Base description which applies to whole site

10.2 Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)

De Immigratie- en Naturalisatiedienst is dé toelatingsorganisatie van Nederland die, als uitvoeringsorganisatie, het vreemdelingenbeleid effectief en efficiënt uitvoert in samenwerking met de partners in de keten. Dit houdt in dat de IND de aanvragen beoordeelt van vreemdelingen die in Nederland willen verblijven of Nederlander willen worden.

Tabel 62 Staat van baten en lasten IND (x € 1.000)
   

Verschil

 
   

realisatie en

 
   

vastgestelde

 
 

Vastgestelde

 

begroting

 

Omschrijving

begroting (1)

Realisatie (2)

(3 = 2 - 1)

Realisatie 2018

     

Baten

    

Omzet moederdepartement

323.148

389.393

66.245

336.297

Omzet overige departementen

0

0

0

0

Omzet derden

47.360

68.678

21.318

80.649

Rentebaten

0

0

0

0

Vrijval voorzieningen

0

995

995

1.729

Bijzondere baten

0

0

0

0

Totaal baten

370.508

459.066

88.558

418.675

     

Lasten

    

Apparaatkosten

302.363

367.387

65.024

317.353

- Personele kosten

246.500

312.184

65.684

265.036

Waarvan eigen personeel

215.000

242.956

27.956

211.728

Waarvan inhuur externen

27.000

65.193

38.193

48.018

Waarvan overige personele kosten

4.500

4.035

‒ 465

5.290

- Materiële kosten

55.863

55.203

‒ 660

52.317

Waarvan apparaat ICT

1.000

1.192

192

1.163

Waarvan bijdrage aan SSO's

39.926

50.162

10.236

43.574

Waarvan overige materiële kosten

14.937

3.849

‒ 11.088

7.580

Materiële programma kosten

47.445

69.222

21.777

56.364

Rentelasten

200

5

‒ 195

34

Afschrijvingskosten

20.500

16.688

‒ 3.812

17.512

-Materieel

6.000

2.154

‒ 3.846

1.829

Waarvan apparaat ICT

2.500

0

‒ 2.500

0

-Immaterieel

14.500

14.534

34

15.682

Overige lasten

0

28.246

28.246

3.086

-Dotaties voorzieningen

0

28.119

28.119

2.609

-Bijzondere lasten

0

127

127

477

Totaal lasten

370.508

481.548

111.040

394.349

     

Saldo van baten en lasten reguliere bedrijfsuitoefening

0

‒ 22.482

‒ 22.482

24.326

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

0

     

Saldo van baten en lasten

0

‒ 22.482

‒ 22.482

24.326

Toelichting

In vergelijking met de begroting zijn de baten en de lasten hoger dan begroot. Dit wordt veroorzaakt doordat bij Voorjaarsnota 2019 door het kabinet extra middelen aan het opdrachtgeversbudget zijn toegevoegd. De bijstelling bestaat uit:

  • stabiele financiering van de asielketen € 41,5 mln.;

  • extra productieverwachting volgend uit de Meerjaren Productieprognose (MPP) € 32,9 mln.;

  • overig (o.a. loonbijstelling) € 5,5 mln.

In de praktijk zijn de instroom en de productie toegenomen ten opzichte van de oorspronkelijke begroting. De aanvullende middelen zijn ingezet voor de bekostiging van deze hogere productie.

Daarnaast zijn gelden beschikbaar gesteld voor de uitvoering van:

  • de Definitieve Regeling Langdurig Verblijvende Kinderen: eind januari 2019 heeft het kabinet besloten tot een herbeoordeling van alle personen wiens aanvraag voor de Definitieve Regeling Langdurig Verblijvende Kinderen is afgewezen op grond van het meewerkcriterium. De bijdrage voor de uitvoering van deze regeling bedraagt € 12,9 mln.;

  • de Brexit: de in het voorjaar 2018 gereserveerde middelen voor de afhandeling van de aanvragen voor een verblijfsvergunning door Britse onderdanen naar aanleiding van de Brexit zijn bij de eerste suppletoire begroting beschikbaar gesteld. De bijdrage voor de uitvoering van de Brexit in 2019 en volgende jaren bedraagt totaal € 14,0 mln.

