Stimuleren van een goede kwaliteit van de gebouwde omgeving op de aspecten duurzaamheid, energiezuinigheid, veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en toegankelijkheid.
Met deze doelstelling doet het Ministerie van BZK recht aan diverse publieke waarden:
– De energietransitie in de gebouwde omgeving zorgt voor vermindering van de CO2-uitstoot en kan de woonlasten/gebruikslasten voor eigenaren en huurders van gebouwen verminderen.
– Gebouwen voldoen aan de eisen van bouwregelgeving op het gebied van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en toegankelijkheid.
– Vermindering van het gebruik van primaire grondstoffen in de bouw door onder meer zo hoogwaardig mogelijk gebruik van bouw- en sloopafval draagt bij aan de beschikbaarheid en betaalbaarheid van producten en diensten op de langere termijn.
Deze publieke waarden worden op onderdelen concreet gemaakt in de volgende op termijn te bereiken resultaten:
– Vermindering van de CO2-uitstoot van de gebouwde omgeving met minstens 3,4 Mton in 2030 in het kader van de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met minstens 49% ten opzichte van 1990, zoals afgesproken in het Regeerakkoord van het kabinet Rutte-III.
– Met het oog op een aardgasvrije gebouwde omgeving richting 2050 zullen conform het Regeerakkoord aan het eind van de kabinetsperiode nieuwe woningen en andere nieuwe gebouwen in de regel niet meer op gas verwarmd worden en zullen 30.000–50.000 bestaande woningen per jaar aardgasvrij of aardgasvrij-ready gemaakt worden.
– Het programma «Nederland circulair in 2050» heeft als einddoel een volledig circulaire economie in 2050 (Kamerstukken II 2015–2016, 32852, nr. 33). Onderdeel hiervan is de ambitie om samen met maatschappelijke partners 50% minder gebruik van primaire grondstoffen (mineraal, fossiel en metalen) te realiseren in 2030 als tussendoel. Het kabinet heeft onlangs aangegeven zich met maatschappelijke partners in te zetten om de transitie naar een circulaire (bouw-)economie te versnellen, en om de doelstelling voor 2030 verder te preciseren op basis van de gewenste effecten op milieu, leveringszekerheid en economisch concurrentievermogen (Kamerstukken II 2017–2018, 32852, nr. 59).
Met het oog op de doelen binnen dit beleidsartikel is de inzet van burgers, instellingen, bedrijven en de gehele overheid noodzakelijk. Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen zijn gestart met het Interbestuurlijke Programma (IBP) van 2018 en een gezamenlijke agenda (Kamerstukken II 2017/18, 29362, nr. 266). Het belangrijkste doel van het IBP is een optimale samenwerking tussen de overheden, zodat er rond belangrijke maatschappelijke opgaven een meer gezamenlijke aanpak tot stand komt. De Minister van BZK heeft hierbij een stimulerende en regisserende rol.
Stimuleren:
Op basis van de Woningwet (artikel 120), de Wet milieubeheer (hoofdstuk 4) en de Kadasterwet is de Minister van BZK verantwoordelijk voor het stimuleren van energiebesparing en reductie van CO2-uitstoot in de gebouwde omgeving. De Minister van BZK geeft invulling aan deze verantwoordelijkheid door kaderstelling (wet- en regelgeving), het uitvoeren van de acties van het Energieakkoord en afspraken die volgen uit het nog af te sluiten het klimaatakkoord, ondersteuning van innovatie (onder andere door middel van subsidies en «zachte» leningen) en monitoring. Daarnaast stimuleert de Minister van BZK energietransitie in de gebouwde omgeving met verschillende (subsidie)instrumenten, afspraken en ondersteuningsmaatregelen.
Regisseren:
Op basis van de Woningwet (artikel 2) is de Minister van BZK verantwoordelijk voor het opstellen en het beheer van de bouwregelgeving en stelselverantwoordelijk voor het borgen van de bouwkwaliteit. Op grond van deze verantwoordelijkheid worden in ieder geval regels gesteld over het bouwen van nieuwe bouwwerken, de staat van bestaande bouwwerken en het gebruiken en slopen van bouwwerken. Deze regels worden gesteld vanuit het oogpunt van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid of milieu. Door naleving van deze regels is de minimumkwaliteit van bouwwerken gewaarborgd. Toezicht en handhaving hierop berust bij gemeenten.
