Omschrijving van de samenhang met het beleid
Op dit artikel worden de producten op het gebied van Spoorwegen verantwoord. Het productartikel Spoorwegen is gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in het jaarverslag Hoofdstuk XII over 2016 bij beleidsartikel 16 Spoor.
13. Spoorwegen | Realisatie | Begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2016 | 2016 | ||
Verplichtingen | 2.050.436 | 2.727.691 | 1.635.883 | 2.727.356 | 1.842.244 | 2.244.286 | – 402.042 | 1) |
Uitgaven | 2.185.220 | 2.384.292 | 2.241.221 | 1.999.985 | 2.074.004 | 2.447.262 | – 373.258 | |
13.02 Beheer, onderhoud en vervanging | 1.463.595 | 1.346.811 | 1.304.521 | 1.225.522 | 1.214.109 | 1.291.436 | – 77.327 | 2) |
13.03 Aanleg | 540.608 | 886.190 | 784.844 | 625.037 | 708.115 | 963.385 | – 255.270 | |
13.03.01 Realisatieprogramma personenvervoer | 527.978 | 801.687 | 710.202 | 540.437 | 540.172 | 671.883 | – 131.711 | 3) |
13.03.02 Realisatieprogramma goederenvervoer | 12.630 | 64.829 | 51.621 | 57.291 | 21.073 | 52.643 | – 31.570 | 4) |
13.03.04 Verk. en planuitw. personenvervoer | 0 | 18.360 | 17.307 | 22.441 | 29.841 | 115.134 | – 85.293 | 5) |
13.03.05 Verk. en planuitw. goederenvervoer | 0 | 1.314 | 5.714 | 4.868 | 117.029 | 123.725 | – 6.696 | 6) |
13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS | 129.943 | 134.675 | 135.279 | 132.285 | 134.760 | 157.384 | – 22.624 | 7) |
13.07 Rente en aflossing | 0 | 16.616 | 16.577 | 17.141 | 17.020 | 17.020 | 0 | |
13.08 Investeringsruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 18.037 | – 18.037 | 8) |
13.09 Ontvangsten | 72.526 | 202.042 | 117.966 | 240.852 | 348.132 | 299.796 | 48.336 | 9) |
Garanties
Financiële toelichting
Op artikel 13 Spoorwegen zijn garanties verstrekt aan het Ministerie van Financiën en aan banken ten behoeve van de leningen en kredieten die aan ProRail zijn verstrekt. Ultimo 2016 bedroegen de uitstaande garanties respectievelijk € 331 miljoen en € 72,6 miljoen.
-
Ad 1) Binnen artikel 13 Spoorwegen zijn veel mutaties die van invloed zijn op de uiteindelijke verplichtingenrealisatie op artikel 13 Spoorwegen. Deze mutaties worden veroorzaakt door saldo mutaties vanuit 2015, desalderingen in 2016, door bijstellingen als gevolg van (aanbestedings)meevallers en stortingen in Provinciefonds, Gemeentefonds en het BTW-compensatiefonds. Daarnaast zijn er verschuivingen als gevolg van herziene projectplanningen.
De realisatie op de verplichtingen is per saldo € 402 miljoen lager dan begroot. De grootste verschuivingen betreffen de projecten Zwolle-Herfte (– € 157 miljoen), waarvan de uitwerking meer tijd kostte dan aangenomen waardoor de subsidiebeschikking is vertraagd naar begin 2017, en PHS (– € 155 miljoen) als gevolg van een langere planuitwerking voor de PHS-deelprojecten waardoor in 2016 minder subsidiebeschikkingen zijn afgegeven dan gepland. Binnen het project OV SAAL hebben diverse overboekingen plaatsgevonden naar zowel Provinciefonds, Gemeentefonds als het BTW-compensatiefonds en zijn tevens diverse aanbestedingsmeevallers gerealiseerd (– € 112 miljoen). Tot slot zijn diverse discrepanties opgetreden van per saldo € 22 miljoen.
-
Ad 2) De realisatie voor beheer, onderhoud en vervanging is € 77 miljoen lager dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door het doorschuiven van vervangingsinvesteringen. Voor verdere details wordt verwezen naar de toelichting bij artikelonderdeel 13.02.
-
Ad 3) en 4) De realisatie op de realisatieprogramma’s personenvervoer en goederenvervoer is € 163 miljoen lager dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat werkzaamheden zijn verschoven naar latere jaren. De specifieke redenen verschillen per project. Voor een toelichting op deze verschillen (per project) wordt verwezen naar de specifieke toelichtingen bij deze artikelonderdelen.
-
Ad 5) De realisatie op planuitwerkingsprogramma personenvervoer was in 2016 € 85 miljoen lager dan begroot. Voor 2016 was rekening gehouden met de toezegging voor het project Hengelo-Bielefeld. Pas in 2017 wordt duidelijk of aan de door IenM gestelde voorwaarden wordt voldaan (– € 9 miljoen). Op het programma Beter Benutten worden gereserveerdere middelen aan de medeoverheden beschikbaar gesteld op basis van getekende plannen van aanpak. In 2016 zijn minder plannen van aanpak getekend dan verwacht (– € 19 miljoen). Voorts zijn voor het programma LVO (– € 9 miljoen) zijn minder subsidieaanvragen ingediend dan verwacht. Daarnaast was de realisatie op het programma OV SAAL lager dan begroot vanwege onder meer overboekingen naar het Provinciefonds, Gemeentefonds en het BTW-compensatiefonds (– € 21 miljoen). Voorts zijn naar aanleiding van de uitgevoerde Herijking diverse lopende PHS planstudies vertraagd (– € 16 miljoen). Tot slot zijn diverse discrepanties opgetreden van per saldo – € 11 miljoen.
-
Ad 6) De lagere uitgaven 2016 worden verklaard door lagere uitgaven op de planstudie externe veiligheid Drechtsteden (– € 2 miljoen), minder benodigd budget in 2016 voor kleine spoorgerelateerde uitgaven (– € 1 miljoen) en het verschuiven van een betaling aan NS van 2016 naar 2017 voor de ombouw van ICE3 materieel.
-
Ad 7) De realisatie voor geïntegreerde contractvormen is € 23 miljoen lager dan begroot. Dit wordt met name veroorzaakt door de lage rentestand. Voor verdere details wordt verwezen naar het betreffende artikelonderdeel.
-
Ad 8) Per saldo is in 2016 € 5 miljoen vanuit de investeringsruimte aan diverse projecten en programma’s toegevoegd. Bij de Tweede suppletoire begroting 2016 werd geen nieuwe dekking vanuit de investeringsruimte voorzien en is de resterende € 13 miljoen via het voordelig saldo 2016 afgeboekt.
