Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft het afgelopen jaar stappen gezet om in samenwerking met relevante partners, het openbaar bestuur en de democratie verder te versterken. Dichter bij de burgers en meer in samenspraak met burgers, medeoverheden en andere betrokkenen. De interbestuurlijke samenwerking is verder versterkt en er ligt een focus op denken vanuit regionale opgaven. Samen met diverse overheidsorganisaties is geïnvesteerd in de dienstverlening en transparantie van de overheid. Zo is bijvoorbeeld de Evaluatiewet WNT in werking getreden, waardoor administratieve lasten verminderd zijn en ontwijking wordt tegengegaan. Bovendien heeft het ministerie zich gericht op de versterking van lokale democratie en ondersteuning van lokale bestuurders en raadsleden.
BZK heeft in samenwerking met betrokken overheidsorganisaties gewerkt aan digitalisering van de dienstverlening en versterking van de digitale infrastructuur. Voorgaande jaren gebeurde dit in nauwe samenspraak met het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, dat verantwoordelijk was voor de digitale overheid voor bedrijven. Met het aantreden van kabinet Rutte III is deze verantwoordelijkheid overgedragen naar het Ministerie van BZK. De verantwoordelijkheid voor de digitale overheid voor burgers en bedrijven ligt daarmee voor het eerst bij één ministerie, waardoor de samenhang en coördinerende rol op dit beleidsterrein is versterkt.
Daarnaast zijn net als voorgaande jaren dreigingen voor onze open en vrije samenleving samen met (Europese) partners aangepakt. Daartoe is in 2017 de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (Wiv2017) door de Tweede Kamer en de Eerste Kamer aangenomen.
Burgers en democratie
Agenda Lokale Democratie
De in 2015 opgestelde Agenda Lokale Democratie heeft bijgedragen aan het aanjagen en faciliteren van vernieuwing, het bevorderen van samenwerking en het wegnemen van eventuele barrières in de lokale democratie. Met de Democratic Challenge zijn gemeenten en bewoners uitgedaagd om te experimenteren. Vanuit het programma zijn zij daarin ondersteund. Met het programma «Lokale Democratie in Beweging» is een impuls gegeven aan de verbetering van het interne samenspel met het oog op het functioneren van de democratie en aan het versterken van het samenspel tussen bestuur, volksvertegenwoordigers en inwoners.
Burgerschap
De focus bij het thema burgerschap lag in 2017 bij het democratisch burgerschap van jongeren en hun betrokkenheid bij de politiek. Zo heeft ProDemos met steun van het Ministerie van BZK en de Tweede Kamer in 2017 bijna 124.000 scholieren kennis laten maken met lokale en nationale politiek en democratie, door onder andere de rondleidingen op het Binnenhof en het parlement. In de voorlichtingscampagne «Elke stem telt», ten behoeve van de verkiezingen van de Tweede Kamer van 2017, is er specifieke aandacht geweest voor jongeren. Op 5 mei 2017 heeft het Nationaal Comité 4 en 5 mei tijdens de Bevrijdingsfestivals allerlei activiteiten georganiseerd die gericht waren op het debat en de dialoog over vrijheid en democratie. Het Ministerie van BZK heeft in 2017 zelf verscheidene jongerendebatten op het ministerie en elders laten uitvoeren. En mede in opdracht van het Ministerie van BZK heeft het Nederlands Debat Instituut op tientallen scholen in het land debatwedstrijden gehouden om democratische vaardigheden te bevorderen.
Verkiezingsproces
In december 2017 zijn twee wetsvoorstellen tot wijziging van de Kieswet in consultatie gebracht. Het ene wetsvoorstel (ter vereenvoudiging van stemmen vanuit het buitenland) heeft tot doel om het stemmen door Nederlanders in het buitenland makkelijker te maken. Doel van het andere wetsvoorstel (met als titel: Wijziging van de Kieswet houdende maatregelen tot aanpassing van de procedure van de vaststelling van de verkiezingsuitslag alsmede regeling van enkele andere onderwerpen) is het transparanter en beter controleerbaar maken van het proces van de vaststelling van de uitslag van een verkiezing. Beide wetsvoorstellen zijn aangekondigd in Kamerbrieven over de evaluatie van de Tweede Kamerverkiezing van 15 maart 2017 (Kamerstukken II 2016/17, 31 142, nrs. 62 en 71) en in het debat daarover met de Tweede Kamer.
De test met internetstemmen voor kiezers in het buitenland is voorbereid in 2016. De start van de test is echter uitgesteld omdat meer tijd nodig was voor de voorbereiding. In 2017 heeft overleg over de uitvoering van de test nog niet geleid tot een concrete inzet om de test daadwerkelijk te kunnen uitvoeren.
De Tweede Kamer is op 25 augustus 2017 geïnformeerd over de uitkomsten van de marktuitvraag naar het kunnen realiseren van de door de commissie Van Beek geadviseerde stemprinter en stemmenteller om in de stemlokalen elektronisch te stemmen en te tellen (Kamerstukken II 2015–2016 33 829, nr. 15). Gegeven de demissionaire status van het kabinet is in augustus 2017 aangegeven dat een finaal besluit over de haalbaarheid van de invoering van de stemprinter en de stemmenteller aan het komende kabinet werd gelaten.
