Base description which applies to whole site

3.1. Zorgverzekeringwet (Zvw)

3.1.1. Verticale ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en -ontvangsten

De verticale toelichting bevat een cijfermatig overzicht van de budgettaire veranderingen die zich hebben voorgedaan sinds de ontwerpbegroting 2016. Voor een meer gedetailleerde toelichting op de veranderingen wordt verwezen naar de verdiepingsparagraaf 6.

De verticale toelichting onderscheidt drie categorieën bijstellingen:

  • Autonoom

  • Beleidsmatig

  • Technisch

Tabel 6 laat vanaf de stand ontwerpbegroting 2016 de verticale ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en -ontvangsten zien.

Tabel 6 Verticale ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en -ontvangsten (bedragen x € 1 miljoen)
 

2016

Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2016

45.860,1

   

Autonoom

– 1.063,7

Actualisering Zvw-uitgaven (tabel 6A)

– 876,9

Nominale ontwikkeling

– 186,8

   

Beleidsmatig

– 654,2

Taakstelling stringent pakketbeheer

75,0

Invulling stringent pakketbeheer ggz

– 25,0

Invulling stringent pakketbeheer hulpmiddelen

– 50,0

Besluitvorming overschrijding MSZ 2012

– 70,0

Kasschuif resterende middelen integrale tarieven

– 68,8

Aanvullende onderuitputting integrale tarieven

19,0

Migratieproblematiek

23,6

Nominaal en onverdeeld Zvw

– 553,8

Overige bijstellingen

– 4,2

   

Technisch

– 72,9

Overheveling resterende middelen integrale tarieven

18,8

Overheveling ggz-b vanuit Zvw naar Wlz

– 73,7

Dekking ophoging eerstelijnsverblijf

– 16,2

Overige bijstellingen

– 1,8

   

Totaal bijstellingen

– 1.790,8

   

Bruto Zvw-uitgaven jaarverslag 2016

44.069,3

Zvw-ontvangsten ontwerpbegroting 2016

3.194,8

   

Totaal bijstellingen

0,0

Zvw-ontvangsten jaarverslag 2016

3.194,8

Netto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2016

42.665,2

Totaal bijstellingen in de netto Zvw-uitgaven

– 1.790,8

Netto Zvw-uitgaven jaarverslag 2016

40.874,4

Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.

Uitgaven

Autonoom

Actualisering Zvw-uitgaven

Tabel 6A Actualisering Zvw-uitgaven (bedragen x € 1 miljoen)
 

Stand 2e suppletoire begroting

Bijstellingen jaarverslag

Stand jaarverslag

 

2016

2016

2016

Eerstelijnszorg

– 22,1

– 60,1

– 82,2

Tweedelijnszorg

3,6

37,1

40,7

Genees- en hulpmiddelen

– 9,5

– 154,2

– 163,7

Ziekenvervoer

– 36,9

– 5,3

– 42,2

Wijkverpleging

37,7

– 194,3

– 156,6

Geneeskundige geestelijke gezondheidszorg

0,0

– 288,3

– 288,3

Grensoverschrijdende zorg

– 21,7

– 162,9

– 184,6

Nominaal en onverdeeld

– 400,0

400,0

0,0

Totaal bijstellingen

– 448,9

– 428,0

– 876,9

Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.

In tabel 6A is het onderdeel «Actualisering Zvw-uitgaven» uit tabel 6 uitgesplitst. De actualisering van de zorguitgaven vindt plaats op basis van voorlopige realisatiegegevens 2016 van het Zorginstituut en de NZa.

Een belangrijk deel van deze bijstellingen is reeds toegelicht in eerdere budgettaire stukken. Voor de toelichting op de eerste suppletoire begroting 2016 (TK 34 485 XVI, nr. 1 en 2), de ontwerpbegroting 2017 (TK 34 550 XVI, nr. 1 en 2) en de tweede suppletoire begroting 2016

(TK 34 620 XVI, nr. 1 en 2) wordt verwezen naar de betreffende publicaties. De bijstellingen die na de tweede suppletoire begroting 2016 hebben plaatsgevonden worden in de verdiepingsparagraaf per deelsector verder toegelicht.

