1 Uitgaven ten laste van de begroting (debet 10.231.523 x EUR 1.000)
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2015 | 31 december 2014 |
---|---|---|
Uitgaven ten laste van de begroting | 10.231.523 | 10.513.235 |
Onder deze post zijn de gerealiseerde uitgaven op de begroting van BZ in het jaar 2015 opgenomen. Splitsing van de uitgaven heeft plaatsgevonden o.b.v. de verdeling van de budgeteenheden per hoofdstuk. Na goedkeuring van de slotwet door de Staten-Generaal wordt dit bedrag vereffend met het Ministerie van Financiën. Het verschil tussen de werkelijke uitgaven en de realisatie volgens de departementale jaarrekening 2015 wordt veroorzaakt door de in deze rekening gehanteerde afrondingsregels.
2 Ontvangsten ten gunste van de begroting (credit 812.520 x EUR 1.000)
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2015 | 31 december 2014 |
---|---|---|
Ontvangsten ten gunste van de begroting | 812.520 | 744.156 |
Onder deze post zijn de gerealiseerde ontvangsten in het jaar 2015 opgenomen. Splitsing van de ontvangsten heeft plaatsgevonden o.b.v. de verdeling van de budgeteenheden per hoofdstuk. Na goedkeuring van de slotwet door de Staten-Generaal wordt dit bedrag vereffend met het Ministerie van Financiën.
3 Liquide middelen (debet 46.587 x EUR 1.000)
De liquide middelen omvatten girale en chartale gelden, alsmede gelden onderweg en hebben betrekking op het departement en de vertegenwoordigingen in het buitenland. Het treasury beleid is er, met betrekking tot de gelden van hoofdstuk V van de Rijksbegroting, op gericht te komen tot een optimale beheersing van de geldomvang en een kostenminimalisatie ten aanzien van bankkosten en rente derving. Hierbij spelen aspecten als liquiditeitenbeheer, valutarisicobeheer, debiteuren- en crediteurenbeheer een grote rol. Omdat de administratie en de liquide middelen stroom voor beide begrotingen via één administratief systeem verlopen is er voor gekozen alle lopende rekeningen op te nemen op de balans van BZ en het saldo van de uitgaven m.b.t. BHOS achteraf middels een intern verrekenstuk tussen de RHB rekeningen van BZ en BHOS te verrekenen.
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2015 | 31 december 2014 |
---|---|---|
3.1 Kassaldi | 3.914 | 2.910 |
3.2 Banksaldi | 43.393 | 40.991 |
3.3 Gelden onderweg | – 720 | – 540 |
Totaal | 46.587 | 43.361 |
3.1 Kassaldi (debet 3.914 x EUR 1.000)
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2015 | 31 december 2014 |
---|---|---|
Reguliere kassaldi | 1.364 | 1.077 |
Noodreserve posten | 2.550 | 1.833 |
Totaal | 3.914 | 2.910 |
Uit oogpunt van een adequaat liquiditeitenbeheer wordt ernaar gestreefd de hoogte van de kassaldi zoveel mogelijk te beperken en kasbetalingen te beperken. Naast de normale kassaldi worden op diverse Vertegenwoordigingen contanten in voorraad gehouden in verband met eventuele calamiteiten. Enkele Vertegenwoordigingen worden regelmatig voorzien van contanten, omdat giraal bankverkeer niet mogelijk is. Het merendeel van de kassaldi wordt in vreemde valuta aangehouden.
3.2 Banksaldi (debet 43.393 x EUR 1.000)
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2015 | 31 december 2014 |
---|---|---|
Banksaldo | 43.393 | 40.991 |
Het aanwezige banksaldo ontstaat door bankrekeningen die BZ aanhoudt in het buitenland, in beheer bij de Nederlandse vertegenwoordigingen.
3.3 Gelden onderweg (credit 720 x EUR 1.000)
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2015 | 31 december 2014 |
---|---|---|
Kruisposten | 0 | 50 |
Betalingsopdrachten Vertegenwoordigingen | – 720 | – 590 |
Totaal | – 720 | – 540 |
Betalingsopdrachten vertegenwoordigingen betreft uitgegeven cheques die per 31 december nog niet zijn afgeschreven van de bankrekeningen van de vertegenwoordigingen.