Landelijke aanpak adreskwaliteit
De Landelijke aanpak adreskwaliteit (LAA) is succesvol gebleken. De doelstelling om de kwaliteit van het adresgegeven in de Basis Registratie Personen (BRP) te verhogen en daarmee fraude aan te pakken wordt gerealiseerd. Door het delen van informatie over woonadressen tussen overheden worden door gemeenten gerichte huisbezoeken afgelegd gericht op adres gerelateerde fraude. De hit rate over alle signalen in 2017 ligt op 45%. De gemeente voert na afronding van het onderzoek een mutatie in de BRP door, waardoor de afnemers van de BRP eventuele regelingen/toeslagen kunnen aanpassen.
Vanwege de LAA is meer zicht gekregen op het maatschappelijke belang van de werkwijze van LAA. Van maatschappelijk belang zijn bijvoorbeeld de verbetering van de zichtbaarheid en het imago van de gemeente, efficiencywinst binnen de gemeentelijke organisatie, betrouwbare informatie bij rampen en eerder zicht op nodige hulpverlening bij zorgmijders of schuldenproblematiek. De Landelijke Aanpak wordt vanwege deze goede resultaten gecontinueerd.
BRP
In juli 2017 is, mede naar aanleiding van een kritisch advies van het Bureau ICT-Toetsing (BIT), de operatie BRP en de inbeheername van de BRP gestopt (TK 27 859, nr. 111). In november 2017 heeft de Staatssecretaris de commissie BRP ingesteld om terug te kijken op het verloop van de Operatie vanaf 2009 (TK 27 859, nr. 115). De commissie BRP zal in het voorjaar van 2018 rapporteren. Voorts is een start gemaakt met een onderzoek naar de toekomstvastheid van de GBA-V. Ook is eind 2017 een belangrijk deel van de laatste versie van de broncode BRP en bijbehorende technische en functionele documentatie openbaar gemaakt met een opensource-licentie.
Bestuur
Agenda Stad
In het kader van Agenda Stad werken steden, Rijk, bedrijven en maatschappelijke organisaties samen aan innovatieve aanpakken voor stedelijke transitievraagstukken op het gebied van energie, economie, mobiliteit, digitalisering, duurzaamheid en sociale inclusie. De afspraken daarover worden vastgelegd in City Deals. In 2017 zijn zes nieuwe City Deals getekend en van start gegaan. In totaal waren in 2017 16 City Deals in uitvoering.
In 2017 heeft het Ministerie van BZK namens Nederland de voortgang van de Europese Agenda Stad ondersteund, mede op verzoek van de Europese Commissie. Onder het Maltese voorzitterschap van de EU (eerste helft 2017) zijn de laatste vier Partnerschappen opgericht, waarmee het totaal op de beoogde twaalf is gekomen. De eerste vier Partnerschappen hebben in 2017 hun zogenaamde Actieplan gepubliceerd, waarin ruim 30 concrete acties voor betere regelgeving, betere financiering en betere kennisdeling zijn opgenomen.
Sociaal domein, omgevingswet en verhoogde asielinstroom
Migratie
Het Ondersteuningsteam Asielzoekers en Vergunninghouders (OTAV), waarin Rijk en gemeenten samenwerken om praktische invulling te geven aan het opvangen van statushouders, heeft tot juli 2017 ondersteuning geboden aan medeoverheden. Naast het beantwoorden van vele ondersteuningsverzoeken van gemeenten heeft het OTAV diverse handreikingen en factsheets gepubliceerd over opvang, huisvesting, communicatie, gezondheid en veiligheid om gemeenten te ondersteunen. Uit de voortgangsrapportage van juli 2017 en een uitgevoerde peiling van de VNG onder gemeenten is gebleken dat 81 procent van de doelgroep aangaf van deze handreikingen gebruik te hebben gemaakt. In totaal zijn er daarnaast 183 experts ingezet om 140 gemeenten te helpen met het opvangen van statushouders.
De Landelijke Regietafel is de overlegstructuur met interbestuurlijke partners en onder voorzitterschap van de Minister van BZK, die is ingesteld ten tijde van de verhoogde instroom. Van primair een structuur om de crisissituatie aan te kunnen, heeft de regietafel zich ontwikkeld tot een platform waar grote lijnen worden uitgezet en ambities op het gebied van migratie en integratie worden besproken met ketenpartners.
Omgevingswet
In 2017 is in samenwerking en nauwe afstemming met het programma «aan de slag met de omgevingswet» met vele gemeenten, provincies en waterschappen gesproken over de veranderopgave rond de omgevingswet. In totaal is er met 178 gemeenten gesproken over de thema’s van het programma (rol van de raad, regionale samenwerking en participatie). Bijzondere aandacht was er voor de gemeenteraden. Via Raad in Beraad sessies (35 sessies) heeft het Ministerie van BZK aandacht besteed aan de veranderende rol van de raad, de beweging naar meer maatwerk en de veranderende verhoudingen met de samenleving.
Sociaal Domein
Vanuit mijn coördinerende rol in het sociaal domein heb ik verder gewerkt aan de totstandkoming van goede randvoorwaarden voor de decentralisaties en voor een gezamenlijke aanpak van knelpunten op het gebied van zaken als privacy, inkoop en toezicht. Ook hebben gemeenten ondersteuning vanuit het Rijk gekregen bij de uitvoering van hun beleid.