Baten

Omzet moederdepartement

In de opdrachtbrief zijn de te ontvangen baten van het moederdepartement vastgelegd. De afrekening vindt plaats volgens de met het moederdepartement overeengekomen bekostigingsafspraken. In 2019 is een omzet moederdepartement gerealiseerd van € 389,4 mln.

De omzet moederdepartement is als volgt opgebouwd.

Tabel 63 Omzet moederdepartement (x € 1.000)
 

2019

2018

Waarvan direct gerelateerd aan geleverde producten

345.879

246.157

waarvan productgroep Asiel

156.656

92.207

waarvan productgroep Naturalisatie

19.042

8.997

waarvan productgroep Ketenondersteuning

7.038

6.551

waarvan productgroep Regulier

163.143

138.402

Waarvan overige ontvangsten/bijdragen van het moederdepartement

101.116

161.309

   

Subtotaal:

446.995

407.466

waarvan omzet gecorrigeerd voor leges

‒ 53.814

‒ 58.153

waarvan omzet gecorrigeerd voor diversen

‒ 3.788

‒ 13.016

Totaal omzet moederdepartement

389.393

336.297

Totaal omzet direct gerelateerd aan geleverde producten

De totaal gerealiseerde omzet PxQ bedraagt € 345,9 mln. Deze is bepaald op basis van de vastgestelde IND kostprijzen en de gerealiseerde prestatie aantallen in 2019. De stijging ten opzichte van 2018 wordt veroorzaakt doordat:

  • de instroom en productie van een groot aantal producten asiel, regulier en naturalisatie in 2019 is gestegen,

  • de IND in 2019 voor een groter deel via PxQ wordt bekostigd. Een deel van de kosten voor huisvesting en werkplekken zijn vanaf 2019 in de kostprijzen opgenomen en maken geen onderdeel meer uit van de lumpsum. De kostprijzen zijn hierdoor toegenomen; de lumpsumbijdrage is afgenomen.

Totaal omzet overige ontvangsten/bijdragen van het moederdepartement

Deze omzet bestaat uit de lumpsumbijdrage uit de aanvullende opdrachtbrief ad € 97,4 mln. Dit is lager dan in 2018, omdat een deel van de lumpsum (kosten voor huisvesting en werkplekken) vanaf 2019 in de IND kostprijzen zijn opgenomen. Daarnaast is € 3,7 mln. ontvangen voor specifieke projecten, zoals Brexit, Digitaal Werken en de Regeling Kinderpardon.

Omzet gecorrigeerd

De omzet moederdepartement is volgens de bekostigingsafspraken gecorrigeerd voor de omzet ontvangen leges en het maximeren van de bijdrage voor strategische projecten.

Omzet derden

In de omzet derden worden onder andere de leges voor het aanvragen van vergunningen, de bijdrage uit internationale projecten en doorbelastingen voor huisvesting verantwoord. De omzet derden tot en met december 2019 bedraagt € 68,7 mln.

Rentebaten

In 2019 zijn geen rentebaten ontvangen.

Vrijval voorzieningen

In 2019 heeft er een vrijval van € 1,0 mln. plaatsgevonden inzake de reorganisatievoorzieningen Van Werk Naar Werk (VWNW) en de voorziening Wachtgeldverplichtingen (BW/WW).

Bijzondere baten

In 2019 zijn geen bijzondere baten verantwoord.

Lasten

Apparaatskosten

De apparaatskosten zijn onderverdeeld in 2 categorieën.

- personele kosten

- materiële kosten

Personele kosten

De ambtelijke bezetting van de IND bedraagt ultimo 2019 3.670 fte, in vergelijking met ultimo 2018 een stijging van 737 fte.

