Base description which applies to whole site

Artikel 4 Zorgbreed beleid

1. Algemene beleidsdoelstelling

Het scheppen van randvoorwaarden om het zorgstelsel te laten werken zodat de kwaliteit, de toegankelijkheid en de betaalbaarheid van de zorg voor de burger is gewaarborgd.

2. Rol en verantwoordelijkheid Minister

De Minister bevordert de werking van het stelsel door partijen in staat te stellen hun rol te spelen en door belemmeringen weg te nemen die een goede werking van het stelsel in de weg staan. Daar waar publieke belangen in het geding zijn, die niet voldoende door (partijen in) het stelsel behartigd kunnen worden, bevordert de Minister dat deze belangen worden behartigd.

Stimuleren:

  • Subsidieregeling voor organisaties van patiënten en gehandicapten, zodat deze mensen geholpen worden hun rol in het stelsel te spelen.

  • Stimuleren van de juiste kwaliteit van zorgopleidingen en een logische opleidingsmatrix met de juiste samenhang tussen opleidingen.

  • Bevorderen van een logische beroepenstructuur, gebaseerd op competenties nodig voor de invulling van de huidige en toekomstige zorgvraag en gericht op samenwerking.

  • Stimuleren van beschikbaarheid van voldoende gekwalificeerd zorgpersoneel.

  • Bevorderen van kwaliteit van individuele zorgverlening.

  • Creëren randvoorwaarden om innoverend vermogen van de gezondheidszorg te waarborgen.

  • Stimuleren van gezondheidsonderzoek en het gebruik van ontwikkelde kennis (o.a. ZonMw).

  • Vervullen van een coördinerende rol op het terrein van de bestrijding van zorgfraude en onrechtmatige declaraties. Er wordt ingezet op het realiseren van de totstandkoming, implementatie en monitoring van een ketenaanpak voor preventie, toezicht, opsporing en vervolging op het gebied van fraude en oneigenlijk gebruik in de zorg.

  • Verstrekken van subsidies aan vijf jeugdstichtingen in Caribisch Nederland.

Financieren:

  • Financieren van het Stagefonds.

  • Bijdrage leveren aan regionaal arbeidsmarktbeleid.

  • Bijdrage leveren aan stimulering van de kwaliteit van opleiden en invulling geven aan een adequate beroepenstructuur.

  • Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg.

  • Subsidieregeling opleidingen publieke gezondheidszorg.

  • Financieren van de zorg in Caribisch Nederland.

Regisseren:

  • Zorgen voor adequate wet- en regelgeving die positie patiënt versterkt en privacy en beveiliging zeker stelt.

  • Bewaken van de totstandkoming en het vasthouden van een toekomstgericht opleidingscontinuüm, met juiste kwaliteit en gewenste instroom.

  • Monitoren en sturen van de totstandkoming en het vasthouden van een innovatieve, kwalitatieve beroepenstructuur.

  • Constant optimaliseren van de inhoud en uitvoering van de Wet BIG.

  • Zorg voor prikkels gericht op kwaliteitsverbetering, normen voor kwaliteit en transparantie.

  • Opstellen van wetgeving waarin taken van NZa, ZiNL en andere organisaties worden vastgelegd.

  • Bevorderen dat het aanbod van zorg in Caribisch Nederland wordt verbeterd tot een voor Europees Nederland aanvaardbaar niveau.

  • Inzetten op de totstandkoming, implementatie en monitoring van een ketenaanpak voor preventie, toezicht, opsporing en vervolging op het gebied van fraude, oneigenlijk gebruik en onrechtmatig declareren in de zorg. Voorbeelden van activiteiten zijn het met alle betrokkenen uitvoeren van fraudetoetsen op nieuwe wet- en regelgeving en ingrijpende wijzigingen in bekostigingssystemen, het vergroten van kennis over (preventie van) fraude en het verkennen en optimaliseren van de opsporingsfunctie voor de zorg.

  • Via de directie jeugd en gezinsvoogdij Caribisch Nederland het bieden van goede jeugdgezondheidszorg, opvoedingsondersteuning, seksuele educatie, gezinsvoogdij en het aanpakken van kindermishandeling.