De gezamenlijkheid en het partnerschap krijgen gestalte in het «Programma Sociaal Domein». Rijk en gemeenten zijn het afgelopen jaar in nauw overleg overgegaan tot de instelling hiervan (TK, 2016–2017 34 477, nr. 26). Het Programma richt zich op prangende thema’s en weerbarstige vraagstukken in de transformatie.
Naar aanleiding van het Regeerakkoord Rutte III zijn het Rijk en de VNG onder mijn regie in overleg gegaan over de inrichting van een Interbestuurlijk Programma en de plaats van het sociaal domein daarin.
Financiële verhoudingen, gemeentefonds/provinciefonds en precario
Op 16 juni 2017 is het rapport «Rekening houden met verschil, ruimte bieden in de financiële verhoudingen» zonder kabinetsstandpunt (vanwege de demissionaire status) aangeboden aan de Tweede Kamer.
In 2017 is mede op verzoek van de Tweede Kamer, onder regie van het Ministerie van BZK, gestart met een kwalitatief onderzoek naar de verdeelmodellen van het Sociaal domein. Op basis van de uitkomsten vindt besluitvorming plaats over het al dan niet instellen van een volledig, kwantitatief verdeelonderzoek.
Op 22 maart 2017 stemde de Eerste Kamer voor het wetsvoorstel dat decentrale overheden vanaf 1 juli 2017 geen precariobelasting meer mogen heffen over nutsnetwerken. Gemeenten die op 10 februari 2016 een tarief hadden voor precariobelasting op nutsnetwerken, mogen nog tot ten maximale dit tarief blijven heffen tot 1 januari 2022. Bij amendement van de Tweede Kamer is de beoogde overgangstermijn van 2027 ingekort tot 2022 (Kamerstukken II, 2016–2017, 34 508, nr. 9).
Op 15 juni 2017 is de Financiële verhoudingswet met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2017 gewijzigd. De vereenvoudiging van de verdeling van het provinciefonds is daarmee een feit. Bij de behandeling van het wetsvoorstel werd in de Tweede Kamer een motie aangenomen van de leden Veldman en Fokke (Kamerstukken II, 2016–2017, 34 568 nr. 8) die verzoekt om binnen twee jaar te komen tot een plan van aanpak gericht op het binnen drie jaar herzien van de grondslagen van de verdeling van het provinciefonds.
Politici, bestuurders en ambtenaren
Beperken Topinkomens
In juli 2017 trad de Evaluatiewet WNT in werking (stb-2017–151). Met de Evaluatiewet WNT zijn de administratieve lasten voor WNT-instellingen verminderd en zijn aanvullende maatregelen getroffen die ontwijking van de WNT tegengaan.
De wijze waarop de accountant de naleving van de WNT controleert bij instellingen is vastgelegd in het Controleprotocol WNT. In 2017 is het Controleprotocol WNT in goed overleg met de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) herzien. Het nieuwe protocol geeft de accountant duidelijkheid over de controlewerkzaamheden en leidt tot een substantiële vermindering van de controlelast.
Ook in 2017 heeft er planmatig en risicogericht toezicht op naleving van de WNT plaatsgevonden. De WNT-jaarrapportage 2016 (Kamerstukken II 2017–2018 30 111, nr. 106) laat net als vorig jaar een grote mate van naleving van de wet zien.
Modern werkgeverschap/ambtelijke rechtspositie
De Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) is in maart 2017 bekrachtigd (Stb. 123). De inwerkingtreding is voorzien op 1 januari 2020. In 2017 is door een interdepartementale werkgroep gewerkt aan de voorbereiding van de benodigde invoerings- en aanpassingswetgeving. Over de stand van zaken is de Kamer in oktober 2017 geïnformeerd (Kamerstukken II 2017/18, 33 566, nr. 100). Eind november is de website www.wnra.nl gelanceerd. Deze website informeert overheidswerkgevers en ondersteunt hen bij de implementatie van de Wnra.
In 2017 is met concrete acties ingezet op versterking en modernisering van het ambtelijk vakmanschap als publieke waarde. Onder meer door interdepartementaal kennis en ervaring uit te wisselen, best practices te verspreiden en het vak van ambtenaar te promoten bij scholieren. Tevens is er vanuit de sector Rijk, in afstemming met de andere overheidssectoren, een start gemaakt met modernisering van de ambtseed, zodat de taal van de eed meer aansluit bij de huidige tijd.
Bestuur en veiligheid
In 2017 is vanuit het programma Bestuur en Veiligheid van het Ministerie van BZK actieve inzet getoond op het thema «weerbaar bestuur, weerbare democratie». Ten eerste door het beschermen van politieke ambtsdragers (hierbij gaat het om het zorgdragen voor de veiligheid en integriteit van politieke ambtsdragers). Ten tweede door het toerusten van politieke ambtsdragers (gericht op het versterken het handelingsvermogen van politieke ambtsdragers) om ondermijning van de democratische rechtsorde van uit georganiseerde criminaliteit, ongewenste buitenlandse inmenging en antidemocratische groeperingen beter tegen te kunnen gaan.
