Base description which applies to whole site

Artikel 1. Raad van State

A Algemene doelstelling

De Raad van State heeft de taak om als adviseur voor wetgever en bestuur en als hoogste algemene bestuursrechter bij te dragen aan behoud en versterking van de democratische rechtsstaat en daarbinnen aan de eenheid, legitimiteit en kwaliteit van het openbaar bestuur in brede zin, alsmede aan de rechtsbescherming van de burger.

De Grondwet, de Wet op de Raad van State en de Wet houdbare overheidsfinanciën vormen het wettelijk kader, waarbinnen de Raad van State zijn taken verricht. Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden vormt de grondslag voor zijn werkzaamheden als Raad van State van het Koninkrijk.

B Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor de beschikbaarheid van een voldoende begroting en verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheersafspraken) tussen de Minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.1

C Beleidsconclusies

Splitsing Raad van State en concentratie bestuursrechtspraak

In de brief van 16 november 20162 hebben de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Veiligheid en Justitie aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal geschreven dat de regering het wetsvoorstel Organisatie hoogste bestuursrechtspraak heeft ingetrokken.

Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van Richtlijn 2013/32/EU (Procedure- en Opvangrichtlijn)

De budgettaire gevolgen van de Procedure- en Opvangrichtlijn maken onderdeel uit van de herijking van de kostprijs van de Vreemdelingenkamer. De voor 2016 geplande herijking zal plaatsvinden in 2017.

De Afdeling advisering

Taak van de Afdeling advisering is het op de meest doelmatige en kwalitatief goede wijze afdoen van binnengekomen adviesaanvragen. Tijdigheid, kenbaarheid en voorspelbaarheid zijn daarbij belangrijke kernbegrippen.

In de onderstaande tabel zijn de realisaties voor de jaren 2013 – 2016 weergegeven. Voor het jaar 2016 is een vergelijking gemaakt tussen ontwerpbegroting en de realisatie (afgedaan). In het aantal «afgedaan» van het jaar 2016 zijn de ongevraagde adviezen, verzoeken om voorlichting en de rapportages in het kader van het onafhankelijk begrotingstoezicht inbegrepen.

Tabel 1.1 Instroom en afhandeling adviesaanvragen (in aantallen)
 

2013

2014

2015

2016

2016

       

Ontwerpbegroting

 

Instroom

474

488

465

550

447

Afhandeling

444

492

452

550

430

Toelichting

De aantallen instroom en afhandeling voor het jaar 2016 zijn in lijn met de trend uit de voorgaande jaren. De in de ontwerpbegroting opgenomen aantallen voor instroom en afhandeling zijn, mede door de afhankelijkheid van externe factoren, indicatief. In de loop van het jaar is de meerjarige verwachting3 omtrent de instroom en afhandeling, in lijn met de genoemde trend, gewijzigd in 500.

De Afdeling bestuursrechtspraak

Taak van de Afdeling bestuursrechtspraak is het op de meest doelmatige en kwalitatief goede wijze afdoen van binnengekomen zaken. Tijdigheid, kenbaarheid en voorspelbaarheid en bruikbare rechtsvorming zijn daarbij belangrijke aspecten.

De Afdeling bestuursrechtspraak bestaat uit drie kamers: de Ruimtelijke-ordeningskamer, de Algemene kamer en de Vreemdelingenkamer.

In de onderstaande tabel is de realisatie van de afhandeling van zaken door de Afdeling bestuursrechtspraak weergegeven. De gemiddelde doorlooptijd van alle afdoeningen (hoofdzaken en Voorlopige Voorzieningen) is weergegeven.

Tabel 1.2 Doorlooptijd in weken
 

Norm doorlooptijd

Realisatie 2015 gemiddelde doorlooptijd

Realisatie 2016 gemiddelde doorlooptijd

Ruimtelijke-ordeningskamer

52

29

28

Algemene kamer

40

30

33

Vreemdelingenkamer

23

15

9

Totaal bestuursrechtspraak

 

22

18

Tabel 1.3 Instroom en afhandeling van zaken van de Afdeling bestuursrechtspraak (Hoofdzaken en Voorlopige Voorzieningen)
 

2013

2014

2015

2016

2016

2016

 

Afgedaan

Afgedaan

Afgedaan

Ontwerpbegroting

Ingekomen

Afgedaan

Ruimtelijke-ordeningskamer

1.971

2.215

2.258

1.950

1.583

1.409

Algemene kamer

3.821

3.941

3.688

3.800

3.411

3.161

Vreemdelingenkamer

8.423

6.650

5.853

6.910

6.729

6.402

Totaal bestuursrechtspraak

14.215

12.806

11.799

12.660

11.723

10.972

De in de ontwerpbegroting opgenomen instroomverwachtingen van de Ruimtelijke-ordeningskamer en de Algemene kamer zijn gebaseerd op ervaringsgegevens en een verondersteld ongewijzigd beleid bij de wetgever en de bestuursorganen. In 2016 was het aantal ingekomen zaken lager dan verwacht, waardoor het aantal afgedane zaken eveneens lager was.

De Afdeling bestuursrechtspraak is na de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de rechtbanken de laatste schakel in de vreemdelingenketen. De instroom van zaken binnen de Vreemdelingekamer is grotendeels de uitkomst van de instroom, doorstroom en uitstroom bij de genoemde ketenpartners.