3. Beleidsconclusies

Het op dit artikel uitgevoerde beleid en de bijbehorende resultaten waren het afgelopen jaar nagenoeg conform de verwachtingen, zoals vermeld in de begroting.

Positie cliënt

De positie van cliënten in de zorg ten opzichte van zorgaanbieders was voor verbetering vatbaar, onder meer op het terrein van de afhandeling van klachten en geschillen (EK 32 402-F). Dit heeft geleid tot de ontwikkeling van een nieuwe wet op dit terrein. Op 6 oktober 2015 heeft de Eerste Kamer de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) aangenomen, die 1 januari 2016 in werking is getreden (TK 32 402). Tevens is in 2015 gestart met voorbereidingen voor diverse (communicatie-)activiteiten die de inwerkingtreding in 2016 ondersteunen.

In 2015 is het artikelonderdeel Positie cliënt doorgelicht en in combinatie hiermee is het Beleidskader subsidiëring patiënten- en gehandicaptenorganisaties (pg-organisaties) geëvalueerd. De doorlichting en kabinetsreactie hierop is op 27 januari 2016 naar de Tweede Kamer gestuurd (TK 32 772, nr. 10). Bij de beleidsdoorlichting is gekeken naar de beleidsvorming, de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het gevoerde beleid. Conclusie van het rapport is dat het beleid doelmatig is en redelijk doeltreffend. De onderzoekers bevelen aan door te gaan met het huidige beleid en doen een aantal suggesties voor verbetering van het huidige Beleidskader subsidiëring pg-organisaties. Om de positie van de cliënt verder te versterken vraagt een aantal trends zoals individualisering en vermaatschappelijking van de zorg voor de lange termijn actie vanuit de pg-organisaties. Hierover gaan we met de pg-organisaties, maar ook met andere stakeholders in gesprek.

Opleidingen beroepenstructuur en arbeidsmarkt

Het jaar 2015 heeft in het teken gestaan van de verbetering van de aansluiting tussen arbeidsmarkt en onderwijs. Het zorgpact dat afgelopen jaar met veel enthousiasme en draagvlak van start is gegaan om de samenwerking tussen regionale zorgaanbieders, onderwijsinstellingen en overheid te stimuleren, geeft hier uitdrukking aan. Inmiddels zijn vijf regionale zorgpacten gesloten en zijn 28 koplopers als goed voorbeeld van duurzame samenwerking aangemerkt.

De commissie zorgberoepen en opleidingen van het Zorginstituut heeft in april 2015 haar advies over de ontwikkeling van de zorgvraag en de gevolgen voor de beroepsuitoefening gepubliceerd (TK 29 282, nr. 221). In het najaar 2016 volgt het advies met de consequenties voor het opleiden.

In het najaar 2015 is het wetsvoorstel modernisering tuchtrecht Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (hierna: Wet BIG) voorgelegd ter internetconsultatie. De evaluatie van de Wet BIG is aanleiding geweest voor dit wetsvoorstel. De in de evaluatie geconstateerde verbeterpunten rondom herkenbaarheid van de zorgverlener, voorbehouden handelingen, cosmetische sector en het tuchtrecht worden met dit wetsvoorstel aangepakt.

In november 2015 is het eindrapport van het evaluatieonderzoek Experiment artikel 36a Wet BIG met de physician assistant en de verpleegkundig specialist aangeboden aan de Tweede Kamer. De Minister heeft in haar reactie aangegeven de conclusies en aanbevelingen van dit onderzoek te volgen en de beroepen physician assistant en verpleegkundig specialist definitief in de Wet BIG te regelen.

