De horizontale ontwikkeling geeft de jaar op jaar ontwikkeling van de BKZ-uitgaven en -ontvangsten weer. Tabel 5 geeft de horizontale ontwikkeling weer van de BKZ-uitgaven en -ontvangsten per sector. Hierbij wordt een toelichting gegeven op het verloop van de BKZ-uitgaven en -ontvangsten vanaf 2013 tot en met 2015 volgens de huidige inzichten. Bij de Wet langdurige zorg betreft het voor het jaar 2013 en 2014 de AWBZ-stand en voor het jaar 2015 de Wlz-stand. De ontwikkeling van de sectoren is onderverdeeld naar de oorzaak van de ontwikkeling:
-
• Nominaal (N).
Onder nominaal wordt de loon- en prijsbijstelling verantwoord. De vergoeding voor de loon- en prijsontwikkeling wordt voor alle zorgsectoren in eerste instantie gereserveerd op de deelsectoren nominaal. Ieder jaar wordt de tranche voor het lopende jaar toegedeeld aan de sectoren.
-
• Beleidsmatig (B), zijnde intensiveringen en maatregelen.
Onder de categorie beleidsmatig zijn opgenomen de intensiveringen en maatregelen die het gevolg zijn van politieke prioriteitstelling. De intensiveringen betreffen onder andere de groeiruimte die op basis van (bestuurlijke) akkoorden, politieke prioriteitenstelling of op basis van de raming van de jaarlijkse autonome ontwikkeling van de zorguitgaven (volgend uit de CPB-middellangetermijnraming) beschikbaar is. De uitgavenbeperkende maatregelen zijn veelal ter redressering van eerdere overschrijdingen. Groeiruimte of maatregelen kunnen zich zowel in volume- als in prijseffecten manifesteren, of in een combinatie van beide.
-
• Mee- en tegenvallers (M), waaronder de actualisering van de zorguitgaven op basis van de cijfers van het ZiNL en de NZa.
De mee- en tegenvallers kunnen het gevolg zijn van een volume- en/of een prijseffect. Mee- en tegenvallers blijken uit realisatiecijfers (in dit jaarverslag betreft het de voorlopige realisatiecijfers 2015).
-
• Technisch (T), waaronder budgetneutrale verschuivingen.
De technische mutaties betreffen voornamelijk budgetneutrale verschuivingen tussen onderdelen vanuit de Zvw, Wlz, het begrotingsgefinancierde BKZ en de begroting van VWS.
2013 | N | B | M | T | 2014 | N | B | M | T | 2015 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Zorgverzekeringswet (Zvw) | 39,2 | 0,7 | 0,9 | – 1,2 | – 0,2 | 39,5 | 0,2 | 0,5 | 0,7 | 2,1 | 42,8 |
Eerstelijnszorg | 4,2 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,0 | 4,5 | 0,0 | 0,0 | – 0,1 | 0,3 | 4,7 |
Tweedelijnszorg | 22,5 | 0,4 | 0,3 | – 0,6 | 0,1 | 22,6 | 0,0 | 0,2 | 0,1 | – 0,7 | 22,3 |
Geneeskundige geestelijke gezondheidszorg | 4,1 | 0,1 | 0,1 | – 0,1 | – 0,3 | 3,8 | 0,0 | 0,0 | 0,3 | – 0,5 | 3,6 |
Genees- en hulpmiddelen | 5,8 | 0,1 | 0,3 | – 0,3 | – 0,1 | 5,8 | 0,0 | 0,2 | 0,0 | – 0,1 | 6,0 |
Wijkverpleging | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,1 | 3,1 | 3,2 |
Ziekenvervoer | 0,6 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,6 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,6 |
Beschikbaarheidbijdrage opleidingen Zvw | 1,1 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,2 | 1,2 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 1,2 |
Overige2 | 1,1 | 0,0 | 0,0 | – 0,2 | 0,0 | 0,9 | 0,0 | 0,0 | 0,3 | 0,0 | 1,2 |