Netwerk Weerbaar Bestuur
In 2017 is het netwerk Weerbaar Bestuur opgezet. Binnen het netwerk wordt door BZK toegewerkt naar een verdere versterking van de weerbaarheid en veerkracht van politieke ambtsdragers waar het gaat om intimidatie, bedreiging en integriteitsvraagstukken in relatie tot ondermijning – zoals eerder is toegezegd (Kamerstukken II, 2015–2016, 28 684 nr. 455) samen met de verschillende betrokken organisaties (zoals de beroepsverenigingen van politieke ambtsdragers en de bestuurdersverenigingen van de politieke partijen). Ingezet wordt op een bundeling van de krachten en activiteiten, zoals het samenbrengen van kennis, het uitwisselen van ervaringen, het ontwikkelen van instrumenten en het bieden van handelingsperspectief.
Positie Raadsleden
Ter uitvoering van het Actieplan versterking positie raadsleden is samen met de beroepsverenigingen Raadslid.Nu en Vereniging van Griffiers de basis gelegd voor een structureel regionaal scholingsaanbod. Met de extra middelen die naar aanleiding van de motie Wolbert beschikbaar zijn gesteld, is het bestaande ondersteuningsaanbod in kaart gebracht. Vervolgens is een inwerkprogramma voor raadsleden gerealiseerd. Dit sluit aan bij de verwachting dat na de gemeenteraadsverkiezingen in 2018 veel nieuwgekozen raadsleden behoefte hebben aan een inwerkprogramma. In dit programma wordt aandacht gegeven aan specifieke competenties, vaardigheden en kennis die nieuwe lokale opgaven vragen (decentralisaties, regionalisering, etc.). Zo kunnen raadsleden na de verkiezingen met een stevig inwerkprogramma en trainingsmodules in een digitaal leerplatform zichzelf bijvoorbeeld informeren en oefenen in hun rolneming. Bijvoorbeeld in de interactie met inwoners of in hun rol bij regionale samenwerking.
Medio 2017 is de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) om advies gevraagd «of de tijdsbesteding, werkdruk, verantwoordelijkheid en de beloning van raadsleden nog met elkaar in balans zijn». Ook is de vraag gesteld in hoeverre de secundaire arbeidsvoorwaarden raadsleden helpen bij het vervullen van hun ambt. In deze adviesaanvraag is ook het idee van burgerschapsverlof meegenomen. Het advies wordt voor de zomer 2018 verwacht.
Digitale dienstverlening overheid
Digitalisering heeft onze samenleving en de behoeften van burgers in hun contact met de overheid de afgelopen jaren in rap tempo veranderd. De enorme toename in gebruik van bestaande voorzieningen zoals de Berichtenbox van MijnOverheid en DigiD is een welkome ontwikkeling, burgers hebben zo de mogelijkheid snel en veilig digitaal contact te hebben met de overheid. Tegelijkertijd legt de toename van het gebruik ook druk op de ontwikkeling van de digitale overheid, omdat deze continue moet blijven voldoen aan de eisen van de tijd en mee moet groeien met de wensen van de gebruikers. Deze spanning is ook geconstateerd in het rapport Maak Waar! van de studiegroep Informatiesamenleving & Overheid en komt ook naar voren in het rapport «Hoezo MIJNoverheid?» van de Nationale ombudsman. Het jaar 2017 heeft in het teken gestaan van het versterken van de rol van de overheid in de informatiesamenleving, zoals de manier waarop het Ministerie van BZK deze uitdagingen aanpakt.
Digitaal 2017
De doelstelling van het kabinet Rutte II over de digitalisering van de dienstverlening van de overheid is in hoge mate gerealiseerd. Dit blijkt uit de eindrapportage over het overheidsbrede stimuleringsprogramma Digitaal 2017 die 23 oktober 2017 naar de Tweede Kamer is gezonden (Tweede Kamer, 2017–2018, 26 643, nr. 495). Het doel was dat burgers en ondernemers uiterlijk in 2017 zaken met de overheid, zoals het aanvragen van een vergunning, digitaal kunnen afhandelen. Door alle investeringen in de overheidsdienstverlening is de waardering van de gebruikers daarvoor in de afgelopen jaren steeds verder toegenomen.
Het wetsvoorstel voor wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, waarmee burgers en ondernemers het wettelijke recht krijgen om aanvragen van bijvoorbeeld een vergunning digitaal bij de overheid in te kunnen dienen als dat ook schriftelijk kan, is eind juni 2017 voor advies aan de Raad van State voorgelegd, het wetgevingstraject loopt door in 2018.
Wet Generieke Digitale Infrastructuur
De Wet Generieke Digitale Infrastructuur (Wet GDI) is eind 2016 in consultatie gegaan. De reacties zijn verwerkt in het wetsontwerp dat eind december 2017 voor advies naar de Raad van State is verzonden. De Staatssecretaris van BZK verwacht het wetsontwerp in het voorjaar van 2018 aan de Tweede Kamer aan te bieden. Het wetsontwerp is hernoemd tot Wet Digitale Overheid (Wet DO) omdat de wet niet alleen de digitale infrastructuur regelt, maar ook de informatiehuishouding binnen de overheid (standaarden, uitwisseling van informatie, toegankelijkheid, e.d.).
