het eerste kwartaal een enorme daling zichtbaar, terwijl ook in de twee kwartalen daarna de uitgaven 25% lager zijn dan in 2012. Verder zijn de gevolgen van de overheveling van bruikleenhulpmiddelen vanuit de AWBZ nog niet volledig zichtbaar in de cijfers over 2013, omdat in het eerste halfjaar ook nog ten laste van de AWBZ kon worden gedeclareerd. Daarnaast zet de daling in het gebruik van verbandmiddelen door.
De bijstelling van de raming naar aanleiding van realisatiegegevens over 2014 van € 271 miljoen is opgesteld uit een actualisering van de geneesmiddelen van € 188 miljoen en een actualisering bij de hulpmiddelen van € 83 miljoen. De actualisering bij de geneesmiddelen wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de groei in het geneesmiddelengebruik lager uitvalt dan waarmee in de raming rekening werd gehouden en doordat de ontwikkeling van de geneesmiddelenprijzen lager is uitgevallen dan waarmee in de raming rekening werd gehouden. De actualisering bij de hulpmiddelen wordt verklaard doordat de uitgaven in de hulpmiddelensector zich lijken te stabiliseren waardoor niet alle groeiruimte nodig blijkt.
Grensoverschrijdende zorg
Bij de grensoverschrijdende zorg (goz) is in 2014 sprake van een grote onderschrijding van € 264 miljoen. Dit bestaat uit een bedrag van € 83,6 miljoen bij de goz binnen het macroprestatiebedrag (mpb) en een bedrag van € 180,5 miljoen bij de goz buiten het mpb (verdragsgerechtigden). Het is gebleken dat de uitgaven bij de goz binnen het mpb een grillig karakter hebben. Dit wordt voor een deel veroorzaakt door de afrekening op kasbasis, waarbij declaraties onregelmatig worden ontvangen en verwerkt door het ZiNL.
De onderschrijding bij de goz buiten het mpb is dit jaar uitzonderlijk hoog omdat het gehele bedrag een verrekening van meerdere oude jaren betreft. Het grootste deel van deze verrekening wordt veroorzaakt doordat diverse kostprijzen lager zijn vastgesteld (mede als gevolg van een voor Nederland gunstig wisselkoerseffect) dan was geraamd.
Beleidsmatige mutaties
Voorwaardelijke toelating geneeskundige zorg (intramuraal)
Zoals aangegeven in het regeerakkoord wordt het instrument voorwaardelijke toelating ingezet. Daarmee wordt bewerkstelligd dat een (beperkt) aantal potentieel waardevolle interventies, waarvan de effectiviteit nog niet vaststaat, via voorwaardelijke toelating de patiënt bereikt. Dekking hiervoor is beschikbaar vanuit de meeropbrengst geneesmiddelenbeleid. De Tweede Kamer is hierover op 10 juni 2014 nader geïnformeerd (TK 32 620, nr. 122). De aanloop van het traject heeft meer tijd gekost dan voorzien. Gevolg daarvan is dat in 2014 slechts een deel van de middelen (€ 2,5 miljoen) feitelijk beschikbaar is gesteld ter dekking van uitgaven van ziekenhuizen voor voorwaardelijke toelating.
Meeropbrengst geneesmiddelenbeleid
Aanvullend op de bijstelling van de geneesmiddelenraming in verband met de actualiseringscijfers over 2013 vindt binnen de raming een bijstelling plaats welke wordt ingezet ter dekking van onder andere de voorwaardelijke toelating geneeskundige zorg.
Technische en macro- economische mutaties
Macro-bijstellingen
De raming van de loon- en prijsbijstelling is aangepast op basis van de laatste macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB).
Overheveling jeugd-ggz
De curatieve ggz aan jongeren tot 18 jaar is per 2015 overgeheveld naar de gemeenten. Aangezien alle openstaande DBC’s in de jeugd-ggz per 31 december 2014 zijn afgesloten, neemt de schadelast 2014 van jeugd-ggz die betrekking heeft op 2014 naar verwachting af met € 346 miljoen.
Nominaal en groeiruimte
Dit betreffen vrijvallende middelen door een lagere uitkering voor loonontwikkeling dan eerder geraamd en lagere groei bij de eerstelijnszorg en ziekenvervoer.