Met het wetsvoorstel BIG komen er meer maatregelen om de veiligheid van mensen die cosmetische ingrepen ondergaan beter te beschermen. Zo mogen schoonheidsspecialisten niet injecteren en laserbehandelingen worden voorbehouden handelingen. Met deze wijzigingen krijgt de Inspectie voor de Gezondheidszorg meer mogelijkheden om toezicht te houden op de cosmetische sector. In aanvulling daarop heeft in de zomer van 2015 de Minister de slogan «Kijk uit. Jezelf mooier maken kan lelijk uitpakken. Een geslaagde ingreep begint bij een goede arts.» gelanceerd. Ook is er een website geopend www.rijksoverheid.nl/cosmetische-ingrepen waar mensen betrouwbare informatie kunnen vinden over cosmetische ingrepen.

Op 4 december 2015 heeft het kabinet met de FNV, CNV en gemeenten afspraken gemaakt over een gezamenlijke aanpak voor het creëren van nieuw perspectief voor langdurige zorg en ondersteuning en verantwoord marktgedrag (TK 29 282, nr. 238). Dit houdt onder andere in dat er nieuwe functies komen voor ondersteuning van mensen thuis, waarbij huishoudelijke hulp bijvoorbeeld wordt gecombineerd met vormen van begeleiding en persoonlijke verzorging. Daarvoor worden structureel extra middelen vrijgemaakt. Daarnaast zullen in de Wmo 2015 extra waarborgen worden vastgelegd voor goede arbeidsvoorwaarden voor medewerkers en de verantwoordelijkheid van werkgevers.

Om de werkgevers en werknemers te ondersteunen bij de aanpak van agressie en geweld is in 2015 een extra impuls gegeven aan het actieplan Veilig werken in de zorg, zodat nog meer instellingen zich konden aanmelden voor een traject gericht op de juridische aanpak van veroorzakers van agressie. Ruim 70 instellingen konden hierdoor een verbeterslag maken in hun anti-agressie beleid. Ook kon een verbetering van de juridische aanpak van agressie en geweld in zorginstellingen worden gerealiseerd in samenwerking met politie en justitie.

Kwaliteit, transparantie en kennisontwikkeling

Het Jaar van de Transparantie (TK 32 620, nr. 149) is een middel om Samen beslissen in de praktijk te versnellen. Dit kan immers alleen als patiënten beschikken over de juiste informatie. Daarom zijn in het Jaar van de Transparantie stappen gezet die onomkeerbaar tot een betere informatievoorziening in de zorg moeten leiden. Allereerst voor patiënten, maar ook voor zorgaanbieders en zorgverzekeraars. In het kader van de kwaliteit- en doelmatigheidsagenda worden de 30 belangrijkste aandoeningen doorgelicht waardoor er versneld kwaliteitsinformatie beschikbaar komt. Met de sector zijn hierover afspraken gemaakt (zie ook de beleidsconclusies bij artikel 2 onder Hoofdlijnenakkoord MSZ). Daarnaast worden 300 richtlijnen van wetenschappelijke verenigingen toegevoegd aan het Register van het Kwaliteitsinstituut. Deze worden voorzien van begrijpelijke informatie voor patiënten. Voor deze maatregelen zijn extra middelen beschikbaar gesteld. Zie voor uitgebreide informatie de tweede voortgangsrapportage die in december naar de Kamer is gestuurd (TK 31 765, nr. 169).

In 2015 is extra ingezet op het verminderen van de regeldruk in de zorg. In 2015 is in de Kamerbrief «Merkbaar minder regeldruk» (TK 29 515, nr. 364) meerjarig de inzet naar voren gebracht. Enkele eerste mooie resultaten zijn het gezamenlijk met verzekeraars, huisartsen, NZa en VWS verminderen van de administratieve lasten voor de huisartsen (TK 33 578, nr. 18). Deze aanpak is uitgerold naar de rest van de eerstelijnszorg (TK 29 515, nr. 372).

Ook is in een ziekenhuis met de Kafka-methodiek de ervaren regeldruk op individueel niveau onderzocht om tot slimmere oplossingen te komen en is de Innovatieplaats Cure gelanceerd, een experiment om (domeinoverstijgende) zorgaanbieders te ondersteunen om regelarme werkwijzen in de praktijk te brengen (TK 29 515, nr. 371). Daarnaast is een enquête gehouden onder zorgprofessionals over de vraag welke overheidsregels zij als overbodig ervaren of vereenvoudigd kunnen worden (TK 29 515, nr. 368). Zoals afgesproken in het AO regeldruk cure zal mede aan de hand van genoemde trajecten de aanpak van de regeldruk in de zorg in 2016 met grote voortvarendheid worden voortgezet.

