Jaarverantwoording van het baten-lastenagentschap DICTU per 31 december 2016
(1) | (2) | (3)=(2)-(1) | (4) | ||
---|---|---|---|---|---|
Omschrijving | Vastgestelde begroting 2016 | Realisatie 2016 | Verschil realisatie en vastgestelde begroting | Realisatie 2015 | |
Baten | |||||
Omzet moederdepartement | 173.400 | 221.689 | 48.289 | 210.944 | |
Omzet overige departementen | 30.000 | 31.264 | 1.264 | 28.144 | |
Omzet derden | 800 | 891 | 91 | 1.135 | |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Totaal baten | 204.200 | 253.844 | 49.644 | 240.223 | |
Lasten | |||||
Apparaatskosten | 188.200 | 235.923 | 47.723 | 227.332 | |
– | Personele kosten | 101.400 | 144.404 | 43.004 | 136.879 |
Waarvan eigen personeel | 52.300 | 46.221 | – 6.079 | 40.847 | |
Waarvan externe inhuur | 2.600 | 4.584 | 1.984 | 7.546 | |
Waarvan overige personele kosten | 46.500 | 93.599 | 47.099 | 88.486 | |
– | Materiële kosten | 86.800 | 91.519 | 4.719 | 90.453 |
Waarvan apparaat ICT | 33.000 | 36.080 | 3.080 | 46.080 | |
Waarvan bijdrage aan SSO’s | 13.800 | 15.578 | 1.778 | 13.141 | |
Waarvan overige materiële kosten | 40.000 | 39.861 | – 139 | 31.233 | |
Rentelasten | 200 | 99 | – 101 | 193 | |
Afschrijvingskosten | 14.800 | 15.458 | 658 | 11.330 | |
– | Immaterieel | 7.400 | 8.877 | 1.477 | 6.400 |
– | Materieel | 7.400 | 6.581 | – 819 | 4.930 |
Overige lasten | 500 | 1.231 | 731 | 1.302 | |
– | Dotaties voorzieningen | 500 | 1.231 | 731 | 1.086 |
– | Bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 23 |
Totaal lasten | 203.700 | 252.711 | 49.011 | 239.964 | |
Saldo van baten en lasten | 500 | 1.133 | 633 | 259 |
Toelichting op de baten
De omzet is € 49,6 mln hoger dan begroot. Bij de 1e Suppletoire begroting 2016 was al aangegeven dat naar verwachting de omzet zou stijgen met € 41,0 mln. De omzetstijging komt nagenoeg geheel voor rekening van het moederdepartement (+ € 48,3 mln) en betreft vooral een toename met betrekking tot de producten applicatiebeheer en overige opbrengsten en in mindere mate infrabeheer en ontwikkelopdrachten (zie toelichting onder tabel omzet moederdepartement).
Omzet moederdepartement
De verdeling per productgroep wordt in onderstaande tabel weergegeven (bedragen x € 1.000).
Vastgestelde begroting 2016 | Realisatie 2016 | Verschil realisatie en vastgestelde begroting | Realisatie 2015 | |
---|---|---|---|---|
Applicatiebeheer (Applicatieservices) | 15.710 | 27.398 | 11.688 | 24.001 |
Ontwikkelopdrachten | 44.030 | 50.721 | 6.691 | 57.806 |
Infrabeheer | 38.530 | 44.144 | 5.614 | 43.078 |
Werkplekservices | 33.930 | 34.479 | 549 | 33.729 |
Overige omzet | 3.960 | 19.648 | 15.688 | 53.230 |
Generieke eBS | 7.030 | 6.611 | – 419 | |
Indirect | 30.210 | 38.688 | 8.478 | |
Taakstelling Rutte II | 0 | – 900 | ||
Totaal | 173.400 | 221.689 | 48.289 | 210.944 |
De omzet op het product applicatiebeheer is hoger dan begroot door een hogere afname van het aantal applicatieservices door het moederdepartement. De verwachting was dat meer verouderde applicaties uitgezet konden worden in 2016. Dit bleek technisch lastiger dan gedacht door onderlinge afhankelijkheden en koppelingen tussen applicaties en het feit dat het soms nodig blijkt om data in applicaties te blijven raadplegen, waardoor applicaties niet kunnen worden uitgezet.
De hogere omzet op het product ontwikkelopdrachten dan begroot komt door een hogere vraag dan ten tijde van de begroting was voorzien.