-
Ad 9) De ontvangsten waren € 48 miljoen hoger dan begroot. Dit komt voornamelijk doordat terug ontvangen voorschotten met ingang van het boekjaar 2016 bruto worden geboekt (€ 65 miljoen). Daarnaast zijn de bijdragen van Noord-Brabant en Vught ten behoeve van het PHS-project (€ 127 miljoen) doorgeschoven naar het jaar 2018. Voorts heeft de subsidievaststelling ProRail 2015 voor kapitaallasten en onderhoud geleid tot extra ontvangsten (€ 114 miljoen). Zie artikelonderdeel 13.09 voor een nadere toelichting.
13.02 Beheer, onderhoud en vervanging
Motivering
Op grond van richtlijn nr. 91/440/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschap van 29 juli 1991 wordt de taakorganisatie ProRail via de beheerconcessie belast met het beheer en onderhoud van de landelijke spoorweginfrastructuur.
De subsidie aan ProRail wordt jaarlijks vastgesteld met een beschikking overeenkomstig het bepaalde in de Wet en Besluit Infrastructuurfonds. De subsidie wordt door ProRail aangewend voor het in goede gebruikstoestand houden van de landelijke spoorweginfrastructuur. Per 1 januari 2008 wordt ProRail aangestuurd op output. Dat betekent dat de Minister van IenM afspraken maakt met ProRail over de te realiseren prestaties op basis van een resultaatsverplichting. Met ingang van de Beheerconcessie 2015–2025 worden voor de kernprestatie indicatoren (KPI’s) bodemwaarden afgesproken. Die prestaties worden jaarlijks opgenomen in het beheerplan van ProRail. De Minister van IenM moet instemmen met de prestaties waarvoor bodemwaarden gelden. Het beheerplan wordt aan de Tweede Kamer toegezonden.
De in de bijlage Instandhouding bij de ontwerpbegroting 2017 van het Infrastructuurfonds (Kamerstukken II, 2016–2017, 34 550 A, nr. 2) geschetste aanpak voor het in stand houden van de infrastructuur leidt er toe dat de planning van onderhoudswerkzaamheden flexibel van aard is. Met het uitstellen en vervroegen van onderhoud wordt beoogd efficiënter en met minder hinder te werken.
In de brief van 16 juni 2016 is aangegeven dat met de spoorsector een proces is gestart om de werkzaamheden aan het spoor op een andere wijze te gaan plannen en organiseren, teneinde te optimaliseren in de driehoek van (1) de hinder voor de gebruikers van het spoor, (2) de onderhouds- en vervangingsbehoefte om de kwaliteit van het spoorwegnetwerk op de lange termijn te waarborgen en (3) de beschikbare financiële middelen. In dat kader wordt ook gekeken op welke wijze zinvol binnen de toegepaste onderhoudsfilosofie gerapporteerd kan worden over het eventuele volume aan uitgesteld en achterstallig onderhoud. De stand van zaken ten aanzien van het beheer, onderhoud en de vervangingen is aan de Kamer gemeld in de brief van 19 december 2016.
Verleende subsidie aan ProRail
Producten
In 2016 is € 1.214 miljoen (inclusief BTW) aan subsidie aan ProRail betaald. Dit is € 77 miljoen minder dan oorspronkelijk was begroot. Hieronder wordt inzicht gegeven in de belangrijkste afwijkingen:
Verleende subsidie aan ProRail | Begrote subsidie (prijspeil 2013) | Indexatie naar prijspeil 2014–2016 | Correcties BOV-audit PwC | Taakstelling verwerken op aanleg | Panden Utrecht in eigendom verkregen | Insourcing en overige beheerplanmutaties | Effect onderbesteding 2015 | Verleende subsidie (prijspeil 2016) | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Subsidie-verlening 2016 | Subsidie-vaststelling 2015 | ||||||||
Uitbesteed werk beheer en onderhoud | 656 | 12 | – 9 | – 8 | 651 | ||||
Gebruiksvergoeding vervoerders | – 335 | – 6 | 2 | – 339 | |||||
Saldo beheer en onderhoud | 321 | 6 | – 9 | 0 | 0 | – 6 | 0 | 0 | 312 |
Compensatie BTW | 142 | 3 | – 2 | – 2 | 141 | ||||
Subsidie beheer en onderhoud | 463 | 9 | – 11 | 0 | 0 | – 8 | 0 | 0 | 453 |
Vervangingsinvesteringen | 428 | 8 | – 14 | 109 | – 9 | – 157 | – 27 | 338 | |
Compensatie BTW | 90 | 2 | – 3 | 23 | – 2 | – 33 | – 6 | 71 | |
Subsidie vervanging | 518 | 10 | – 17 | 0 | 132 | – 11 | – 190 | – 33 | 409 |
Apparaatskosten | 372 | 7 | 2 | – 6 | 16 | 391 | |||
Doorbelast aan projecten | – 116 | 16 | – 100 | ||||||
Saldo apparaatskosten | 256 | 7 | 2 | 16 | – 6 | 16 | 0 | 0 | 291 |
Compensatie BTW | 54 | 2 | 3 | – 1 | 3 | 61 | |||
Subsidie apparaat | 310 | 9 | 2 | 19 | – 7 | 19 | 0 | 0 | 352 |
Totaal | 1.291 | 28 | – 26 | 19 | 125 | 0 | – 190 | – 33 | 1.214 |
Toelichting nummer: | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 6 |
Bron: jaarrapportage ProRail 2016
Toelichting:
-
Ad 1) De bedragen in de Ontwerpbegroting 2016 waren nog op prijspeil 2013. De prijscompensaties 2014 en 2015 waren gereserveerd in de investeringsruimte spoor, in afwachting van de uitkomsten van de audit door PwC op de reeksen van ProRail.
-
Ad 2) Uit de audit door PwC (Kamerstukken II, 2015–2016, 29 984, nr. 621) is gebleken dat een aantal mutaties op de reeksen van ProRail moesten plaatsvinden.
-
Ad 3) De volledige apparaatstaakstelling voor ProRail is verwerkt op BOV. Een deel hiervan wordt ingevuld op aanleg.
-
Ad 4) In 2016 liepen de huurovereenkomsten (tussen ProRail en het Spoorwegpensioenfonds) voor de panden in Utrecht af en heeft ProRail deze panden in eigendom verkregen. Hiervoor is eenmalig € 132 miljoen (inclusief BTW) betaald. Dit leidt bij ProRail tot structureel lagere apparaatskosten en daarmee ook tot een lagere subsidie van IenM, circa € 150 miljoen in de periode tot en met 2030.
-
Ad 5) De overige beheerplanmutaties 2016 zijn per saldo nihil. Het betreft met name verschuivingen tussen uitbesteed werk en apparaat (insourcing Keyrail, Nedtrail/NCBG) en verschuivingen tussen vervanging en grootschalig onderhoud.