Inrichten uitvoeringsactiviteiten

De aanbevelingen uit de evaluatie naar de regulering van de Wet marktordening gezondheidszorg en de NZa en het rapport van de commissie Borstlap zijn opgepakt (TK 25 268, nr. 87). Doel hiervan is om de NZa duidelijker te profileren als een robuuste en onafhankelijke toezichthouder. Dit is deels uitgewerkt in het wetsvoorstel herpositionering taken NZa en deregulering (een aanpassing van de Wet marktordening gezondheidszorg). Dit wetsvoorstel wordt naar verwachting in het eerste kwartaal van 2016 naar de Tweede Kamer gestuurd.

In de voortgangsrapportage NZa (TK 25 268, nr. 131) is de Kamer geïnformeerd over de voortgang van de verbeteringen onder andere op het gebied van personeelsbeleid, integriteit en informatievoorziening en informatiebeveiliging, die worden doorgevoerd bij de NZa.

Zorg, welzijn en jeugdzorg Caribisch Nederland

In 2015 zijn verdere verbeteringen gerealiseerd in het administratieve beheer bij het Zorgverzekeringskantoor (ZVK). In 2015 beschikte het Zorgverzekeringskantoor daartoe voor het eerst over een adequate verzekerdenadministratie en een volwaardig ICT-systeem. In 2015 is voorts vooruitgang geboekt met het afsluiten van contracten met de zorgaanbieders.

De verbetering van de zorg op basis van het advies van de commissie Goedgedrag is in 2015 doorgezet conform het advies, binnen de vastgestelde financiële kaders. Zo heeft zich in 2015 een lichte daling van het aantal medische uitzendingen voorgedaan en zijn ook de kosten per uitzending enigszins gedaald.

De focus voor de jeugd lag ook in 2015 op het bieden van goede basisvoorzieningen en het voortbouwen op de verbeteringen die de laatste jaren in dit kader zijn gedaan. Voorbeelden zijn de verbetering van de jeugdgezondheidszorg en het bieden van opvoedingsondersteuning.

Fraude

Fraude en fouten in de zorg ondermijnen de solidariteit binnen ons zorgstelsel. Het tegengaan van fouten en fraude in de zorg heeft daarom continue aandacht. VWS heeft in nauw overleg met zorgaanbieders, zorgverzekeraars, handhavingspartners en organisaties van patiënten en cliënten het programmaplan Rechtmatige Zorg: aanpak fouten en fraude 2015–2018 opgesteld dat op 27 maart 2015 aan de Tweede Kamer is aangeboden (TK 28 828, nr. 89). Een gezamenlijke aanpak door de gehele keten staat daarbij centraal. Er wordt ingezet op de totstandkoming en monitoring van een ketenaanpak voor preventie, controle en handhaving op het gebied van de aanpak van fouten en fraude in de zorg.

In de begroting is vanaf 2015 € 10 miljoen structureel beschikbaar gesteld voor het verscherpen van het toezicht en de fraudebestrijding in de zorg. Deze middelen zijn in 2015 hoofdzakelijk besteed aan het uitbreiden van de capaciteit bij de NZa, het OM en ISZW, zodat meer toezichttrajecten en opsporingsonderzoeken kunnen plaatsvinden.

In de vierde voortgangsrapportage Rechtmatige Zorg, die in oktober 2015 aan de Tweede Kamer is aangeboden (TK 28 828, nr. 93), zijn de activiteiten en behaalde resultaten ten aanzien van de versterking van rechtmatige zorg over het afgelopen jaar nader toegelicht. Het gaat hierbij onder andere om het versterken van de rechtmatige zorg in het gemeentelijke domein door middel van subsidiëring van een expertteam fraudepreventie en handhaving bij de VNG. Om kennis op te doen en te delen zijn er in 2015 diverse bijeenkomsten geweest waar partijen uit de hele keten vertegenwoordigd waren waaronder een succesvol congres over rechtmatige zorg met bijna 300 deelnemers. Ook vanuit zorgaanbieders, zorgverzekeraars, maar ook toezichthoudende en handhavende partijen worden diverse initiatieven ontwikkeld die de rechtmatigheid van de zorg bevorderen.