Nominaal en onverdeeld | 0,0 | 0,0 | 0,1 | – 0,1 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | – 0,1 | 0,1 | 0,0 | 0,0 |
Wet langdurige zorg (Wlz) | 27,5 | 0,9 | – 0,4 | 0,3 | – 0,4 | 27,8 | – 0,1 | – 0,1 | 0,8 | – 8,5 | 19,9 |
Binnen contracteerruimte | |||||||||||
Ouderenzorg | 8,4 | 0,3 | – 0,1 | – 0,2 | 0,1 | 8,6 | 0,0 | 0,0 | – 0,1 | 0,1 | 8,6 |
Gehandicaptenzorg | 5,3 | 0,2 | 0,0 | – 0,1 | 0,1 | 5,5 | 0,0 | – 0,1 | 0,1 | 0,5 | 5,9 |
Langdurige ggz | 1,6 | 0,1 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 1,6 | 0,0 | 0,0 | 0,1 | – 1,1 | 0,6 |
Extramurale zorg | 4,3 | 0,2 | 0,0 | 0,1 | 0,0 | 4,5 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | – 3,8 | 0,8 |
Volledig pakket thuis | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,2 | 0,2 | 0,4 |
Overig binnen contracteerruimte | 1,2 | 0,0 | 0,0 | 0,1 | 0,0 | 1,3 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | – 1,2 | 0,0 |
Persoonsgebonden budgetten | 2,4 | 0,0 | – 0,3 | 0,4 | – 0,1 | 2,4 | 0,0 | – 0,1 | 0,5 | – 1,6 | 1,2 |
Buiten contracteerruimte | |||||||||||
Kapitaallasten (nacalculatie) | 2,4 | 0,0 | 0,0 | – 0,1 | – 0,2 | 2,1 | 0,0 | 0,0 | – 0,1 | – 0,7 | 1,4 |
Beheerskosten | 0,2 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,2 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,2 |
Overig buiten contracteerruimte3 | 1,5 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 1,5 | 0,0 | 0,1 | 0,1 | – 1,1 | 0,6 |
Nominaal en onverdeeld | 0,3 | 0,1 | – 0,1 | 0,1 | – 0,3 | 0,1 | – 0,1 | 0,1 | – 0,1 | 0,2 | 0,2 |
Begrotingsgefinancierde BKZ-uitgaven | 2,2 | 0,1 | 0,1 | 0,0 | 0,0 | 2,3 | 0,0 | 0,3 | – 0,4 | 5,3 | 7,5 |
Wmo 2015 en Jeugdwet (Gemeentefonds) | 1,6 | 0,0 | 0,2 | 0,0 | 0,0 | 1,7 | 0,0 | 0,4 | – 0,4 | 5,3 | 7,0 |
Overig begrotingsgefinancierd4 | 0,6 | 0,1 | – 0,1 | 0,0 | 0,0 | 0,6 | 0,0 | – 0,1 | 0,0 | 0,0 | 0,5 |
Bruto-BKZ-uitgaven jaarverslag 2015 | 68,8 | 1,8 | 0,6 | – 1,0 | – 0,6 | 69,6 | 0,0 | 0,7 | 1,1 | – 1,1 | 70,2 |
BKZ-ontvangsten jaarverslag 2015 | 4,6 | 0,0 | 0,1 | 0,4 | 0,0 | 5,1 | 0,0 | 0,1 | 0,3 | – 0,4 | 5,1 |
Netto-BKZ-uitgaven jaarverslag 2015 | 64,3 | 1,8 | 0,4 | – 1,4 | – 0,6 | 64,5 | 0,0 | 0,6 | 0,8 | – 0,7 | 65,1 |
Bron: VWS, gegevens Zorginstituut Nederland over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en voorlopige realisatiegegevens.
Bij de Zvw zijn onder de post «overige» opgenomen de deelsectoren grensoverschrijdende zorg en multidisciplinaire zorgverlening.
Bij de Wlz zijn onder de post «overige buiten contracteerruimte» opgenomen de deelsectoren: bovenbudgettaire vergoedingen, tandheelkunde Wlz, instellingen voor medisch-specialistische zorg Wlz, overig curatieve zorg Wlz, ADL, extramurale behandeling, zorginfrastructuur, eerstelijnverblijf, orthocommunicatieve behandeling, innovatie en beschikbaarheidbijdrage opleidingen Wlz.
Zorgverzekeringswet (Zvw)
Nominaal
De nominale ontwikkeling bij de Zvw in 2014 (€ 0,7 miljard) en in 2015 (€ 0,2 miljard) betreft de jaarlijkse aanpassing van de zorguitgaven aan de loon- en prijsontwikkeling op basis van de ramingen van het CPB. De loon- en prijsbijstelling in 2015 is lager dan die in 2014. Dit komt doordat de indexen voor lonen en prijzen in 2015 lager waren dan in 2014. De vergoeding voor loon- en prijsontwikkeling 2014 en 2015 is toebedeeld aan de sectoren.