De belangrijkste bijstellingen uit tabel 6A worden hieronder nader toegelicht.

Genees- en hulpmiddelen

De uitgaven aan genees- en hulpmiddelen komen uiteindelijk € 163,7 miljoen lager uit dan waar in de begroting 2016 van uit werd gegaan. Deze bijstelling is het saldo van € 25 miljoen hogere uitgaven aan geneesmiddelen en € 188,7 miljoen lagere uitgaven aan hulpmiddelen. Deze lagere uitgaven aan hulpmiddelen worden met name veroorzaakt door lagere uitgaven aan hoortoestellen, verzorgingsmiddelen en diabetesmaterialen.

Wijkverpleging

De uitgaven aan wijkverpleging vallen € 156,6 miljoen lager uit dan waar in de begroting 2016 van uit werd gegaan. De belangrijkste oorzaak is dat er uiteindelijk minder extramurale cliënten met een Wlz-profiel vanuit de AWBZ zijn overgaan naar de Zvw dan waar bij de hervorming van de langdurige zorg rekening mee werd gehouden. Vanaf 2017 wordt dit gecorrigeerd en vindt een verschuiving van € 144 miljoen plaats vanuit de Zvw naar de Wlz. Een aanvullende verklaring voor deze onderschrijding vormen de signalen uit het veld die wijzen op een tekort aan wijkverpleegkundigen en een scherpe contractering door zorgverzekeraars.

Geneeskundige geestelijke gezondheidszorg

Bij de ggz is al langere tijd te zien dat de uitgaven ruim binnen de afgesproken budgettaire kaders blijven. Dit blijkt ook uit de meest recente cijfers van het Zorginstituut. Over 2016 komt de onderschrijding uit op € 288 miljoen. Gezien de onderschrijdingen in de voorgaande jaren (2015: € 277 miljoen, 2014: € 417 miljoen en 2013: € 261 miljoen) wordt een onderschrijding in deze orde van grootte wel aannemelijk geacht. Deze onderschrijding is nog onzeker; het bedrag is voor 84% gebaseerd op bijschattingen De onderschrijding hangt ondermeer samen met substitutie naar de POH-ggz (onder het huisartsenkader), een verschuiving naar de basis ggz, de achterblijvende intensivering van de ambulantisering en de scherpere inkoop van zorgverzekeraars.

Grensoverschrijdende zorg

Bij de grensoverschrijdende zorg is een grote onderschrijding te zien: € 184,6 miljoen. Bij het deel Zvw-verzekerden is de onderschrijding ruim € 113 miljoen en bij de Verdragsgerechtigden is de onderschrijding ruim € 71 miljoen, waarvan € 21,7 miljoen eerder is gerapporteerd.

De grote onderschrijdingen worden veroorzaakt doordat het zorggebruik in deze sector in de afgelopen jaren nauwelijks is gegroeid, terwijl in de begrotingsramingen wel van een groei wordt uitgegaan.

Nominaal en onverdeeld

De in de 2e suppletoire begroting 2016 gerapporteerde onderschrijding van € 400 miljoen op basis van voorlopige gegevens was indicatief en voorlopig op deze sector verwerkt. Deze voorlopige onderschrijding wordt nu tegengeboekt omdat de in maart 2017 van het Zorginstituut ontvangen realisatiecijfers nu op de afzonderlijke sectoren zijn verwerkt.

Nominale ontwikkeling

De raming van de loon- en prijsbijstelling is aangepast op basis van actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB).

Beleidsmatig

Taakstelling stringent pakketbeheer

De nog te verwerken taakstelling stringent pakketbeheer bedroeg € 75 miljoen in 2016. Dekking voor de taakstelling in 2016 is gevonden binnen het kader hulpmiddelen (€ 50 miljoen) en het kader ggz (€ 25 miljoen).