4. Tabel budgettaire gevolgen van beleid
Begrotingsuitgaven (bedragen x € 1.000)
     

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Verschil

     

2012

2013

2014

2015

2015

2015

Verplichtingen

748.883

578.564

715.427

1.146.830

757.515

389.315

                 

Uitgaven

1.832.888

815.589

697.803

873.245

779.740

93.505

                 

1. Positie cliënt

 

33.238

26.045

24.556

25.790

– 1.234

                 
 

Subsidies

 

28.142

21.501

17.890

20.355

– 2.465

   

Patiënten- en gehandicaptenorganisaties

 

27.814

21.080

17.463

19.927

– 2.464

   

Overig positie cliënt

 

327

422

427

428

– 1

                 
 

Opdrachten

 

3.763

3.678

5.466

4.155

1.311

   

waarvan onder andere:

           
   

Ondersteuning cliënt organisaties

 

3.581

3.139

3.144

4.000

– 856

                 
 

Bijdragen aan agentschappen

 

1.333

866

1.200

1.280

– 80

   

waarvan onder andere:

           
   

CIBG: Landelijk Meldpunt Zorg

 

1.333

366

1.000

1.000

0

                 

2. Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt

 

354.735

253.067

389.110

369.118

19.992

                 
 

Subsidies

 

334.307

242.099

373.060

359.914

13.146

   

waarvan onder andere:

           
   

Kwaliteitsimpuls categorale en algemene ziekenhuizen

 

0

48.353

135.468

134.588

880

   

Stageplaatsen zorg / Stagefonds

 

105.926

110.400

109.950

110.409

– 459

   

Publieke Gezondheidszorgopleidingen

 

15.093

16.054

16.634

20.603

– 3.969

   

Vaccinatie stageplaatsen zorg

 

3.789

3.869

4.504

3.850

654

   

Opleiding tot verpleegkundig specialist/physician assistant

 

21.744

20.718

19.433

37.010

– 17.577

   

Opleiding tot ziekenhuisarts

 

1.606

2.489

6.142

628

5.514

   

Capaciteitsorgaan

 

1.664

1.689

1.656

1.599

57

   

Regionaal arbeidsmarktbeleid

 

7.500

7.813

7.949

7.500

449

   

Veilig werken in de zorg

 

2.575

3.138

4.248

3.196

1.052

   

Individualisering opleidingsduur en «dedicated» schakeljaar

     

3.501

3.700

– 199

                 
 

Opdrachten

 

2.379

2.649

4.619

609

4.010

   

Arbeidsmarktonderzoek

     

2.042

0

2.042

                 
 

Bijdragen aan agentschappen

 

16.963

8.319

11.431

7.930

3.501

   

waarvan onder andere:

           
   

CIBG: Bijdrage voor onder andere UZI-register, BIG-register, SVB-Z

 

16.001

8.319

11.431

6.500

4.931

                 
 

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

 

1.086

0

0

665

– 665

   

waarvan onder andere:

         

   

Zorginstituut Nederland: sectie Zorgberoepen en opleidingen

 

0

0

0

665

– 665

                 

3. Kwaliteit, transparantie en kennisontwikkeling

 

119.318

109.189

124.203

108.239

15.964

                 
 

Subsidies

 

5.293

5.287

7.711

5.014

2.697

   

waarvan onder andere:

           
   

Nivel

 

5.093

5.187

5.835

5.014

821

   

Jaar van de transparantie

 

0

0

1.805

0

1.805

                 
 

Opdrachten

 

48

60

226

0

226

                 
 

Bijdragen aan agentschappen

 

2.123

2.099

2.535

2.240

295

   

waarvan onder andere:

           
   

CIBG: JMV

 

708

845

750

800

– 50

   