De hogere omzet op het product infrabeheer komt door een latere uitrol van de nieuwe Cloud infrastructuur dan gepland. Als gevolg hiervan moet langer gebruik worden gemaakt van de (duurdere) klassieke infrastructuur dan voorzien.
Tenslotte is de hogere gerealiseerde omzet op het product overige omzet het gevolg van de vertraging van de Cloud en daarmee samenhangende omzet uit dubbel beheer en dubbele licenties.
Bedragen x € 1.000 | Vastgestelde begroting 2016 | Realisatie 2016 | Verschil realisatie en vastgestelde begroting | Realisatie 2015 |
---|---|---|---|---|
Applicatiebeheer (Applicatieservices) | 3.930 | 1.550 | – 2.380 | 1.215 |
Ontwikkelopdrachten | 14.440 | 2.445 | – 11.995 | 6.412 |
Infrabeheer | 4.000 | 10.048 | 6.048 | 8.778 |
Werkplekservices | 2.400 | 329 | – 2.071 | 23 |
Overige omzet | 0 | 5.722 | 5.722 | 6.789 |
Generieke eBS | 0 | 0 | 0 | |
Indirect | 5.230 | 5.455 | 225 | |
Omzet BOD’s | 5.715 | 5.715 | 4.927 | |
Totaal | 30.000 | 31.264 | 1.264 | 28.144 |
De omzet van de ontwikkelopdrachten aan overige departementen blijft achter bij de begroting omdat in 2016 geplande opdrachten voor de opdrachtgevers Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens zijn uitgesteld naar 2017.
Omzet derden
De omzet derden is in 2016 als volgt: € 0,7 mln College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en Biociden. € 0,2 mln Vereffeningsorganisatie Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie (PBO).
Toelichting op de lasten
Personele kosten
De stijging van de apparaatskosten zit voor het grootste deel in de personele kosten. Vooral de posten externe inhuur en overige personele kosten vallen hoger uit dan begroot. Onder de post externe inhuur worden kosten verantwoord voor de tijdelijke versterking van de organisatie DICTU. Onder de post overige personele kosten worden de gemaakte kosten voor ICT-beheer en onderhoud, overige externe inhuur en uitbesteding verantwoord. De wijze van verantwoording is gelijk aan voorgaande jaren. In 2017 wordt bezien of de rubricering tussen externe inhuur, overige personele kosten en uitbesteding verder kan worden verduidelijkt.
De hogere realisatie op externe inhuur houdt verband met het achterblijven van verambtelijking, doordat de doelstelling om meer ambtelijk personeel te werven (ten behoeve van het behoud en ter versterking van eigen kennis) niet volledig is gehaald. De hogere realisatie op de post overige personele kosten hangt samen met een hogere vraag naar ICT-producten en diensten door opdrachtgevers. De realisatie op de post eigen personeel is achtergebleven bij de begroting, door het eerdergenoemde niet halen van de doelstelling om meer ambtelijk personeel te werven.
Rentelasten
De rentekosten zijn lager dan begroot aangezien DICTU nauwelijks leningen meer heeft waarop een rente van meer dan 1% moet worden betaald. Op de in 2015 aangetrokken leningen hoeft nagenoeg geen rente (0,2 en 0,3%) vergoed te worden en op de in 2016 afgesloten leningen is de rente zelfs 0%.
Overige lasten
Dotaties voorzieningen
Onder de post dotaties voorzieningen worden de dotaties aan een drietal voorzieningen verantwoord, te weten:
-
• De debiteurenvoorziening ter waarde van € 0,8 mln.
-
• De reorganisatievoorziening ter waarde van € 0,2 mln.
-
• De voorziening incompliancy issues oplossen € 0,2 mln.
