Base description which applies to whole site

4.4 Artikel 4 Zorgbreed beleid

Het scheppen van randvoorwaarden om het zorgstelsel verder te optimaliseren zodat de kwaliteit, de toegankelijkheid en de betaalbaarheid van de zorg voor de burger gewaarborgd blijft.

De minister bevordert de werking van het stelsel door partijen in staat te stellen hun rol te spelen en door belemmeringen weg te nemen die een goede werking van het stelsel in de weg staan. Daar waar publieke belangen in het geding zijn die niet voldoende door (partijen in) het stelsel behartigd kunnen worden, bevordert de minister dat deze belangen worden behartigd.

De minister is verantwoordelijk voor:

Stimuleren: van een stevige positie van de cliënt in het zorgstelsel en transparantie van zorg, een logische beroepenstructuur die aansluit op de huidige en toekomstige zorg- en ondersteuningsvraag en van beschik­ baarheid van voldoende gekwalificeerd zorgpersoneel (het aantal werkenden minder meer laten groeien, om ook voldoende mensen beschikbaar te hebben voor andere maatschappelijke sectoren en via behoud van de huidige zorgmedewerkers door goed werkgeverschap en zeggenschap), van andere manieren van werkenen voldoende opleidingsplaatsen, van innovaties en (digitale) vaardigheden in de zorg en de ontwikkeling hiervan, alsmede betrouwbaar informatiebeleid en van vertrouwen in datagebruik in de zorg, en van een gezonde leefstijl voor de mensen woonachtig in Caribisch Nederland.

Financieren: de minister draagt bij aan de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg door middel van het financieren van organisaties gemoeid met patiënten, zoals gehandicaptenorganisaties en ZBO’s of agentschappen. Tevens financiert de minister projecten en onderzoeken uitgevoerd door ZonMw, opleidings- en bijscholingsinstrumtenten, de zorg in Caribisch Nederland, en financiert instrumenten voor persoonlijke gezondheidsomgevingen (PGO) om het gebruik te stimuleren.

Regisseren: van wet- en regelgeving die zorgen voor een stevige positie van de patiënt in het zorgstelsel, verlagen van de regeldruk in de zorg, voorkomen van systeemrisico’s bij financiering in de zorg, regisseren van een duurzaam informatiestelsel.

(Ont)regel de zorg

Ook in 2023 was het vergroten van het werkplezier in de zorg door het verminderen van (ervaren) regeldruk een belangrijke beleidsprioriteit. Het onderwerp stond hoog op de politieke agenda.

In 2023 is het programma [Ont]Regel de Zorg uitgevoerd langs de in 2022 aangekondigde vier programmalijnen:

  • 1. Voorkomen nieuwe regeldruk door wet- en regelgeving van VWS. Beleid dat beter werkt in de praktijk;

  • 2. Landelijke maatregelen, zoals het harmoniseren van inkoop- en verantwoordingseisen en de landelijke verwijsafspraken tussen ziekenhuizen en huisartsen;

  • 3. De lokale aanpak. Vermindering van regeldruk binnen zorginstellingen. Bijvoorbeeld door het aanbieden van een e-learning en training tot ontregelaar, en een subsidieregeling voor lokale ontregelprojecten;

  • 4. Een laagdrempelig toegankelijk loket voor signalen, knelpunten en vragen.

Het ministerie van VWS heeft de Kamer in de zomer van 2023 geïnformeerd over de voortgang van het programma63. In deze brief constateerde de minister dat de aanpak van regeldruk niet snel en ver genoeg ging. Daarom is in december 2023 de Kamer geïnformeerd over de intensivering van de aanpak om de regeldruk in de zorg te verlichten aan de hand van vier impulsen64:

  • 1. het effect vergroten van de eigen inspanningen van VWS om de regeldruk van wet- en regelgeving te beperken (beleid dat werkt in de praktijk);

  • 2. het instellen van een gedragen Regiegroep met mandaat en slagkracht voor een paradigmaverschuiving in vertrouwen;

  • 3. de inzet van twee speciaal gezanten;

  • 4. het focussen van aandacht en actie op één sector per jaar. In 2024 staat eerstelijnszorg centraal.

Programma Toekomstbestendige Arbeidsmarkt Zorg en welzijn (TAZ)

In 2023 is ingezet op de uitvoering van het actieprogramma Werken in de Zorg, namelijk het programma Toekomstbestendige Arbeidsmarkt Zorg en welzijn (TAZ). Het programma heeft tot doel om een transitie in gang te zetten naar passende en arbeidsbesparende zorg zodat ook in de toekomst niet meer dan 1 op de 6 werkenden in zorg en welzijn werkzaam hoeft te zijn en zorgverleners met plezier hun werk kunnen blijven doen. Deze ambitie draagt ook bij aan de toegankelijkheid van zorg. Met het programma is het afgelopen jaar ingezet op een zestal hefboomonderwerpen, namelijk:

  • 1. Herstel van de balans tussen vast en flexibel personeel;

  • 2. Regionaal werkgeverschap;

  • 3. Begeleiding van stagiairs en nieuwe medewerkers;

  • 4. Sociale en technologische innovatie;

  • 5. Bekwaam is Inzetbaar en voorwaarden voor leven lang ontwikkelen;

  • 6. Regeldrukvermindering: opgepakt binnen het programma ‘(Ont)regel de zorg’.