De stijging van de personele kosten wordt verklaard door de stijging van de IND capaciteit, zowel ambtelijk als externe inhuur. De stijging van externe inhuur heeft vooral betrekking op de inhuur van uitzendkrachten. Deze zijn ingezet in het primaire proces voor het wegwerken van achterstanden en de toenemende instroom. In de begroting van 2019 was rekening gehouden met een forse krimp in de kosten voor externe inhuur. Gedurende het jaar is de krimpopdracht omgebogen naar een groeimodel als gevolg van bovengenoemde oorzaak.

Het gemiddelde aantal fte’s ambtelijk personeel over 2019 bedraagt 3.258. De bijbehorende gemiddelde loonsom per fte bedraagt € 74.572. De stijging van de gemiddelde loonsom wordt onder meer verklaard door de cao-stijging.

Materiële kosten

De materiële kosten bestaan uit huisvestingskosten, de kosten voor in- en uitbesteding en de materiële programmakosten. De laatste hebben een directe relatie met de uitvoering van de IND taken, zoals tolkenkosten, proceskosten, verzorging, laboratoriumonderzoek, documenten en de kosten van automatisering voor het primair proces.

De stijging van de materiele kosten wordt veroorzaakt door de uitbreiding van huisvesting. Ook zijn de genoemde programmakosten gestegen door de toename van de productie in 2019.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten zijn in 2019 lager dan de afschrijvingskosten van 2018. Dit als gevolg van afnemende investeringen in de afgelopen jaren.

Overige lasten

In 2019 is een bedrag van ca. € 1,6 miljoen gedoteerd aan de diverse reorganisatievoorzieningen die betrekking hebben op de inrichting van de IND conform het goedgekeurd O&F rapport van 2015 en een voorziening voor de wachtgeldverplichtingen van voormalige medewerkers.

Tevens is per 31 december 2019 het financieel risico van de ingediende ingebrekestelling (IGS) en beroep niet tijdig beslissen (BNTB) gewaardeerd. Als dekking van dit financieel risico heeft de IND een voorziening gevormd voor een bedrag € 26,5 miljoen.

Tabel 64 Balans per 31 december 2019 (x € 1.000)
 

31-12-2019

31-12-2018

Activa

  

Immateriële activa

26.277

34.447

Materiële vaste activa

4.221

5.480

- Grond en gebouwen

8

110

- Installaties en inventarissen

52

186

- Projecten in uitvoering

0

0

- Overige materiële vaste activa

4.161

5.184

Vlottende Activa

114.166

118.676

- Voorraden en onderhanden projecten

1.691

1.018

- Debiteuren

3.629

3.793

- Overige vorderingen en overlopende activa

6.804

6.374

- Liquide middelen

102.042

107.490

Totaal Activa

144.664

158.603

   

Passiva

  

Eigen vermogen

‒ 992

45.326

- Exploitatiereserve

21.490

21.000

- Onverdeeld resultaat

‒ 22.482

24.326

Voorzieningen

30.826

6.832

Langlopende schulden

  

- Leningen bij het Ministerie van Financiën

22.044

27.863

Kortlopende schulden

92.786

78.582

- Crediteuren

205

51

- Belastingen en premies sociale lasten

0

0

- Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën

3.550

2.865

- Overige schulden en overlopende passiva

89.031

75.666

Totaal Passiva

144.664

158.603

Toelichting op de debetzijde van de balans

Debiteuren

Tabel 65 Debiteuren, Nog te ontvangen (x € 1.000)
 

Moeder-

Andere

Derden

 
 

departement

Ministeries

(buiten het rijk)

Totaal

Debiteuren

294

527

2.808

3.629

Nog te ontvangen

1.054

68

5.682

6.804

     

Totaal

1.348

595

8.490

10.433

Toelichting op de creditzijde van de balans

Eigen vermogen

Tabel 66 Overzicht Eigen Vermogen (x € 1.000)
 

Exploitatiereserve

Onverdeeld resultaat

Totaal

Stand 01-01-2019

21.000

0

21.000

Onverdeeld resultaat 2018 (+/-)

