Activa: | Passiva: | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
31-12-2018 | 31-12-2017 | 31-12-2018 | 31-12-2017 | |||||||||
Intra-comptabele posten | ||||||||||||
1) | Uitgaven ten laste van de begroting | € | 5.809.561 | € | 5.636.081 | 2) | Ontvangsten ten gunste van de begroting | € | 6.005.066 | € | 5.714.810 | |
3) | Liquide middelen | – | 0 | – | 0 | |||||||
4) | Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding | – | 195.506 | – | 78.729 | 4a) | Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding | – | 0 | – | 0 | |
5) | Rekening-courant RHB Begrotingsreserve | – | 0 | – | 0 | 5a) | Begrotingsreserves | – | 0 | – | 0 | |
6) | Vorderingen buiten begrotingsverband | – | 0 | – | 0 | 7) | Schulden buiten begrotingsverband | – | 0 | – | 0 | |
8) | Kas-transverschillen | – | 0 | 0 | ||||||||
Afrondingsverschil | – | 0 | – | 0 | Afrondingsverschil | – | 1 | – | 0 | |||
subtotaal intra-comptabel | € | 6.005.067 | € | 5.714.810 | subtotaal intra-comptabel | € | 6.005.067 | € | 5.714.810 | |||
Extra-comptabele posten | ||||||||||||
9) | Openstaande rechten | – | 0 | 0 | 9a) | Tegenrekening openstaande rechten | – | 0 | – | 0 | ||
10) | Vorderingen | – | 306.273 | – | 220.859 | 10a) | Tegenrekening vorderingen | – | 306.273 | – | 220.859 | |
11a) | Tegenrekening schulden | – | 0 | – | 0 | 11) | Schulden | – | 0 | – | 0 | |
12) | Voorschotten | – | 1.197.662 | – | 1.386.475 | 12a) | Tegenrekening voorschotten | – | 1.197.662 | – | 1.386.475 | |
13a) | Tegenrekening garantieverplichtingen | – | 237.605 | – | 294.336 | 13) | Garantieverplichtingen | – | 237.605 | – | 294.336 | |
14a) | Tegenrekening andere verplichtingen | – | 20.165.215 | – | 19.148.421 | 14) | Andere verplichtingen | – | 20.165.215 | – | 19.148.421 | |
15 | Deelnemingen | – | 1.714.477 | – | 1.714.477 | 15a) | Tegenrekening deelnemingen | – | 1.714.477 | – | 1.714.477 | |
subtotaal extra-comptabel | € | 23.621.232 | € | 22.764.568 | subtotaal extra-comptabel | € | 23.621.232 | € | 22.764.568 | |||
Overall Totaal | € | 29.626.299 | € | 28.479.378 | Overall Totaal | € | 29.626.299 | € | 28.479.378 |
Toelichting samenstelling saldibalans
Als een Minister meer dan één begroting beheert, in dit geval Infrastructuur en Waterstaat (XII), het Infrastructuurfonds en het Deltafonds, wordt per begroting een saldibalans opgesteld. Voor de begroting van Hoofdstuk XII, het Infrastructuurfonds en het Deltafonds worden geen gescheiden administraties gevoerd waardoor posten die niet zonder meer toewijsbaar zijn aan een bepaalde begroting, zijn opgenomen in de saldibalans van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII).
Wat betreft de toelichtingen zijn de volgende uitgangspunten toegepast. Een post, welke in verhouding tot de totale omvang van de balansregel een grote omvang heeft of de grens van € 25 miljoen overschrijdt, is tekstueel toegelicht.
4) Rekening-courantverhouding Rijkshoofdboekhouding
Deze balansregel geeft normaliter de financiële verhouding met de Rijksschatkist weer en het saldo van het Saldobiljet per 31 december 2018. Dit is nu niet het geval omdat het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een rekening-courantverhouding met de Rijkshoofdboekhouding onderhoudt voor begroting Hoofdstuk XII gecombineerd met het Infrastructuurfonds en het Deltafonds en niet voor de beide begrotingsfondsen afzonderlijk.
Om de consolidatie van het Financieel Jaarverslag Rijk niet te verstoren wordt desondanks in het jaarverslag van beide begrotingsfondsen gebruik gemaakt van de balanspost 4) Rekening-courantverhouding Rijkshoofdboekhouding. De drie balansposten Rekening-courantverhouding Rijkshoofdboekhouding Hoofdstuk XII, Infrastructuurfonds en Deltafonds samen zijn gelijk aan het Saldobiljet per 31 december 2018.
Deze stelselwijziging is doorgevoerd vanaf 2018 en impliceert dat de balanspost Sluitrekening IenW vanaf verslagjaar 2018 is komen te vervallen. Het bedrag over het jaar 2017 van deze sluitrekening, die was vermeld in de saldibalans behorend tot het Jaarverslag 2017, is in het Jaarverslag 2018 in de ter vergelijking opgenomen cijfers dienovereenkomstig nu onder balanspost 4) Rekening-courantverhouding Rijkshoofdboekhouding verantwoord.