Deze prioritaire thema’s zijn samen met werkgevers- en werknemersorganisaties, onderwijspartijen en brancheorganisaties omgezet in gezamenlijke acties.

Ondersteuning zorgmedewerkers met langdurige post-COVID klachten

Een grote groep mensen ondervindt dagelijks de gevolgen van hun langdurige post-COVID klachten. Onder deze groep bevinden zich ook zorgmedewerkers. In 2023 zijn aanvullende ondersteuningsmaatregelen opgezet voor zorgmedewerkers. Met de Subsidieregeling Behoud langdurig zieke zorgwerknemers konden zorgwerkgevers een deel van de kosten gedekt krijgen voor de vrijwillige loondoorbetaling van zes tot twaalf maanden. Hiermee hadden werkgevers en werknemers gezamenlijk langer de tijd om te werken aan re-integratie en herstel. Daarnaast ondersteunt het kabinet een specifieke groep zorgmedewerkers eenmalig met een bedrag van € 15.000. De financiële ondersteuning is bedoeld als gebaar ter erkenning.  

Daarnaast zijn in 2023 maatregelen genomen om in tijden van crisis te voorzien in de behoefte van tijdelijk en snel inzetbare zorgcapaciteit. Het bestand met zorgreservisten is in 2023 gegroeid naar ruim 3500 zorgreservisten. Er wordt gestreefd naar een reserve met 5000 zorgreservisten.

Adviesaanvraag onafhankelijke commissie Wet BIG

Op 14 juni 2023 is de Gezondheidsraad (GR) gevraagd om advies uit te brengen over een toekomstbestendig toetsingskader voor voorbehouden handelingen en nieuwe beroepen in het kader van de Wet BIG. Vooruitlopend op de uitkomsten van het GR advies worden geen nieuwe aanvragen met betrekking tot opname in de Wet BIG, dan wel uitbreiding en/of verschuiving van bevoegdheden in behandeling genomen. Het advies van de GR wordt eind 2024 verwacht65.

Voorlichting voorbehouden handelingen Wet BIG

In het kader van Bekwaam is Inzetbaar is met ingang van oktober 2023 voorlichting op de Rijksoverheidssite geplaatst over de mogelijkheden van de opdrachtregeling op grond van de artikelen 35 en 38 Wet BIG. Uitgangspunt is dat deze voorlichting ervoor zorgt dat de opdrachtregeling met betrekking tot voorbehouden handelingen in de toekomst beter benut gaat worden en bijdraagt aan meer flexibiliteit op de arbeidsmarkt.

Beroepenstructuur van de psychologische beroepen Wet BIG

Op 7 november 2022 is de Kamer geïnformeerd over het voornemen om de beroepenstructuur van de postacademische beroepen in de psychologische zorg in de Wet BIG te vereenvoudigen66 . Doel is om duidelijkheid te creëren bij onder andere patiënten, werkgevers, financierders en verwijzers over de in te zetten zorg en toegepaste methoden zodat de juiste zorg wordt geleverd. In 2023 zijn de voorbereidingen voor de nieuwe beroepenstructuur en het bijbehorend voorstel tot wijziging van de Wet BIG getroffen zodat dit in 2024 ter internetconsulatie kan worden voorgelegd. Het beoogde jaar van inwerkingtreding is 2026.

Buitenlands gediplomeerde zorgverleners

Om te bevorderen dat buitenslands gediplomeerde zorgverleners sneller instromen in de arbeidsmarkt is in 2023 voorbereid dat de Algemene Kennis & Vaardigheden toets (AKV-toets) per 1 januari 2024 afgeschaft en vervangen wordt door taalcertificaten. Deze certificaten tonen aan dat aanvragers de Nederlandse taalvaardigheid en Engelse leesvaardigheid op het juiste niveau beheersen67. De AKV-toets is onderdeel van de BIG-toelatingsprocedure voor buitenslands gediplomeerden. Hiermee wordt vanaf 2024 de procedure versneld, omdat de aanvragers minder toetsen hoeven af te leggen en de toetscapaciteit wordt vergroot.

Duurzaamheid en Gezondheid

De transformatie naar een stelsel van (publieke) zorg en welzijn met minimale impact op klimaat en milieu en voorbereid op klimaatverandering, krijgt steeds meer vorm68. Het ministerie ondersteunt deze transformatie met kennis en onderzoek, door het bevorderen van implementatie en opschaling en door belemmeringen weg te nemen. Met het oog op (besparing van) energieverbruik onderzocht het Expertisecentrum Verduurzaming Zorg (EVZ) de eisen voor een optimaal binnenklimaat en de luchtkwaliteit in de langdurige zorg . Tevens organiseerde het webinars en een roadshow om zorginstellingen op weg te helpen met een portefeuilleroutekaart, om te komen tot duurzaam vastgoed. Het ministerie ondersteunde diverse initiatieven uit de praktijk om bewustwording en handelingsperspectief van professionals te vergroten.