RIVM: Zorgbalans

 

623

0

0

650

– 650

                 
 

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

 

111.854

101.743

113.731

100.985

12.746

   

ZonMw: programmering

 

105.673

101.743

113.731

100.985

12.746

   

ZonMw: exploitatie

 

6.181

0

0

0

0

                 

4. Inrichten uitvoeringsactiviteiten

 

215.717

220.856

227.614

185.486

42.128

                 
 

Subsidies

 

256

426

80

51

29

   

Uitvoering Wtcg

 

256

426

80

51

29

                 
 

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

 

212.894

216.019

225.008

182.807

42.201

   

CAK

 

98.319

102.156

100.916

82.076

18.840

   

NZA

 

46.844

47.120

52.756

46.541

6.215

   

Zorginstituut Nederland

 

64.004

62.928

67.738

50.767

16.971

   

CBZ

 

1.204

892

898

906

– 8

   

CSZ

 

2.523

2.923

2.700

2.517

183

                 
 

Opdrachten

 

2.568

4.411

2.526

2.628

– 102

   

waarvan onder andere:

         

   

TNO centrum Zorg en Bouw

 

2.398

3.507

2.367

2.370

– 3

   

Uitvoering Wtcg

 

170

169

156

152

4

                 

5. Zorg, welzijn en jeugdzorg op Caribisch Nederland

 

92.580

87.895

106.717

87.007

19.710

                 
 

Subsidies

 

0

21

0

0

0

                 
 

Bekostiging

 

92.580

87.874

106.717

87.007

19.710

   

waarvan onder andere:

         

   

Zorg en welzijn

 

88.033

86.265

104.083

85.632

18.451

   

Jeugdzorg

 

4.547

1.610

2.634

1.375

1.259

                 

6. Voorkomen oneigenlijk gebruik en aanpak fraude

 

0

748

1.044

4.100

– 3.056

                 
 

Subsidies

 

0

494

444

2.500

– 2.056

                 
 

Opdrachten

 

0

254

600

1.600

– 1.000

                 

Ontvangsten

33.922

20.251

32.300

36.609

4.858

31.751

Bovenstaande informatie is bedoeld voor de Staten-Generaal. Aan dit overzicht kunnen geen rechten worden ontleend.

Als gevolg van afronding kan de som van de delen afwijken van het totaal.

5. Toelichting op de instrumenten

1. Positie cliënt

Subsidies

Patiënten/ en gehandicaptenorganisaties

De uitgaven voor subsidieverstrekking aan patiënten- en gehandicaptenorganisaties zijn circa € 2,5 miljoen lager dan geraamd. Dit komt omdat de raming gebaseerd was op meer organisaties dan aan welke uiteindelijk instellingssubsidies zijn verstrekt, er minder projectsubsidies zijn verstrekt dan aan vouchers beschikbaar waren gesteld en een reservering voor bezwaar en beroep niet hoefde te worden aangesproken.

2. Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt

Subsidies

Publieke Gezondheidszorgopleidingen

De instroom in met name de opleiding tot jeugdarts is lager dan geraamd op basis van het advies van het Capaciteitsorgaan. Met veldpartijen is in 2015 een traject gestart om de instroom te stimuleren.

Opleiding tot verpleegkundig specialist/physician assistant

Ziekenhuizen zijn terughoudend in het beschikbaar stellen van stageplaatsen voor studenten Physician Assistant (PA) en Verpleegkundig Specialist (VS), mede vanwege de onduidelijkheid over de consequenties van de invoering van de integrale bekostiging. Hierdoor wordt het beschikbare budget niet helemaal uitgeput. De laatste jaren is er sprake van een geleidelijke stijging van het aantal vervulde opleidingsplaatsen PA en VS, elk jaar circa 50 plaatsen meer. VWS heeft de NVZ en NFU gevraagd te stimuleren dat ziekenhuizen voldoende stageplaatsen beschikbaar stellen.