-
Ad 6) Als gevolg van de onderbesteding in 2015 (met name het doorschuiven van vervangingsinvesteringen) heeft ProRail de subsidieaanvraag voor 2016 naar beneden bijgesteld. Zie ook de Kamerbrieven van 26 november 2015 en van 16 juni 2016 (Kamerstukken II, 2015–2016, 29 984, nr. 637 en nr. 669). Op basis van de subsidieaanvraag 2016 bedroeg dit € 190 miljoen (inclusief BTW). Op basis van de verantwoording en subsidievaststelling 2015 is bij de wijzigingsbeschikking 2016 € 33 miljoen minder beschikt aan ProRail.
Besteding door ProRail
ProRail heeft in 2016 € 27 miljoen (exclusief BTW) meer besteed dan aan subsidie voor 2016 is verleend. Hiervan heeft € 23 miljoen betrekking op naar voren gehaalde vervangingsinvesteringen (tijdmutatie) en € 4 miljoen op mee- en tegenvallers zoals vertraging invoering PGO (€ 19 miljoen +), niet geplande ICT projecten (€ 5 miljoen +), hogere advies- en automatiseringskosten (€ 9 miljoen +), vrijval voorzieningen (€ 12 miljoen –), hogere gebruiksvergoeding (€ 9 miljoen –), hogere overige opbrengsten (€ 6 miljoen –) en overige meevallers (€ 2 miljoen –). Voor nadere informatie over de bestedingen van ProRail in 2016 wordt verwezen naar de spoorbijlage bij dit jaarverslag (bijlage 1).
Bedragen x € mln | BOV, 13.02 | Rente, 13.07 | Totaal |
---|---|---|---|
Betaalde subsidie 2016, inclusief BTW | 1.214 | 17 | 1.231 |
BTW subsidie | 198 | 3 | 201 |
BTW gebruiksvergoeding | 75 | 0 | 75 |
BTW totaal | 273 | 3 | 276 |
Verleende subsidie 2016, excl. BTW | 941 | 14 | 955 |
Overlopende subsidie uit 2015 | 54 | 0 | 54 |
Overlopende subsidie naar 2017 | – 37 | 0 | – 37 |
Mutatie overlopende subsidie 2016, excl. BTW | 17 | 0 | 17 |
Totaal beschikbaar voor ProRail in 2016, excl. BTW | 958 | 14 | 972 |
Besteding ProRail in 2016, excl. BTW | 986 | 13 | 999 |
Overbesteding ProRail in 2016, excl. BTW | 28 | – 1 | 27 |
Bron: jaarrapportage ProRail 2016
13.03 Aanleg spoor
Motivering
IenM is verantwoordelijk voor de uitbreiding van de hoofdspoorweginfrastructuur. Deze wordt in belangrijke mate gefinancierd met middelen uit de Rijksbegroting. Op dit artikelonderdeel worden alle uitgaven verantwoord die noodzakelijk zijn voor:
-
• uitvoering van nieuwbouwprojecten spoor
-
• voorbereiding van de uitvoering van deze projecten
-
• door ProRail uit te voeren planuitwerkingen en verkenningen
-
• door IenM uit te voeren planuitwerkingen en verkenningen.
13.03.01 Realisatieprogramma personenvervoer spoor
Producten
Kasbudget 2016 | Projectbudget | Indienststelling | Toelichting | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Begroting | Realisatie | Verschil | Begroting | Huidig | Begroting | Huidig | ||
Projectomschrijving | 2016 | 2016 | 2016 | |||||
Projecten nationaal | ||||||||
Benutten, betrouwbaarheid en capaciteit | ||||||||
ERTMS-pilot Amsterdam–Utrecht en expertisecentrum | 1 | 0 | – 1 | 9 | 9 | 2012–2015 | 2012–2015 | |
Geluidsanering Spoorwegen | 12 | 6 | – 6 | 628 | 629 | divers | divers | 1) |
Uitvoeringsprogramma geluid emplacementen (UPGE) | 8 | 0 | – 8 | 29 | 29 | divers | divers | 2) |
Be- en bijsturing toekomst | 5 | 5 | 15 | 2019 | 3) | |||
Verbeteraanpak trein | 10 | 10 | 54 | 2019 | 4) | |||
Verbeteraanpak stations | 2 | 2 | 13 | 2019 | 5) | |||
Opstellen Reizigerstreinen Korte termijn | 0 | 0 | 45 | 2020 | 6) | |||
Vervolgfase Beter en Meer / Opstelcapaciteit | 0 | 0 | 32 | divers | 7) | |||
Programma Hoogfrequent Spoorvervoer | ||||||||
PHS Meteren–Boxtel | 2 | 2 | 10 | 2017 | 8) | |||
PHS DSSU (incl. voorinvestering) | 90 | 59 | – 31 | 316 | 314 | 2016 | 2017 | 9) |
PHS Overweg Klompersteeg Veenendaal | 0 | 0 | 9 | 2019 | 10) | |||
PHS Rijswijk–Rotterdam | 2 | 2 | 9 | 2023 | 11) | |||
PHS Spooromgeving Geldermalsen | 0 | 0 | 56 | 2021 | 12) | |||
PHS Diezebrug | 0 | 0 | 2 | 2013 | 13) | |||
Stations en stationsaanpassingen | ||||||||
Cameratoezicht op stations | 9 | 4 | – 5 | 13 | 13 | 2017 | 2017 | 14) |
Kleine stations | 4 | 0 | – 4 | 78 | 17 | divers | divers | 15) |
Toegankelijkheid stations | 35 | 28 | – 7 | 504 | 488 | divers | divers | 16) |
Overige projecten/programma's /lijndelen etc. | ||||||||
AKI-plan en veiligheidsknelpunten | 16 | 5 | – 11 | 392 | 392 | divers | divers | 17) |
Niet Actief Beveiligde Overwegen (NaBo's) | 0 | 0 | 10 | divers | 18) | |||
Fietsparkeren bij stations | 14 | 18 | 4 | 222 | 222 | divers | divers | |
Nazorg gereedgekomen lijnen/halten | 6 | 3 | – 3 | 38 | 36 | divers | divers | 19) |
Ontsnippering | 12 | 4 | – 8 | 82 | 79 | divers | divers | 20) |
Programma Kleine Functiewijzigingen | 46 | 31 | – 15 | 506 | 374 | divers | divers | 21) |
Punctualiteits-/capaciteitsknelpunten | 28 | 12 | – 16 | 252 | 179 | divers | divers | 22) |
Aanleg ATBvv op A2 corridor en Brabantroute | 6 | 4 | – 2 | 19 | 20 | 2017 | 2017 | |
Kleine projecten personenvervoer | 4 | 3 | – 1 | 18 | 24 | divers | divers | |
Projecten Noordwest-Nederland | ||||||||
Amsterdam–Almere–Lelystad | ||||||||
OV SAAL korte termijn | 145 | 113 | – 32 | 777 | 742 | 2016 | 2016 | 23) |