Financieringsmutaties
Er is een zekere tijdsverloop tussen de bevoorschotting op basis van productieafspraken tussen zorgaanbieders en zorgkantoren en de verwerking van de zorgproductie in de budgetten van de instellingen door de NZa. Als gevolg daarvan wijkt de financiering binnen een jaargrens af van de daadwerkelijke zorguitgaven (budgetten) in dat jaar. Zo ontstaan er financieringsachterstanden of -voorsprongen. In 2014 is er € 4,4 miljoen meer gefinancierd dan geproduceerd. Financieringsmutaties hebben wel invloed op de hoogte van de zorguitgaven in enig jaar, maar over een langere periode bezien heffen financieringsvoorsprongen en -achterstanden elkaar op.
Overige mutaties
De post overige is het saldo van verschillende mutaties met een overwegend technisch karakter. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om een restant aan loon- en prijsbijstelling.
3.1.2. Kerncijfers Zvw
De kerncijfers in tabel 8 schetsen een beeld van de Zorgverzekeringswet (Zvw).
Eenheid | 2010 | 2011 | 2012 | 20131 | 20141 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Algemeen | |||||||
1 | Bevolking naar leeftijd op 1 januari jonger dan 20 | % | 23,7 | 23,5 | 23,3 | 23,1 | 22,9 |
Bevolking naar leeftijd op 1 januari 20 tot 65 | % | 61 | 60,9 | 60,5 | 60,1 | 59,8 | |
Bevolking naar leeftijd op 1 januari 65+ | % | 15,3 | 15,6 | 16,2 | 16,8 | 17,3 | |
Totale bevolking | 1 mln. | 16,6 | 16,7 | 16,7 | 16,8 | 16,8 | |
2 | Levensverwachting mannen bij 66 jaar op 31–12 | jaren | 17,2 | 17,5 | 17,5 | 17,7 | |
Levensverwachting vrouwen bij 66 jaar op 31–12 | jaren | 20,4 | 20,5 | 20,4 | 20,6 | ||
Zorgverzekering | |||||||
3 | Gemiddelde nominale premie | euro | 1.095 | 1.199 | 1.226 | 1.213 | 1.101 |
4 | Verzekerden met een collectieve verzekering | % | 64 | 65 | 68 | 69 | 70 |
Eerstelijnszorg | |||||||
5 | Werkzame huisartsen | personen | 8.981 | 8.906 | 8.889 | 8.865 | |
6 | Toegestane instroom huisartsenopleiding | personen | 600 | 618 | 720 | 720 | 720 |
7 | Werkzame tandartsen | personen | 8.881 | 8.827 | 8.775 | ||
8 | Werkzame verloskundigen | personen | 2.581 | 2.672 | 2.746 | 2.852 | |
9 | Werkzame fysiotherapeuten | personen | 26.365 | 27.700 | 28.225 | ||
10 | Gem. aantal contacten per persoon met huisarts | per jaar | 4,2 | 4,3 | 4,1 | 4,1 | |
11 | Personen met contact met huisarts in 1 jaar | % | 72,3 | 72 | 71,3 | 71,5 | |
12 | Gem. aantal contacten per persoon met tandarts | per jaar | 2,3 | 2,3 | 2,1 | 2,2 | |
13 | Personen met contact met tandarts in 1 jaar | % | 78,4 | 78,2 | 78,5 | 78,7 | |
14 | Gem. aantal contacten p.p. met fysio-/oefenth. | per jaar | 3,7 | 3,7 | 3,5 | 3,5 | |
15 | Personen m. contact met fysio-/oefenth. in 1 jaar | % | 22 | 22,8 | 21,2 | 22 | |
16 | Geregistreerde sociaal-geneeskundigen | aantal | 5.402 | 5.331 | 5.265 | 5.220 | |
Medisch specialistische zorginstellingen | |||||||
17 | Zorgaanbieders MSZ waarvan | aantal | 403 | 417 | 445 | 433 | 415 |
Algemene ziekenhuizen | aantal | 86 | 86 | 84 | 84 | 84 | |
Universitaire Medische Centra | aantal | 8 | 8 | 8 | 8 | 8 | |
Categorale instellingen | aantal | 68 | 65 | 65 | 65 | 65 | |
ZBC (actief in A- en/of B segment) | aantal | 241 | 258 | 288 | 274 | 258 | |
18 | Dagopnames | 1 mln. | 2,0 | 2,2 | 2,3 | ||
19 | Verpleegdagen | 1 mln. | 11,0 | 10,7 | 10,3 | ||
