A Algemene doelstelling
De Raad van State heeft de taak om als adviseur voor wetgever en bestuur en als hoogste algemene bestuursrechter bij te dragen aan behoud en versterking van de democratische rechtsstaat en daarbinnen aan de eenheid, legitimiteit en kwaliteit van het openbaar bestuur in brede zin, alsmede aan de rechtsbescherming van de burger.
De Grondwet en de Wet op de Raad van State vormen het wettelijk kader, waarbinnen de Raad van State zijn taken verricht. Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden vormt de grondslag voor zijn werkzaamheden als Raad van State van het Koninkrijk.
Met ingang van 1 januari 2014 is de Afdeling advisering als instantie aangewezen die in Nederland is belast met het onafhankelijk toezicht op de naleving van de begrotingsregels die in Europa zijn afgesproken. Deze functie vloeit voort uit het Stabiliteitsverdrag dat de lidstaten van de Europese Unie (EU) in 2012 hebben gesloten.
B Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.1
C Beleidsconclusies
Samenwerking hoogste bestuursrechtspraak
De samenwerking tussen de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en de andere hoogste bestuursrechters vindt plaats in de zogenoemde Commissie rechtseenheid bestuursrecht, waarin alle vier colleges vertegenwoordigd zijn. Dit bevordert dat de uitspraken van de betrokken colleges dezelfde antwoorden geven op rechtsvragen over de toepassing van het bestuursprocesrecht, bestuursrechtelijk schadevergoedingsrecht en bestuursrechtelijk sanctierecht.
Samenwerking wordt voorts bevorderd door de mogelijkheid leden van enkele colleges als plaatsvervangende leden in een ander college te benoemen. Daarnaast wordt soms gebruikgemaakt van de mogelijkheid een zaak te verwijzen naar een grote kamer bestaande uit vijf in plaats van drie leden, waarin ook een of meerdere leden van andere colleges plaatsnemen. Door de samenstelling van de kamer is dan voor de juridische praktijk kenbaar dat de hoogste bestuursrechters samen werken aan rechtseenheid en rechtsontwikkeling. Aan de rechtsontwikkeling wordt ook bijgedragen door het nemen van conclusies.
Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Algemene wet bestuursrecht in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht2
De wet, die onder andere beoogt het bestuurs(proces)recht te vereenvoudigen en verplicht tot facilitering van digitaal procederen, heeft ook betrekking op de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Standaard wordt dat een beroep elektronisch wordt ingediend (via het ontwikkelde web-portaal) en dat ook het overige berichtenverkeer tussen rechter en partijen digitaal geschiedt. Het wetsvoorstel is op 12 juli 2016 door de Eerste Kamer met algemene stemmen aangenomen. De wet zal gefaseerd in werking treden. De rechtspraak inzake vreemdelingenzaken (asiel en bewaring) zal als eerste verplicht digitaal behandeld worden.
Sinds 12 juni 2017 is het voor een beperkt aantal advocatenkantoren mogelijk om in asielzaken digitaal te procederen via het portaal van de Afdeling bestuursrechtspraak.
De Afdeling advisering
Taak van de Afdeling advisering is het op de meest doelmatige en kwalitatief goede wijze afdoen van binnengekomen adviesaanvragen. Tijdigheid, kenbaarheid en voorspelbaarheid zijn daarbij belangrijke kernbegrippen.
In de onderstaande tabel zijn de realisaties voor de jaren 2014- 2017 weergegeven. Voor het jaar 2017 is een vergelijking gemaakt tussen ontwerpbegroting en de realisatie (afgedaan).
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2017 | |
---|---|---|---|---|---|
Ontwerpbegroting | Realisatie | ||||
Instroom | 488 | 465 | 447 | 500 | 416 |
Afhandeling | 492 | 452 | 430 | 500 | 442 |
Toelichting
De aantallen instroom en afhandeling voor het jaar 2017 zijn in lijn met de trend uit de voorgaande jaren. De in de ontwerpbegroting opgenomen aantallen voor instroom en afhandeling zijn, mede door de afhankelijkheid van externe factoren, indicatief.
De Afdeling bestuursrechtspraak
Taak van de Afdeling bestuursrechtspraak is het op de meest doelmatige en kwalitatief goede wijze afdoen van binnengekomen zaken. Tijdigheid, kenbaarheid en voorspelbaarheid en bruikbare rechtsvorming zijn daarbij belangrijke aspecten.
De Afdeling bestuursrechtspraak bestaat uit drie kamers: de Ruimtelijke-ordeningskamer, de Algemene kamer en de Vreemdelingenkamer.
In de onderstaande tabel is de realisatie van de afhandeling van zaken door de Afdeling bestuursrechtspraak weergegeven. De gemiddelde doorlooptijden van alle afdoeningen (hoofdzaken en Voorlopige Voorzieningen) zijn weergegeven.
