Algemeen
Voor u ligt het jaarverslag 2017 van het Ministerie van Financiën, begrotingshoofdstuk IX (Financiën en Nationale Schuld) van de Rijksbegroting. Het jaarverslag is de spiegel van de begroting. In het jaarverslag worden de gerealiseerde beleidsdoelen, gebruikte instrumenten en ingezette middelen verantwoord ten opzichte van de begroting. Simpel gezegd: heeft de Minister van Financiën bereikt wat hij wilde bereiken, op de manier zoals voorzien, met de financiële middelen die daarvoor stonden? Belangrijke verschillen met de begroting, zowel op beleidsmatig als cijfermatig gebied, worden op hoofdlijnen toegelicht in het jaarverslag. Waar relevant wordt verwezen naar Kamerstukken of andere beschikbare verantwoordingsinformatie. De Rijksbegrotingsvoorschriften (Rbv) en de Comptabiliteitswet (CW) vormen het regelgevend kader voor het jaarverslag.
Het algemeen financieel-economische beleid en het begrotingsbeleid worden primair verantwoord in het Financieel jaarverslag van het Rijk. Daarin worden ook de belastingontvangsten toegelicht.
Vanwege tussentijdse afrondingen op duizenden, miljoenen of miljarden euro’s kan de som der delen afwijken van het totaal in de tabellen.
Opbouw van het jaarverslag
Het jaarverslag bestaat, conform Rbv, uit de volgende onderdelen:
-
• A. Algemeen;
-
• B. Beleidsverslag;
-
• C. Jaarrekening, en
-
• D. Bijlagen.
A. Algemeen
Dit gedeelte bestaat uit de aanbieding van het jaarverslag met een verzoek tot dechargeverlening en deze leeswijzer (hoofdstukken 1 en 2).
B. Beleidsverslag
In het beleidsverslag wordt allereerst ingegaan op de beleidsprioriteiten (hoofdstuk 3): welke resultaten zijn bereikt in 2017? Hierin wordt teruggekeken op de beleidsagenda uit de begroting 2017, waarin de belangrijkste beleidsdoelen voor 2017 staan. Ook is een samenvatting van de Nationale Schuld opgenomen. Hoofdstuk 3 wordt afgesloten met een overzicht van de gerealiseerde beleidsdoorlichtingen en een overzicht risicoregelingen.
Daarna wordt in de hoofdstukken 4 en 5 per artikel op hoofdlijnen gerapporteerd over de bereikte resultaten in 2017. Waar relevant en beschikbaar worden de realisaties van indicatoren of kengetallen weergegeven om te laten zien in welke mate de doelstellingen op een beleidsterrein zijn behaald.
Hoofdstuk 4 bevat de volgende beleidsartikelen Financiën en Nationale Schuld:
-
• artikel 1 Belastingen;
-
• artikel 2 Financiële markten;
-
• artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector;
-
• artikel 4 Internationale financiële betrekkingen;
-
• artikel 5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen;
-
• artikel 6 Btw-compensatiefonds;
-
• artikel 7 Beheer materiële activa;
-
• artikel 11 Financiering staatsschuld (Nationale Schuld), en
-
• artikel 12 Kasbeheer (Nationale Schuld).
De beleidsartikelen in het jaarverslag hebben dezelfde opzet als in de begroting. Elk beleidsartikel bevat onder andere een onderdeel Beleidsconclusies waarin een oordeel wordt gegeven over de uitvoering van het beleid in het verantwoordingsjaar.
Het verslag van de Nationale Schuld heeft twee specifieke eigenschappen. De eerste eigenschap is dat de rente-uitgaven en renteontvangsten op transactiebasis worden verantwoord, in plaats van op kasbasis zoals bij alle andere onderdelen van de Rijksbegroting. Dit is vastgelegd in de CW 2016, artikel 2.19. Met de registratie van rente op transactiebasis voor de Nationale Schuld wordt aangesloten bij de Europese voorschriften van het Europees Stelsel van Rekeningen (ESR) 2010. De tweede eigenschap is dat voor beide artikelen het kasstelsel wordt gevoerd en daarbij wordt uitgegaan dat de aangegane financiële verplichtingen gelijk zijn aan de uitgaven (kas = verplichtingen).
In hoofdstuk 5 komen de niet-beleidsartikelen aan bod:
-
• artikel 8 Apparaat kerndepartement, en
-
• artikel 10 Nog onverdeeld.
Zowel de beleidsartikelen als de niet-beleidsartikelen bevatten een tabel Budgettaire gevolgen van beleid met een financiële toelichting, waarin opmerkelijke verschillen tussen de begroting en de realisatie bondig worden toegelicht, voor zover deze niet zijn toegelicht bij de eerste en tweede suppletoire begrotingswetten. Indien van toepassing wordt voor de toelichting verwezen naar de slotwet. Niet alle verschillen in verplichtingen, uitgaven en ontvangsten hoeven te worden toegelicht. Voor het opnemen van een toelichting zijn onderstaande normen gehanteerd, conform de Rbv. Waar politiek relevant, kan het voorkomen dat verschillen beneden deze ondergrenzen ook worden toegelicht.