OV SAAL Naarden Bussum | 1 | 1 | 24 | 2019 | 24) | |||
Stations en stationsaanpassingen | ||||||||
Amsterdam CS, Cuypershal | 6 | 2 | – 4 | 26 | 26 | 2014–2016 | 2014–2018 | 25) |
Amsterdam CS, Fietsenstalling | 29 | 2 | – 27 | 35 | 11 | 2016–2019 | 2016–2019 | 26) |
OV-terminal stationsgebied Utrecht (VINEX/NSP) | 65 | 27 | – 38 | 412 | 411 | 2016 | 2016 | 27) |
Overige projecten/lijndelen etc. | ||||||||
Regionet (inclusief verkeersmaatregelen Schiphol) | 8 | 8 | 0 | 189 | 189 | divers | divers | |
Spoorwegovergang Soestdijkseweg te Bilthoven | 1 | 0 | – 1 | 31 | 30 | 2013–2015 | 2013–2015 | |
Vleuten–Geldermalsen 4/6 sporen (incl. RSS) | 66 | 39 | – 27 | 933 | 925 | 2005 e.v. | 2005 e.v. | 28) |
Projecten Zuidwest-Nederland | ||||||||
Stations en stationsaanpassingen | ||||||||
Den Haag CS perronsporen 11 en 12 | 1 | 2 | 1 | 38 | 38 | 2020–2021 | 2020–2022 | |
Overige projecten/lijndelen etc. | ||||||||
Rijswijk–Schiedam incl. spoorcorridor Delft | 0 | 30 | 30 | 553 | 606 | 2015–2017 | 2015–2017 | 29) |
Projecten Zuid-Nederland | ||||||||
Stations en stationsaanpassingen | ||||||||
Breda Centraal (t.b.v. NSP) | 0 | 5 | 5 | 75 | 88 | 2016–2017 | 2016–2017 | 30) |
Projecten Oost Nederland | ||||||||
Utrecht–Arnhem–Zevenaar | ||||||||
Arnhem Centraal (t.b.v. NSP) | 4 | 2 | – 2 | 108 | 108 | 2011–2015 | 2011–2015 | |
Traject Oost uitv. convenant DMB | 26 | 15 | – 11 | 233 | 234 | divers | divers | 31) |
Overige projecten/lijndelen etc. | ||||||||
Regionale lijnen Gelderland | 6 | 3 | – 3 | 18 | 17 | divers | divers | |
Projecten Noord Nederland | ||||||||
Partiële spooruitbreiding Groningen–Leeuwarden | 0 | 6 | 6 | 11 | 49 | divers | divers | 32) |
Sporendriehoek Noord-Nederland | 17 | 5 | – 12 | 135 | 135 | divers | divers | 33) |
Afrondingen | 1 | 1 | 0 | |||||
Totaal ProRail projecten | 666 | 459 | – 207 | 6.680 | 6.713 | |||
Overige (niet ProRail) projecten | 0 | |||||||
Intensivering Spoor in steden (I) | 15 | 4 | – 11 | 244 | 244 | 34) | ||
Spoorzone Ede | 24 | 24 | 0 | 42 | 42 | |||
Totaal overige (niet ProRail) projecten | 39 | 28 | – 11 | 286 | 286 | |||
Totaal uitvoeringsprogramma | 705 | 487 | – 218 | 6.966 | 6.999 | |||
Realisatieuitgaven op IF 13.03.01 mbt planuitwerking | 3 | 3 | 0 | |||||
Afrekening voorschotten | 50 | 50 | ||||||
Programma Realisatie (IF 13.03.01) | 708 | 540 | – 168 | |||||
Budget Realisatie (IF 13.03.01) | 672 | 540 | – 132 | |||||
Overprogrammering (–) | – 36 | 0 | 36 |
Toelichting:
-
Ad 1) Geluidsanering Spoorwegen
Om beter aan te sluiten bij de mogelijke prioritering binnen het programma is besloten om de engineering in twee fasen uit te voeren. Hierdoor verschuift een deel van de geplande uitgaven naar 2019 en verder. Daarnaast is er, als gevolg van wijzigingen in de regelgeving, sprake van een vertraging in de werkzaamheden van het akoestisch onderzoek waardoor werkzaamheden en uitgaven verschuiven van 2016 naar 2017.
-
Ad 2) Uitvoeringsprogramma geluid emplacementen
Als gevolg van vertragingen bij het verkrijgen van onherroepelijke milieuvergunningen in Maastricht en Dordrecht en een hoger beroep bij het verkrijgen van de vergunning voor Heerlen zijn de voor 2016 geplande (bouw)kosten van deze locaties verschoven naar 2017 en verder.
-
Ad 3) Be- en Bijsturing Toekomst
Programma is in 2016 nieuw opgenomen in het realisatieprogramma.
-
Ad 4) Verbeteraanpak Trein
Programma is in 2016 nieuw opgenomen in het realisatieprogramma.
-
Ad 5) Verbeteraanpak Stations
Programma is in 2016 nieuw opgenomen in het realisatieprogramma.
-
Ad 6) Opstellen Reizigerstreinen Korte Termijn
Programma is in 2016 nieuw opgenomen in het realisatieprogramma.
-
Ad 7) Vervolgfase Beter en Meer / Opstelcapaciteit
Programma is in 2016 nieuw opgenomen in het realisatieprogramma.
-
Ad 8) PHS Meteren–Boxtel
Programma is in 2016 nieuw opgenomen in het realisatieprogramma in verband met een faseovergang.
-
Ad 9) PHS DSSU
In de uitgavenraming 2016 was rekening gehouden met een aantal risico’s in de uitvoering vanwege de krappe planning en het grote aantal buitendienststellingen. Deze risicoreservering is slechts deels nodig geweest. Daarnaast bleek de (uitgaven)planning van de ondergrondse trillingsconstructie voor de Seringstraat te optimistisch ingeschat en is tevens sprake geweest van (aanbestedings)meevallers.
-
Ad 10) PHS Overweg Klompersteeg Veenendaal
Programma is in 2016 nieuw opgenomen in het realisatieprogramma in verband met een faseovergang.
-
Ad 11) PHS Rijswijk–Rotterdam
Programma is in 2016 nieuw opgenomen in het realisatieprogramma in verband met een faseovergang.
-
Ad 12) PHS Spooromgeving Geldermalsen
Programma is in 2016 nieuw opgenomen in het realisatieprogramma in verband met een faseovergang.
-
Ad 13) PHS Diezebrug
Dit project is in 2013 opgeleverd. Het budget was voorheen onderdeel van PHS DSSU.
-
Ad 14) Cameratoezicht op stations
Als gevolg van een vertraagde aanbesteding en een capaciteitstekort bij de uiteindelijke opdrachtnemer is een deel van de uitgaven verschoven van 2016 naar 2017 en 2018.