Invulling stringent pakketbeheer ggz en hulpmiddelen

De invulling van de taakstelling stringent pakketbeheer bij de ggz is gerealiseerd door begrenzing en gepast gebruik van zorg in de ggz conform een advies van het Zorginstituut. Zie mijn brief hierover van 22 maart 2016 (TK 29 689, nr. 692). Het Zorginstituut heeft op basis van het advies een besparingsbedrag van € 25 miljoen geraamd. Het kader ggz is met dit bedrag verlaagd.

In de afgelopen periode hebben zorgverzekeraars gestuurd op doelmatigheid en gepast gebruik van extramurale hulpmiddelen. De hulpmiddelenraming liet mede daardoor voldoende ruimte zien (€ 50 miljoen structureel in 2016) voor de invulling van de taakstelling stringent pakketbeheer.

Besluitvorming overschrijding MSZ 2012

Naar aanleiding van bestuurlijk overleg met partijen van het bestuurlijk hoofdlijnenakkoord medisch-specialistische zorg is in verband met de geconstateerde overschrijding in 2012 eenmalig € 70 miljoen in mindering gebracht op het beschikbare kader 2016. Zie de brief hierover van 31 maart 2015 (TK 29 248, nr. 282). Deze korting is in de eerste suppletoire begroting 2016 verwerkt.

Kasschuif resterende middelen integrale tarieven

Op basis van het hoofdlijnenakkoord voor de MSZ 2014–2017 zijn voor de periode 2015–2024 middelen beschikbaar gesteld voor de overgang naar integrale tarieven. Deze middelen zijn eerder overgeheveld naar het begrotingsgefinancierde BKZ om een subsidieregeling voor de overgang naar integrale tarieven mogelijk te maken. Voor zover de middelen niet nodig waren voor de subsidieregeling, zijn ze weer toegevoegd aan het kader MSZ voor 2017 e.v. De vrijval in 2016 werd bij eerste suppletoire begroting geraamd op € 68,8 miljoen: € 50 miljoen die eerder op het premiegefinancierde BKZ was gereserveerd en € 18,8 miljoen op het begrotingsgefinancierde BKZ.

Aanvullende onderuitputting integrale tarieven

In 2016 is beperkt gebruik gemaakt van de subsidieregeling die medisch specialisten faciliteert bij de overstap naar loondienst, waardoor een bedrag resteerde van € 19,0 miljoen, in aanvulling op de hiervoor genoemde onderuitputting. De vrijvallende middelen bij de subsidieregeling zijn saldoneutraal toegevoegd aan het kader MSZ 2016 waaraan ze eerder in overleg met het veld waren onttrokken.

Migratieproblematiek

De verhoogde instroom van vluchtelingen gaf aanleiding tot een hogere raming van de zorguitgaven op het BKZ. Op korte termijn werd een extra beslag op de curatieve zorg verwacht (o.a. huisartsenzorg, ggz en MSZ). Ook op het terrein van preventie en de jeugd(gezondheids)zorg werden additionele uitgaven verwacht. De raming ging uit van een instroom van 58.000 asielzoekers in 2016.

Nominaal en onverdeeld Zvw

Een deel van de gereserveerde middelen op de post Nominaal en onverdeeld blijkt niet nodig te zijn en valt daarom vrij. Deze ruimte bestaat uit niet-toegedeelde middelen voor nominale bijstellingen en groeiruimte Zvw. Daarnaast is ruimte ontstaan als een gevolg van het verschil tussen de oorspronkelijk beschikbaar gestelde groeiruimte voor de curatieve zorg en de in de verschillende zorgakkoorden gemaakte afspraken over de toegestane groei in die sectoren.

Technisch

Overheveling resterende middelen integrale tarieven

De resterende middelen voor de overgang naar integrale tarieven op artikel 2 van de begroting zijn overgeheveld naar het premiegefinancierde BKZ. Zie verder de toelichting op de kasschuif resterende middelen integrale tarieven onder Beleidsmatig.