Het gaat onder andere om: het ‘Groene Zorgfestival’, een landelijke congres voor het uitwisselen van kennis en ervaring over verduurzamen van zorg; verbetering van de website www.greendealduurzamezorg.nl als centrale vindplaats voor duurzaamheid in de zorg; een online seminar en educatiemodule over vergroening van de ggz; een implementatietoolkit verduurzaming voor regionale huisartsenorganisaties; het verkrijgen van meer inzicht in de welke (medische) disposables in een ziekenhuis het meest worden gebruikt en de grootste milieu-impact hebben, en waar verbetering kan worden aangebracht in de afvalreductie en voedselverspilling; de ontwikkeling van een ‘Green Team Roadmap’ die Green Teams in de hele zorg ondersteunt met organisatie, aanpak en opschalen van groene initiatieven in de eigen praktijk; het verkrijgen van inzicht in de omvang van geneesmiddelenverspilling in ziekenhuizen, apotheken en zorginstellingen, om te bepalen welke inzet mogelijk is om verspilling tegen te gaan.

Tevens inventariseerde VWS ervaren belemmerende wet- en regelgeving. Het rapport en de reactie daarop is eind december met de Tweede Kamer gedeeld. Inmiddels hebben meer dan 300 partijen de Green Deal ‘Samen werken aan Duurzame Zorg’ (GDDZ 3.0) ondertekend. Dat toont de urgentie en bereidheid in de sector om te werken aan verduurzamen. De Green Deal vormt de ruggengraat en de verbinding van de verduurzamingstransitie in de (publieke) zorg en welzijn en zet voor sector en Rijksoverheid de inhoudelijke lijnen uit. Voor VWS is dit nader ingevuld in het in 2023 gepubliceerde Uitvoeringsprogramma verduurzamen (publieke) zorg en welzijn.

Databeschikbaarheid

Om goede zorg te kunnen verlenen en de beweging te maken van zorg naar gezondheid, is het kunnen uitwisselen en beschikken over de juiste gegevens cruciaal. In 2023 is daarom conform de afspraken uit het coalitieakkoord, het Integraal Zorgakkoord69 en in lijn met de Nationale Visie en Strategie Gezondheidsinformatiestelsel70, die in april 2023 is aangeboden aan de Tweede Kamer, volop ingezet op het voorbereiden en realiseren van databeschikbaarheid ten behoeve van passende zorg.

Zo is de Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (Wegiz) per 1 juli 2023 in werking getreden. Zorgaanbieders worden op grond van de Wegiz wettelijk verplicht om zorggegevens elektronisch uit te wisselen, inclusief het beschikbaar stellen van deze gegevens aan de patiënt71. De eerste gegevensuitwisseling ‘elektronisch voorschrijven door huisartsen’ is vanaf 1 januari 2024 verplicht. De Meerjarenagenda Wegiz, waarop de gegevensuitwisselingen staan die verplicht elektronisch moeten verlopen, is in 2023 geactualiseerd. Per geprioriteerde gegevensuitwisseling wordt er gewerkt aan een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Het zorgveld bereidt zich voor op de gegevensuitwisselingen Basisgegevensset Zorg (BgZ), Beeldbeschikbaarheid, eOverdracht, Medicatiegegevens en Acute Zorg.

Ook zijn in 2023 voorbereidingen getroffen op de verandering van de wet- en regelgeving voor het realiseren van databeschikbaarheid. Zo is in 2023 het wetsvoorstel Wet opvraagbaarheid gegevens bij spoedeisende zorg voorgelegd en zijn de uitvoeringstoetsen opgevraagd.

Voor het ontsluiten van informatie voor de patiënt, cliënt of burger wordt gewerkt aan de persoonlijke gezondheidsomgevingen (PGO's). In 2023 is het gebruik hiervan flink gegroeid van circa 100.000 unieke gebruikers in 2022 naar circa 500.000 unieke gebruikers in 2023. Hierbij zijn concrete afspraken gemaakt rondom een publieke generieke inzage functie met de partners Zorgverzekeraars Nederland (ZN), MedMij en Patiëntenfederatie Nederland. Dit moet leiden tot beter en sneller beschikbaar maken van gezondheidsgegevens voor de burger.

Een belangrijke randvoorwaarde voor het realiseren van databeschikbaarheid is de realisatie van generieke functies voor elektronische gegevensuitwisseling. Eind 2023 heeft VWS voor de generieke functie Toestemming gekozen voor de bestaande oplossing Mitz die sinds het voorjaar 2023 beschikbaar is. In 2023 is daarnaast een publiekscampagne gestart om burgers bewust te maken dat hun toestemming nodig is om zorgverleners gegevens te kunnen laten uitwisselen.

Naast databeschikbaarheid voor goede zorg is het van belang dat data ook beschikbaar is voor hergebruik voor wetenschappelijk onderzoek, kwaliteitsdoeleinden of innovatie en voor toepassingen als AI. In april 2023 is de beleidsvisie inclusief routekaart ten aanzien van het secundair gebruik van gezondheidsgegevens naar de Tweede Kamer gestuurd72. In 2023 is VWS gestart met het treffen van de voorbereidingen voor aanpassingen van wet- en regelgeving en het samen met stakeholders opstellen van een communicatiestrategie. Daarnaast heeft VWS in 2023 een actieve bijdrage geleverd aan de onderhandelingen over de European Health Data Space in de raadswerkgroepen. Het nationale beleid ten aanzien van secundair datagebruik kan namelijk niet los worden gezien van de Europese ontwikkelingen op dit gebied.  