-
Ad 15) Kleine Stations
In het kader van de Herijking (Kamerstukken II, 2015–2016, 34 300 A nr. 17, bijlage 6) zijn de voor dit programma gereserveerde gelden deels anders ingezet en zijn de resterende middelen verschoven in de tijd.
-
Ad 16) Toegankelijkheid Stations
Diverse bestemmingsplannen moesten worden aangepast en daarnaast worden op meerdere locaties de werkzaamheden gecombineerd met andere activiteiten op deze locaties waardoor de geplande uitgaven deels verschuiven naar latere jaren. De verlaging van het projectbudget betreft het saldo van een verwachte meevaller van € 31 miljoen en goedgekeurde scopeaanpassingen van € 14 miljoen. Zie voor verdere toelichting de Ontwerpbegroting 2017.
-
Ad 17) AKI plan en veiligheidsknelpunten
Als gevolg van het niet tijdig verkrijgen van Trein Vrije Perioden (TVP’s) benodigd voor de uitvoering van de projecten Diemen, Haren en Alkmaar en een moeizame grondverwerving bij de projecten Velsen en Sittard–Geleen (waarbij mogelijk onteigend gaat worden) zijn de uitgaven deels verschoven van 2016 naar 2017 en verder.
-
Ad 18) Niet actief beveiligde overwegen
Programma is nieuw opgenomen in het realisatieprogramma.
-
Ad 19) Nazorg gereed gekomen lijnen en halten
Uitgaven op de post Nazorg zijn in hun aard onzeker en hierdoor lastig te prognosticeren in een specifiek kasjaar. Het betreft een reservering voor met name afwikkeling van claims, geschillen, grond juridische zaken en geluidsanering.
-
Ad 20) Ontsnippering
Zowel planologische- als aanbestedingsprocedures en de hiermee samenhangende bestuurlijke besluitvorming duren langer dan eerder aangenomen waardoor de geplande uitgaven deels verschuiven naar latere jaren.
-
Ad 21) Programma Kleine Functiewijzigingen
Dit programma bestaat uit meerdere deelprogramma’s. De start van het deelprogramma «Emplacementen op orde» is verschoven van 2015 naar 2016 in verband met het niet verkrijgen van een geplande Trein Vrije Periode waardoor ook de geplande uitgaven verschuiven. Het deelproject «Watergraafsmeer» is on hold gezet in verband met enerzijds te dure en anderzijds te beperkt bruikbare uitvoeringsvarianten. Daarnaast is sprake geweest van gunstige aanbestedingsresultaten op diverse deelprojecten binnen dit programma.
-
Ad 22) Punctualiteits- en capaciteitsknelpunten
Dit programma bestaat uit meerdere deelprojecten. Naar aanleiding van het besluit de geografische afbakening van het OTB (Ontwerp Tracébesluit) voor het deelproject «Vrijleggen MerwedeLingelijn Geldermalsen» te verruimen verschoof de publicatie van het OTB en hiermee ook de grondverwerving en komt het project later in de realisatiefase. Daarnaast was in de uitgavenplanning rekening gehouden met uitgaven voor de deelprojecten Spooruitbreiding Amersfoort en Sporen in Den Bosch. Deze projecten zijn inclusief de voor nazorg benodigde budgetten (per 1 januari 2016) ondergebracht binnen de post Nazorg. De uitgaven voor deze projecten worden verantwoord op deze post.
-
Ad 23) OV SAAL KT
Het project is in zijn geheel in december 2016 in dienst gesteld. Nu alle grote werkzaamheden zijn afgerond, is het op basis van het resterende risicoprofiel mogelijk gebleken de uiteindelijk te verwachten kosten naar beneden bij te stellen. Binnen het projectdeel OV SAAL KT Cluster A loopt daarnaast het plaatsen van de geluidschermen in Almere vertraging op, waardoor uitgaven verschuiven naar 2017.
-
Ad 24) OV SAAL Naarden–Bussum
In 2016 is dit project overgegaan van de planuitwerkingsfase naar de realisatiefase.
-
Ad 25) Amsterdam CS Cuypershal
De business case voor de renovatie van het Cuypersgebouw (hal) en de Oostvleugel plus voor het aanbrengen van rijtuigkappen aan de voorgevel van station Amsterdam Centraal was niet sluitend. Om de scope van het Masterplan Stationseiland te kunnen realiseren is de business case sluitend gemaakt door versoberingen en aanvullende bijdragen vanuit ProRail (onder andere via beheer en instandhouding voor de renovatie). De aanbesteding is daarbij verschoven naar 2017.
-
Ad 26) Amsterdam CS Fietsenstalling
In 2015 is met Prorail, stadsregio en gemeente Amsterdam overeengekomen dat Prorail twee kleinere stallingen (ver)bouwt op spoorgrond en de gemeente één grote stalling op gemeentegrond. Er is daarom een bestuursovereenkomst gesloten met de stadsregio en de gemeente om overheveling van het voor deze stalling gereserveerde budget (€ 23,6 miljoen, inclusief BTW, prijspeil 2016) vanuit het Infrastructuurfonds naar de BDU mogelijk te maken. De overeenkomst is in december 2015 afgerond. Het was daarom niet meer mogelijk de procedure geheel af te handelen in 2015. In 2016 is de BDU-beschikking verleend en het toegekende budget wordt in 2017 uitgekeerd. Prorail heeft inmiddels een stalling gerealiseerd en de andere stalling wordt momenteel verbouwd; deze stalling zal in 2017 gerealiseerd zijn.
-
Ad 27) OV Terminal stationsgebied Utrecht
Onderdeel van de geplande uitgaven betreffen de gelden die door ProRail worden overgemaakt aan de gemeente Utrecht (zoals opgenomen in het addendum behorende bij de Uitvoeringsovereenkomst). Deze uitgaven zijn gekoppeld aan de voortgang/planning van het deel van het project dat door de gemeente wordt uitgevoerd. Bij dit gemeentelijke deel is vertraging ontstaan waardoor de gemeente minder geld bij ProRail heeft opgevraagd dan eerder aangenomen.
-
Ad 28) Vleuten–Geldermalsen
Dit project bestaat uit meerdere deelprojecten welke door ProRail worden uitgevoerd alsmede een reservering voor aanvragen vanuit de Regio. De aannemer heeft het termijnschema van het deelproject Utrecht–Amsterdam Rijnkanaal geactualiseerd waardoor geplande uitgaven zijn verschoven. Daarnaast is sprake van gunstig verlopen werkzaamheden op een aantal deelprojecten waardoor het ingeplande onvoorzien niet nodig bleek. In 2016 zijn minder aanvragen vanuit de regio gekomen dan gepland.