Opleiding tot ziekenhuisarts

De subsidie-uitgaven voor de opleiding tot ziekenhuisarts zijn hoger uitgevallen dan oorspronkelijk is geraamd. Er is een traject gestart om de continuïteit van de opleiding te waarborgen tot het moment dat de uitkomsten van de evaluatie bekend zijn en er een beslissing kan worden genomen door VWS of de opleiding wel/geen onderdeel wordt van de beschikbaarheidsbijdrage als reguliere bekostiging van opleidingen. De opleiding tot ziekenhuisarts is niet opgenomen in de begroting 2015, maar is wel aan de Tweede Kamer gemeld (TK 34 000-XVI, nr. 33).

Veilig werken in de zorg

In 2015 is een extra impuls gegeven aan het actieplan Veilig werken in de zorg (€ 1 miljoen). De extra middelen zijn vooral ingezet voor de ondersteuningsregeling Veilig Werken in de Zorg (€ 0,7 miljoen), waardoor ruim zeventig extra instellingen een verbeterslag kunnen maken in hun anti-agressiebeleid. Daarnaast is de sector Maatschappelijk Opvang aangesloten bij de regeling en zijn er extra activiteiten ondernomen zoals regionale bijeenkomsten, een groot landelijk symposium en verbeteracties voor de juridische aanpak van agressie en geweld door zorginstellingen.

Opdrachten

Arbeidsmarktonderzoek

Bij de eerste suppletoire wet is via een technische herschikking € 10,1 miljoen overgeheveld naar arbeidsmarktonderzoek. Van de € 10,1 miljoen heeft € 2 miljoen betrekking op arbeidsmarktonderzoek en het resterende deel is bestemd voor andere opdrachten op het terrein van opleidingen en arbeidsmarkt, zoals gemeld in de tweede suppletoire wet.

Bijdragen aan agentschappen

CIBG: Bijdrage voor onder andere UZI-register, BIG-register, SVB-Z

Zoals gemeld in de tweede suppletoire wet 2015 is de bijdrage aan het CIBG hoger dan oorspronkelijk geraamd door hogere opdrachten voor onder andere UZI optimalisatie (€ 4,9 miljoen).

3. Kwaliteit, transparantie en kennisontwikkeling

Subsidies

Jaar van de transparantie

In het kader van het Jaar van de Transparantie is € 1,8 miljoen aan subsidies uitgegeven aan de Federatie Medisch Specialisten, de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra en de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie.

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

ZonMw: programmering

Conform de begroting heeft ZonMw diverse projecten en onderzoeken op het gebied van gezondheid, preventie en zorg laten uitvoeren. Per saldo zijn de uitgaven € 12,8 miljoen hoger dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat bij eerste suppletoire wet € 12,9 miljoen aan het budget is toegevoegd door onder andere overboekingen vanuit artikel 2 in verband met de uitvoering van het programma Citrienfonds (€ 4,5 miljoen) en vanuit artikel 6 voor de Sportimpuls (€ 6,9 miljoen).

4. Inrichten uitvoeringsactiviteiten

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

CAK

Voor onder andere Schengenverklaringen, eigen bijdrage Jeugd en extra uitvoeringskosten door nieuwe wet- en regelgeving (onder andere Modulair Pakket Thuis (MPT)) is budget overgeboekt vanuit diverse andere artikelen. Het gevolg hiervan is dat het budget fors hoger is uitgevallen.

Daarnaast hebben het CAK, het Zorginstituut Nederland (ZiNL) en het Ministerie van VWS voorbereidingen getroffen om de regelingen die gericht zijn op burgers over te hevelen van het ZiNL naar het CAK. Met name de overheveling van de ICT heeft veel aandacht gekregen.

NZa

Aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) is € 6,2 miljoen extra beschikbaar gesteld voor onder meer de integratie van de publieke taken van DBC-O en verbeteringen op het gebied van ICT, HRM en integriteit.

ZiNL

Aan Zorginstituut Nederland (ZiNL) is € 17 miljoen extra beschikbaar gesteld voor onder meer de uitvoeringskosten van de regelingen bijzondere groepen (verdragsgerechtigden, wanbetalers, onverzekerden, illegalen en andere onverzekerbare vreemdelingen, gemoedsbezwaarden). Aan onderzoek is uiteindelijk circa € 4 miljoen niet uitgegeven.