Informatieveiligheid

Verdere digitalisering van de zorg leidt tot een verhoogde noodzaak van informatiebeveiliging. VWS levert een actieve bijdrage aan het doorvertalen van de Rijksbrede ambitie uit de Nederlandse Cybersecuritystrategie (NLCS) naar het zorgveld. In 2023 is ingezet op meer bewustwording over digitale veiligheid via onder andere de doorontwikkeling van het project ‘Informatieveilig gedrag in de zorg’. Om ervoor te zorgen  dat informatieveiligheid in de zorg blijft aansluiten op de technische ontwikkelingen is er ingezet op herziening van de NEN-7510 norm. Daarnaast heeft VWS ingezet op het versterken en uitbreiden van Z-CERT, het landelijk expertisecentrum voor informatieveiligheid binnen de zorgsector. In december 2023 is de Tweede Kamer geïnformeerd73 over de vitaal verklaring van (delen van) de zorgsector. Dit is een eerste stap om uitvoering kunnen te geven aan de Europese Critical Entities Resilience richtlijn (CER)- en vitale aanbieders te kunnen aanwijzen in de zorg. Deze richtlijn en de richtlijn Network- and Information Security (NIS2) vormen de basis voor het verhogen van de fysieke en digitale weerbaarheid. Er is in 2023 ook ingezet op diensten die de digitale weerbaarheid van de zorgsector versterken door te investeren in de doorontwikkeling van een open kwetsbaarheden analysetool (OpenKAT).

Digitale ondersteuning COVID-19

Digitale ondersteuningsmiddelen zijn belangrijk geweest in de crisisaanpak van COVID-19 en hebben ook in de transitiefase hun waarde getoond. De verwachting voor 2023 was dat inzet van digitale middelen nodig zou blijven om het leven met het coronavirus mogelijk te maken. Hierbij zijn beleidsontwikkelingen, maar ook eventuele gevolgen van mogelijke nieuwe varianten en oplevingen van het virus zorgvuldig gemonitord om te bepalen in welke mate de digitale instrumenten doorontwikkeld en/of ingezet moesten worden.

Per 1 juli 2023 is de Europese verordening (EU 2021/953) over de afgifte, verificatie en aanvaarding van de interoperabele COVID-19-vaccinatie-, test- en herstelcertificaten (digitaal EU-COVID-certificaat, hierna: DCC) afgelopen. Hiermee is de wettelijke verplichting vervallen om digitale DCC’s (de ‘internationale QR-code’ in CoronaCheck) uit te geven. Met het vervallen van deze verordening is daarom een vereenvoudiging van de CoronaCheck-app gerealiseerd en is de app vanaf 31 december 2023 niet meer in gebruik. Voor GGD Contact is tevens besloten over te gaan op een (technische) waakvlamconstructie per 1 januari 2024. De Kwetsbaarheden Analyse Tool (OpenKAT) is in 2023 ingezet voor de monitoring van dreigingen en kwetsbaarheden in de systemen en omgevingen die door VWS zelf ontwikkeld zijn. Dit is noodzakelijk zolang deze applicaties binnen beleid gehandhaafd blijven.

Caribisch Nederland

In Caribisch Nederland blijven we werken aan het realiseren van een op termijn aan Europees Nederland gelijkwaardig voorzieningenniveau. Zo is een pilot directe verwijzingen voor de Bovenwindse eilanden uitgevoerd die door betrokken partijen en patiënten als positief ervaren is. Voor Jeugdzorg zijn er bestuurlijke afspraken gemaakt met de Openbare Lichamen onder andere over de verantwoordelijkheidsverdeling tussen ZJCN en de Openbare Lichamen. Tevens is er onderzoek gedaan naar de financiële situatie van zorgaanbieders om een beter beeld te krijgen van wat er speelt zodat betere afspraken gemaakt worden over de financiering. Daarnaast is de pilot maatschappelijke ondersteuning in Caribisch Nederland voorbereid; dit in aanloop naar de AMvB Maatschappelijke Ondersteuning.