4a Rekening-courant RHB (credit 9.476.174 x EUR 1.000)
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2015 | 31 december 2014 |
---|---|---|
Rekening-courant RHB | 9.473.420 | 9.811.774 |
Te verrekenen tussen BZ en BHOS | 2.754 | 6.024 |
Totaal | 9.476.174 | 9.817.798 |
Op de rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding is de financiële verhouding met het Ministerie van Financiën weergegeven. Het verschuldigde saldo op de rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding is in overeenstemming met de opgave van de RHB. Door de splitsing van de balans tussen BHOS en BZ is er een te verrekenen bedrag tussen de twee balansen noodzakelijk om evenwicht te creëren. Gedurende het jaar wordt er per maand achteraf een verrekening gemaakt tussen de RHB rekening BHOS en BZ. Omdat dit alleen achteraf plaats kan vinden zal er per eindejaar altijd een nog te verrekenen bedrag overblijven.
5 Rekening-courant RHB (begrotingsreserve) (debet 190.653 x EUR 1.000)
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2015 | 31 december 2014 |
---|---|---|
Begrotingsreserve FOM | 93.851 | 102.096 |
Begrotingsreserve FIB | 32.785 | 33.000 |
Begrotingsreserve DGGF | 51.517 | 17.000 |
Begrotingsreserve DRIVE | 12.500 | 0 |
Totaal | 190.653 | 152.096 |
De begrotingsreserves komen in zijn geheel tot uitdrukking op de balans van BZ. Voor toelichting zie hoofdstuk 5a.
5a Begrotingsreserve (credit 190.653 x EUR 1.000)
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2015 | 31 december 2014 |
---|---|---|
Begrotingsreserve FOM | 93.851 | 102.096 |
Begrotingsreserve FIB | 32.785 | 33.000 |
Begrotingsreserve DGGF | 51.517 | 17.000 |
Begrotingsreserve DRIVE | 12.500 | 0 |
Totaal | 190.653 | 152.096 |
Met de Faciliteit Opkomende Markten (FOM) stimuleert BHOS investeringen van Nederlandse ondernemingen in opkomende markten door het verstrekken van een garantie aan de Financierings-Maatschappij voor Ontwikkelingslanden (FMO) voor (middel)lange termijnfinancieringen aan lokale dochterondernemingen of joint-ventures van Nederlandse bedrijven. Voor de FOM wordt bij de Rijkshoofdboekhouding een begrotingsreserve aangehouden. Op deze begrotingsreserve worden de aan de Staat verschuldigde provisies en door de Staat ontvangen bedragen (o.a. recuperaties op uitbetaalde schades) gestort. Daarnaast worden de door het Rijk verschuldigde bedragen (schades) onttrokken aan de reserve. Deze begrotingsreserve van de FOM is in 2015 met in totaal EUR 25 miljoen verlaagd (EUR 5 miljoen in 2015, EUR 10 miljoen in 2016 en EUR 10 miljoen in 2017) om daarmee projectvoorstellen van maatschappelijke organisaties en sociale ondernemers te kunnen ondersteunen, die een directe bijdrage leveren aan ondernemerschap en werkgelegenheid onder Afrikaanse jongeren. Naast genoemde EUR 5 miljoen is er in 2015 een declaratie van 3,5 miljoen. ontvangen en onttrokken aan de reserve inzake een ontstane schade. Toegevoegd zijn de ontvangen provisies van 0,2 miljoen.
De FIB (Finance for International Business) reserve is gevormd bij de overgang van het instrument SENO/GOM naar het Ministerie van Financiën waar dit instrument onderdeel is geworden van de reguliere EKV. De toenmalig bestaande reserve t.b.v. «SENO/GOM» is voor het grootste deel meeverhuisd naar het Ministerie van Financiën. Een gedeelte van 40 miljoen. is achtergebleven bij EZ ter financiering van het instrument Package4Growth. Sinds de vorming van de reserve is er EUR 7,2 miljoen. opgenomen waardoor de begrotingsreserve nu een saldo van EUR 32,8 miljoen. vertoont. In 2015 is er een onttrekking van EUR 0,2 miljoen. gedaan uit de reserve betreffende de uitgaven op FIB-dossiers.