Beleidsmatig
Bij de Zvw is voor 2014 een beleidsmatige groei te zien van € 0,9 miljard en voor 2015 een groei van € 0,5 miljard. In de akkoorden die in juli 2013 overeen zijn gekomen met instellingen voor medisch-specialistische zorg, vrijgevestigd medisch specialisten, geneeskundige ggz- en eerstelijnszorgaanbieders (huisartsen, zorggroepen) is afgesproken dat de uitgaven in deze sectoren in 2014 met 1,5% en in 2015 met 1% mogen stijgen. Daarnaast is in de sector huisartsen in 2015 (1,5%) extra ruimte beschikbaar ten behoeve van gewenste substitutie, vernieuwing en het belonen van uitkomsten. Verder neemt de groei van de uitgaven voor geneesmiddelen af als gevolg van lagere volumegroei, een daling van de prijzen en succesvol gevoerd preferentiebeleid.
Hierdoor stijgen de Zvw-uitgaven in 2015 minder snel dan in voorgaande jaren.
Mee- en tegenvallers
De daling van de Zvw-uitgaven in 2014 van € 1,2 miljard heeft voornamelijk betrekking op tweedelijnszorg (– € 0,6 miljard), de genees- en hulpmiddelen (– € 0,3 miljard) en de grensoverschrijdende zorg (– € 0,2 miljard). De daling in 2014 bij de tweedelijnszorg van – € 0,6 miljard is het gevolg van incidenteel hogere uitgaven in 2013. De incidentele daling bij de grensoverschrijdende zorg in 2014 wordt veroorzaakt door een grote verrekening van meerdere voorgaande jaren en door het grillige karakter van de uitgaven (declaraties worden onregelmatig ontvangen).
De stijging van de Zvw-uitgaven in 2015 van € 0,7 miljard heeft voornamelijk betrekking op de ggz (€ 0,3 miljard) en de grensoverschrijdende zorg (€ 0,3 miljard). Deze stijgingen ten opzichte van 2014 zijn bij zowel de ggz als bij de grensoverschrijdende zorg het gevolg van (incidenteel) lagere uitgaven in 2014. Bij de ggz wordt verwacht dat de verlaging zich ook in 2015 zal voortzetten, echter door de onzekerheid in de cijfers en het handhaven van de financiële afspraken uit het ggz akkoord worden de lagere uitgaven in 2014 nog niet doorgetrokken naar 2015.
Technisch
De technische mutatie in 2014 bij de Zvw van in totaal – € 0,2 miljard betreft voornamelijk een technische correctie op de uitgaven voor de jeugd-ggz als gevolg van de overheveling van de jeugd-ggz naar gemeenten per 1 januari 2015. Doordat alle openstaande DBC’s in de jeugd-ggz per 31 december 2014 zijn afgesloten, is de schadelast van de jeugd-ggz die betrekking heeft op 2014 afgenomen.
De technische mutatie in 2015 van € 2,1 miljard heeft voornamelijk betrekking op de overheveling vanuit de AWBZ van de wijkverpleging (circa € 3 miljard) en de zintuiglijk gehandicapten (circa € 0,2 miljard). Verder zijn er bij de geneeskundige ggz technische bijstellingen als gevolg van de overheveling van de jeugd-ggz naar gemeenten (circa – € 0,6 miljard), een overheveling van een deel van de langdurige ggz naar de geneeskundige ggz (circa € 0,1 miljard) en de technische correctie als gevolg van de verkorting van de DBC-doorlooptijd bij de medisch-specialistische zorg (circa – € 0,7 miljard).
Wet langdurige zorg (Wlz)
Nominaal
De nominale ontwikkeling in 2014 (€ 0,9 miljard) en in 2015 (– € 0,1 miljard) betreft de jaarlijkse aanpassing van de zorguitgaven aan de loon- en prijsontwikkeling op basis van de ramingen van het CPB. De vergoeding voor loon- en prijsontwikkeling 2014 en 2015 is toebedeeld aan de sectoren. De loon- en prijsbijstelling in 2015 is lager dan die in 2014. Dit komt doordat de indexen voor lonen en prijzen in 2015 lager waren dan in 2014 en door de grondslagversmalling als gevolg van de invoering van de Wet langdurige zorg en de bijbehorende overhevelingen naar andere domeinen.