Omvang verplichtingen/uitgaven/ontvangsten begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) | Ondergrens beleidsmatige mutaties | Ondergrens technische mutaties |
---|---|---|
< 50 | 1 | 2 |
≥ 50 en < 200 | 2 | 4 |
≥ 200 en < 1.000 | 5 | 10 |
≥ 1.000 | 10 | 20 |
Hoofdstuk 6 is de bedrijfsvoeringsparagraaf, waarin verslag wordt gedaan van relevante aandachtspunten in de bedrijfsvoering van het Ministerie van Financiën. Ook wordt hier ingegaan op de door de Algemene Rekenkamer (AR) geconstateerde onvolkomenheden bij het vorige jaarverslag (2016) en de maatregelen die zijn getroffen om deze onvolkomenheden in het verantwoordingsjaar (2017) en de jaren daarna weg te werken. De bedrijfsvoeringsparagraaf heeft het karakter van een uitzonderingsrapportage.
C. Jaarrekening
De hoofdstukken 7 tot en met 9 vormen de jaarrekening. Hoofdstuk 7 geeft de verantwoordingsstaten weer, hoofdstuk 8 de saldibalans met toelichtingen en hoofdstuk 9 de verantwoording betreffende de Wet Normering Topinkomens (WNT).
D. Bijlagen
Tot slot zijn vier bijlagen opgenomen. Bijlage 1 bevat een overzicht van Zelfstandige Bestuursorganen (ZBO’s) en Rechtspersonen met een Wettelijke Taak (RWT’s) waarvoor het Ministerie van Financiën beleidsmatig verantwoordelijk is. Bijlage 2 geeft een overzicht van afgerond evaluatie- en overig onderzoek, bijlage 3 geeft informatie betreffende externe inhuur en bijlage 4 is de lijst van afkortingen.
Controlenormen financiële en niet-financiële gegevens
Het jaarverslag bevat financiële en niet-financiële gegevens, welke aan diverse kwaliteits- en controlenormen onderhevig zijn. Deze normen vloeien voort uit de CW 2016 en de Rbv 2018. De Auditdienst Rijk (ADR) voert als accountant periodiek controles uit op de financiële gegevens en stelt op basis hiervan de controleverklaring op. De AR biedt op verantwoordingsdag (derde woensdag in mei) een rapport aan de Tweede Kamer aan omtrent resultaten van het verantwoordingsonderzoek 2017. Hierin staan onder andere oordelen over de kwaliteit van de financiële informatie en de beleids- en bedrijfsvoeringsinformatie in dit jaarverslag en over de kwaliteit van de bedrijfsvoering zelf.
Groeiparagraaf
Voor de verantwoording 2017 heeft de Tweede Kamer twee focusonderwerpen benoemd: «Toetsbare beleidsplannen» en «Verplichtingen: pijler van het budgetrecht». Deze focusonderwerpen zijn door de Tweede Kamer aangewezen omdat een nieuw kabinet is aangetreden met nieuwe plannen voor Nederland. Deze plannen kunnen ook nieuwe financiële verplichtingen betekenen en mogelijk het «openbreken» van bestaande verplichtingen. Voor het onderwerp «Toetsbare beleidsplannen» wordt in bijlage 2 over afgerond onderzoek inzicht gegeven in hoe binnen het Ministerie van Financiën vooraf wordt nagedacht over doeltreffendheid, doelmatigheid en financiële consequenties van nieuw beleid en bij welke beleidsplannen dit vooraf helder was. Betreffende het focusonderwerp omtrent verplichtingen: in het overzicht risicoregelingen met toelichting, in de budgettaire tabellen per artikel met toelichting en in de jaarrekening met toelichting wordt gedegen inzicht geboden in de verplichtingenstanden.
Ten opzichte van het vorige jaarverslag zijn geen andere noemenswaardige ontwikkelingen te melden.
Overgangsrecht Comptabiliteitswet
Op grond van het overgangsrecht in artikel 10.2 van de Comptabiliteitswet 2016 blijven voor de jaarverslagen en slotwetten over 2017 de bepalingen uit de Comptabiliteitswet 2001 en de daarop berustende bepalingen van toepassing zoals deze golden voor de inwerkingtreding van de Comptabiliteitswet 2016 per 1 januari 2018. Om die reden moet telkens bij de verwijzingen naar de bepalingen van de Comptabiliteitswet 2016 worden gelezen de artikelen van de Comptabiliteitswet 2001 conform de transponeringstabel bij de Comptabiliteitswet 2016, Stb. 2017, 139. Het betreft met name de volgende artikelen.
Art. in CW 2016 | Art. in CW 2001 |
---|---|
3.2 – 3.4 | 19, eerste lid; 21, eerste en tweede lid |
3.5 | 22, eerste lid; 26, eerste lid |
3.8 | 58, eerste lid, onderdeel a, en derde lid; 61, derde lid |
3.9 | 58, eerste lid, onderdeel b en c |
2.37 | 60, tweede en derde lid; 63, eerste en vierde lid |
2.35 | 61, tweede tot en met vierde lid |
2.40 | 64 |
7.12 | 82, eerste lid; 83, eerste lid |
7.14 | 82, vijfde lid; 83, tweede tot en met vierde lid |