De begrotingsreserve DGGF (Dutch Good Growth Fund) is in 2014 ingesteld voor de onderdelen 1 en 3 van het DGGF en heeft betrekking op de te verlenen garanties door RVO en Atradius DSB. Met het DGGF stimuleert BHOS investeringen van Nederlandse ondernemingen in ontwikkelingslanden. Op deze begrotingsreserve worden de aan de Staat verschuldigde provisies en door de Staat ontvangen bedragen (o.a. recuperaties op uitbetaalde schades) gestort. Daarnaast worden de door het Rijk verschuldigde bedragen (schades) onttrokken aan de reserve. De toename van de reserve komt door een storting van EUR 20 miljoen voor Atradius en creëert een borgstellingsruimte van EUR 111 miljoen. De verhouding tussen de reservering en de borgstellingsruimte is 1:3 voor onderdeel 3 dat door Atradius wordt uitgevoerd. Voor RVO is een storting gedaan van EUR 16 miljoen. en creëert hiermee een borgstellingsruimte van EUR 32 miljoen. De verhouding tussen de reservering en de borgstellingsruimte is 1:2 voor onderdeel 1 dat door de RVO wordt uitgevoerd. Tevens zijn de ontvangen premies van EUR 0,387 miljoen. en schade-uitkeringen (wisselfinancieringen) van EUR 1,87 miljoen. verrekend met de reserve.
Voor DRIVE is een begrotingsreserve gecreëerd. De storting in de reserve van EUR 12,5 miljoen betreft de bodemstorting. Er wordt hiermee nog geen borgstellingsruimte gecreëerd.
Hoewel beleidsmatig het instrument begrotingsreserve toe te rekenen valt aan de BHOS begroting is er wel voor gekozen deze op te nemen op de BZ balans omdat het hier enkel de liquide middelen van de begrotingsreserve betreft.
6 Intra-comptabele vorderingen (debet 114.396 x EUR 1.000)
Onder deze post zijn de vorderingen opgenomen, die zijn ontstaan als gevolg van uitgaven ten behoeve van derden.
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2015 | 31 december 2014 |
---|---|---|
6.1 Ministeries | 9.431 | 12.648 |
6.2 Persoonlijke rekeningen | 781 | 632 |
6.3 Externe debiteuren | 100.058 | 89.075 |
6.4 Overige vorderingen | 4.126 | 3.129 |
Totaal | 114.396 | 105.484 |
Alle intra-comptabele vorderingen worden verantwoord op de balans van BZ. Voor toelichting op stijging 6.3 zie hoofdstuk 7 inzake schuld ICC-lening. Onderstaand overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de intra-comptabele vorderingen en de ouderdom.
Specificatie x 1.000 EUR | Totaal | 2015 | 2014 | 2013 | 2012 en ouder |
---|---|---|---|---|---|
Direct opeisbaar ministeries | 9.431 | 9.431 | 0 | 0 | 0 |
Direct opeisbaar persoonlijke rekeningen | 526 | 423 | 90 | 1 | 12 |
Direct opeisbaar externe debiteuren | 4.162 | 1.402 | 2.425 | 215 | 120 |
Direct opeisbaar overige vorderingen | 4.077 | 3.640 | 434 | 1 | 2 |
Totaal direct opeisbare vorderingen | 18.196 | 14.896 | 2.949 | 217 | 134 |
Op termijn opeisbare vorderingen | 95.896 | ||||
Geconditioneerde vorderingen | 304 | ||||
Totaal | 114.396 |
6.1 Ministeries (debet 9.431 x EUR 1.000)
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2015 | 31 december 2014 |
---|---|---|
Ingevorderd | 5.056 | 7.914 |
In te vorderen | 4.375 | 4.734 |
Totaal | 9.431 | 12.648 |
Het ingevorderde bedrag kent de volgende onderverdeling per crediteur:
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2015 | 31 december 2014 |
---|---|---|
Economische Zaken | 3.377 | 3.115 |
Defensie | 841 | 3.043 |
V&J | 123 | 838 |
I&M | 2 | 109 |
BZK | 550 | 341 |
Financiën | 87 | 275 |
Overigen | 76 | 193 |
Totaal | 5.056 | 7.914 |
Sinds 1 april 2014 is de nieuwe procedure van ministeriële doorbelasting van toepassing. Deze procedure beperkt de beheerlast en moet voorkomen dat bedragen lang open staan. Per 31 december 2014 stond er echter nog een bedrag open uit voorgaande perioden die niet meer inbaar zijn. In 2015 is het niet invorderbare deel ter waarde van EUR 2,4 miljoen. afgeboekt ten laste van de begroting.