Overheveling ggz-b vanuit Zvw naar Wlz

Vanuit de realisaties in de Wlz is gebleken dat de eerder geraamde overheveling naar de Zvw te hoog is geweest. De raming is geactualiseerd en op basis hiervan is de overheveling gecorrigeerd.

Dekking ophoging eerstelijnsverblijf (ELV)

Op basis van realisatiecijfers is geconcludeerd dat het kader voor het ELV in 2016 niet toereikend was. Vervolgens is besloten extra middelen toe te voegen aan de Wlz vanuit de Zvw.

3.1.2. Zorgakkoorden

In de afgelopen jaren zijn met betrokken partijen in de medisch-specialistische zorg, de geneeskundige ggz, de huisartsenzorg en de wijkverpleging akkoorden gesloten. In die akkoorden zijn ook budgettaire afspraken opgenomen met een gematigde, maximaal toegestane groei in toekomstige jaren.

De zorgakkoorden ggz en huisartsen laten vanaf de start onderschrijdingen zien. Voor de MSZ is na overschrijdingen in 2012 en 2013 sprake van onderschrijdingen in 2014 en 2015 en op basis van zeer voorlopige cijfers een beperkte overschrijding in 2016. De wijkverpleging vertoont onderschrijdingen in 2015 en 2016. De voorlopige resultaten weerspiegelen in het algemeen de werking van de gesloten zorgakkoorden waarbij de zorgverzekeraars en zorgaanbieders erin zijn geslaagd de zorgkosten te beteugelen door onder meer een strikt inkoopbeleid te handhaven. Specifiek voor de MSZ hingen de overschrijdingen in 2012 en 2013 samen met de verrekenbedragen uit het transitiemodel bij de overgang naar prestatiebekostiging. Bij de ggz zijn de substitutie naar de POH-ggz en de verschuiving van de specialistische ggz naar de generalistische basis ggz mogelijke verklaringen. Bij de huisartsenzorg was meer ruimte beschikbaar dan kon worden ingevuld. Delen van de huisartsenzorg, zoals de vergoeding voor abonnementen, vertonen weinig ruimte voor groei. Wel is de POH-ggz sterk gegroeid. De meeste groei zit in de ketenzorg en de multidisciplinaire zorgverlening (MDZ). De kaders voor huisartsen en MDZ worden in samenhang bezien.

In deze paragraaf wordt voor bovengenoemde sectoren nadere informatie gegeven over de (voorlopig) gerealiseerde uitgaven in de afgelopen jaren.

Tabel 7A1 Actueel beeld financiële resultaten zorgakkoorden instellingen voor medisch- specialistische zorg 2012–2014 (bedragen x € 1 miljoen)1
 

2012

2013

2014

Hoofdlijnenakkoord (prijspeil 2011)

16.801

17.221

17.550

Bijstellingen mbi-kader bij ontwerpbegroting 2012

     

Correctie aandeel medisch specialisten in loondienst

– 97

– 99

 

Bijstellingen mbi-kader bij ontwerpbegroting 2013

     

Nieuw middel tegen melanoom

5

25

25

Beschikbaarheidbijdragen

– 71

– 71

– 71

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2012)

390

391

402

Darmkankerscreening

 

15

35

IVF

 

– 13

– 13

Toetsing rechtmatigheid Zvw

   

– 47

Overheveling dure geneesmiddelen

 

215

238

Overheveling Fonds Ziekenhuisopleidingen (FZO)

 

– 20

– 20

Bijstellingen mbi-kader bij ontwerpbegroting 2014

     

Overheveling beschikbaarheidbijdrage kapitaallasten academische zorg

 

– 26

– 43

Overheveling trombosediensten

 

– 56

– 57

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2013)

 

408

424

Overheveling fertiliteitshormonen

   

21

Overheveling injectiemateriaal groei- en fertiliteitshormonen

   

3

Overheveling vacuumpompen

   

1

Aanpassing groeiruimte 2014 o.b.v. Onderhandelaarsresultaat MSZ 2014–2017

   

– 180

Bijstellingen mbi-kader bij ontwerpbegroting 2015

     