De verwachtingen ten aanzien van de instroom en productie van de Vreemdelingenkamer worden in samenwerking met de partners binnen de vreemdelingenketen jaarlijks vastgesteld. De verwerking van de budgettaire gevolgen van deze actualisatie vindt plaats bij gelegenheid van de Voorjaarnota en in de eerste suppletoire begroting.

D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid

Beleidsartikel 1 Raad van State

 

2012

2013

2014

2015

Realisatie

2016

Vastgestelde

begroting

2016

Verschil

2016

Verplichtingen:

59.949

59.254

58.577

59.570

58.906

54.031

4.875

 

Uitgaven:

59.863

58.990

58.521

59.502

57.616

54.031

3.585

 

1.1

Advisering

0

0

0

0

7.375

6.819

556

 

1.2

Bestuursrechtspraak

0

0

0

0

50.241

47.212

3.029

 

1.3

Raad van State

59.863

58.990

58.521

59.502

0

0

0

 

Ontvangsten:

2.686

2.987

2.560

2.017

1.725

1.950

– 225

E Toelichting artikelonderdeel

Verplichtingen

Het bedrag van de gerealiseerde verplichtingen, dat de stand Najaarsnota overschrijdt, betreft onder andere in 2016 nieuw afgesloten meerjarige overeenkomsten voor licenties ten behoeve van software, het onderhoud voor het personeelsinformatiesysteem en detachering van personeel.

Uitgaven

De wijzigingen van de oorspronkelijk vastgestelde begroting zijn toegelicht in de eerste en tweede suppletoire begrotingswetten. Bij gelegenheid van de Voorjaarsnota 2016 en de Miljoenennota 2017 is circa € 6,4 mln. toegevoegd aan het begrotingsartikel. Dit bedrag is het saldo van een compensatie van hogere uitgaven ten behoeve van de afdoening van zaken in het kader van de Crisis- en herstelwet (€ 0,7 mln.), toegenomen uitgaven als gevolg van een hoger dan geraamde instroom van zaken in de Vreemdelingenkamer (€ 0,9 mln.), een uitgavenverhoging als gevolg van gestegen pensioenlasten (€ 0,1 mln.) en een toevoeging (€ 3,6 mln.) als dekking van uitgaven ten behoeve van de wettelijk voorgeschreven digitalisering van de toegang tot de bestuursrechtspraak en de beheerskosten die daar het gevolg van zijn. Daarnaast is het begrotingsartikel verhoogd met circa € 1,6 mln. loon- en prijscompensatie. Tegenover deze uitgavenverhogingen stond een uitgavenverlaging van circa € 0,5 mln. als compensatie van de bij gelegenheid van het financieel Jaarverslag 2015 gemelde uitgavenoverschrijding.

Bij de Najaarsnota is een uitgavenverlaging van € 2,7 mln. gemeld. Van dit bedrag betreft € 1,2 mln. een verlaging van de uitgaven in de Vreemdelingenkamer, € 1,0 mln. een kasschuif naar 2017 ten behoeve van het programma digitalisering bestuursrechtspraak en € 0,5 mln. de eindejaarsmarge 2016.

In vergelijking met de stand van de Najaarsnota zijn de gerealiseerde uitgaven op het begrotingsartikel van de Raad van State zijn € 0,15 mln. lager dan de raming. Deze meevaller is per saldo het gevolg van een afname met € 0,226 mln. in de personele bezetting binnen de bestuursrechtspraak en een lichte stijging met € 0,076 mln. van de personele uitgaven binnen de advisering.

Specificatie apparaatsuitgaven

Bedragen x € 1.000

Apparaat

2016

Personeel

51.890

Eigen personeel

47.186

Externe inhuur

4.203

Overig personeel

501

Materieel

5.725

Overig materieel

5.725

Totaal apparaat

57.615

Ontvangsten

De ontvangsten uit hoofd van griffierechten vallen tegen met circa € 0,225 mln. Dit is veroorzaakt door een gedaalde instroom van beroepen binnen de Afdeling bestuursrechtspraak en door jurisprudentie inzake «betalingsonmacht» die onder voorwaarden on- en minvermogenden vrijstelling van het tarief van griffierechten verleent.

Taakstelling

In eerdere begrotingen is melding gemaakt van een tussen de Vice-President van de Raad van State en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gerezen verschil van inzicht over de taakstelling materieel en personeel uit het Regeerakkoord Rutte II. Deze vermelding past in het stelsel van de beheersafspraken tussen de Minister en de Hoge Colleges van Staat.

De Raad van State onderkent de noodzaak om een bijdrage te leveren en om mee te denken over maatregelen die een financiële matiging van maatschappelijke kosten tot gevolg hebben. Die maatregelen hangen wat de Raad betreft samen met een optimaal gebruik van kennis, mensen en middelen binnen de Raad en het optimaal gebruik maken van synergie- en schaalvoordelen, ook binnen de bestuursrechtspraak. Van een verschil van inzicht in de zin van de beheersafspraken is daarom al enige tijd geen sprake meer4.

1

Comptabiliteitswet 2001, artikel 19.

2

Kamerstukken 2016–2017, 34 389)

3

Kamerstukken 2016–2017, 34 550 IIB 1

4

Zie Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden – vastgesteld 10 oktober 2016 – Kamerstukken 2016–2017, 34550 IIB 5

Licence