De Wet DO harmoniseert de dienstverlening van de overheid en voorziet deze van waarborgen op het gebied van toegankelijkheid, informatieveiligheid, betrouwbaarheid, privacybescherming en standaarden. In de Wet DO worden bestuursorganen in beginsel verplicht om op voorzieningen aan te sluiten.
eID
De centrale doelstellingen van het programma eID zijn het verhogen van het betrouwbaarheidsniveau van de digitale toegang tot overheidsdienstverlening en het waarborgen van de continuïteit van het stelsel van elektronische identificatie en authenticatie. In de brief van 23 juni 2017 (TK 26 643, nr. 476) is gemeld dat het stelsel eID vereenvoudigd wordt om de uitvoerbaarheid te waarborgen. De realisatie van de publieke middelen (hoger betrouwbaarheidsniveau DigiD) krijgt voorrang op het toelaten van private middelen.
In het voorjaar van 2017 kwam de DigiD app beschikbaar waarmee tweestapsverificatie mogelijk is, naast de reeds beschikbare tweestapsverificatie door middel van SMS.
In november 2017 is het publieke middel DigiD met een hogere betrouwbaarheid beschikbaar gekomen (niveau «substantieel»). DigiD gebruikers kunnen met de DigiD app een eenmalige controle uitvoeren op hun paspoort, rijbewijs of identiteitskaart. Deze controle geeft organisaties meer zekerheid over wie er inlogt. De verdere uitrol onder burgers geschiedt gefaseerd en in nauw overleg met de overheidsdienstverleners.
Open overheid, open data en persoonlijk datamanagement
In 2017 is door het programma «Burgers en bedrijven in Regie op hun Gegevens» de verkennende fase afgerond, waarbij is gekeken naar de vraag hoe «Persoonlijk Data Management» (PDM) geïmplementeerd zou kunnen worden om inwoners en ondernemers meer regie over hun gegevens te geven. De bevindingen zijn vastgelegd in de greenpaper «Regie op Gegevens? Durf te doen!».
In het regeerakkoord van Rutte-III is Regie op Gegevens een van de aandachtspunten. Om tot de benodigde vervolgstappen te komen is een programmavoorstel voor een meerjarige aanpak opgesteld en interbestuurlijk afgestemd.
VN-dag
Nederland organiseerde namens de Verenigde Naties het United Nations Public Service Forum op 22 en 23 juni 2017 in Den Haag. Tijdens het internationale congres werden innovaties gedeeld op het gebied van onder meer interactief samenwerken en digitalisering bij overheidsorganisaties om te komen tot een betere publieke dienstverlening. Ruim 80 landendelegaties namen eraan deel.
Nationale Veiligheid
Modernisering Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten
In 2017 is de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (Wiv2017) door de Tweede Kamer en de Eerste Kamer aangenomen. Het afgelopen jaar zijn de voorbereidingen getroffen voor de volledige inwerkingtreding van de Wiv2017. De nieuwe bevoegdheid, die de mogelijkheid biedt om digitale datastromen te onderzoeken met onderzoeksopdrachtgerichte interceptie, gaat gepaard met uitbreiding van het toezicht. De instelling van de onafhankelijke Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden betreft één van de voorbeelden van de strikte waarborgen in de wet. In 2017 is besloten dat, na inzameling van het vereiste aantal handtekeningen, op 21 maart 2018 een referendum over de Wiv2017 wordt gehouden.
Dreigingsbeeld
De dreiging tegen Nederland en de Nederlandse belangen in het buitenland is in 2017 wederom toegenomen. Verschillende geopolitieke ontwikkelingen zijn van invloed op de veiligheidssituatie in Nederland en de Nederlandse belangen in het buitenland. Uit onderzoek van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) is gebleken dat er sprake is van toenemende heimelijke politieke beïnvloeding door statelijke actoren en de terroristische dreiging blijft onverminderd hoog. De dreigingen hebben een sterke digitale component. Globalisering en digitalisering van de samenleving hebben een grote invloed op het werk van de AIVD.
Jihadistisch terrorisme
De terroristische dreiging tegen Nederland blijft complex en diffuus. Deze dreiging wordt gevoed door de mondiale jihadistische beweging. De aandacht voor uitreizigers en terugkeerders blijft onverminderd hoog. Met name de laatste groep kan in omvang toenemen nu de geografische positie van ISIS in het Midden-Oosten sterk is verzwakt. Geïnspireerde en gestimuleerde aanslagen worden in deze context steeds belangrijker voor ISIS. Aanhangers in Europa die een aanslag overwegen, voelen meer dan ooit de druk vanuit Syrië en Irak om in eigen land tot actie over te gaan. ISIS speelt hier in de propaganda bewust op in. Bovendien heeft elke nieuwe aanslag weer de potentie om nieuwe aanslagplegers te inspireren. Ook Al Qaida bleef actief in diverse landen in Afrika en Azië en koestert ambities om aanslagen te plegen in het Westen. Naast het onderzoek naar de dreiging die uitging van ISIS, richtte het onderzoek van de AIVD zich in 2017 ook op de dreiging tegen het Westen en westerse belangen die uitging van Al Qaida. Ook deze dreiging was reëel in 2017.