Overheveling fertiliteitshormonen (Triptoreline)

   

4

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2014)

   

293

Overheveling lucrin

   

4

Overheveling stemprothesen

   

1

Bijstellingen mbi-kader bij ontwerpbegroting 2016

     

Voorwaardelijke toelating geneeskundige zorg

   

3

AWBZ-financiering (verkeerde bed)

 

14

14

Actuele stand kader Hoofdlijnenakkoord 2012–2015 resp. Onderhandelaarsresultaat 2014–20172

17.028

18.004

18.588

VWS jaarverslag 2016

17.587

18.490

18.425

Actueel beeld (totaal)

559

487

– 163

Waarvan transitiebedrag

474

390

42

Actueel beeld (exclusief transitiebedragen)

85

97

– 205

       

Actualisering jaarverslag 2013

600

300

Actualisering jaarverslag 2014

– 88

292

Actualisering begroting 2016

15

Actualisering jaarverslag 2015

28

– 173

– 56

Actualisering begroting 2017

7

69

– 9

Actualisering jaarverslag 2016

– 2

– 1

– 98

Totaal

559

487

– 163

1

Als gevolg van afronding kan de som van de delen afwijken van het totaal.

2

Het beschikbare bedrag zoals hierboven gepresenteerd betreft het mbi-kader en kan afwijken van het bedrag op de sector in de verdiepingsbijlage. Dit komt doordat sommige zorgkosten geen onderdeel uitmaken van het mbi-kader, terwijl de uitgaven wel binnen de sector vallen. Anderzijds vallen de AWBZ-gefinancierde uitgaven (verkeerde bed) onder het mbi-kader, maar behoren ze niet tot de Zvw-sector medisch-specialistische zorg.

Toelichting

Bij de instellingen voor medisch-specialistische zorg is in 2012 en 2013 een overschrijding geconstateerd van circa 3,3% respectievelijk circa 2,7% (€ 559 miljoen respectievelijk € 487 miljoen) ten opzichte van het afgesproken kader. Deze ontwikkeling is inclusief de verrekenbedragen uit het transitiemodel die totaal € 474 miljoen in 2012 bedragen en € 390 miljoen in 2013. Met de sector is afgesproken dat de besluitvorming over 2012 en 2013 wordt gebaseerd op de overschrijding exclusief de verrekenbedragen. Gecorrigeerd voor deze verrekenbedragen zijn de overschrijdingen € 85 miljoen (2012) en € 97 miljoen (2013). Hierop heeft reeds definitieve besluitvorming plaatsgevonden. Zoals aangegeven in de brief aan de NZa van 31 maart 2015 (TK 29 248, nr. 282) is in verband met de overschrijding in 2012 eenmalig € 70 miljoen in mindering gebracht op het beschikbare macrokader 2016. In verband met de overschrijding in 2013 is eenmalig € 29 miljoen in mindering gebracht op het beschikbare macrokader 2017; zie de brief aan de NZa van 29 april 2016 (Kamerstuk 2016D18344).

De actuele cijfers over 2014 laten een onderschrijding van € 163 miljoen zien. Deze cijfers geven geen aanleiding voor inzet van het mbi.

Tabel 7A2 Actueel beeld financiële resultaten zorgakkoorden medisch-specialistische zorg 2015–2016 (bedragen x € 1 miljoen)1
 

2015

2016

Onderhandelaarsresultaat MSZ 2014–2017 (prijspeil 2013)

20.553

20.675

Aansluiting mbi-kader met ontwerpbegroting 2015

   

Overheveling injectiemateriaal groei- en fertiliteitshormonen

3

3

Overheveling vacuumpompen

1

1

Technisch/afronding

– 1

0

Bijstellingen mbi-kader bij ontwerpbegroting 2015

   

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2014)

367

368

Overheveling tandheelkundige specialistische zorg

70

71

Overheveling fertiliteitshormonen

4

4

Overheveling lucrin

7

7

Overheveling stemprothesen

1

1

Overheveling oncolytica

25

26

Overheveling ruxolitinib

8

 

