A Algemene doelstelling
De Raad van State heeft de taak om als adviseur voor wetgever en bestuur en als hoogste algemene bestuursrechter bij te dragen aan behoud en versterking van de democratische rechtsstaat en daarbinnen aan de eenheid, legitimiteit en kwaliteit van het openbaar bestuur in brede zin, alsmede aan de rechtsbescherming van de burger.
De Grondwet en de Wet op de Raad van State vormen het wettelijk kader, waarbinnen de Raad van State zijn taken verricht. Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden vormt de grondslag voor zijn werkzaamheden als Raad van State van het Koninkrijk.
Met ingang van 1 januari 2014 is de Afdeling advisering als instantie aangewezen die in Nederland is belast met het onafhankelijk toezicht op de naleving van de begrotingsregels die in Europa zijn afgesproken. Deze functie vloeit voort uit het Stabiliteitsverdrag dat de lidstaten van de Europese Unie (EU) in 2012 hebben gesloten.
B Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie1.
C Beleidsconclusies
De Afdeling advisering
Taak van de Afdeling advisering is het op de meest doelmatige en kwalitatief goede wijze afdoen van binnengekomen adviesaanvragen. Tijdigheid, kenbaarheid en voorspelbaarheid zijn daarbij belangrijke kernbegrippen.
In de onderstaande tabel zijn de realisaties voor de jaren 2015–2018 weergegeven. Voor het jaar 2018 is een vergelijking gemaakt tussen ontwerpbegroting en de realisatie (afgedaan).
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2018 | |
---|---|---|---|---|---|
Ontwerpbegroting | Realisatie | ||||
Instroom | 465 | 447 | 416 | 475 | 410 |
Afhandeling | 452 | 430 | 442 | 475 | 392 |
Toelichting
De aantallen instroom en afhandeling voor het jaar 2018 zijn in lijn met de trend uit de voorgaande jaren. De in de ontwerpbegroting opgenomen aantallen voor instroom en afhandeling zijn, mede door de afhankelijkheid van externe factoren, indicatief.
De externe positionering van de Afdeling advisering als grondwettelijk gewaarborgd onafhankelijk adviesorgaan van regering en parlement vraagt bijzondere aandacht. Onder meer in het licht van de ontwikkeling dat het zwaartepunt van de besluitvorming steeds vroeger in het proces van voorbereiding komt te liggen, bestaat er behoefte aan advisering door de Afdeling op verschillende momenten in het wetgevingsproces. Daarbij past een differentiatie in het soort adviezen dat wordt gegeven, waarbij de Afdeling zich niet beperkt tot adviezen over concrete wetsvoorstellen. Voor alle typen advisering geldt overigens dat meer interdisciplinair werken de kwaliteit van de advisering waarschijnlijk zal verhogen. In 2018 is er toegewerkt naar een andere en bredere inzet van zowel medewerkers als staatsraden die dit op kunnen vangen
De Afdeling bestuursrechtspraak
Taak van de Afdeling bestuursrechtspraak is het op de meest doelmatige en kwalitatief goede wijze afdoen van binnengekomen zaken. Tijdigheid, kenbaarheid en voorspelbaarheid en bruikbare rechtsvorming zijn daarbij belangrijke aspecten. De Afdeling bestuursrechtspraak bestaat uit drie kamers: de Ruimtelijke-ordeningskamer, de Algemene kamer en de Vreemdelingenkamer.
In de onderstaande tabel is de realisatie van de afhandeling van zaken door de Afdeling bestuursrechtspraak weergegeven. De gemiddelde doorlooptijden van alle afdoeningen (hoofdzaken en Voorlopige Voorzieningen) zijn weergegeven.
Norm doorlooptijd | Realisatie 2017 gemiddelde doorlooptijd | Realisatie 2018 gemiddelde doorlooptijd | |
---|---|---|---|
Ruimtelijke-ordeningskamer | 52 | 28 | 31 |
Algemene kamer | 40 | 37 | 38 |
Vreemdelingenkamer | 23 | 8 | 9 |
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2018 | 2018 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Afgedaan | Afgedaan | Afgedaan | Ontwerpbegroting | Ingekomen | Afgedaan | |
Ruimtelijke-ordeningskamer | 2.258 | 1.409 | 1.327 | 1.600 | 1.186 | 1.107 |
Algemene kamer | 3.688 | 3.161 | 3.295 | 3.800 | 3.368 | 3.816 |
Vreemdelingenkamer | 5.853 | 6.402 | 8.216 | 6.290 | 8.845 | 8.558 |
Totaal bestuursrechtspraak | 11.799 | 10.972 | 12.838 | 11.690 | 13.399 | 13.481 |
Toelichting
De in de ontwerpbegroting opgenomen instroomverwachtingen van de Ruimtelijke-ordeningskamer en de Algemene kamer zijn gebaseerd op ervaringsgegevens en een verondersteld ongewijzigd beleid bij de wetgever en de bestuursorganen. In 2018 was het totaalaantal ingekomen zaken lager dan verwacht. Het aantal afgedane zaken in de Algemene kamer kwam onder het actuele (jaar)aanbod uit, maar lag boven de afdoening in voorgaande jaren.