Tabel 12 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 4 (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

 

Verplichtingen

1.269.744

3.299.470

2.152.935

1.290.647

1.216.181

1.348.417

‒ 132.236

         
 

Uitgaven

1.120.778

3.051.899

2.154.091

1.312.176

1.410.440

1.505.574

‒ 95.134

         

4.10

Positie cliënt en transparantie van zorg

80.255

68.055

75.897

71.741

57.285

56.354

931

 

Subsidies (regelingen)

41.643

34.071

34.299

36.298

38.587

36.990

1.597

 

Patiënten- en gehandicaptenorganisaties

16.148

16.224

16.369

16.896

18.315

17.000

1.315

 

Transparantie van zorg

25.442

17.847

17.830

18.952

19.622

19.740

‒ 118

 

Overige

53

0

100

450

650

250

400

 

Opdrachten

32.774

27.464

34.472

27.524

9.071

10.202

‒ 1.131

 

Ondersteuning cliëntorganisaties

7.207

2.692

3.998

3.999

3.991

4.000

‒ 9

 

Transparantie van zorg

14.543

989

780

1.104

612

3.356

‒ 2.744

 

Overige

11.024

23.783

29.694

22.421

4.468

2.846

1.622

 

Bijdrage aan agentschappen

5.838

6.520

7.126

7.919

9.627

9.162

465

 

CIBG

5.838

6.520

7.126

7.919

9.627

9.162

465

         

4.20

Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt

436.639

2.438.206

1.457.625

666.439

758.847

929.954

‒ 171.107

 

Subsidies (regelingen)

420.711

2.417.168

1.398.135

645.466

736.236

902.190

‒ 165.954

 

Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt

420.711

2.417.168

1.398.135

645.466

733.223

902.190

‒ 168.967

 

Overige

0

0

0

0

3.013

0

3.013

 

Opdrachten

4.894

7.019

6.732

7.125

6.469

16.316

‒ 9.847

 

Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt

4.894

7.019

6.732

7.125

6.304

16.316

‒ 10.012

 

Overige

0

0

0

0

165

0

165

 

Bijdrage aan agentschappen

10.973

13.969

14.093

13.632

16.038

11.448

4.590

 

CIBG

10.973

13.969

14.093

13.632

16.038

11.448

4.590

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

0

0

38.628

124

0

0

0

 

ZiNL

0

0

37.380

0

0

0

0

 

SVB

0

0

1.248

124

0

0

0

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

61

50

37

92

104

0

104

 

OECD

61

50

37

92

104

0

104

         

4.30

Informatiebeleid

18.425

76.890

104.868

97.033

90.651

85.555

5.096

 

Subsidies (regelingen)

4.378

24.141

32.299

36.631

44.446

36.012

8.434

 

Informatiebeleid

0

15.623

21.358

27.334

33.041

27.504

5.537

 

Maatschappelijke diensttijd

0

0

1.000

‒ 423

0

0

0

 

Overige

4.378

8.518

9.941

9.720

11.405

8.508

2.897

 

Opdrachten

1.824

28.970

38.111

42.802

31.526

28.612

2.914

 

Informatiebeleid

0

26.372

34.792

40.280

25.768

22.309

3.459

 

Overige

1.824

2.598

3.319

2.522

5.758

6.303

‒ 545

 

Bijdrage aan agentschappen

12.223

23.779

34.458

17.600

14.679

20.931

‒ 6.252

 

Informatiebeleid

12.223

23.779

34.458

17.600

14.679

20.931

‒ 6.252

         

4.40

Inrichting zorgstelsel

457.499

256.165

279.300

276.255

305.682

266.968

38.714

 

Subsidies (regelingen)

0

335

735

1.039

400

400

0

 

Programma's zorgstelsel

0

335

735

1.039

400

400

0

 

Opdrachten

1.090

1.373

1.218

872

548

564

‒ 16

 

Programma's zorgstelsel

533

802

661

460

15

0

15

 

Overige

557

571

557

412

533

564

‒ 31

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

256.409

254.457

277.347

274.344

304.734

266.004

38.730

 

CAK

129.689

126.585

129.743

124.075

136.553

122.097

14.456

 

NZa

60.752

61.823

66.131

69.053

76.701

67.100

9.601

 

ZiNL

63.768

64.149

79.873

79.616

89.880

74.182

15.698

 

CSZ

2.200

1.900

1.600

1.600

1.600

1.600

0

 

Overige

0

0

0

0

0

1.025

‒ 1.025

 

Begrotingsreserve

200.000

0

0

0

0

0

0

 

Overige

200.000

0

0

0

0

0

0

         

4.50

Zorg, welzijn en jeugdzorg op Caribisch Nederland

127.960

212.583

236.401

200.708

197.975

166.743

31.232

 

Subsidies (regelingen)

0

3.316

3.182

3.864

4.023

4.641

‒ 618

 

Algemeen

0

3.316

3.182

3.864

4.023

4.641

‒ 618

 

Bekostiging

127.870

203.118

228.364

184.929

184.068

0

184.068

 

Zorg en welzijn

127.870

203.118

228.364

184.929

184.068

0

184.068

 

Opdrachten

0

0

0

0

3.134

158.183

‒ 155.049

 

Zorg

0

0

0

0

344

141.958

‒ 141.614

 

Welzijn

0

0

0

0

2.790

16.225

‒ 13.435

 

Bijdrage aan medeoverheden

90

6.149

4.855

11.915

6.750

3.919

2.831

 

Overige

90

6.149

4.855

11.915

6.750

3.919

2.831

         
 

Ontvangsten

76.293

86.701

41.434

30.656

321.843

11.153

310.690

 

Wanbetalers en onverzekerden

58.492

60.073

0

0

0

0

0

 

Overige

17.801

26.628

41.434

30.656

321.843

11.153

310.690

2. Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt

Subsidies

Opleidingen

De regeling Basis Acute Zorgopleiding (BAZ)

In 2023 is uitvoering gegeven aan het advies van de Taskforce Ondersteuning optimale inzet zorgverleners, met daarin concrete maatregelen voor de korte en (middel)lange termijn om de beschikbaarheid van zorgmedewerkers in crisistijd te vergroten. Er is een regeling opgesteld, waarbij er € 20 miljoen beschikbaar is gesteld. In 2023 hebben 86 instellingen subsidie toegekend gekregen voor in totaal 392 afgeronde Basis Acute Zorg-opleidingsmodules. De realisatie op deze regeling in 2023 is circa € 8 miljoen waardoor circa € 12 miljoen vrij is gevallen bij Slotwet.