Instabiliteit aan de buitengrenzen van Europa
De instabiliteit aan de Europese buitengrenzen was ook in 2017 divers van aard en werkte door in de veiligheidssituatie in Nederland en op de Nederlandse belangen in het buitenland. Zo droeg de instabiele politieke situatie in Syrië, Irak en Libië bij aan het ontstaan van vrijplaatsen voor terroristische organisaties. Daarnaast beïnvloedden verschillende geopolitieke conflicten in het Midden-Oosten en instabiele politieke situaties in aangrenzende landen het functioneren van bondgenootschappen en internationale organisaties waar Nederland lid van is. Tegelijkertijd is uit onderzoek van de AIVD gebleken dat deze conflicten door werkten in de verhouding tussen bevolkingsgroepen in Nederland die hun herkomst in deze gebieden hebben.
Spionage en heimelijke politieke beïnvloeding
De relatie met Rusland blijft met spanningen omgeven. Rusland is zeer bedreven in het heimelijk digitaal beïnvloeden van (politieke) besluitvormingsprocessen, beeldvorming en publieke opinie in andere landen. De afgelopen jaren vormen beïnvloedingsoperaties een steeds belangrijker onderdeel van de Russische buitenlandpolitiek. Naast digitale spionage was in 2017 eveneens sprake van «klassieke» Russische inlichtingenactiviteiten. Russische functionarissen vergaarden onder andere inlichtingen op het terrein van economie, wetenschap, politiek en defensie. Rusland is niet het enige land dat dergelijke activiteiten ontplooit. De AIVD heeft in 2017 (pogingen tot) rekrutering en het gericht verzamelen van specifieke informatie over (financieel-)economische en politieke onderwerpen door China vastgesteld. Chinese digitale spionage richt zich meer op publieke en private organisaties met grootschalige toegang tot persoonsgegevens. De AIVD constateert dat hierbij informatie wordt buitgemaakt die zicht geeft op de sociale omgeving en werkkring van klanten en medewerkers van de getroffen organisaties.
Cyberdreiging
De AIVD heeft gesignaleerd dat de omvang van hoogwaardige digitale aanvallen vanuit statelijke actoren richting de Nederlandse overheid en het Nederlandse bedrijfsleven de afgelopen jaren een hoge vlucht heeft genomen. Digitale aanvallen met als oogmerk spionage, beïnvloeding, sabotage of terrorisme vormen een omvangrijke en toenemende bedreiging voor de integriteit van de Nederlandse overheid. Ook is de dreiging van invloed op het Nederlandse economische verdienvermogen en het ongehinderd functioneren van het publieke leven en de vitale sectoren. De AIVD heeft vastgesteld dat staten in toenemende mate zowel gerichte als ongerichte digitale aanvallen uitvoeren op organisaties wereldwijd. Deze aanvallen hebben ook gevolgen voor Nederland. Zo is de Rotterdamse haven getroffen door de neveneffecten van de sabotageaanval «NotPetya», wat tot aanzienlijke economische schade leidde. De AIVD werkt op basis van unieke en bijzondere inlichtingenmiddelen intensief samen met onder andere de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) en het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) om gevaren te onderkennen en in te dammen. Dit doet de AIVD door onderzoek naar digitale aanvallen te doen, de mogelijk getroffen organisaties binnen en buiten de overheid te informeren en door te adviseren over schade, schadeherstel en preventie na digitale aanvallen aan organisaties om op die manier het veiligheidsbewustzijn verder te vergroten.
Internationale samenwerking
De internationale samenwerking tussen inlichtingen- en veiligheidsdiensten bleek in 2017 ook op het gebied van contra-terrorisme van belang. De samenwerking is deels verankerd in het Europees samenwerkingsverband Counter Terrorism Group (CTG), maar vindt ook plaats met diensten die daarbij niet zijn aangesloten. De AIVD hield in 2017 een actieve rol in het interactieve platform dat de CTG-landen, onder voorzitterschap van de AIVD, in 2016 inrichtten om het uitwisselen van operationele inlichtingen te bevorderen.
Artikel | Naam artikel | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | Geheel artikel? |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Artikel 1 | Openbaar bestuur en democratie | |||||||||
1.1 | Bestuurlijke en financiële verhoudingen | X | Nee | |||||||
1.2 | Participatie | X | Nee | |||||||
Artikel 2 | Algemene Inlichtingen- en veiligheidsdienst (AIVD) | |||||||||
Artikel 6 | Dienstverlenende en innovatieve overheid | |||||||||
6.1 | Verminderen regeldruk | Nee | ||||||||
6.2 | Informatiebeleid en ontwikkeling e-overheidsvoorzieningen | Nee | ||||||||
6.3 | Betrouwbare levering van e-overheidsvoorzieningen | Nee | ||||||||
6.4 | Burgerschap | Nee | ||||||||
6.5 | Reisdocumenten en basisadministratie persoonsgegevens | Nee | ||||||||
Artikel 7 | Arbeidszaken overheid | |||||||||
7.1 | Overheid als werkgever | X | Nee | |||||||
7.2 | Pensioenen, uitkeringen en benoemingsregelingen | X | Nee |
Voor het meest recente overzicht van de programmering van beleidsdoorlichtingen, klik op deze link:
http://www.rijksbegroting.nl/2018/voorbereiding/begroting,kst236851_4.html
Toelichting
Artikel 1.1 Openbaar bestuur en democratie, Bestuurlijke en financiële verhoudingen:
Het algemene beeld in de opgeleverde beleidsdoorlichting in 2014 is dat de verstandhouding tussen de overheden in de onderzochte periode 2007–2013 als geheel genomen is verbeterd, maar dat stagnatie op de loer ligt en gewaakt moet worden voor een verslechtering. Om verder te kunnen bijdragen aan een doelmatig en doeltreffend overheidsoptreden moeten de spelregels en inhoudelijke normen voor het onderhouden van goede bestuurlijke en financiële verhoudingen wel daadwerkelijk worden toegepast. In de navolgende periode is een werkwijze gevolgd waarbij gewerkt is langs de lijnen van de conclusies van de beleidsdoorlichting. In die periode zijn veelomvattende en ingrijpende operaties geïmplementeerd (de decentralisaties in het sociaal domein) of op de rol gezet (Omgevingswet). Deze operaties hebben zowel bestuurlijk-juridisch als financieel een grote impact. Het is vitaal dat recht wordt gedaan aan een goed bestuurlijk en financieel instrumentarium. Een aandachtspunt is de benodigde invoeringstermijn bij dergelijke operaties. De gecoördineerde inzet van het rijk en van de betrokken decentrale overheden is steeds weer een succesvoorwaarde. De coördinerende positie van de Minister van BZK in het sociaal domein is hiervan een voorbeeld.