Technische verkorting dbc-doorlooptijd

– 669

 

Patiëntenparticipatie

3

3

Voorwaardelijke toelating geneeskundige zorg

3

3

Niet-gerealiseerde besparing doelmatig voorschrijven

– 10

 

Overheveling reservering transitie integrale tarieven

– 50

– 50

Bijstellingen mbi-kader bij ontwerpbegroting 2016

   

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2015)

15

16

Darmkankerscreening

25

25

Voorwaardelijke toelating geneeskundige zorg

 

5

Niet-gerealiseerde besparing doelmatig voorschrijven

– 3

– 10

Overheveling ruxolitinib

 

8

Correctie overhevelingen 2015 (siklos en lanvis)

0

1

Overheveling adhd-behandeling naar jeugdwet

 

– 12

Bijstellingen mbi-kader bij ontwerpbegroting 2017

   

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2016)

 

245

Overheveling middelen migrantenproblematiek

 

12

Overboeking middelen voor substitutie

 

– 25

Besluitvorming overschrijding MSZ 2012

 

– 70

Niet-gerealiseerde besparing doelmatig voorschrijven

 

– 1

Bijstellingen mbi-kader na ontwerpbegroting 2017

   

Subsidieregeling overgang integrale tarieven

 

19

Aansluiting begroting – mbi-kader

   

Kwaliteitsgelden (niet relevant voor de zorginkoop c.q. mbi-kader)

– 16

– 16

AWBZ-financiering (verkeerde bed)

14

14

Actuele stand kader Hoofdlijnenakkoord 2012–2015 resp. Onderhandelaarsresultaat 2014–20172

20.352

21.324

VWS jaarverslag 2016

20.040

21.376

Actueel beeld

– 312

52

     

Actualisering jaarverslag 2016

– 312

52

1

Als gevolg van afronding kan de som van de delen afwijken van het totaal.

2

Het beschikbare bedrag zoals hierboven gepresenteerd betreft het mbi-kader en kan afwijken van het bedrag op de sector in de verdiepingsbijlage. Dit komt doordat sommige zorgkosten geen onderdeel uitmaken van het mbi-kader, terwijl de uitgaven wel binnen de sector vallen. Anderzijds vallen de Wlz-gefinancierde uitgaven (verkeerde bed) onder het mbi-kader, maar behoren ze niet tot de Zvw-sector medisch-specialistische zorg.

Toelichting

Vanaf 2015 vallen de instellingen voor medisch-specialistische zorg onder de sector medisch-specialistische zorg, tezamen met de vrijgevestigde medisch specialisten en de tandheelkundige specialistische zorg. Het voorlopige beeld voor 2015 is een onderschrijding van meer dan € 300 miljoen. Het zeer voorlopige beeld voor 2016 laat een overschrijding zien van circa € 50 miljoen.

Tabel 7B Actueel beeld financiële resultaten zorgakkoorden vrijgevestigde medisch specialisten 2012–2014 (bedragen x € 1 miljoen)1
 

2012

2013

2014

Actueel kader beheersmodel VMS

2.030

2.103

2.211

       

Gerealiseerd omzetplafond begroting 2017

1.998

2.013

2.081

Actueel beeld

– 32

– 90

– 130

1

Als gevolg van afronding kan de som van de delen afwijken van het totaal.

Toelichting

Voor de afspraken met de vrijgevestigde medisch specialisten over budgettaire beheersing in het kader van het beheersmodel zijn de omzetcijfers van de NZa leidend. De definitieve vaststelling door de NZa laat zien dat de totale omzet van de vrijgevestigde medisch specialisten onder het afgesproken plafond is uitgekomen: € 32 miljoen in 2012, € 90 miljoen in 2013 en € 130 miljoen in 2014. In de verdiepingsbijlage wordt de actualisatie bij de vrijgevestigde medisch specialisten verwerkt conform schadelastcijfers van het Zorginstituut. Vanaf 2015 vallen de vrijgevestigde medisch specialisten onder de sector medisch-specialistische zorg.