Subsidieregeling Stageplaatsen Zorg II

In 2023 is € 122 miljoen uitbetaald in het kader van de Subsidieregeling Stageplaatsen Zorg II (het Stagefonds Zorg) voor stages (circa 59.000) gerealiseerd in het opleidingsjaar 2022-2023.

Investeringsakkoord Opleiden in de Wijkverpleging (IOW)

Vanuit het investeringsakkoord Opleiden in de Wijkverpleging (IOW) – opgenomen als ‘opleidingsakkoord VVT ‘ in het coalitieakkoord - was in 2023 een bedrag van € 20 miljoen beschikbaar voor het geven van een impuls aan het anders en meer opleiden in de wijkverpleging. Deze middelen zijn beschikbaar gesteld via de projectsubsidie SectorplanPlus. Binnen het SectorplanPlus kunnen zorgorganisaties actief in de wijkverpleging een hoger subsidiebedrag toegekend krijgen wanneer ze voldoen aan aanvullende voorwaarden omtrent samenwerking bij opleiden. Het aantal aanvragen onder deze aanvullende voorwaarden was lager dan geraamd, waardoor het gereserveerde bedrag niet volledig is uitgegeven. Bij Slotwet is circa € 14 miljoen vrijgevallen.

Arbeidsmarkt

Kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg

Met de Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg 2020-2023 (KIPZ) worden ziekenhuizen en UMC’s gestimuleerd meer en strategischer te investeren in het opleiden en scholen van personeel. Er was in 2023 € 216 miljoen in de begroting beschikbaar gesteld en met de Overheidsbijdrage in de Arbeidskostenontwikkeling (OVA) is dit bedrag verhoogd tot € 227,5 miljoen.

Programma Toekomstbestendige Arbeidsmarkt Zorg (TAZ)

SectorplanPlus 2017-2022

Zoals reeds vermeld in de 1e suppletoire begroting is in het voorjaar een eerste inschatting van de omvang van de niet gerealiseerde opleidingstrajecten van tijdvak 4 van SectorplanPlus 2017-2022 gemaakt. Daardoor is een bedrag van € 112,5 miljoen vrijgevallen.

Bij de 2e suppletoire begroting is naar aanleiding van nadere controlewerkzaamheden van RegioPlus duidelijk geworden dat de realisatie binnen de subsidie lager uit zal komen dan de inschatting ten tijde van de 1e suppletoire begroting. Daardoor is er circa € 23 miljoen extra vrijgevallen.

SectorplanPlus (SPP)

Ter ondersteuning van het programma TAZ is in 2023 circa € 149 miljoen aan voorschotten uitgekeerd aan RegioPlus voor het project SectorplanPlus. Dit betrof circa € 74 miljoen voor SectorplanPlus 2022-2023 en circa € 75 miljoen voor SectorplanPlus-TAZ 2023-2024.

Subsidieregeling behoud langdurig zieke zorgmedewerkers

Zoals reeds vermeld in de 1e suppletoire begroting zijn de aanvragen voor de subsidieregeling «Behoud langdurig zieke zorgmedewerkers» lager dan verwacht, waardoor € 13 miljoen is vrijgevallen.

Regeling zorgmedewerkers met langdurige post-COVID klachten

Zoals gemeld bij 1e suppletoire is er uit de prijsbijstelling € 25 miljoen toegevoegd aan de begroting en daarmee is in totaal € 35 miljoen beschikbaar gesteld voor deze regeling. De realisatie op de regeling was in 2023 circa € 6 miljoen. De lagere realisatie is een gevolg van lagere aanvragen voor een tegemoetkoming dan oorspronkelijk geraamd.

Overige

Bij de Prinsjesdag suppletoire begroting is ruim € 14 miljoen afgeboekt vanwege onder andere vertraging in de uitgaven van ongeveer € 5 miljoen aan de Nationale Zorgreserve, € 5,8 miljoen aan Zeggenschap, € 1,5 miljoen aan het Programma Duurzaamheid en Gezondheid en € 0,9 miljoen voor aanpak Agressie in de Zorg.

3. Informatiebeleid

Subsidies

Informatiebeleid

Op informatiebeleid is per saldo voor € 5,5 miljoen meer aan subsidies uitgegeven ten opzichte van de vastgestelde begroting. Bij de 1e suppletoire begroting heeft ten behoeve van Nictiz een technische mutatie naar artikel 4 plaatsgevonden; dit in het kader van het reguliere programmaplan en medicatieveiligheid. Daarnaast zijn bij de 1e suppletoire begrotingswet coalitieakkoordmiddelen beschikbaar gesteld voor onder meer European Health Data Space (EHDS) en Eenheid van Taal. Tot slot hebben diverse kleinere mutaties plaatsgevonden.