-
Ad 29) Rijswijk–Schiedam
In 2016 is een aanvullende beschikking verleend als gevolg van extra kosten voor het oplossen van de luchtdrukproblematiek, het uitblijven van afdoende rente-inkomsten uit het treasurybeleid van gemeente Delft, het sneller stijgen van de prijzen in de markt ten opzichte van de gebruikelijke prijsindexatie (IBOI) die het ministerie jaarlijks ontvangt en verstrekt aan ProRail en een aanvullende reservering voor onvoorziene risico’s tot einde werk. Een deel van deze aanvulling is gerealiseerd in 2016. Zie voor meer informatie de brief die is verstuurd aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II, 2015–2016 34 300 A nr. 71).
-
Ad 30) NSP Breda
In 2016 is een aanvullende beschikking verleend in verband met het afhandelen van een claim van de aannemerscombinatie voor meerwerk en vertragingskosten, extra bouwkosten en het aanvullen van de post onvoorzien voor risico’s tot het einde van het project. Zie voor meer informatie de brief die is verstuurd aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II, 2015–2016, 29 984 A, nr. 624).
-
Ad 31) Traject Oost
Dit project bestaat uit meerdere deelprojecten. De lagere realisatie wordt voornamelijk verklaard doordat er sprake was van het al in 2016 kunnen starten met de uitvoering van het deelproject Driebergen–Zeist. Uiteindelijk bleek dit niet mogelijk omdat niet kon worden voldaan aan de startvoorwaarden voor de aanbesteding (goede kwaliteit aanbestedingsdossier, conditionering tijdig gereed, gronden tijdig verworven en voldoende voorbereidingstijd voor de aannemer), waardoor moest worden teruggevallen op de oorspronkelijke indienststellingsdatum en de uitgavenplanning hierop moest worden aangepast.
-
Ad 32) Partiële spooruitbreiding Groningen–Leeuwarden
In de Ontwerpbegroting 2016 was voor het realisatieproject nog geen budget opgenomen. Het budget voor het realisatieproject was geraamd onder artikel 14.03.01 als onderdeel van het RSP programma. In verband met het afgeven van de eerste realisatiebeschikking is bij Eerste suppletoire begroting 2016 in totaal € 37,4 miljoen overgeboekt naar IF 13.03.01 waar de uitgaven voor dit project worden verantwoord.
-
Ad 33) Sporendriehoek Noord Nederland
Dit programma bestaat uit meerdere deelprojecten. De lagere realisatie 2016 wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de uitvoeringsbeslissing voor de overweg Heerenveen Rotstergaatseweg later is genomen dan eerder aangenomen en de in 2016 geprognosticeerde uitgaven voor het deelproject Sporen in Assen voornamelijk ten laste van de Provincie zijn gebracht (via het Provinciefonds).
-
Ad 34) Intensivering Spoor in Steden
IenM is voor de uitputting van het budget volledig afhankelijk van gemeenten die, om voor een uitkering in aanmerking te komen, eerst een startverklaring moeten indienen. In 2016 is een uitkering tijdig aangevraagd en zijn drie aanvragen te laat in december binnengekomen om nog in 2016 financieel afgehandeld te kunnen worden waardoor de betaling verschuift naar begin 2017.
13.03.02 Realisatieprogramma goederenvervoer spoor
Kasbudget 2016 | Projectbudget | Indienststelling | Toelichting | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Begroting | Realisatie | Verschil | Begroting | Huidig | Begroting | Huidig | ||
Projectomschrijving | 2016 | 2016 | 2016 | |||||
ProRail Projecten | ||||||||
Projecten nationaal | ||||||||
PAGE risico reductie | 3 | 0 | – 3 | 18 | 19 | divers | divers | 1) |
Optimalisering Goederencorridor Rotterdam–Genua | 34 | 9 | – 25 | 173 | 175 | 2014 e.v. | 2014 e.v. | 2) |
Programma Emplacementen op orde | 0 | 0 | 58 | 2020 | 3) | |||
Kleine projecten goederenvervoer | 1 | 1 | 4 | divers | 4) | |||
Projecten Zuidwest-Nederland | ||||||||
Geluidmaatregelen Zeeuwselijn | 7 | 1 | – 6 | 27 | 27 | 2014–2017 | 2014–2017 | 5) |
Spooraansluiting 2e Maasvlakte achterlandverbinding | 6 | 1 | – 5 | 217 | 218 | 2014 e.v. | 2014 e.v. | 6) |
Projecten Zuid-Nederland | ||||||||
Venlo Logistiek multimodaal knooppunt | 0 | 0 | 30 | 2019 | 7) | |||
Projecten Oost Nederland | ||||||||
Uitv.progr Goederenroute Elst–Deventer–Twente (NaNov) | 11 | 3 | – 8 | 138 | 138 | divers | 2020 | 8) |
Overige projecten | ||||||||
Nazorg gereedgekomen projecten | 0 | 0 | 0 | 2 | 1 | divers | divers | |
Afrondingen | 1 | 1 | ||||||
Totaal ProRail Projecten | 61 | 16 | – 45 | 575 | 670 | |||
Overige (niet ProRail) Projecten | 0 | 0 | 0 | |||||
Programma Realisatie (IF 13.03.02) | 61 | 16 | – 45 | |||||
Planuitwerkingskosten realisatieprogramma t.l.v. IF 13.03.02 | – 8 | – 4 | 4 | |||||
Afrekening voorschotten | 9 | 9 | ||||||
Programma Realisatie (IF 13.03.02) | 53 | 21 | – 32 | |||||
Budget Realisatie (IF 13.03.02) | 53 | 21 | – 32 | |||||
Overprogrammering (–) | 0 | 0 |
Toelichting:
-
Ad 1) Page risico reductie
Dit programma bestaat uit meerdere deelprojecten. In de planning voor 2016 was rekening gehouden met uitgaven voor het deelproject Sittard Chemelot. De provincie Limburg heeft echter geen subsidieaanvraag ingediend, omdat het in 2016 duidelijk werd dat de gemeenten en de provincie het nut en de noodzaak van dit project (en hun financiële bijdrage hieraan) willen heroverwegen.
-
Ad 2) Corridor Rotterdam–Genua
Dit programma bestaat uit meerdere deelprojecten. De lagere realisatie wordt voornamelijk verklaard door vertraging op het deelproject Zevenaar–Grens derde spoor. Met de aanleg van het derde spoor is later begonnen in verband met de latere oplevering dan gepland van de 25 kV. Ook de zetting van het bed kost meer tijd dan aangenomen. De oplevering van het derde spoor vertraagt hierdoor van 2017 naar 2018.
-
Ad 3) Programma Emplacementen op orde
Programma is in 2016 nieuw opgenomen in het realisatieprogramma.
-
Ad 4) Kleine Projecten Goederenvervoer
In verband met het afgeven van de realisatiebeschikking ontsporingsgeleiding Zwijndrecht–Dordrecht is het project overgeboekt vanuit planstudieprogramma naar het realisatieprogramma en gelet op de omvang ondergebracht onder de post Kleine Projecten.