24.326

0

24.326

Toevoeging door moederdepartement (+/+)

0

0

0

Storting aan moederdepartement (-/-)

‒ 23.836

0

‒ 23.836

Onverdeeld resultaat 2019 (+/-)

0

‒ 22.482

‒ 22.482

Stand 31-12-2019

21.490

‒ 22.482

‒ 992

Storting aan moederdepartement

Het eigen vermogen bestaat uit de exploitatiereserve en het onverdeelde resultaat uit het verslagjaar. De Regeling Agentschappen (artikel 27 lid 4c) schrijft voor dat het eigen vermogen van een agentschap niet groter mag zijn dan 5% van de gemiddelde jaaromzet van de afgelopen drie jaar. Voor de jaren 2016, 2017 en 2018 vertaalde zich dit in een maximum eigen vermogen van € 21,4 miljoen. Met het resultaat over 2018 kwam de IND boven deze grens uit en is het eigen vermogen in 2019 afgeroomd voor een bedrag van € 23,8 miljoen.

Onverdeeld resultaat

Het onverdeelde saldo van baten en lasten over 2019 bedraagt € 22,5 miljoen negatief. Dit resultaat wordt voornamelijk veroorzaakt door de gevormde voorziening als gevolg van het niet tijdig beslissen (BTNDB) en ingebrekestellingen (IGS) inzake de asielverzoeken. Voor deze voorziening is een bedrag van € 26,5 miljoen ten laste van het resultaat gebracht.

Ontwikkeling eigen vermogen in relatie tot gemiddelde omzet afgelopen 3 jaar

Het eigen vermogen is gebonden aan een maximumomvang van 5% van de gemiddelde jaaromzet van de laatste drie jaar (artikel 27 lid 4 c van de Regeling agentschappen). In onderstaand overzicht is de ontwikkeling van het eigen vermogen in relatie tot het plafond van 5% van de gemiddelde omzet in de afgelopen 3 jaar opgenomen.

Tabel 67 Ontwikkeling eigen vermogen (x € 1.000)

Jaar

Omzet

Eigen vermogen

%

2019

459.066

‒ 992

0%

2018

418.675

45.326

11%

2017

414.084

40.663

10%

Voorzieningen

Tabel 68 Voorzieningen (x € 1.000)

Omschrijving voorziening

Stand per

Vrijval

Dotatie

Onttrekking

Stand per

 

1-1-2019

in 2019

in 2019

in 2019

31-12-2019

Voorziening Reorganisatie 2015 - Verplicht

262

95

0

167

0

Voorziening Reorganisatie 2016 FM - Vrijwillig

172

99

0

73

0

Voorziening Reorganisatie 2016 FM - Verplicht

1.326

595

0

486

245

Voorziening Maatwerk

464

7

410

275

592

Voorziening Remplacenten

1.395

28

610

1.009

968

Voorziening Wachtgeldverplichtingen (BW/W)

3.215

171

563

1.122

2.485

Voorziening Dwangsommen

0

0

26.536

0

26.536

Totaal

6.834

995

28.119

3.132

30.826

De voorzieningen zijn als volgt opgebouwd:

Reorganisatievoorzieningen (VWNW)

Vanaf 2014 zijn er diverse voorzieningen gevormd welke verband hielden met de nieuwe inrichting van de IND per 1 september 2015. Deze voorzieningen hebben betrekking op de medewerkers van de afdeling Facilitaire Bedrijfsvoering, de nog niet geplaatste medewerkers uit de verplichte fase van 2015 en remplaçanten. In 2019 is een bedrag van € 0,8 miljoen vrijgevallen voor wat betreft de voorziening van de verplichte fase kandidaten. In 2019 is er een bedrag van € 1 miljoen gedoteerd om de voorziening weer op het gewenste niveau te krijgen.