20 | Gemiddeld aantal contacten p.p. met specialist | per jaar | 2,3 | 2,2 | 2,1 | 2,2 | |
21 | Personen met contact met specialist in 1 jaar | % | 37,8 | 39 | 37,9 | 37,8 | |
22 | Geregistreerde medisch specialisten 2 | personen | 20.144 | 20.863 | 21.750 | 22.585 | |
23 | Top 5 DBC- Zorgproducten 3 | ||||||
1) 199299012 – Letsel | 1.000 | 445 | 409 | ||||
2) 199299028 – Letsel | 1.000 | 350 | 302 | ||||
3) 140301007 – Nierinsufficientie | 1.000 | 240 | 243 | ||||
4) 131999228 – Ov diagnosen | 1.000 | 226 | 198 | ||||
5) 029499039 – Licht ambulant | 1.000 | 198 | 194 | ||||
Ziekenvervoer | |||||||
24 | Spoedeisende ambulance-inzetten | 1.000 | 463,9 | 478,3 | 500,8 | 541,2 | |
Genees- en hulpmiddelen | |||||||
25 | Openbare apotheken | aantal | 1.980 | 1.997 | 1.981 | 1.974 | 1.979 |
26 | Gem. aantal voorschriften geneesmiddelen p.p. | per jaar | 12,5 | 13,6 | 14,1 | 14,5 | |
27 | Generieke verstrekkingen naar voorschrift | % | 60,6 | 63,3 | 66,7 | 69,7 | 71,5 |
28 | Generieke verstrekkingen naar kosten | % | 10,9 | 10,3 | 12 | 16,2 | 13,6 |
29 | Personen dat vergoede hulpmiddelen gebruikt | 1 mln. | 2,4 | 2,2 | 2,1 | 2,1 | 2,2 |
Geestelijke gezondheidszorg | |||||||
30 | Geestelijke ongezond. Op basis van Somscore MHI-5 (Mental Health Inventory 5), internationale maat voor de psychische gezondheid. De maximale score is 100. Hoe lager de score hoe slechter de psychische gezondheid. Het cijfer geeft het percentage van personen van 12 jaar of ouder met een score van minder dan 60. | % | 10,7 | 11 | 10,8 | 10,9 | |
31 | Aantal cliënten curatieve ggz | 1.000 | 1.207 | 1.266 | 1.044 | ||
Aantal cliënten eerstelijns curatieve ggz | 1.000 | 309 | 335 | 322 | |||
Aantal cliënten tweedelijns curatieve ggz | 1.000 | 947 | 985 | 762 | |||
32 | Zorgaanbieders curatieve ggz waarvan 4 | aantal | 6.687 | 7.132 | >9.000 | ||
Eerstelijns psychologische zorgverlener | aantal | 3.365 | 3.477 | 6.000 | |||
Tweede lijn gebudgetteerde zorgaanbieder | aantal | 177 | 181 | 155 | |||
Tweede lijn niet-gebudgetteerde instellingen | aantal | 121 | 179 | 110 | |||
Tweede lijn vrijgevestigde zorgaanbieder | aantal | 3.024 | 3.295 | 3.000 | |||
Dyslexie | aantal | 30–35 |
Bronnen:
1–2: CBS
3: CPB
4: Vektis
5: Nivel, Cijfers uit de registratie van huisartsen peiling januari 2013
6: VWS
7: NZa Marktscan mondzorg december 2012
8: Nivel, Cijfers uit de registratie van verloskundigen peiling januari 2013
9: CBS, Statline (http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/ ?VW=T&DM=SLNL&PA=81551NED&D1=1–2&D2=0&D3=0&D4=1,4,6,37,41,46,49,56,58,62,65&D5=(l-3)-l&HD=140623–1557&HDR=T,G1,G2,G4&STB=G)
17: NZa, Marktscan Medisch-specialistische Zorg 2014
18 en 19: CBS, Statline (http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/ ?VW=T&DM=SLNL&PA=71858NED&D1=2,6&D2=0&D3=0&D4=0&D5=(l-3)-l&HD=140624–1146&HDR=G1,G2,G3,G4&STB=T)
20 en 21: CBS, Statline (http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/ ?VW=T&DM=SLNL&PA=81178NED&D1=12–13&D2=0&D3=0&D4=0&D5=a&HD=140624–1155&HDR=G1,G2,G3,G4&STB=T)
23: Vektis
1) 199299012 – Letsel (excl heupfractuur) | Diagnostisch (zwaar)/ Therapeutisch licht | Letsel overig
2) 199299028 – Letsel (excl heupfractuur) | Licht ambulant | Letsel overig
3) 140301007 – Nierinsufficientie | Chronisch | Hemodialyse in centrum/ zkhs | Niet klin | Dialyse 1–3 | Urogenitaal nierinsufficientie