Beleidsmatig
De beleidsmatige daling van de AWBZ in 2014 van € 0,4 miljard is het gevolg van de daling van de pgb-uitgaven met € 0,3 miljard als gevolg van eerder genomen maatregelen en een daling van de uitgaven aan ouderenzorg met € 0,1 miljard als gevolg van het extramuraliseren van lichte ZZP’s.
Op 1 januari 2015 is de Wet langdurige zorg van kracht geworden. In 2015 is sprake van een geringe beleidsmatige daling van de uitgaven.
Mee- en tegenvallers
De stijging van € 0,3 miljard van de AWBZ-uitgaven op grond van mee- en tegenvallers in 2014 wordt grotendeels veroorzaakt door een volumetoename bij de persoonsgebonden budgetten.
De stijging van de Wlz-uitgaven in 2015 van € 0,8 miljard betreft in hoofdzaak de ingezette groeimiddelen 2015 voor de Wlz. Deze zijn verdeeld over de contracteerruimte en het pgb-kader. Vanwege de volumetoename bij de persoonsgebonden budgetten zijn hiervoor in 2015 extra middelen vrijgemaakt.
Technisch
De technische mutatie in 2014 bij de AWBZ van in totaal – € 0,4 miljard betreft voornamelijk kapitaallasten en financieringsmutaties.
De technische mutatie bij de Wlz in 2015 van – € 8,5 miljard heeft voornamelijk betrekking op de overheveling vanuit de Wlz naar de Zvw, Wmo 2015 en Jeugdwet.
Begrotingsgefinancierde BKZ-uitgaven
Technisch
De technische mutatie bij de begrotingsgefinancierde uitgaven in 2015 van € 5,3 miljard heeft voornamelijk betrekking op de overheveling vanuit de AWBZ naar de Wmo 2015 en de Jeugdwet.
In tabel 5A zijn de groeipercentages van de BKZ-uitgaven per financieringsbron weergegeven.
2013 | Groei2 | Overhevelingen | Groei gecorr. voor overh. | 2014 | Groei2 | Overhevelingen | Groei gecorr. voor overh. | 2015 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
(bedrag) | (%) | (%) | (%) | (bedrag) | (%) | (%) | (%) | (bedrag) | |
Zorgverzekeringswet | 39,2 | 0,6 | – 0,4 | 1,0 | 39,5 | 8,6 | 5,3 | 3,3 | 42,8 |
Wet langdurige zorg | 27,5 | 1,3 | – 1,5 | 2,8 | 27,8 | – 28,4 | – 30,6 | 2,2 | 19,9 |
Begrotingsgefinancierde BKZ-uitgaven | 2,2 | 8,2 | 0,0 | 8,2 | 2,3 | 225,9 | 231,3 | – 5,4 | 7,5 |
Bruto-BKZ-uitgaven jaarverslag 2015 | 68,8 | 1,1 | – 0,9 | 2,0 | 69,6 | 1,0 | – 1,6 | 2,6 | 70,2 |
Netto-BKZ-uitgaven jaarverslag 2015 | 64,3 | 0,4 | – 0,9 | 1,3 | 64,5 | 1,1 | – 1,1 | 2,2 | 65,1 |
Toelichting:
2013–2014
In 2014 is bij de Zvw en AWBZ sprake van beperkte groeipercentages. Het groeipercentage bij de begrotingsgefinancierde-BKZ-uitgaven in 2014 is voornamelijk het gevolg van enkele beleidsmatige mutaties.
2014–2015
Het groeipercentage bij de Zvw in 2015 van circa 9% heeft voor circa 5% betrekking op de overhevelingen vanuit de AWBZ naar de Zvw (onder andere de wijkverpleging en langdurige ggz).
In 2015 is bij de Wet langdurige zorg een negatief groeipercentage te zien van circa 28%. Dit betreft voor circa 31% de overhevelingen vanuit de AWBZ naar de Zvw, Wmo 2015 en de Jeugdwet. Het groeipercentage gecorrigeerd voor overhevelingen van circa 2% betreft voornamelijk de volumegroei bij de persoonsgebonden budgetten.
Het groeipercentage bij de begrotingsgefinancierde-BKZ-uitgaven in 2015 betreft voornamelijk de overhevelingen vanuit de AWBZ naar de Wmo 2015 en Jeugdwet. Het negatieve groeipercentage gecorrigeerd voor overhevelingen bij de begrotingsgefinancierde-BKZ-uitgaven van circa 5% is voornamelijk het gevolg van de korting op het budget voor huishoudelijke hulp.