Het in te vorderen bedrag per ministerie is als volgt verdeeld:
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2015 | 31 december 2014 |
---|---|---|
Economische Zaken | 2.723 | 2.957 |
Defensie | 639 | 890 |
V&J | 436 | 349 |
I&M | 231 | 237 |
Financiën | 2 | 115 |
Overigen | 344 | 186 |
Totaal | 4.375 | 4.734 |
6.3 Externe debiteuren (debet 100.058 x EUR 1.000)
Deze categorie vorderingen heeft betrekking op derden zoals particulieren, bedrijven en dergelijke. Deze vorderingen ontstaan zowel op het Departement als op de Vertegenwoordigingen in het buitenland.
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2015 | 31 december 2014 |
---|---|---|
In te vorderen ICC | 95.893 | 85.220 |
In te vorderen overige externe dediteuren | 712 | 726 |
Ingevorderd | 3.453 | 3.129 |
Totaal | 100.058 | 89.075 |
Een toelichting op de mutatie van de vordering van het ICC treft u onder hoofdstuk 7.
6.4 Overige vorderingen (debet 4.126 x EUR 1.000)
Onder deze categorie worden vorderingen opgenomen die niet in de overige categorieën vallen. Hieronder vallen ook vorderingen ontstaan naar aanleiding van een uitgave, die ter plaatse op de Vertegenwoordiging verrekend wordt.
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2015 | 31 december 2014 |
---|---|---|
Te vorderen BTW | 2.223 | 2.093 |
Ter plaatse te verrekenen uitgaven buitenland | 684 | 287 |
Diverse vorderingen | 1.219 | 749 |
Totaal | 4.126 | 3.129 |
7 Intra-comptabele schulden (credit 103.812 x EUR 1.000)
Hieronder vallen schulden ontstaan door ontvangsten en inhoudingen die met derden verrekend zullen worden.
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2015 | 31 december 2014 |
---|---|---|
Nog af te dragen loonheffing en premies | 2.797 | 8.809 |
Af te lossen ICC-lening | 95.893 | 85.200 |
Ter plaatse te verrekenen | 579 | 748 |
Silent partnerships | 1.936 | 4.149 |
Diverse overige schulden | 2.607 | 1.220 |
Totaal | 103.812 | 100.126 |
De stijging van «Af te lossen ICC-lening» is gelijk aan de toename van de vorderingen op de externe debiteuren. Het feit dat het ICC een deel van de lening heeft opgenomen veroorzaakt enerzijds een toename van de vordering op het ICC en anderzijds een schuld aan het Ministerie van Financiën. In 2013 heeft het ICC voor het eerst gebruik gemaakt van het bouwdepot van EUR 200 miljoen dat beschikbaar is gesteld voor de nieuwbouw. In totaal heeft het ICC in 2013 voor een bedrag van EUR 20,5 miljoen aan trekkingen verricht, in 2014 voor EUR 64,7 miljoen en in 2015 voor EUR 10,7 miljoen. Tot 30 juni 2016 kan het ICC trekkingen verrichten ten behoeve van de bouw. Vanaf 1 juli 2016 zal er jaarlijkse worden afgelost op annuïteitenbasis, na afloop van het jaar. Met het ICC is overeengekomen om de eerste periode te laten lopen van juli t/m december 2016; betaling in januari 2017. De hierop volgende periodes lopen van januari t/m december.
Navolgend overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de intra-comptabele schulden en de ouderdom.