4) 131999228 – Ov diagnosen | Licht ambulant | Botspierstelsel ziekte/laat gev trauma
5) 029499039 – Licht ambulant | Nieuw maligne huid/premaligne dermatose
24: Ambulancezorg Nederland, Ambulances in zicht 2013. (Betreft het aantal A1-inzetten. Het totale aantal inzetten – A1, A2 en B – bedroeg in 2011 1.084.426, in 2012 1.100.419 en in 2013 1.144.780.)
25– 28: Stichting Farmaceutische Kengetallen
29: Zorginstituut Nederland
30: CBS, Statline (http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/ ?VW=T&DM=SLNL&PA=81174NED&D1=41&D2=0&D3=0&D4=0&D5=a&HD=140624–1531&HDR=T,G3,G2,G1,G4)
31 en 32: NZa, Marktscan en beleidsbrief GGZ 19 november 2014; voor cijfers aanbieders 2010 en 2011 Marktscan en beleidsbrief Geestelijke Gezondheidszorg Weergave van de markt 2009–2013
Een aantal cijfers is nog niet beschikbaar en een aantal cijfers is voorlopig en kunnen nog wijzigen.
3.1.3. Zorgakkoorden
In de afgelopen jaren zijn met betrokken partijen in de medisch-specialistische zorg, de ggz en de huisartsenzorg akkoorden gesloten. In die akkoorden zijn ook budgettaire afspraken opgenomen over de maximaal toegestane groei in toekomstige jaren.
In deze paragraaf wordt voor bovengenoemde sectoren informatie gegeven over de (voorlopig) gerealiseerde uitgaven in de afgelopen jaren en de vraag of de realisatie binnen de afgesproken budgettaire kaders is gebleven.
2012 | 2013 | |
---|---|---|
Hoofdlijnenakkoord (prijspeil 2011) | 16.801 | 17.221 |
Correctie aandeel medisch specialisten in loondienst | – 97 | – 99 |
VWS-begroting 2012 | 16.704 | 17.122 |
Nieuw middel tegen melanoom | 5 | 25 |
Beschikbaarheidbijdragen | – 71 | – 71 |
Loon- en prijsbijstelling (tranche 2012) | 390 | 391 |
Darmkankerscreening | 15 | |
IVF | – 13 | |
Overheveling dure geneesmiddelen | 215 | |
Overheveling Fonds Ziekenhuisopleidingen (FZO) | – 20 | |
VWS-begroting 2013 | 17.028 | 17.664 |
Overheveling beschikbaarheidbijdrage kapitaallasten academische zorg | – 26 | |
Overheveling trombosediensten | – 56 | |
Loon- en prijsbijstelling (tranche 2013) | 408 | |
AWBZ-financiering (verkeerde bed) | 14 | |
VWS-begroting 2014 (actueel kader Hoofdlijnenakkoord) | 17.028 | 18.004 |
Voorlopige overschrijding | 600 | 300 |
VWS jaarverslag 2013 | 17.628 | 18.304 |
Actualisering op basis van cijfers ZiNL | – 88 | 292 |
VWS jaarverslag 2014 | 17.540 | 18.596 |
Actueel beeld | 512 | 592 |
Waarvan transitiebedrag | 442 | 350 |
Actueel beeld (exclusief transitiebedrag) | 70 | 242 |
Toelichting
Bij de instellingen voor medisch-specialistische zorg is in 2012 en 2013 een overschrijding geconstateerd van ruim 3% (respectievelijk € 512 en € 592 miljoen) ten opzichte van het afgesproken kader. Deze overschrijdingen zijn inclusief de verrekenbedragen uit het transitiemodel die totaal circa € 442 miljoen in 2012 bedragen en circa € 350 miljoen in 2013. Gecorrigeerd voor deze verrekenbedragen is de overschrijding € 70 miljoen (2012) en € 242 miljoen (2013). In verband met de overschrijding 2012 zal eenmalig € 70 miljoen in mindering worden gebracht op het beschikbare macrokader 2016. Over de verrekening van de overschrijding 2013 vindt nog nader overleg en besluitvorming plaats, zoals aangegeven in de brief aan de NZa van 31 maart 2015 (TK 29 248, nr. 282, waarbij ook de brief van de NZa van 5 maart 2015 over de transitiebedragen is opgenomen).