10 en 10a) Vorderingen en Tegenrekening vorderingen
Extra-comptabele vorderingen zijn vorderingen die zijn voortgevloeid uit uitgaven ten laste van de begroting.
Direct opeisbaar | 125.972 |
Op termijn opeisbaar | 180.301 |
Geconditioneerd | 0 |
Totaal | 306.273 |
Artikel 12 Hoofdwegennet | 12.099 |
Artikel 13 Spoorwegen | 293.960 |
Overig | 214 |
Totaal | 306.273 |
Toelichtingen
Artikel 13 Spoorwegen
Op NS stond ultimo 2017 een vordering open van circa € 213,1 miljoen met betrekking tot HSA. In 2018 is op deze vordering € 32,8 miljoen afgelost, waardoor ultimo 2018 de openstaande vordering circa € 180,3 miljoen bedraagt. Daarnaast heeft NS in 2018 een rentebedrag betaald van € 6,5 miljoen over de openstaande vordering.
Een vordering van € 113,7 miljoen staat open op de provincie Noord-Brabant. In de bestuursovereenkomst PHS Vught zijn (financiële) afspraken vastgelegd voor de realisering van een verdiepte ligging van het spoor in de gemeente Vught. Als gevolg van deze afspraken vormt BTW een kostenpost voor de partijen.
Destijds, tussen 2015 en februari 2017, zijn twee mogelijke werkwijzen met betrekking tot de financiële afspraken verkend. De gekozen werkwijze bleek bij uitvoering in 2018 een onwettigheid in zich te hebben en dat betekent een wijziging in de financiële afspraken tussen de drie betrokken partijen. Zodoende vindt nu overleg plaats om de destijds al onderkende tweede mogelijke werkwijze uit te werken.
Dit moet leiden tot een meer gebruikelijke gang van zaken bij medefinanciering van andere overheden aan rijks-spoorprojecten waarbij sprake is van een directe financiële relatie tussen ProRail en PNB en tussen ProRail en de gemeente Vught. Totdat de afspraken schriftelijk zijn vastgelegd blijft de vordering op de provincie Noord-Brabant zichtbaar in de administratie van IenW.
12 en 12a) Voorschotten en Tegenrekening voorschotten
Voorschotten zijn bedragen die aan derden zijn betaald vooruitlopend op later definitief vast te stellen of af te rekenen bedragen.
Tot en met 2016 | 614.305 |
2017 | 315.383 |
2018 | 267.974 |
Totaal | 1.197.662 |
Artikel 12 Hoofdwegennet | 10.760 |
Artikel 13 Spoorwegen | 611.827 |
Artikel 14 Regionaal, lokale infrastructuur | 346.885 |
Artikel 15 Hoofdvarenwegennet | 76.439 |
Artikel 17 Megaprojecten verkeer en vervoer | 151.751 |
Totaal | 1.197.662 |
Toelichtingen
Artikel 13 Spoorwegen
Bij ProRail en een aantal gemeenten zijn diverse aanlegprojecten voor personen- en goederenvervoer, zoals opgenomen in het MIRT-projectenboek, gefinancierd. In dit kader staat eind 2018 nog voor een gezamenlijk bedrag van circa € 395 miljoen aan voorschotten open waarvan de afwikkeling in de jaren 2019 tot en met 2022 plaatsvindt.
Aan een aantal gemeenten zijn in het kader van regeling spoorse doorsnijdingen voorschotten ten bedrage van circa € 129 miljoen verstrekt. Gemeenten geven in de SISA-verantwoording aan wanneer de subsidie kan worden vastgesteld.
Verder zijn voorschotten van circa € 47 miljoen aan het Bureau Sanering Verkeerslawaai verstrekt voor de saneringen bij het spoor. Naar verwachting worden deze voorschoten in de periode 2019 tot en met 2025 afgewikkeld.
Artikel 14 Regionaal, lokale infrastructuur
Er zijn voorschotten verstrekt ten behoeve van Regionaal, lokale infrastructuur.
Zo zijn voor het uitvoeren van decentrale projecten voor regio specifieke oplossingen ter verbetering van de bereikbaarheid conform het RSP-convenant Rijk-Regio aan het samenwerkingsverband Noord Nederland gelden verstrekt, waarvan eind 2018 circa € 246 miljoen aan voorschotten openstaat. De afwikkeling wordt in 2021 verwacht.
Ook staat circa € 82 miljoen nog open op de provincie Utrecht voor de tramlijn Utrecht Centraal naar de Uithof. Afwikkeling vindt vermoedelijk in 2020 plaats vanwege de financiële problematiek en politieke besluitvorming die bij de gemeente en provincie speelt.
Daarnaast is in het kader van onder andere het Bereikbaarheidsoffensief Randstad (BOR) een pakket van maatregelen getroffen welke is gericht op de verbetering van de bereikbaarheid in het algemeen en de Randstad in het bijzonder. Daartoe zijn aan kaderwetgebieden subsidies verstrekt voor een gezamenlijk bedrag van ruim € 8 miljoen. Deze subsidies worden aan verkeer- en vervoerprojecten besteed en moeten voldoen aan de door de regionale partijen vastgestelde criteria die worden gebruikt bij de prioriteitenstelling. Afwikkeling wordt verwacht in de jaren 2019 tot en met 2021.