Norm doorlooptijd | Realisatie 2016 gemiddelde doorlooptijd | Realisatie 2017 gemiddelde doorlooptijd | |
---|---|---|---|
Ruimtelijke-ordeningskamer | 52 | 28 | 28 |
Algemene kamer | 40 | 33 | 37 |
Vreemdelingenkamer | 23 | 9 | 8 |
Totaal bestuursrechtspraak | 18 | 17 |
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2017 | 2017 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Afgedaan | Afgedaan | Afgedaan | Ontwerpbegroting | Ingekomen | Afgedaan | |
Ruimtelijke-ordeningskamer | 2.215 | 2.258 | 1.409 | 1.725 | 1.279 | 1.327 |
Algemene kamer | 3.941 | 3.688 | 3.161 | 3.800 | 3.562 | 3.295 |
Vreemdelingenkamer | 6.650 | 5.853 | 6.402 | 8.340 | 8.397 | 8.216 |
Totaal bestuursrechtspraak | 12.806 | 11.799 | 10.972 | 13.865 | 13.238 | 12.838 |
Toelichting
De in de ontwerpbegroting opgenomen instroomverwachtingen van de Ruimtelijke-ordeningskamer en de Algemene kamer zijn gebaseerd op ervaringsgegevens en een verondersteld ongewijzigd beleid bij de wetgever en de bestuursorganen. In 2017 was het totaalaantal ingekomen zaken lager dan verwacht. Het aantal afgedane zaken kwam iets onder het huidige (jaar)aanbod uit maar lag ruim boven de afdoening in voorgaande jaren.
De Afdeling bestuursrechtspraak is na de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de rechtbanken de laatste schakel in de vreemdelingenketen. De instroom van zaken binnen de Vreemdelingenkamer is grotendeels de uitkomst van de instroom, doorstroom en uitstroom bij de genoemde ketenpartners.
De verwachtingen ten aanzien van de instroom en productie van de Vreemdelingenkamer worden in samenwerking met de partners binnen de vreemdelingenketen jaarlijks vastgesteld. De verwerking van de budgettaire gevolgen van deze actualisatie vindt plaats bij gelegenheid van de Voorjaarnota en in de eerste suppletoire begroting.
D Budgettaire gevolgen van beleid
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2017 | 2017 | ||
Art.nr. | Verplichtingen: | 59.254 | 58.577 | 59.570 | 58.906 | 54.691 | 59.314 | – 4.623 |
Uitgaven: | 58.990 | 58.521 | 59.502 | 57.616 | 56.173 | 59.314 | – 3.141 | |
1.1 | Advisering | 0 | 0 | 0 | 7.375 | 7.519 | 5.723 | 1.796 |
1.2 | Bestuursrechtspraak | 0 | 0 | 0 | 50.241 | 24.832 | 32.264 | – 7.432 |
1.4 | Raad van State gemeenschappelijke diensten | 58.990 | 58.521 | 59.502 | 0 | 23.822 | 21.327 | 2.495 |
Ontvangsten: | 2.987 | 2.560 | 2.017 | 1.725 | 1.899 | 1.950 | – 51 |
E Toelichting artikelonderdelen
Bij gelegenheid van de 1e suppletoire begroting 2017 is de raming van de Raad van State – onderdeel Bestuursrechtspraak verlaagd met € 1,3 mln. Dit bedrag was het saldo van enerzijds een verlaging met € 2,8 mln. en anderzijds een verhoging met € 1,5 mln. De verlaging betrof de budgettaire gevolgen van de naar beneden bijgestelde prognose van de instroom van zaken binnen de Vreemdelingenkamer. De verhoging met € 1,5 mln. betrof de toegevoegde eindejaarsmarge (€ 0,5 mln.) en een kasschuif van 2016 naar 2017 van € 1,0 mln. ten behoeve van het programma digitalisering.
Vervolgens is bij gelegenheid van de Miljoenennota 2018 (Vermoedelijke Uitkomsten) het bedrag van de loon- en prijscompensatie (€ 1,46 mln.) toegevoegd aan de drie onderdelen van het uitgavenartikel van de Raad van State.
Ten slotte is bij gelegenheid van de 2e suppletoire begroting 2017 de raming van de Raad van State verlaagd met € 2,9 mln. Dit bedrag betrof een incidentele kasschuif naar 2018 van € 1,2 mln. ten behoeve van in 2018 te maken kosten voor het programma digitalisering en een verhoging van de uitgavenraming met € 2,1 mln. als bekostiging van de hoger dan geprognotiseerde zaaks productie in de Vreemdelingenkamer.
Eveneens in de 2e suppletoire begroting is de uitgavenraming 2017 verlaagd met € 3,6 mln. In het najaar 2017 heeft de Raad van State een businesscase laten uitvoeren, waarin beheerslasten en mogelijke baten (lagere uitgaven) van de digitalisering van het primair proces in kaart zijn gebracht. Een van de bevindingen van de businesscase is dat vooralsnog van baten voor de Raad van State geen sprake zal zijn. Een reeds in de meerjarenraming met het oog op toekomstige baten verwerkte korting van € 720.000 per jaar voor de jaren 2018 t/m 2022 zal daarom worden teruggedraaid.
De gerealiseerde uitgaven op het begrotingsartikel van de Raad van State zijn € 430.000 (0,7%) lager dan de raming bij gelegenheid van de Najaarsnota. De inzet van de Raad van State was € 590.000 onder de raming te blijven. Dit bedrag zou overeen gekomen zijn met de eindejaarsmarge van 1% van de ontwerpbegroting.
Het verschil tussen beide bedragen, € 160.000, heeft onder meer betrekking op hoger dan geraamde beheerskosten ten behoeve van digitaal werken en digitale toegang tot de rechtspraak. Geconstateerd kan worden dat, onder andere als gevolg van toenemende personele inzet, de beheerskosten van de digitalisering zijn gestegen.
Apparaat | 2017 |
---|---|
Personeel | 50.128 |
Eigen personeel | 46.325 |
Externe inhuur | 2.961 |
Overig personeel | 842 |
Materieel | 6.045 |
Overig materieel | 6.045 |
Totaal apparaat | 56.173 |