2012 | 2013 | |
---|---|---|
Beheersmodel | 2.042 | 2.110 |
Doelmatig voorschrijven | – 7 | |
Loon- en prijsbijstelling (tranche 2013) | 45 | |
Actueel kader beheersmodel | 2.042 | 2.148 |
Gerealiseerd omzetplafond | 1.998 | nnb |
Actueel beeld | – 44 |
Toelichting
Voor het berekenen van het resultaat van het beheersmodel van de vrijgevestigde medisch specialisten wordt gebruik gemaakt van NZA-gegevens over de honorariumomzet. De definitieve vaststelling door de NZa over 2012 laat zien dat de totale omzet van de vrijgevestigde medisch specialisten in 2012 ruim € 44 miljoen (2,2%) onder het voor 2012 vastgestelde kader blijft. De omzet over 2013 is nog niet bekend.
2013 | |
---|---|
Kader conform Bestuurlijk akkoord | 4.130 |
Loon- en prijsbijstelling (tranche 2013) | 108 |
Overheveling AWBZ naar Zvw | 33 |
Actueel kader Bestuurlijk akkoord | 4.271 |
VWS jaarverslag 2014 | 4.224 |
Actueel beeld | – 47 |
Toelichting
In het eerste jaar (2013) van het GGZ-akkoord zijn de uitgaven binnen het budget gebleven: er is een onderschrijding van 1,1% (€ 47 miljoen). De groeiafspraak van maximaal 2,5% is gerealiseerd.
2013 | 2014 | |
---|---|---|
Kader conform Convenant / Bestuurlijk akkoord Eerste lijn2 | 2.394 | 2.947 |
Loon- en prijsbijstelling (tranche 2013) | 43 | |
Loon- en prijsbijstelling (tranche 2014) | 80 | |
Overige mutaties | 12 | |
Actueel kader Convenant / Onderhandelaarsresultaat | 2.449 | 3.027 |
VWS jaarverslag 2014 | 2.383 | 3.001 |
Actueel beeld | – 66 | – 26 |
Toelichting
In het jaar van het Convenant Huisartsenzorg (2013) zijn de uitgaven binnen het afgesproken kader voor 2013 gebleven: er is dat jaar een onderschrijding van € 66 miljoen. Het Bestuurlijk akkoord Eerste lijn voor 2014 (en latere jaren) betreft zowel de huisartsenzorg als de multidisciplinaire zorgverlening. Op basis van de actuele gegevens van het Zorginstituut Nederland is per saldo sprake van een onderschrijding van € 26 miljoen.
Daarmee is de realisatie binnen de gemaakte groeiafspraken voor 2013 en 2014 gebleven.
In de onderstaande figuur is een actueel beeld van de financiële resultaten van de zorgakkoorden opgenomen, die met de verschillende sectoren zijn afgesproken. Een negatief percentage laat zien dat de totale uitgaven in de betreffende sector onder de afgesproken akkoorden liggen. Uit dit overzicht blijkt dat de akkoorden in belangrijke mate bijdragen aan de beheersing van de uitgaven binnen de afgesproken kaders. Voor de medisch-specialistische zorg geldt dat in 2012 en 2013 sprake was van een overschrijding die mede het gevolg is van incidentele transitiekosten samenhangend met de invoering van de nieuwe budgetsystematiek.
Figuur 2: Actueel beeld van de financiële resultaten van de zorgakkoorden