Artikel 15 Hoofdvaarwegennet
Op de provincie Groningen staat circa € 40 miljoen aan voorschotten open voor de vervanging van de Noordzeebrug, de Hoge wegbrug bij Zuidhorn en een brug bij Dorkwerd. De provincie Friesland heeft een subsidie ontvangen voor het project realisatie brug Burgum/bochtafsnijding Prinses Margriet Kanaal. Ultimo 2018 staat nog € 26 miljoen open. De afwikkeling vindt vermoedelijk in 2019 plaats.
Artikel 17 Megaprojecten verkeer en vervoer
Ultimo 2018 staat op dit artikel voor circa € 152 miljoen aan voorschotten open die onder andere zijn verstrekt aan ProRail in het kader van het Programma Hoogfrequent Spoor (ruim € 107 miljoen) en voor het verrichten van planstudies European Rail Traffic Management System (ERTMS) (ruim € 29 miljoen) De afwikkeling wordt in 2019 verwacht.
Stand per 1 januari 2018 | 1.386.475 | |
In 2018 vastgelegde voorschotten | 2.009.254 | |
In 2018 afgerekende voorschotten | – 2.198.067 | |
Verdeeld naar jaar van betaling: | ||
• 2016 en eerder | – 80.480 | |
• 2017 | – 376.539 | |
• 2018 | – 1.741.048 | |
Openstaand per 31 december 2018 | 1.197.662 |
13 en 13a) Garantieverplichtingen en Tegenrekening garantieverplichtingen
Dit zijn verplichtingen waarvan betaling op een later moment afhankelijk is van een bepaalde omstandigheid (een bepaald risico of een bepaalde onzekere gebeurtenis) bij de partij die de garantie ontvangt. Dit zijn dus voorwaardelijke financiële verplichtingen.
Stand per 1 januari 2018 | 294.336 |
Verstrekt in 2018 | 0,00 |
Afname risico 2018 | – 56.731 |
Openstaand per 31 december 2018 | 237.605 |
Toelichtingen
In 2018 is het openstaande garantiebedrag aan de NS in het kader van de vervoersconcessie ten bedrage van € 56,7 miljoen volledig terugbetaald en daarmee is de garantiestelling komen te vervallen.
14 en 14a) Andere verplichtingen en Tegenrekening andere verplichtingen
De post Andere verplichtingen vormt een saldo van de verplichtingen per 1 januari van het begrotingsjaar, de aangegane verplichtingen, hierop verrichte betalingen en negatieve bijstellingen van in eerdere begrotingsjaren aangegane verplichtingen.
Stand per 1 januari 2018 | 19.148.421 |
Aangegaan in 2018 | 6.826.355 |
Tot betaling gekomen in 2018 | – 5.809.561 |
Openstaand per 31 december 2018 | 20.165.215 |
Toelichtingen
De negatieve bijstellingen worden niet separaat in de toelichting op de saldibalans weergegeven. Daarentegen worden omvangrijke negatieve bijstellingen op de verplichtingen wel toegelicht bij de tabellen Budgettaire gevolgen van de uitvoering van het artikel waar de negatieve bijstelling betrekking op heeft.
Niet uit de saldibalans blijkende bestuurlijke verplichtingen
In het kader van infrastructurele werken op het terrein van regionale en lokale infrastructuur, maar ook op het terrein van het waterbeheer, het hoofdwegen- en spoorwegennet worden bestuurlijke afspraken gemaakt. Deze afspraken staan in het MIRT Projectenboek, welke jaarlijks als bijlage bij de begroting Infrastructuurfonds wordt uitgebracht.
In het kader van de NUBBBV zijn de bestuurlijke afspraken geïnventariseerd voor zover al niet deel uitmakend van de juridische verplichtingen, zoals opgenomen in de financiële administratie. Deze bestuurlijke afspraken zijn zeer divers in aard en omvang. Soms zijn bestuurlijke afspraken enkel samenwerkingsafspraken, soms in meer of mindere mate concrete afspraken over te realiseren projecten of beleidsdoelstellingen, waarvoor het financieel belang nog niet is gekwantificeerd, ofwel sprake is van een raming, dan wel een maximum of van een zeker bedrag. Gezien de bestuurlijke toezeggingen in financiële termen in hardheid verschillen zijn deze niet optelbaar. Hierdoor is geen totaalbedrag aan bestuurlijke toezeggingen te geven. Indien sprake is van een zekere hardheid – en bovendien juridisch gebonden – worden deze toezeggingen als aangegane verplichting in de financiële administratie opgenomen.
15 en 15a) Deelnemingen en Tegenrekening deelnemingen
Deze balansregel geeft de deelnemingen in besloten en naamloze vennootschappen en internationale instellingen weer.
Railinfratrust B.V. | 1.714.477 |
Openstaand per 31 december 2018 | 1.714.477 |
Toelichtingen
Het aandelenbezit in Railinfratrust B.V. bestaat uit 44 aandelen met een nominale waarde van elk € 450,00.