Art. 6.1 Verminderen regeldruk
De beleidsdoorlichting laat een positieve ontwikkeling zien op het terrein van regeldrukvermindering en de e-overheid. De samenhangende instrumenten laten in algemene zin positieve resultaten zien. Daarbij passen volgens de doorlichting wel een paar kanttekeningen.
Art. 6.2 Informatiebeleid en ontwikkeling e-overheidsvoorzieningen
Zoals in de brief bij de doorlichting staat was de beleidstheorie (de doelen van het beleid) vanuit het perspectief van de begrotingsartikelen gezien veelal impliciet en is daarom toegezegd dat in de begroting 2017 verbeterde doelstellingen zouden worden opgenomen. Deze eerste vertaalslag is in de begroting 2017 opgenomen.
Art. 6.3 Betrouwbare levering van e-overheidsvoorzieningen
Meer aandacht wordt besteed aan het beter, concreter en meer meetbaar formuleren van de doelen, waar mogelijk vanuit het perspectief van de burger. Er is een meerjarig evaluatieprogramma opgezet, waarbij op instrumentniveau beleid en voorzieningen in clusters geëvalueerd worden. De doelmatigheid van de instrumenten komt daarbij aan de orde. Er wordt tevens gewerkt aan een beter meet- en monitorinstrumentarium. In het kader van het centraal stellen van het gebruikersperspectief wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een (overheids-)dienstverleningsconcept van de toekomst.
Artikel 6.4 Dienstverlenende en innovatieve overheid: Burgerschap
Artikel 6.4 gaat over beleidsmaatregelen van het rijk om de betrokkenheid van burgers bij democratische processen te bevorderen, kortweg bevordering van burgerschap. Eind 2017 is de beleidsdoorlichting uitgekomen die ziet op de doelmatige en doeltreffende besteding van de betreffende middelen in de periode 2012 t/m 2016. Dit betrof een budget van ongeveer € 30 mln., voor subsidies en opdrachten in het kader van de doe-democratie, doorontwikkeling van de lokale democratie, subsidies aan ProDemos en subsidies aan het Nationaal Comité 4 en 5 mei.
Een kernconstatering is dat de middelen die zijn ingezet voor ProDemos goed (en positief) zijn te toetsen op doelmatigheid en doeltreffendheid. Naar deze organisatie is ook het meeste geld gegaan, namelijk iets meer dan € 23,6 mln. Bij de doe-democratie (totaal budget € 4,3 mln.) is dit minder goed na te gaan, wat mede verband hield met het feit dat de doe-democratie een experimenten-programma was, zonder vooropgezette doelen. Ook voor het Nationaal Comité is dat lastig te achterhalen, maar is de kwalificatie doelmatig wel plausibel. Overigens gaat het hier om een beperkte inzet van BZK-middelen, namelijk iets meer dan € 0,5 mln. over 5 jaar.
Het rapport constateert dat de maatregelen van het rijk op burgerschap over de jaren nogal eens wisselen, verklaart dat uit de afwezigheid van een robuuste beleidstheorie en beveelt aan deze alsnog te ontwikkelen. Ook beveelt het rapport aan om aan de voorkant van nieuw beleid duidelijker te omschrijven wat de beoogde doelstellingen zijn en vervolgens die ontwikkelingen te monitoren. Langs die weg is het nadien beter mogelijk te toetsen in hoeverre de beoogde doelstellingen zijn gerealiseerd.
Een derde constatering uit de beleidsdoorlichting is dat in de rijksbegroting de borging van publieke democratische besluitvorming thans onder twee verschillende artikelen is geplaatst, namelijk artikel 1.2 (Participatie) en 6.4. (Burgerschap). Het rapport geeft in overweging deze samen te brengen onder één begrotingsartikel, om aldus het onderlinge verband te versterken.