Voorziening Wachtgeldverplichtingen (WW/BW)

De IND is eigenrisicodrager voor de WW en bovenwettelijke WW aanspraken van voormalige medewerkers. Alle lopende wachtgeldverplichtingen zijn opgenomen in een voorziening. De hoogte en looptijden van de uitkeringen zijn gebaseerd op opgaven van onder andere het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). Voor alle medewerkers die in de berekening van de voorziening wachtgeldverplichtingen zijn meegenomen, is voorzichtigheidshalve de maximale uitkeringsduur gehanteerd aangezien geen betrouwbare inschatting is te maken over een eventuele tussentijdse uitstroom. Voor voormalige medewerkers die een nieuwe dienstbetrekking hebben gevonden, worden na verloop van tijd geen verplichtingen meer opgenomen. In 2019 is er een bedrag van € 0,6 miljoen gedoteerd en is er een bedrag van bijna € 0,2 miljoen vrijgevallen.

Voorziening Dwangsommen

Per 31 december 2019 is het financieel risico van de ingediende ingebrekestelling (IGS) en beroep niet tijdig beslissen (BNTB) gewaardeerd. Als dekking van dit financieel risico heeft de IND een voorziening gevormd voor een bedrag van € 26,5 miljoen.

Niet opgenomen vakantie uren

Tabel 69 Kortlopende schuld niet opgenomen vakantie uren (x € 1.000)

Omschrijving

31-12-2019

31-12-2018

Vakantiedagen

12.813

10.749

Totaal

12.813

10.749

De stand van de niet opgenomen vakantie uren, de nog te betalen (resterende) verlofdagen, zijn als kortlopende schuld opgenomen op de balans. Naast vakantieverlof, zijn er binnen de overheid ook een aantal bijzondere verlofsoorten, zoals ouderschapsverlof en pasverlof, deze zijn buiten de berekening gelaten.

Crediteuren

Tabel 70 Crediteuren en kortlopende schulden (x € 1.000)
 

Moeder-

Andere

Derden

 
 

departement

Ministeries

(buiten het rijk)

Totaal

Crediteuren

0

23

182

205

Overige schulden en overlopende passiva

19.535

21.260

48.236

89.031

Totaal

19.535

21.283

48.418

89.236

Tabel 71 Kasstroomoverzicht per 31 december 2019 (x € 1.000)
    

Verschil

    

realisatie en

  

Vastgestelde

 

vastgestelde

  

begroting

Realisatie

begroting

  

(1)

(2)

3 = (2) - (1)

1

Rekening Courant RHB 1 januari 2019 +/+ stand depositorekeningen

92.670

107.442

14.772

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom(+/+)

370.508

510.892

140.384

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 356.008

‒ 480.115

‒ 124.107

2

Totaal operationele kasstroom

14.500

30.777

16.277

 

Totaal investeringen (-/-)

‒ 10.800

‒ 7.388

3.412

 

Totaal boekwaarden desinvesteringen (+/+)

0

129

129

3

Totaal investeringskasstroom

‒ 10.800

‒ 7.259

3.541

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

‒ 23.836

‒ 23.836

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+/+)

0

0

0

 

Aflossing op leningen (-/-)

‒ 13.400

‒ 12.131

1.269

 

Beroep op leenfaciliteit (+/+)

10.800

6.997

‒ 3.803

4

Totaal financieringskasstroom

‒ 2.600

‒ 28.970

‒ 26.370

5

Rekening-courant RHB 31 december 2019 +/+ stand depositorekeningen (=1+2+3+4)

93.770

101.990

8.220

Algemeen

De realisatiecijfers van het kasstroomoverzicht zijn opgesteld volgens de directe methode.

Investeringen

De investeringen hebben voor het grootste deel betrekking op software/licenties, inventaris, installaties en de ontwikkelkosten van het systeem Indigo en E-dienstverlening. Het bedrag aan gerealiseerde investeringen is lager dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door gebruik te maken van diensten bij SSO’s.