-
Ad 5) Geluidmaatregelen Zeeuwse lijn
De lagere realisatie in 2016 wordt veroorzaakt door vertraging in de aanleg van de geluidschermen. Voor het plaatsen van de geluidschermen bleek meer grondverwerving nodig dan eerder aangenomen. Daarnaast was er sprake van aanvullende welstandeisen tijdens de behandeling van de omgevingsvergunningen waardoor de omgevingsvergunningen later zijn verkregen dan gepland.
-
Ad 6) Spooraansluiting Maasvlakte
Dit programma bestaat uit meerdere deelprojecten. Het deelproject Emplacement Maasvlakte West is afgerond en het in 2016 geplande onvoorzien bleek niet meer nodig. Daarnaast heeft nog geen besluitvorming plaatsgevonden over de definitieve scope voor het deelproject Spooraansluiting Tweede Maasvlakte achterlandverbinding waardoor de geplande uitgaven verschuiven. Zo kost de uitwerking van de herinrichting emplacement Waalhaven Zuid vanwege de complexe problematiek meer tijd.
-
Ad 7) Venlo Logistiek Multimodaal Knooppunt
Programma is in 2016 nieuw opgenomen in het realisatieprogramma.
-
Ad 8) Uitvoeringsprogramma Goederenroute–Elst–Deventer–Twente (NaNOV)
Dit programma bestaat uit meerdere deelprojecten. Binnen het deelproject Nanov tweede fase bleek het mogelijk nog in 2015 meerwerk af te wikkelen en is voor het onderdeel Zutphen nog een buitendienststelling in november 2016 nodig gebleken waardoor de financiële afhandeling verschuift naar 2017. Met betrekking tot het deelproject Deventer Oostriklaan bleken een aantal zaken, welke nog voor de aanbesteding geregeld dienden te zijn, niet op orde (nog niet alle gronden waren in bezit, het fiat voor de onttrekking van de overwegen aan de openbaarheid ontbrak en de definitieve overeenkomst tussen ProRail en de gemeente nam meer tijd in beslag) waardoor de geplande uitgaven naar achteren zijn verschoven in de tijd.
13.03.04 Planuitwerkingsprogramma personenvervoer
Projectbudget | Planning | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
PB of TB | Indienststelling | Toelichting | |||||
Begroting | Huidig | Begroting | Huidig | Begroting | Huidig | ||
Projectomschrijving | 2016 | 2016 | 2016 | ||||
Verplicht | |||||||
Realisatieuitgaven op IF 13.03.01 mbt planuitwerkingsprojecten | – 33 | – 14 | |||||
Projecten Nationaal | |||||||
Kleine projecten Personenvervoer | 5 | 8 | divers | divers | 1) | ||
Reservering opbouw compensatie NS | 158 | 159 | divers | divers | |||
Reizigersfonds | 1 | nvt | 2) | ||||
Projecten Oost-Nederland | |||||||
Quick scan decentraal spoor Gelderland | 15 | 18 | 2011–2017 | 2011–2018 | 3) | ||
Zwolle–Herfte | 190 | 197 | 2017–2021 | 2017–2021 | 4) | ||
Gebonden | |||||||
Projecten Nationaal | |||||||
Grensoverschrijdend Spoorvervoer | 61 | 61 | divers | divers | |||
Beter Benutten Decentraal Spoor (Decentraal Spoor, fase 2 (NMCA)) | 85 | 64 | divers | divers | 5) | ||
Programma Hoogfrequent Spoor (PHS) | 2.437 | 2.440 | divers | divers | 6) | ||
Landelijk Verbeterprogramma Overwegen (LVO) | 203 | 193 | divers | divers | 7) | ||
Projecten Noordwest-Nederland | |||||||
OV Schiphol–Amsterdam–Almere–Lelystad | 404 | 341 | divers | 8) | |||
Bestemd | 10 | 23 | |||||
Projecten in voorbereiding | |||||||
Overige projecten in voorbereiding | |||||||
Gesignaleerde risico's | |||||||
Totaal planuitwerkingsprogramma | 3.535 | 3.491 | |||||
Begroting (IF 13.03.04) | 3.535 | 3.491 |
Toelichting:
-
Ad 1) Kleine projecten personenvervoer
In het Notaoverleg MIRT van 23 november 2015 is besloten om € 2,6 miljoen vrij te maken voor een aantal specifiek benoemde studies en is het budget opgehoogd met € 3,8 miljoen ter dekking van overige spoorgerelateerde studieopdrachten voor de komende jaren (Kamerstukken II 2015–2016 34 300 A, nr. 58).
-
Ad 2) Reizigersfonds
Dit project is in 2016 nieuw opgenomen in het realisatieprogramma.
-
Ad 3) Quick scan decentraal spoor oost Nederland
Het planstudiebudget is verhoogd met € 2 miljoen in verband met de bijdrage van de Provincie Gelderland voor de Valleilijn. Daarnaast is € 1 miljoen toegevoegd vanuit het realisatieprogramma in verband met meevallende kosten.
-
Ad 4) Zwolle–Herfte
Het projectbudget is verhoogd in verband met de bijdragen vanuit Beter Benutten (€ 3,7 miljoen) en de provincie Overijssel (€ 3,7 miljoen) voor de aanleg van een extra perronspoor.
-
Ad 5) Beter Benutten Decentraal Spoorvervoer
Vanuit dit projectbudget is € 15,2 miljoen uitgekeerd via het Provincie- en BTW compensatiefonds. Daarnaast is € 3,7 miljoen overgeboekt naar project Zwolle-Herfte ten behoeve van de aanleg van een extra perronspoor en is conform de toezegging in het AO spoor van 19 november 2015 € 3 miljoen overgeboekt ten behoeve van de financiering van het Informatiesysteem Gevaarlijke Stoffen (IGS).
-
Ad 6) Programma Hoogfrequent Spoorvervoer
Op het projectbudget PHS hebben meerdere mutaties plaatsgevonden; het projectbudget is verhoogd met € 22 miljoen vanuit het programma Kleine functiewijzigingen gelet op de opgave om PHS op de corridor Den Haag-Rotterdam te realiseren (Kamerstukken II, 2015–2016, 34 300 A nr. 17, bijlage 6). Daarnaast is het budget verhoogd met € 3,5 miljoen zijnde de bijdrage van de gemeente Geldermalsen (naar aanleiding van de op 17 februari 2016 gesloten Bestuursovereenkomst Spooromgeving Geldermalsen) en met € 4 miljoen als gevolg van de prijsindexatie. Bovendien is € 42 miljoen overgeboekt naar het realisatieprogramma in verband met het afgeven van de realisatiebeschikking PHS Ede, € 9,4 miljoen in verband met het afgeven van de realisatiebeschikking Rijswijk Delft Zuid, € 8,7 miljoen voor de realisatiebeschikking PHS Overweg Veenendaal de Klomp en € 9,9 miljoen voor de realisatiebeschikking PHS Meteren-Boxtel. Zie voor meer informatie de brief aan de Tweede Kamer met de Twaalfde Voortgangsrapportage PHS (Kamerstukken II 2016–2017, 32 404, nr. 79).