Tabel 7C Actueel beeld financiële resultaten zorgakkoorden geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2013–2016 (bedragen x € 1 miljoen)1
 

2013

2014

2015

2016

Kader conform Bestuurlijk akkoord 2012

4.130

4.233

4.233

4.233

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2013)

107

107

107

107

Overheveling AWBZ naar Zvw

24

9

9

9

Bijstelling groei naar 1,5%

 

– 41

– 41

– 41

Groeiruimte

   

43

86

Aandeel wijkverpleging

   

– 5

– 9

Kader conform Bestuurlijk akkoord 2013

4.261

4.307

4.346

4.385

Loon- en prijsbijstelling (dyslexie)

1

1

1

1

Loon- en prijsbijstelling (tranches 2014, 2015 en 2016)

 

77

82

141

Overheveling AWBZ naar Zvw

10

37

37

35

Overheveling jeugd-ggz en langdurige ggz

 

– 346

– 901

– 798

Overige bijstellingen2

     

– 27

Actueel kader Bestuurlijk akkoord 2013

4.271

4.076

3.565

3.737

VWS jaarverslag 2016

4.010

3.660

3.288

3.448

Actueel beeld onderschrijding

– 261

– 417

– 277

– 288

         

Actualisering jaarverslag 2014

– 47

Actualisering begroting 2016

– 18

Actualisering jaarverslag 2015

– 137

– 290

Actualisering begroting 2017

– 59

– 44

Actualisering jaarverslag 2016

 

– 82

– 277

– 288

Totaal

– 261

– 417

– 277

– 288

1

Als gevolg van afronding kan de som van de delen afwijken van het totaal.

2

Dit betreft een schuif van kwaliteitsmiddelen naar de begroting (– € ,5 miljoen), bijdrage aan stringent pakketbeheer (– € 25 miljoen) en overheveling vanuit Forensische ggz (€ 1 miljoen).

Toelichting

Bij de geneeskundige geestelijke gezondheidszorg is al langere tijd te zien dat de uitgaven ruim binnen de afgesproken budgettaire kaders blijven. De meest recente cijfers van het Zorginstituut laten zien dat de onderschrijding over 2014 met € 82 miljoen verder is opgelopen naar € 417 miljoen. Over 2015 en 2016 komen de onderschrijdingen uit op € 277 respectievelijk € 288 miljoen.

De onderschrijding over 2016 is nog onzeker; het bedrag is voor 84% gebaseerd op bijschattingen. Gezien het beeld van de voorgaande jaren wordt een onderschrijding in deze orde van grootte wel aannemelijk geacht.

Tabel 7D Actueel beeld financiële resultaten zorgakkoorden huisartsen en multidisciplinaire zorgverlening 2013–2016 (bedragen x € 1 miljoen)1
 

2013

2014

2015

2016

Kader conform Convenant / Bestuurlijk akkoord Eerste lijn2

2.394

2.947

3.029

3.103

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2013)

43

     

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2014)

80

83

85

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2015)

   

29

30

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2016)

     

9

Overige bijstellingen

12

 

– 10

14

Actueel kader Convenant / Onderhandelaarsresultaat

2.449

3.027

3.131

3.241

VWS jaarverslag 20163

2.365

3.013

3.028

3.174

Actueel beeld

– 83

– 14

– 102

– 67

         

Actualisering jaarverslag 2013

– 52

 

Actualisering VWS begroting 2015

– 3

 

Actualisering jaarverslag 2014

– 12

– 26

 

Actualisering VWS begroting 2016

– 10

3

 

Actualisering jaarverslag 2015

– 8

9

– 73

 

Actualisering begroting 2017

 

– 1

– 6

 

Actualisering jaarverslag 2016

 

2

– 23

– 67

Totaal

– 83

– 14

– 102

– 67

1

Als gevolg van afronding kan de som van de delen afwijken van het totaal.