OverigOm invulling te geven aan het Integraal Zorgakkoord zijn bij de 1e suppletoire begroting middelen beschikbaar gesteld voor het ‘Nationaal platform digitale zorgtransformatie’ en ‘Vliegwiel digitale transformatie in de zorg’. Samen met enkele kleinere mutaties is voor € 2,9 meer aan subsidies verstrekt dan opgenomen in de vastgestelde begroting.

Opdrachten

Informatiebeleid

Op informatiebeleid is voor € 3,5 miljoen meer aan opdrachten uitgegeven. Bij de Suppletoire begroting Prinsjesdag zijn aanvullende middelen beschikbaar gesteld voor onder meer het toegenomen DigiD-gebruik in de zorg. Daarnaast hebben diverse instrumentwijzigingen plaatsgevonden van bijdrage aan agentschappen naar apparaatsuitgaven (artikel 10).

Overige

Voor diverse opdrachten is per saldo € 0,5 miljoen minder uitgegeven. Vooral ten aanzien van de ‘Open House PGO-gebruikersregeling’.

Bijdrage aan agentschappen

Informatiebeleid

De bijdrage aan agentschappen valt per saldo € 6,2 miljoen lager uit dan de vastgestelde begroting. Dit komt onder meer door een technische mutatie naar opdrachten.

4. Inrichting Zorgstelsel

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

CAK

De uitvoeringskosten van het CAK waren in 2023 € 14,5 miljoen hoger dan oorspronkelijk geraamd. De belangrijkste oorzaak is dat € 7,6 miljoen extra is toegekend in het kader van projecten en incidentele kosten zoals uitgaven in het kader van Roadmap in Control, extra uitvoeringskosten in het kader van de kinderopvangtoeslagaffaire en de uitvoeringsstoets passende eigen bijdrage huishoudelijke hulp. Daarnaast waren de uitvoeringskosten Wmo € 6,9 miljoen hoger als gevolg van prijs-en volumeverschillen in de reguliere uitvoering.

Zorginstituut Nederland

De kosten van het Zorginstituut Nederland zijn € 15,7 miljoen hoger dan oorspronkelijk geraamd. De kosten voor de reguliere activiteiten zijn gestegen met € 5,6 miljoen, wat grotendeels komt door hogere lonen en prijzen. Daarnaast zijn de kosten van de bestaande projecten gestegen met € 8,9 miljoen, wat voornamelijk komt door hogere kosten voor het KIK-V Programma (Keteninformatie Kwaliteit Verpleeghuiszorg) en hogere kosten voor Zorgevaluatie en Gepast Gebruik (ZEGG) en Passende Zorg praktijken. Tenslotte is er in 2023 voor € 1,2 miljoen gestart met een aantal nieuwe projecten waarvoor door VWS extra budget beschikbaar is gesteld. Dit betreft onder andere de inrichting en uitvoering ronde tafel overleg van het IZA thema concentratie en spreiding en een verdiepend onderzoek Medisch-Specialistische basiszorg.

5. Zorg, welzijn en jeugdzorg op Caribisch Nederland

Bekostiging

Zorg en Welzijn

Bij de 1e suppletoire begroting heeft een instrumentwijziging van circa € 12 miljoen plaatsgevonden van opdrachten naar bekostiging Covid. Deze middelen waren bedoeld voor de pandemiebestrijding. Van deze middelen is bij de suppletoire begroting Prinsjesdag € 0,3 miljoen overgeheveld naar begrotingsartikel 1 (Volksgezondheid) voor uitvoeringskosten van het RIVM. Daarnaast is circa € 10,4 miljoen niet besteed, waardoor het budget bij de suppletoire begroting Prinsjesdag met € 10 miljoen is verlaagd. Op het instrument bekostiging is ten aanzien van Covid per saldo € 1,3 miljoen meer gerealiseerd dan initieel begroot.

Verder heeft bij de 1e en 2e suppletoire begroting een instrumentwijziging plaatsgevonden van per saldo € 11,4 miljoen van opdrachten welzijn naar bekostiging en € 0,5 miljoen van bekostiging zorg naar bijdrage aan medeoverheden. Deze middelen waren bedoeld voor het vergroten van de (naschools) activiteitenaanbod voor jongeren. Daarnaast is bij de 1e en Prinsjesdag suppletoire begroting circa € 1,9 miljoen beschikbaar gesteld om wisselkoerseffecten en gestegen loonkosten te kunnen opvangen. Tot slot is door tegenvallers op jeugd, welzijn en sport circa € 1,1 miljoen meer gerealiseerd en hebben vanaf het instrument bekostiging voor € 0,6 miljoen diverse kleinere mutaties plaatsgevonden. Op het instrument bekostiging is in het kader van jeugd, welzijn en sport per saldo voor € 13,3 miljoen meer uitgegeven dan initieel begroot.