Op 28 juni 2019 heeft het kabinet het voorstel voor een klimaatakkoord gepresenteerd (Kamerstukken II 2018/19, 32813, nr. 342). Het akkoord voor de gebouwde omgeving is tot stand gekomen aan de sectortafel gebouwde omgeving waar onder andere medeoverheden, organisaties van verhuurders, huurders, eigenaar-bewoners, netbeheerders, energieleveranciers, banken en bouw- en installatiebedrijven hebben samengewerkt. De inzet van deze partijen krijgt een vervolg in het uitvoeringsoverleg voor de gebouwde omgeving.
Voor de gebouwde omgeving bevat dit akkoord voorstellen om tot en met 2030 te komen tot een reductie van 3,4 Mton CO2. Dit wordt onder meer vormgegeven door tot en met 2030 1,5 miljoen bestaande gebouwen te verduurzamen. Daarmee wordt een belangrijke stap gezet om richting 2050 alle gebouwen de overgang te laten maken van aardgas naar duurzame warmtebronnen.
Om een succesvolle start met de uitvoering te kunnen maken, is het essentieel dat iedereen meegenomen wordt in de aard en omvang van de opgave en hier ook actief in kan participeren. Draagvlak is cruciaal. Bewoners en gebouweigenaren zullen bereid moeten zijn om over te stappen van aardgas naar andere warmtealternatieven. Daarom dient stap-voor-stap invulling te worden gegeven aan de noodzakelijke voorwaarden om de transitie betaalbaar en behapbaar te maken voor iedereen.
De afspraken in het klimaatakkoord voor de gebouwde omgeving vormen een samenhangend geheel. Deze samenhang is figuur 3 grafisch vormgegeven.
Figuur 3
Energiebesparing huursector
Met de wijziging van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II inzake de invoering van een heffingsvermindering voor verduurzaming van huurwoningen introduceerde het kabinet in 2019 een heffingsvermindering voor verduurzaming van huurwoningen, zoals aangekondigd in het regeerakkoord 2017-2021 ‘Vertrouwen in de toekomst’. De vermindering van de verhuurderheffing voor huurwoningen levert een bijdrage aan de energiebesparing en CO2-reductie door isolatie van sociale huurwoningen en door duurzame opwekking van energie op of nabij deze woningen. Hiervoor is jaarlijks budget beschikbaar. Vanwege de vele aanvragen is deze regeling tijdelijk gesloten per 1 juli 2019. De heffingsvermindering zal weer geopend worden voor nieuwe aanvragen zodra het beschikbare budget in de pas loopt met het aantal gehonoreerde definitieve aanvragen.
De Stimuleringsregeling energieprestatie huursector (STEP) is in 2019 verder uitgeput, waardoor in totaal meer dan 75.000 woningen een bijdrage hebben ontvangen, waarvan 45.000 in 2019. Met brancheorganisaties in de huursector en de bouw zijn in 2019 afspraken met betrekking tot de huursector verder uitgewerkt. Over de voortgang van deze afspraken heeft de Minister van BZK in december 2019 een brief aan de Tweede Kamer gezonden (Kamerstukken II 2019/20, 32847, nr. 586).
Energiebesparing koopsector
Het beroep op het Nationaal Energiebespaarfonds (NEF) voor leningen aan woningeigenaren en VvE’s met minimaal tien appartementen voor energiebesparende maatregelen is in 2019 verder toegenomen. In 2019 is voor bijna € 150 mln. aan leningen verstrekt. Van januari 2014 tot en met 31 december 2019 hebben inmiddels ruim 23.000 particuliere woningeigenaren een lening uit het fonds ontvangen voor in totaal ruim € 300 mln. en hebben bijna 200 VvE’s voor in totaal ruim € 90 mln. een lening uit het fonds ontvangen.
Gemeenten maakten gretig gebruik van de Regeling Reductie Energiegebruik (RRE) die het Ministerie van BZK heeft opgesteld. Gemeenten zetten met deze regeling projecten op om huiseigenaren te stimuleren tot kleine energiebesparende maatregelen in huis. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om het inregelen van de cv-installatie, het aanbrengen van radiatorfolie en tochtstrips of het plaatsen van ledlampen. Daarnaast gebruiken gemeenten de regeling om advies te geven aan huiseigenaren over energiebesparende maatregelen, zoals dak-, raam- of gevelisolatie. In de vijf weken dat gemeenten een aanvraag konden indienen zijn er 223 voorstellen binnengekomen voor in totaal € 98 mln. Er was € 87 mln. beschikbaar waarmee 200 aanvragen zijn beschikt. Met de ingediende plannen worden in totaal naar verwachting ruim 1 miljoen woningen bereikt met kleine energiebesparende maatregelen.