2

In beide akkoorden zijn geen budgettaire kaders in miljoenen euro’s opgenomen. De afspraken uit de akkoorden zijn opgenomen in de ontwerpbegroting 2013, respectievelijk 2014.

3

Het beschikbare bedrag zoals hierboven gepresenteerd betreft het mbi kader en kan derhalve afwijken van het bedrag op de sector in de verdiepingsbijlage. Dit komt omdat sommige zorgkosten expliciet uitgesloten zijn van het mbi kader terwijl de uitgaven wel binnen de sector vallen.

Toelichting

In het jaar van het Convenant Huisartsenzorg (2013) zijn de uitgaven binnen het afgesproken kader voor 2013 gebleven: op basis van actuele cijfers van het Zorginstituut is in dat jaar sprake van een onderschrijding van € 83 miljoen. Het Bestuurlijk Akkoord eerste lijn voor 2014–2017 betreft zowel de huisartsenzorg als de multidisciplinaire zorgverlening. Op basis van actuele gegevens van het Zorginstituut is per saldo sprake van een onderschrijding van respectievelijk € 14 miljoen (2014), € 102 miljoen (2015) en € 67 miljoen (2016).

Tabel 7E Actueel beeld financieel resultaat zorgakkoord 2015 en 2016 wijkverpleging (bedragen x € 1 miljoen)1
 

2015

2016

Kader conform Onderhandelaarsresultaat transitie verpleging en verzorging (wijkverpleging)

3.080

3.336

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2015)

4

4

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2016)

 

47

Herverdeling extramuralisering n.a.v. actualisering 2014

84

6

Overige bijstellingen

 

39

Actueel kader Onderhandelaarsresultaat

3.167

3.432

VWS jaarverslag 2016

3.118

3.237

Actueel beeld

– 50

– 194

     

Actualisering jaarverslag 2015

38

 

Actualisering begroting 2017

– 24

 

Actualisering jaarverslag 2016

– 64

– 194

Totaal

– 50

– 194

1

Als gevolg van afronding kan de som van de delen afwijken van het totaal.

Toelichting

In het voorjaar van 2016 werd op basis van toen actuele cijfers van het Zorginstituut verwacht dat de uitgaven in het eerste jaar van het Onderhandelaarsresultaat het afgesproken kader voor 2015 met € 38 miljoen hadden overschreden. Op basis van geactualiseerde cijfers voor dat jaar lijkt nu sprake van een onderschrijding van € 50 miljoen. Op basis van voorlopige realisatiecijfers voor 2016 wordt voor dat jaar een onderschrijding van € 194 miljoen verwacht.

In onderstaande figuur is een actueel beeld opgenomen van de financiële resultaten van de zorgakkoorden die met de verschillende sectoren zijn afgesproken. Een negatief percentage betekent dat de totale uitgaven in de betreffende sector onder het afgesproken financiële kader uitkomen. Uit dit overzicht blijkt dat de financiële afspraken in de akkoorden de afgelopen jaren zijn gerealiseerd. De akkoorden hebben bijgedragen aan de beheerste ontwikkeling van de zorguitgaven. Voor de instellingen van medisch-specialistische zorg geldt dat in 2012 en 2013 sprake was van een overschrijding die mede het gevolg was van incidentele transitiekosten samenhangend met de invoering van de nieuwe prestatiebekostiging. De jaren 2015 en 2016 zijn voor de sectoren MSZ en ggz nog zeer voorlopig, maar zijn ter indicatie wel opgenomen in de grafiek. De ggz, huisartsenzorg/MDZ en de wijkverpleging laten over alle jaren een onderschrijding zien.

Figuur 3: Actueel beeld van de financiële resultaten van de zorgakkoorden1

Figuur 3: Actueel beeld van de financiële resultaten van de zorgakkoorden

Bedragen x € 1 miljoen

1 Bij de berekening van de percentages is het bedrag van de onder- of overschrijding (de regel «actueel beeld» in de tabellen) afgezet tegen het bedrag van de actuele stand van het kader op basis van het betreffende akkoord.

Licence