Specificatie x 1.000 EUR | Totaal | 2015 | 2014 | 2013 en ouder |
---|---|---|---|---|
Direct opeisbare schulden | 103.812 | 13.415 | 67.518 | 22.879 |
10 Extra-comptabele vorderingen (debet 6.973 x EUR 1.000)
Dit betreffen vorderingen die reeds ten laste van de begroting zijn gebracht en extra-comptabel worden bewaakt. Deze vorderingen hebben vaak een langdurig karakter. Afhankelijk van de begroting waarop het teruggevorderde bedrag betrekking heeft wordt de vordering toegewezen aan de balans van BZ of BHOS.
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2015 | 31 december 2014 |
---|---|---|
Diverse extra-comptabele vorderingen | 6.973 | 10.954 |
Totaal | 6.973 | 10.954 |
Navolgend overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de extra-comptabele vorderingen en de ouderdom.
Specificatie x 1.000 EUR | Totaal | 2015 | 2014 | 2013 | 2012 en ouder |
---|---|---|---|---|---|
Direct opeisbaar overige vorderingen | 3.410 | 2.668 | 417 | 0 | 325 |
Geconditioneerde vorderingen | 3.563 | ||||
Totaal | 6.973 |
Diverse extra-comptabele vorderingen
De post diverse extra-comptabele vorderingen bestaat uit:
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2015 | 31 december 2014 |
---|---|---|
Ingevorderde voorschotten | 422 | 659 |
Vorderingen RSS | 0 | 0 |
(Huur) Waarborgsommen | 3.394 | 2.782 |
Buiteninvordering gestelde vorderingen | 169 | 39 |
Voorschot op ontslaguitkeringen | 138 | 0 |
Overige | 2.850 | 5.620 |
Totaal | 6.973 | 9.100 |
Correctie begin balans
In 2015 is gebleken dat een aantal extra comptabele vorderingen uit 2014 en eerdere jaren ten onrechte zijn opgenomen onder Hoofdstuk V. Deze vorderingen zijn destijds betaald uit middelen van Hoofdstuk XVII. Hieruit voortvloeiende extra comptabele vorderingen dienen dan ook verantwoord te worden onder ditzelfde Hoofdstuk.
Specificatie x 1.000 EUR | Gecorrigeerde balans per 31 december 2014 | Ongecorrigeerde balans per 31 december 2014 |
---|---|---|
Ingevorderde voorschotten | 659 | 659 |
Vorderingen RSS | 0 | 975 |
(Huur) Waarborgsommen | 2.782 | 2.782 |
Buiteninvordering gestelde vorderingen | 39 | 918 |
Voorschot op ontslaguitkeringen | 0 | 0 |
Overige | 5.620 | 5.620 |
Totaal | 9.100 | 10.954 |
De correctie betreft de openstaande vorderingen RSS (Studieschulden Suriname) voor een bedrag van 0,975 miljoen. Tevens zijn er RSS vorderingen buiten invordering gesteld voor een bedrag van 0,879 miljoen. In totaal is voor de vorderingen RSS een bedrag van 1,854 miljoen aan extra comptabele vorderingen overgeheveld naar Hoofdstuk XVII.
11 Extra-comptabele schulden (credit 1.475 x EUR 1.000)
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2015 | 31 december 2014 |
---|---|---|
Diverse extracomptabele schulden | 1.475 | 191 |
De extracomptabele schuld bestaat uit het te verrekenen bedrag uit de reis- en vertaalenveloppe van het EU Raadsbudget (0,2 miljoen.) en wordt in zijn geheel verantwoord op de balans van BZ. Daarnaast staat er een schuld open van 1,2 miljoen inzake loonheffing over 2014.
12 Extra-comptabele voorschotten (debet 434.298 x EUR 1.000)
Dit betreffen nog openstaande voorschotten, waarvan de uitgaven reeds ten laste van de begroting zijn gebracht. Afwikkeling vindt plaats op basis van ontvangen verantwoordingen. Afhankelijk van de begroting waarop het voorschot is verstrekt wordt het voorschot op de BZ of de BHOS balans verantwoord.