Balans 2016 | Balans 2015 | ||
---|---|---|---|
Activa | |||
Immateriële vaste activa | 59.329 | 28.203 | |
Materiële vaste activa | 25.457 | 20.768 | |
– | Grond en gebouwen | 0 | 0 |
– | Installaties en inventarissen | 20.708 | 16.507 |
– | Overige materiële vaste activa | 4.749 | 4.261 |
Vlottende activa | |||
– | Voorraden en onderhanden projecten | 0 | 0 |
– | Debiteuren | 22.490 | 20.427 |
– | Overige vorderingen en overlopende activa | 20.564 | 11.641 |
– | Liquide middelen | 6.971 | 4.062 |
Totaal activa | 134.811 | 85.101 | |
Passiva | |||
Eigen Vermogen | 1.392 | 259 | |
– | Exploitatiereserve | 259 | 0 |
– | Onverdeeld resultaat | 1.133 | 259 |
Voorzieningen | 783 | 357 | |
Langlopende schulden | |||
– | Leningen bij het Ministerie van Financiën | 54.600 | 30.640 |
Kortlopende schulden | |||
– | Crediteuren | 16.734 | 6.343 |
– | Overige verplichtingen en overlopende passiva | 61.302 | 47.502 |
Totaal passiva | 134.811 | 85.101 |
Realisatie 2016 | Realisatie 2015 | |
---|---|---|
Debiteuren | 24.002 | 23.807 |
Voorziening debiteuren | – 976 | – 1.681 |
Nog te verwerken ontvangsten | – 536 | – 1.699 |
Totaal | 22.490 | 20.427 |
De debiteurenpositie komt uit op net iets meer dan één maand omzet en houdt onder meer verband met het feit dat een deel van de omzet maandelijks achteraf wordt gefactureerd en de facturen vervolgens een betaaltermijn hebben van 30 dagen.
Realisatie 2016 | Realisatie 2015 | |
---|---|---|
Moederdepartement | 16.711 | 13.095 |
Overige departementen | 7.175 | 6.411 |
Derden | 116 | 921 |
Totaal | 24.002 | 20.427 |
Realisatie 2016 | Realisatie 2015 | |
---|---|---|
Moederdepartement | 6.841 | 2.965 |
Overige departementen | 1.481 | 855 |
Derden | 12.242 | 7.821 |
Totaal | 20.564 | 11.641 |
Onder de balanspost «Overige vorderingen en overlopende activa» worden de nog te factureren omzet en de vooruitbetaalde kosten verantwoord. Met name de vooruitbetaalde kosten vallen binnen de classificatie «Derden» en betreft vooral meerjarige contracten met software leveranciers.
Boekwaarde | Dotaties | Onttrekkingen | Vrijval | Boekwaarde | |
---|---|---|---|---|---|
1/1/2016 | 31/12/2016 | ||||
Reorganisatievoorziening | 357 | 240 | – 14 | – | 583 |
Voorziening incompliancy issues oplossen | 200 | 200 |
De getroffen reorganisatievoorziening is bestemd voor het nakomen van individuele afspraken met in totaal tien voormalige werknemers. Deze afspraken vloeien voort uit een reorganisatie in 2015. Er is in totaal een voorziening getroffen van € 0,6 mln.
Per balansdatum is sprake van een groter gebruik van licenties dan verkregen rechten. Voor herstel van het geconstateerde meerverbruik is een voorziening opgenomen van € 0,2 mln.
Ontwikkeling eigen vermogen
2014 | 2015 | 2016 | |||
---|---|---|---|---|---|
1 | Eigen Vermogen per 1/1 | 82 | – 910 | 259 | |
2 | Saldo Baten en Lasten | – 992 | 259 | 1.133 | |
3 | Directe mutaties in het Eigen Vermogen | 0 | 910 | 0 | |
– | 3a Uitkering aan moederdepartement | ||||
– | 3b Bijdrage door moederdepartement ter versterking Eigen Vermogen | 910 | |||
– | 3c Overige Mutaties | ||||
4 | Eigen vermogen per 31/12 | – 910 | 259 | 1.392 | |
Omzet | 199.454 | 240.223 | 253.844 | ||
Vermogensplafond (5%) | 8.362 | 10.071 | 11.559 |
De omvang van het Eigen Vermogen blijft binnen de kaders die de Regeling agentschappen hieraan stelt, zijnde maximaal 5% van de gemiddelde omzet over de afgelopen drie jaar.