5. Zorg, Welzijn en jeugdzorg op Caribisch Nederland

Bekostiging

Zorg, Welzijn en Jeugd

De uiteindelijke realisatie in 2015 is circa € 19,7 miljoen hoger uitgevallen dan het oorspronkelijk geraamde bedrag van € 87 miljoen. De uitgaven voor de zorg zijn per saldo € 18,5 miljoen hoger uitgevallen dan geraamd en die voor jeugd € 1 miljoen. Deze verschillen worden voor ruim € 10 miljoen verklaard door een bijstelling van het budget als gevolg van de duurdere dollar in 2015. Het restant van de hogere uitgaven wordt verklaard door een aantal verschillende oorzaken. Een verwachte daling van de kosten van het ziekenhuis op Bonaire is niet volledig gerealiseerd, de geraamde daling van de uitgaven voor medische uitzendingen is minder dan verwacht (aantal is wel gedaald), het opzetten van de psychiatrische en verslavingszorg valt iets duurder uit dan verwacht en op een aantal kleinere posten is de raming ook overschreden. De bijstelling van het budget is overigens reeds verantwoord en opgenomen in de eerste suppletoire wet 2015.

6. Fraude

Subsidies en opdrachten

De bijstelling bij het voorkomen van oneigenlijk gebruik en de aanpak van fraude heeft verschillende oorzaken. In de eerste plaats heeft er in 2015 een technische herverdeling plaatsgevonden tussen de instrumenten. Dit leidde tot een verhoging van het instrument opdrachten respectievelijk een verlaging van het instrument subsidies bij eerste suppletoire wet 2015. Bij de tweede suppletoire wet 2015 is deze herverdeling gedeeltelijk gecorrigeerd. De lagere realisatie bij de opdrachten dan oorspronkelijk begroot hangt grotendeels samen met middelen die voor de uitvoering van het beleid zijn overgeboekt naar andere artikelen en andere begrotingen. Zo hebben er onder andere overboekingen plaatsgevonden naar het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en Veiligheid en Justitie (VenJ) in verband met de intensivering van de strafrechtelijke handhaving. Daarnaast zijn middelen overgeboekt in verband met de inzet ten behoeve van het Expertisecentrum Zorgfraudebestrijding (EZb). Ook zijn de uitgaven voor onder andere het EZb en de ontwikkeling van en communicatie over het programmaplan Rechtmatige Zorg in 2015 lager dan oorspronkelijk begroot en heeft er een intertemporele compensatie plaatsgevonden van 2015 naar 2017. Ten slotte komt een deel van de subsidies met betrekking tot de aanpak van fraude in het gemeentelijk domein pas in 2016 tot besteding.

Ontvangsten

De hogere ontvangsten kennen meerdere oorzaken.

De subsidierelatie met Stichting Beroeps Opleiding Huisartsen (SBOH) is beëindigd, omdat de huisartsenopleidingen per 2013 via de beschikbaarheidsbijdrage worden bekostigd. Als gevolg hiervan is € 3,8 miljoen teruggevorderd.

Ook is door uitval gedurende het jaar het aantal opleidingsplaatsen tot advanced nurse practitioner (ANP) en tot physician assistant (PA) en in de opleiding publieke gezondheidszorg lager. Het teveel aan bevoorschotting van € 6,2 miljoen is teruggevorderd (bij de tweede suppletoire wet is hiervan reeds € 3,4 miljoen gemeld).

De voorschotten aan het CIBG van voorgaande jaren zijn in 2015 afgerekend. Het CIBG heeft € 6,8 miljoen in 2015 terugbetaald aan VWS. Dit is reeds gemeld in de tweede suppletoire wet.

Als gevolg van de overschrijding van de zogenaamde overlooppost is € 13,5 miljoen ontvangen van ZonMw. Deze overlooppost is bedoeld om fluctuaties in de liquiditeitsbehoefte op te vangen als gevolg van vertragingen c.q. versnellingen binnen een programma.

Licence