De RRE is onderdeel van de uitvoering van de Urgenda-uitspraak waarin het gerechtshof heeft bepaald dat Nederland de CO2-uitstoot met een kwart moet verminderen in 2020.
Mede als gevolg van de gedaalde marktrente is bij eerste suppletoire begroting 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 34960, nr. 1) besloten tot intrekken van de regeling Fonds Energiebesparing Huursector (FEH). Het budget voor FEH (€ 70 mln.) is voor andere doeleinden ingezet. De Tweede Kamer had eerder gevraagd deze middelen alternatief aan te wenden. Het vrijgekomen budget is ingezet voor het Nationaal Energiebespaarfonds (NEF) (€ 40 mln. meerjarig en € 5 mln. in 2018) en voor het vanuit Europa verplichte energielabel voor woningen (en andere gebouwen) (€ 30 mln. meerjarig, € 6 mln. in 2018) (Kamerstukken II 2017/18, 30196, nr. 607). Voor sluiting van het FEH zijn nog twee subsidie-aanvragen ingediend en gehonoreerd. Daartoe in 2018 nog € 2,7 mln. aan leningen verstrekt. FEH is daarmee gesloten.
Energiebesparing utiliteitsbouw
Diverse programma’s voor verduurzaming van het maatschappelijk vastgoed zijn gecontinueerd of in 2019 opgestart, zoals het Innovatieprogramma Aardgasvrije en Frisse Basisscholen, het nieuwe programma Scholen besparen energie, de openstelling van de Scholen Energiebespaarlening en het in oktober 2019 gelanceerde Kennis- en Innovatieplatform Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed.
In 2019 zijn de geselecteerde projecten van het Innovatieprogramma Aardgasvrije en Frisse Basisscholen van start gegaan. Vanuit een ondersteuningsprogramma worden de betrokken gemeenten en schoolbesturen geholpen bij het proces om van planvorming tot realisatie te komen. Daarnaast is een ondersteunende rekentool ontwikkeld. De niet-geselecteerde gemeenten en scholen blijven betrokken bij het ondersteuningsprogramma, zodat de kennis en ervaring die bij de geselecteerde gemeenten en schoolbesturen wordt opgedaan breed wordt gedeeld en toegepast. Naar verwachting zal medio 2020 het eerste gerenoveerde schoolgebouw uit het Innovatieprogramma worden geopend.
Op 10 oktober 2019 is het Kennis en Innovatieplatform Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed gestart. Het platform gaat aan de slag om energiebesparing en inzet van duurzame energie bij renovatie en nieuwbouw van maatschappelijk vastgoed te stimuleren en innovatie te bevorderen. Het platform doet dit door middel van het verzamelen en verspreiden van kennis. Meer concrete resultaten worden in 2020 verwacht (Kamerstukken II 2019/20, 32813, nr. 437).
Er zijn drie energiebespaarleningen verstrekt aan drie scholen (peildatum 11 december 2019). De verwachting is dat dit aantal in 2020 verder oploopt (Kamerstukken II 2019/20, 32813, nr. 400).
Circulair Bouwen
In oktober 2019 heeft de Minister van BZK een brief naar de Tweede Kamer gestuurd waarin maatregelen zijn aangekondigd in de bouwregelgeving ter bevordering van circulair bouwen (Kamerstukken II 2019/20, 32852, nr. 94). In samenwerking met partijen in de bouw en andere overheden is met het Uitvoeringsprogramma circulaire bouweconomie een volgende stap gezet in het bereiken van de doelen van het programma «Nederland circulair in 2050» (Kamerstukken II 2015/16, 32852, nr. 33). Onderdeel hiervan is het circulair beheer en aanbesteden door het Rijk (Rijksvastgoedbedrijf, Rijkswaterstaat en Prorail), waarmee zij een voorbeeldrol vervult richting andere vastgoedeigenaren en opdrachtgevers. Het mede door BZK financieel ondersteunde Platform Circulair Bouwen 2023 (CB’23) richt zich op het maken van bouwbrede afspraken over onder meer nieuwe werkwijzen, uniformering en normering. CB’23 heeft in 2019 in afstemming met betrokken partijen in de bouw de eerste leidraden opgeleverd13. Ook is ondersteunend beleid ingezet voor kennisontwikkeling en -verspreiding. Hiertoe heeft het Ministerie van BZK financiële bijdragen verstrekt aan onder meer Cirkelstad en aan de Stichting Bouwkwaliteit voor beheer, onderhoud en verdere ontwikkeling van de Nationale Milieudatabase.