-
Ad 7) Programma Landelijk Verbeterprogramma Overwegen
Op het programmabudget is € 10 miljoen overgeboekt naar het realisatieprogramma ter financiering van de aanpak van Niet Actief Beveiligde Overwegen (programma NABO).
-
Ad 8) OV SAAL MLT
De binnen dit projectbudget gereserveerde gelden voor beheer, onderhoud en vervanging OV SAAL KT van € 29 miljoen zijn overgeboekt naar artikelonderdeel 13.02 Beheer, onderhoud en vervanging. Daarnaast is € 7,5 miljoen via de BDU overgemaakt aan de (per 1 januari 2017) Vervoerregio Amsterdam voor de overweg Ouddiemerlaan in Diemen, € 9 miljoen aan de Provincie Noord Holland, waarmee de regio zelf kan bepalen hoe de gelden zo efficiënt en kosteneffectief mogelijk worden ingezet voor maatregelen op de SAAL corridor ten behoeve van de hoogfrequente dienstregeling, € 0,3 miljoen via het Gemeentefonds aan de gemeente Weesp om vooruitlopend op de uitvoering van OV SAAL maatregelen, maatregelen te realiseren in het stationsgebied voor de hoogfrequente SAAL dienstregeling. Tot slot is naar aanleiding van genoemde mutaties € 3,5 miljoen gestort in het BTW-compensatiefonds.
13.03.05 Planuitwerkingsprogramma goederenvervoer
Projectbudget | Planning | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
PB of TB | Indienststelling | Toelichting | |||||
Begroting | Huidig | Begroting | Huidig | Begroting | Huidig | ||
Projectomschrijving | 2016 | 2016 | 2016 | ||||
Verplicht | |||||||
Planuitwerkingskosten van realisatieprogramma IF 13.03.02 | 13 | 9 | |||||
Projecten Nationaal | |||||||
Kleine projecten Goederenvervoer | 17 | 12 | divers | divers | 1) | ||
Gebonden | |||||||
Projecten Zuidwest-Nederland | |||||||
Calandbrug | 158 | 159 | 2020 | 2020 | |||
Bestemd | |||||||
Projecten in voorbereiding | |||||||
Overige projecten in voorbereiding | |||||||
Gesignaleerde Risico's | |||||||
Totaal planuitwerkingsprogramma | 188 | 180 | |||||
Begroting (IF 13.03.05) | 188 | 180 |
Toelichting:
-
Ad 1) Kleine projecten Goederenvervoer
In verband met het afgeven van de realisatiebeschikking Ontsporingsgeleiding Zwijndrecht–Dordrecht is € 4,4 miljoen overgeboekt vanuit het planstudiebudget Externe Veiligheid Drechtsteden (onderdeel van de post Kleine Projecten) naar het realisatieprogramma.
13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS
Motivering
De Staat betaalt voor de beschikbaarheid van de HSL-infrastructuur, zoals deze door het consortium Infraspeed is ontworpen, gebouwd (enkel de bovenbouw) en wordt onderhouden (onder- en bovenbouw), conform de contractuele overeenkomst tussen beide partijen. Het contractbeheer wordt uitgevoerd door ProRail, onder regie van IenM.
Producten
Kasbudget 2016 | Projectbudget | ||||
---|---|---|---|---|---|
Begroting | Realisatie | Verschil | Huidig | Vorig | |
Beschikbaarheidsvergoeding | 150 | 150 | 0 | 3.626 | 3.626 |
Belastingaanpassingen | 3 | 0 | – 3 | 62 | 62 |
Renteaanpassingen | 0 | – 19 | – 19 | – 118 | – 118 |
Wijzigingsopdrachten en diverse afrekeningen | 4 | 4 | 0 | 66 | 66 |
Totaal | 157 | 135 | – 22 | 3.636 | 3.636 |
Als gevolg van de lage rentestand zijn de uitgaven in 2016 € 19 miljoen lager uitgevallen dan begroot. De afwikkeling van de belastingaanpassingen tussen IenM, Infraspeed en de Belastingdienst is doorgeschoven naar 2017.
13.07 Rente en Aflossing
Motivering
Onder deze categorie uitgaven vallen de rente en aflossing van de bij ProRail uitstaande leningen, waarmee in het verleden spoorinfrastructuur gefinancierd is.
Producten
Kasbudget 2016 | |||
---|---|---|---|
Begroting | Realisatie | Verschil | |
Rente | 17 | 17 | 0 |
Aflossing | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 17 | 17 | 0 |
13.08 Investeringsruimte
Motivering
Op dit artikelonderdeel wordt de voor dit artikel beschikbare investeringsruimte verantwoord. Per saldo is in 2016 € 5 miljoen vanuit de investeringsruimte aan diverse projecten en programma’s toegevoegd. Bij de Tweede suppletoire begroting 2016 werd geen nieuwe dekking vanuit de investeringsruimte voorzien en is de resterende € 13 miljoen via het voordelig saldo 2016 afgeboekt.
13.09 Ontvangsten
Motivering
Op dit artikelonderdeel worden de bijdragen van derdepartijen voor spooruitgaven verantwoord. De gebruiksvergoeding die vervoerders betalen wordt door ProRail vastgesteld en geïnd (zie artikelonderdeel 13.02) en wordt daarom gesaldeerd met de uitgaven opgenomen in de begroting.
Producten
Kasbudget 2016 | |||
---|---|---|---|
Begroting | Realisatie | Verschil | |
Concessievergoedingen NS (incl. prestatieboete) | 173 | 170 | – 3 |
Afrekeningen ProRail | 0 | 178 | 178 |
Projectbijdragen decentrale overheden | 127 | 0 | – 127 |
Totaal | 300 | 348 | 48 |
De subsidievaststelling ProRail 2015 voor kapitaallasten en onderhoud heeft geleid tot een afrekening van € 114 miljoen. Daarnaast is er voor € 64 miljoen met ProRail afgerekend met betrekking tot MIRT-projecten. Van deze € 178 miljoen is € 136 miljoen toegevoegd aan de betreffende budgetten (nog uit te voeren werkzaamheden BOV en MIRT-projecten) en is € 42 miljoen toegevoegd aan de investeringsruimte spoorwegen (vervallen werkzaamheden en meevallers).
De bijdragen van Noord-Brabant en Vught ten behoeve van het PHS-project (€ 127 miljoen) zijn doorgeschoven naar het jaar 2018.