De Afdeling bestuursrechtspraak is na de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de rechtbanken de laatste schakel in de vreemdelingenketen. De instroom van zaken binnen de Vreemdelingenkamer is grotendeels de uitkomst van de instroom, doorstroom en uitstroom bij de genoemde ketenpartners.
De verwachtingen ten aanzien van de instroom en productie van de Vreemdelingenkamer worden in samenwerking met de partners binnen de vreemdelingenketen jaarlijks vastgesteld. De verwerking van de budgettaire gevolgen van deze actualisatie vindt plaats bij gelegenheid van de Voorjaarnota en in de suppletoire begrotingen.
D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2018 | 2018 | ||
Art.nr. | Verplichtingen: | 58.577 | 59.570 | 58.906 | 54.691 | 63.633 | 54.934 | 8.699 |
Uitgaven: | 58.521 | 59.502 | 57.616 | 56.173 | 60.428 | 54.934 | 5.494 | |
1.1 | Advisering | 0 | 0 | 7.375 | 7.519 | 5.193 | 5.923 | – 730 |
1.2 | Bestuursrechtspraak | 0 | 0 | 50.241 | 24.832 | 28.598 | 27.525 | 1.073 |
1.4 | Raad van State gemeenschappelijke diensten | 58.521 | 59.502 | 0 | 23.822 | 26.637 | 21.486 | 5.151 |
Ontvangsten: | 2.560 | 2.017 | 1.725 | 1.899 | 1.704 | 1.950 | – 246 |
E Toelichting op de financiële instrumenten
Uitgaven
1.1 Advisering
In 2018 was de externe mobiliteit hoger dan gebruikelijk. Onder meer door marktomstandigheden bleken vacatures lastig te vervullen. De realisatie van de personele uitgaven was hierdoor € 0,7 mln. lager dan geraamd in de ontwerpbegroting.
1.2 Bestuursrechtspraak
De vastgestelde begroting is tijdens de begrotingsuitvoering enkele malen verhoogd. De wijzigingen betroffen het programma digitaal procederen, om onder meer aan de wettelijke eisen van digitale toegang tot de rechtspraak te kunnen voldoen, een voorziening voor de beheerslasten van het programma en verhoging van de uitgavenraming die het gevolg was van een opwaartse bijstelling van de instroom- en productieraming in het Hoger Beroep Vreemdelingen. Ook is het bedrag van de loon- en prijsbijstelling toegevoegd aan de begroting.
Naar aanleiding van de taak- en middelen analyse zijn voor borging van de uitvoering van de wettelijke taken van de Hoge Colleges van Staat (Raad van State, Algemene Rekenkamer en Nationale ombudsman) in deze kabinetsperiode, bij voorjaarsnotabesluitvorming 2018, extra middelen aan de begroting toegevoegd. De Raad van State ontving € 0,8 mln. in 2018. (Kamerstukken II, 34 775, nr. 5)
Ook binnen de bestuursrechtspraak was in 2018 de externe mobiliteit van personeel hoger dan gebruikelijk en bleken vacatures lastig te vervullen. De beschikbare begrotingsgelden voor het programma digitaal procederen zijn in 2018 volledig besteed. De realisatie op het artikelonderdeel was € 1,0 mln. hoger dan geraamd in de ontwerpbegroting.
1.3 Gemeenschappelijke diensten
De vastgestelde begroting is bij gelegenheid van de tweede suppletoire begroting met € 1,6 mln. verlaagd. Deze verlaging betrof voor een belangrijk deel de verdeling van € 3,6 mln. (bekostiging project digitaal procederen) in een kasritme over de jaren 2018 t/m 2022. Daarnaast leidden lagere personele uitgaven in 2018 ook op dit artikelonderdeel tot een wijziging bij tweede suppletoire begroting 2018.
Specificatie apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000)
Apparaat | 2018 |
---|---|
Personeel | 52.706 |
Eigen personeel | 48.070 |
Externe inhuur | 3.630 |
Overig personeel | 1.006 |
Materieel | 7.722 |
Overig materieel | 7.722 |
Totaal apparaat | 60.428 |
Ontvangsten
De ontvangsten uit hoofde van de griffierechten zijn lager dan begroot. Dit is het gevolg van jurisprudentie inzake «betalingsonmacht» die onder voorwaarden on- en minvermogenden vrijstelling van het tarief van griffierechten verleent.