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2015 | 31 december 2014 |
---|---|---|
Voorschotten | 412.682 | 303.391 |
Voorschot loonheffing lokale krachten | 17.190 | 7.820 |
Voorschot Loyalis | 883 | 731 |
Aanloopvoorschotten | 3.543 | 3.733 |
Totaal | 434.298 | 315.675 |
Ouderdomsanalyse (x 1.000 EUR) | 31 december 2015 | 31 december 2014 |
---|---|---|
Verstrekt in 2004 | 0 | 108 |
Verstrekt in 2005 | 0 | 0 |
Verstrekt in 2006 | 0 | 0 |
Verstrekt in 2007 | 0 | 0 |
Verstrekt in 2008 | 0 | 0 |
Verstrekt in 2009 | 1.476 | 1.189 |
Verstrekt in 2010 | 8.235 | 6.778 |
Verstrekt in 2011 | 1.626 | 8.479 |
Verstrekt in 2012 | 27.080 | 47.012 |
Verstrekt in 2013 | 83.183 | 97.194 |
Verstrekt in 2014 | 133.318 | 154.915 |
Verstrekt in 2015 | 179.380 | 0 |
Totaal | 434.298 | 315.675 |
De opbouw van stand per ultimo 2014 naar ultimo 2015 is als volgt:
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2015 | 31 december 2014 |
---|---|---|
Openingsbalans | 315.675 | 301.221 |
Bij: Verstrekte voorschotten | 176.724 | 163.182 |
Af: Verantwoorde voorschotten | 81.686 | 145.228 |
Bij: Herwaardering naar nieuwe corporate rate | 23.585 | – 3.500 |
Eindbalans | 434.298 | 315.675 |
Het per 1 januari 2015 ingevoerde nieuwe voorschottenbeheer heeft geleid tot een stelselwijziging. Het nieuwe voorschottenbeheer brengt onder andere de volgende wijzigingen met zich mee:
-
1. Voorschotten worden niet meer tussentijds afgeboekt, maar pas aan het einde van de looptijd van het contract op basis van de eindrapportage. Deze wijziging heeft tot gevolg dat voorschotten langer open staan.
-
2. De mogelijkheden voor de maximale bevoorschottingstermijn van een jaar zijn verruimd. Hierdoor kan eerder worden overgegaan tot bevoorschotting van een jaar, welke resulteert in het verstrekken van hogere voorschotten.
-
3. Vooruitbetalingen van activiteiten die voldoen aan de lumpsum criteria worden niet als voorschot geboekt. Dit kan betekenen dat bijdragen die eerder als voorschot geboekt zijn nu op basis van het lumpsum criterium niet meer als voorschot aangemerkt worden. In 2015 heeft een controle van de openstaande voorschotten plaats gevonden in verband met het lumpsum criterium. Voor Hoofdstuk V heeft dit voor twee activiteiten geleid tot een verlaging van de voorschottenstand per 1 januari 2015 ter waarde van in totaal EUR 3,3 miljoen.
14 Openstaande verplichtingen (credit 2.163.012 x EUR 1.000)
Opbouw openstaande verplichtingen:
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2015 | 31 december 2014 |
---|---|---|
Openingsbalans | 2.314.896 | 982.496 |
Bij: Aangegane verplichtingen | 10.079.639 | 11.845.635 |
Af: Tot betaling gekomen verplichtingen | 10.231.523 | 10.513.235 |
Eindbalans | 2.163.012 | 2.314.896 |
Conform deze toelichting worden de negatieve bijstellingen niet separaat in de toelichting op de saldibalans weergegeven. Overigens worden omvangrijke negatieve bijstellingen op de verplichtingen wel toegelicht bij de financiële toelichting van het beleidsartikel waar de negatieve bijstelling betrekking op heeft.
Niet uit de saldibalans blijkende verplichtingen:
Convenant Ministerie van Defensie
In 2009 is een convenant getekend voor een periode van drie jaar met het Ministerie van Defensie inzake de inzet van KMAR bij de beveiliging van Nederlandse Vertegenwoordigingen met een hoog risico op veiligheid. Het convenant wordt ieder jaar stilzwijgend verlengd, tenzij één van de partijen schriftelijk het stilzwijgen doorbreekt. Voor de jaren 2016 en 2017 betreffen de kosten EUR 20,8 miljoen per jaar en voor de periode 2018 tot en met 2021 EUR15,3 miljoen per jaar. Op begrotingsniveau wordt dit verrekend met het Ministerie van Defensie.