Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2018 | 2018 | ||
Art.nr. | Verplichtingen: | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | – 1.957 | 1.957 |
Uitgaven: | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | – 1.957 | 1.957 | |
10.1 | Loonbijstelling | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
– waarvan programma | 0 | 0 | 0 | |||||
– waarvan apparaat | 0 | 0 | 0 | |||||
10.2 | Prijsbijstelling | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
– waarvan programma | 0 | 0 | 0 | |||||
– waarvan apparaat | 0 | 0 | 0 | |||||
10.3 | Onvoorzien | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | – 1.957 | 1.957 |
Ontvangsten: | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
10.3 Onvoorzien
Dit bedrag heeft betrekking op een deel van de taakstellingen van Rutte I en II die betrekking heeft op de Eerste Kamer en de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer stelt zich op het standpunt dat het zich als zelfstandige begrotingsautoriteit en de eerder op dat vlak tussen regering en Kamer gemaakte afspraken, niet gebonden acht aan een van regeringswege voor de Kamer vastgestelde taakstelling.
Voor de Tweede Kamer geldt dat dit gaat om het deel van de ombuigingstaakstelling van Rutte I dat niet wordt geaccepteerd omdat het hier gaat om niet beïnvloedbaar artikel.