Zorg

Bij de 1e en 2e suppletoire begroting heeft een instrumentwijziging van per saldo € 124,9 miljoen plaatsgevonden van opdrachten zorg naar bekostiging zorg. Deze middelen waren bedoeld voor de zorguitgaven op de BES-eilanden. Verder is er bij de 1e en Prinsjesdag suppletoire begroting circa € 20,6 miljoen beschikbaar gesteld om wisselkoerseffecten en gestegen loonkosten te kunnen opvangen. Daarnaast is bij de Prinsjesdag en 2e suppletoire begroting per saldo € 13,6 miljoen beschikbaar gesteld voor tegenvallers in de zorguitgaven. Aanvullend is een tegenvaller van circa € 10,4 miljoen gerealiseerd vanwege hogere zorguitgaven in Caribisch Nederland. Op het instrument bekostiging zorg is per saldo voor € 169,5 miljoen meer uitgegeven dan initieel begroot.

Opdrachten

Opdrachten Zorg

Bij de 1e suppletoire begroting heeft een instrumentwijziging van € 12 miljoen plaatsgevonden van opdrachten naar bekostiging en € 0,7 miljoen van opdrachten naar bijdrage aan medeoverheden. Deze middelen waren bedoeld in het kader van de pandemiebestrijding.

Bij de 1e en 2e suppletoire begroting heeft een instrumentwijziging van per saldo € 124,9 miljoen plaatsgevonden van opdrachten naar bekostiging. Deze middelen waren bedoeld voor de zorguitgaven op de BES-eilanden. Daarnaast is € 4,2 miljoen overgeheveld naar begrotingsartikel 1 (Volksgezondheid) ten behoeve van uitvoeringskosten van het RIVM. Daarnaast is bij de 1e suppletoire begroting € 1 miljoen beschikbaar gesteld in het kader van Pandemische Paraatheid op de BES-eilanden. Tot slot is € 0,3 miljoen overgeheveld naar begrotingsartikel 9 (Algemeen) ten behoeve van het European Health Observatory (EHO) en is € 0,5 miljoen ongerealiseerd gebleven. Per saldo is op het instrument Opdracht Zorg € 141,6 miljoen minder uitgegeven dan initieel begroot.

Opdrachten Welzijn

Bij de 1e en 2e suppletoire begroting heeft een instrumentwijziging van per saldo € 11,4 miljoen plaatsgevonden van opdrachten naar bekostiging en € 0,3 miljoen van opdrachten naar bijdrage aan medeoverheden. Deze middelen waren bedoeld voor begeleiding van jongeren, sport en preventie en ouderen zorg. Tot slot is € 0,3 miljoen overgeheveld naar begrotingsartikel 1 (Volksgezondheid) ten behoeve van JOGG en is € 1,4 miljoen ongerealiseerd gebleven. Per saldo is op het instrument Opdrachten Welzijn € 13,4 miljoen minder uitgegeven dan initieel begroot.

Ontvangsten

Op het beleidsartikel «Zorgbreed beleid» zijn circa € 310,7 miljoen meer ontvangsten gerealiseerd dan geraamd, dit komt onder andere door:

Zoals gemeld bij 2e suppletoire begroting zijn de verstrekte subsidievoorschotten van de Subsidieregeling bonus zorgprofessionals COVID-19 (bonusregeling) en van de Subsidieregeling coronabanen in de zorg (COZO 2021) gecontroleerd en vastgesteld. Op grond van de vaststellingen ontstonden er vorderingen, waarvan een groot deel inmiddels tot ontvangsten heeft geleid. In de 2e suppletoire begroting is reeds € 250 miljoen in het kader van de bonusregeling en € 21 miljoen in het kader van de COZO-subsidies aan ontvangsten gemeld. Bij Slotwet is er ruim € 17 miljoen extra ontvangen op deze regelingen.

Naast de bovengenoemde ontvangsten is er circa € 17 miljoen teruggevorderd door verschillende vaststellingen/herzieningen van een aantal projectsubsidies en vaststellingen op de verschillende regelingen voor opleiden vanwege de uit- en doorstroom van studenten. 

Tot slot is per saldo € 5 miljoen terug ontvangen van Nictiz en het CIBG. Dit is terug ontvangen als gevolg van onderbesteding op de instellingsubsidie 2022 van Nictiz alsmede door onderbesteding ten aanzien van de dienstverleningsafspraken 2022 met het CIBG.

63

Kamerstukken II 2022/2023, 29 515, nr. 486

64

Kamerstukken II 2022/2023, 29 515, nr. 491

65

Kamerstukken II 2022/2023, 29282, nr. 522

66

Kamerstukken II 2022/2023, 29282, nr. 487

67

Kamerstukken II 2023/2024, 29 282, nr. 551

68

Kamerstukken II 2023/2024, 32 813, nr. 1341

69

Kamerstukken II 2021/2022, 31765, nr. 655

70

Kamerstukken II 2022/2023, 27529 nr. 292

71

Kamerstukken II 2020/2021, 35824, nr. 1 tot en met 4

72

Kamerstukken II 2022/2023, 27529 nr. 294

73

Kamerstukken II 2022/2023, 27529 nr. 30.821

Licence