Artikel 6.5 Reisdocumenten en basisadministratie persoonsgegevens
Uit de conclusies van de beleidsdoorlichting blijkt dat de gegevens die niet frequent veranderen, bijvoorbeeld gegevens over de burgerlijke staat, nagenoeg 100% betrouwbaar zijn. Daarmee is de norm uit de motie van Bilder en Heijnen van 99% betrouwbaarheid van gemiddeld alle gegevens in de Basisregistratie Personen (BRP) gehaald. De betrouwbaarheid van het adresgegeven blijft een uitdaging. Het laatste onderzoek gaat uit van 97% van correct geregistreerde personen op een adres. Het adresgegeven blijft onderhevig aan verandering door verhuisbewegingen van burgers en de tijd die zit tussen daadwerkelijke verhuizing en aangifte van verhuizing. Er zal altijd frictie zijn tussen de feitelijke situatie en de latere registratie. Uit de beleidsdoorlichting blijkt dat de afgelopen jaren veel is geïnvesteerd in de kwaliteit van de BRP en dat de kwaliteit van de BRP is verbeterd. Concrete kwaliteitsacties hadden o.a. betrekking op Invoering Wet BRP met bestuurlijke boete als nieuw onderdeel van de wet, Circulaires over de onderwerpen adresonderzoek, gerede twijfel briefadressen, Kwaliteitsnormen, audit en nieuwe evaluatie-instrumenten, terugmeldvoorziening en pilot gekwalificeerd terugmelden, Aanpak vermindering VOW’ers (Vertrokken Onbekend Waarheen), Risicogestuurd adresonderzoek en huisbezoeken, Project Naar betrouwbare persoonsgegevens, diverse instrumenten gericht op burgers en goede voorbeelden delen in de keten (o.a. roadshows en kwaliteitskrant). De komende jaren zal ingezet worden op borging en inbedding van de kwaliteitsacties van de afgelopen jaren.
Artikel 7 Overheid als werkgever
De beleidsdoorlichting betreft het door het Ministerie van BZK gevoerde integriteitsbeleid gericht op de ambtelijke dienst binnen het openbaar bestuur over de periode 2006–2012. De algemene conclusie is dat het Ministerie gedurende de loop der jaren heeft ingezet op een breed integriteitsbeleid, dat diverse elementen omvat waarmee, ook volgens internationale (wetenschappelijke) standaarden, sprake is van een goed en coherent integriteitsbeleid. Dit neemt niet weg dat het lastig is de effectiviteit van integriteitsbeleid vast te stellen. Schendingen spelen zich net als elke andere vorm van laakbaar gedrag veelal in het duister af. Er bestaat daarom weinig inzicht in de daadwerkelijke omvang van (gebrek aan) integriteit als probleem. De wetenschap spreekt hier over een zgn. «dark number». De doelstellingen van het beleid waren niet meetbaar geformuleerd. Zo kwam de focus van het beleid te liggen op het belang van integriteit in algemene zin en de implementatie van integriteitsmaatregelen door overheidsorganisaties in specifieke zin. De beleidsdoorlichting laat zien dat er verschillende onderzoeken zijn gedaan om waar mogelijk zicht te krijgen op de implementatie en mogelijke effecten van het integriteitsbeleid. De beleidsdoorlichting laat tot slot ook zien dat de effectiviteit van het beleid verder kan worden vergroot door het aanbrengen van meer samenhang in de inhoud van het integriteitsbeleid als onderdeel van goed bestuur en door het versterken van de samenwerking met relevante partners. De systeemverantwoordelijkheid van het Ministerie is naar behoren ingevuld. Daarbij zij aangetekend dat organisaties in eerste aanleg uiteindelijk zelf aan zet zijn waar het gaat om het verder verankeren van integriteit in de organisatiecultuur.
In 2016 is de Monitor integriteit openbaar bestuur uit 2012 herhaald in de bredere context van Integriteit en Veiligheid. Belangrijkste conclusies: het algemene beeld is dat Nederland een integer ambtelijk apparaat heeft. Er zijn minder vermoedens van schendingen dan in de monitor uit 2012 en het aantal feitelijk geregistreerde schendingen is laag. Er is veel bekendheid met het integriteitsbeleid. Over het thema worden bijeenkomsten georganiseerd, protocollen en codes opgesteld en trainingen gegeven. Bijna alle organisaties in het openbaar bestuur hebben actueel integriteitsbeleid en een aanspreekpunt voor integriteitsvragen. Uit de monitor blijkt voorts dat succesfactoren voor een effectief integriteitsbeleid vooral betrekking hebben op het levend houden van beleid, een veilige gespreksomgeving, commitment van de top van de organisatie, voorbeeldgedrag van leidinggevenden en de organisatiecultuur (Kamerstukken II 2016–2017 28 684, nr. 486).
Overzicht van risicoregelingen
Artikel | Omschrijving | Uitstaande garanties 2016 | Verleend 2017 | Vervallen 2017 | Uitstaande garanties 2017 | Garantieplafond | Totaal plafond |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Artikel 7 Arbeidszaken overheid | Regelingen voor Nederlandse ambtenaren uit de voormalige overzeese gebieden (SAIP) | 2.500 | 0 | 0 | 2.500 | 2.500 | 2.500 |
Totaal | 2.500 | 0 | 0 | 2.500 | 2.500 | 2.500 |
Er zijn in 2017 geen uitgaven en ontvangsten gedaan op garanties.