Uitkering aan moederdepartement

De Regeling Agentschappen (artikel 27 lid 4c) schrijft voor dat het eigen vermogen van een agentschap niet groter mag zijn dan 5% van de gemiddelde jaaromzet van de afgelopen drie jaar. Voor de jaren 2016, 2017 en 2018 vertaalde zich dit in een maximum eigen vermogen van € 21,4 miljoen. Met het resultaat over 2018 kwam de IND boven deze grens en is het eigen vermogen in 2019 afgeroomd voor een bedrag van € 23,8 miljoen.

Aflossing op lening

De aflossing op de leningen is lager dan begroot, omdat in voorgaande jaren minder leningen zijn afgesloten.

Beroep op leenfaciliteit

In 2019 is het beroep op de leenfaciliteit minder dan begroot. Dit als gevolg van afnemende investeringen door onder andere het gebruik maken van diensten bij SSO’s.

Tabel 72 Doelmatigheidsindicatoren
     

oorspronkelijke

 

realisatie

realisatie

realisatie

realisatie

begroting

Omschrijving

2016

2017

2018

2019

2019

IND totaal

     

FTE-totaal (excl. externe inhuur)

2.946

3.054

2.937

3.258

3.050

Saldo van baten en lasten (%)

1,5

7

5,8

‒ 4,9

0

Aantal klachten in %

0,1

0,1

0,1

0,1

 
      

Asiel:

     

Doorlooptijd (wettelijke termijn) in %

91

86

87

81

90

Standhouden van beslissingen in %

90

90

90

92

85

Gemiddelde kostprijs (x €1 )

3.089

2.620

2.406

2.410

3.483

Omzet (P*Q)

218

169

157

199

188

      

Regulier:

     

Doorlooptijd (wettelijke termijn) in %

89

82

83

86

95

Standhouden van beslissingen in %

86

86

84

82

80

Gemiddelde kostprijs (x €1 )

744

797

811

689

832

Omzet (P*Q)

209

219

235

225

168

      

Naturalisatie:

     

Doorlooptijd (wettelijke termijn) in %

95

93

68

54

95

Gemiddelde kostprijs (x €1 )

525

714

616

638

729

Omzet (P*Q)

12

15

15

23

17

Toelichting

Doorlooptijden

Bij de asielproducten is er in 2019 in 81% van de zaken binnen de wettelijke termijn besloten. De norm wordt niet gerealiseerd door de verhoogde instroom van voorgaande jaren, hierdoor zijn werkvoorraden ontstaan. Het wegwerken van de werkvoorraad voor onder andere Spoor 4 (AA/VA) en MVV nareis heeft een negatief effect op de gemiddelde doorlooptijd.

Bij de reguliere producten is in 2019 in 86% van de zaken binnen de wettelijke termijn besloten. In verband met het wegwerken van oude voorraden en het afhandelen van de aanvragen Definitieve Regeling Langdurig Verblijvende Kinderen (DRLVK) in 2019 is de norm van 95% niet gerealiseerd.

Bij de naturalisatie producten is in 2019 in 54% van de zaken binnen de wettelijke termijn besloten. Bij deze wettelijke beslistermijn gaat het om een end-to-end beslistermijn . Dit is de termijn van aanvraag naturalisatie bij de gemeente, de behandeling door de IND, het schriftelijke besluit van de Koning en de uiteindelijke naturalisatieceremonie bij de gemeente.

Voor de interne behandeling door de IND geldt dat 80% van de ingediende naturalisatieverzoeken voor het einde van de wettelijke termijn zijn afgesloten. De daling van de tijdigheid interne behandeling IND is met name het gevolg van een hoger instroomaantal naturalisatieverzoeken.

Gemiddelde kostprijs

De gemiddelde kostprijs Regulier daalt door een stijging van de uitstroomaantallen. Vanaf 2019 is het product Handhaving geïntroduceerd. Dit is een product met een relatief korte behandeltijd en hoge productieaantallen waardoor de gemiddelde kostprijs daalt.

Standhouding van beslissingen

Het normpercentage voor instandhouding van beslissingen is gerealiseerd.

Licence