Realisatie 2016 | Realisatie 2015 | |
---|---|---|
Moederdepartement | 0 | 329 |
Overige departementen | 1.040 | 0 |
Derden | 15.694 | 6.014 |
Totaal | 16.734 | 6.343 |
Realisatie 2016 | Realisatie 2015 | |
---|---|---|
Moederdepartement | 17.451 | 14.804 |
Overige departementen | 23.075 | 12.825 |
Derden | 20.776 | 19.873 |
Totaal | 61.302 | 47.502 |
Bedragen x € 1.000 | (1) | (2) | (3)=(2)-(1) | |
---|---|---|---|---|
Vastgestelde begroting 2016 | Realisatie 2016 | Verschil realisatie en vastgestelde begroting | ||
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2016 + stand depositorekeningen | 0 | 4.062 | 4.062 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 242.858 | |||
Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–) | – 222.501 | |||
2. | Totaal operationele kasstroom | 15.300 | 20.357 | 5.057 |
Totaal investeringen (–/–) | – 25.000 | – 51.273 | – 26.273 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | ||||
3. | Totaal investeringskasstroom | – 25.000 | – 51.273 | – 26.273 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–) | – 500 | 0 | 500 | |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | ||||
Aflossingen op leningen (–/–) | – 14.800 | – 9.675 | 5.125 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 25.000 | 43.500 | 18.500 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 9.700 | 33.825 | 24.125 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2016 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 0 | 6.971 | 6.971 |
Operationele kasstroom
De operationele kasstroom is € 5,1 mln hoger dan begroot als gevolg van een hoger (op kasstroom aangepast) bedrijfsresultaat en de mutaties in het werkkapitaal. Deze worden toegelicht bij respectievelijk de staat van baten en lasten en de balans.
Investeringskasstroom
Het daadwerkelijke investeringsniveau ligt € 26,3 mln hoger dan was begroot, aangezien er meer is geïnvesteerd, vooral in de Cloud infrastructuur en de Cloud werkplek. Dit leidt tot een (uitgaande) investeringskasstroom van € 51,3 mln.
Financieringskasstroom
In 2016 is het beroep op de leenfaciliteit € 18,5 mln hoger dan oorspronkelijk geraamd omdat er meer is geïnvesteerd dan voorzien. Ook is er € 5,1 mln minder afgelost dan begroot en heeft een geraamde uitkering aan het moederdepartement van € 0,5 mln nog niet plaatsgevonden. Per saldo leidt dit tot een verhoging van de financieringskasstroom van € 24,1 mln.
Omschrijving | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Realisatie 2015 | Realisatie 2016 | Begroting 2016 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Kostprijzen per product (groep) | ||||||
a. | Basistarief werkplek (gemiddeld per stuk x €) | 2.410 | 2.540 | 2.520 | 2.520 | 2.500 | |
b. | Aantal Werkplekken | 12.241 | 12.332 | 12.937 | 13.178 | 11.500 | |
c. | Infrastructuur (x € 1.000) | 21.541 | 35.717 | 48.634 | 56.141 | 42.895 | |
d. | Productieve uren | 1.156.000 (87%) | 1.468.476 (89%) | 1.832.350 (89%) | 1.932.714 (90%) | 1.517.700 (88%) | |
2. | Tarieven/uur | ||||||
a. | Senior medew. (ontwikkeling) | 87 | 86 | 90 | 112 | 111 | |
b. | Medior medew. (bouw) | 78 | 77 | 70 | 87 | 86 | |
c. | Junior medew. (test en beheer) | 78 | 77 | 60 | 75 | 86 | |
3. | Gem. bezetting FTE-totaal (excl. externe inhuur) | 371 | 429 | 503 | 562 | 630 | |
4. | Saldo baten en lasten | 0,4% | – 0,5% | 0,1% | 0,4% | 0,2% |
Ad 1b: Het aantal werkplekken is hoger uitgevallen dan begroot, omdat alleen de verwachte daling van het aantal werkplekken van het hele departement door taakstellingen is meegenomen bij de begroting. Met toename van de werkplekken door invaring van de afnemers van DICTU zoals de productschappen is bij de begroting geen rekening gehouden.
Ad 1c: De kosten voor infrastructuur zijn hoger uitgevallen dan begroot. Dit is een gevolg van extra gemaakte kosten voor de bouw van de cloud en de vertraagde de migratie van applicaties van de klassieke naar de Cloud infrastructuur. Dit heeft geresulteerd in dubbele beheerlasten.
Ad 1d: Als gevolg van een hogere bezetting zijn er meer productieve uren in absolute zin gerealiseerd dan begroot.
Ad 2: De realisatie van de uurtarieven voor senior en medior medewerkers is hoger dan begroot als gevolg van een loon- en prijsbijstelling in 2016. Het uurtarief van de junior medewerker valt lager uit dan begroot door een wijziging in de definitie van de junior functie.
Ad 3: De gemiddeld ambtelijke fte bezetting valt lager uit dan begroot. De doelstelling om meer ambtelijk personeel te werven ten behoeve van het behoud en ter versterking van eigen kennis is niet volledig gehaald. Het aantrekken van specifieke ICT-kennis uit de markt blijkt in de praktijk lastiger dan voorzien.