Bouw en innovatie
In 2019 is ingezet op innovatie in de bouw onder meer via de start van Meerjarig Missiegedreven Innovatieprogramma’s (MMIP’s) en de oprichting van een Kennis- innovatieplatform Energietransitie Maatschappelijk Vastgoed (Kamerstukken II 2019/20, 32847, nr. 586). De Bouwagenda heeft bij innovatie in de bouw een aanjagende rol gehad, onder andere door het intiëren van de oprichting van het Bouw Techniek Innovatie Centrum (BTIC), en bijgedragen aan digitalisering via de Digitaliseringsdeal voor de Gebouwde Omgeving.
Bouwregelgeving
2019 was een belangrijk jaar voor de definitieve BENG- eisen en het gereedmaken van de bijbehorende systematiek rondom de bepalingmethode voor de energieprestatie van gebouwen. Er is door alle betrokken partijen veel en belangrijk werk verzet. Na de internetconsultatie, de behandeling in de Tweede Kamer, de notificatie in Brussel en de beoordeling van de Raad van State zijn de BENG-eisen in het Staatsblad gepubliceerd (Stb. 2019, nr. 501). Eind 2019 bleek dat de rekensoftware vertraging op had gelopen. Bouwende partijen hebben verzocht om uitstel van de inwerkingtreding van de BENG-eisen om tenminste een half jaar voorbereidingstijd te behouden, welke is toegekend door de Minister van BZK. De BENG-eisen, de NTA8800 en het vernieuwde energielabel zullen per 1 januari 2021 in werking treden.
Kwaliteitsborging voor het bouwen
Het wetsvoorstel kwaliteitsborging voor het bouwen beoogt een nieuw stelsel van kwaliteitsborging, waarbij ook de aansprakelijkheid van de aannemer, na de oplevering van het bouwwerk wordt vergroot (Kamerstukken II 2015/16, 34453, nr. 2). In het voorjaar 2019 is het wetsvoorstel door de Eerste Kamer aanvaard. De inwerkingtreding wordt voorzien per 1 januari 2021. Ter voorbereiding hierop is in samenwerking met bij de bouw betrokken partijen een implementatietraject gestart, zoals afgesproken in het bestuursakkoord met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) (Kamerstukken II 2018/19, 34453, nr. 31).
Stelsel certificering werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties
Op 5 november 2019 is de wijziging van de Woningwet in verband met de introductie van een stelsel van certificering voor werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties in het staatsblad gepubliceerd (Stb. 2019, nr. 383). Het wettelijk stelsel wordt nader uitgewerkt bij Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Het ontwerpbesluit dat hier invulling aan geeft is op 17 december 2019 aan de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstukken II 2019/20, 32757, nr. 158). Het stelsel volgt op het rapport Koolmonoxide - onderschat en onbegrepen gevaar van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV) van november 2015. De inwerkingtreding van het wettelijk stelsel is voorzien per 1 juli 2020 en de inwerkingtreding van de daarin opgenomen verbodsbepaling per 1 januari 2022.
Groningen
In oktober 2019 is de Minister van BZK verantwoordelijk geworden voor de uitvoering van de versterkingsoperatie en het Rijksbeleid van het Nationaal Programma Groningen. BZK zet in op meer regie voor bewoners en bestuurders, het versterken van uitvoeringskracht en op een vereenvoudiging en versnelling van het versterkingsproces. Een versnellingsteam is ingericht voor het treffen van versnellingsmaatregelen en er is gewerkt aan een Wijzigingswet van de Tijdelijke Wet Groningen voor versterking. Vanuit het Ministerie van EZK en en het Ministerie van BZK is toegewerkt naar het inrichten van één slagvaardige uitvoeringsorganisatie waarbij het eigenaarschap van de uitvoeringsorganisatie per 1 januari 2020 bij BZK is gelegd. In het Nationaal Programma Groningen werken het Rijk en de regio samen om te zorgen dat Groningen een toekomstbestendig en leefbaar gebied blijft, met behoud van de eigen identiteit, waar het goed wonen, werken en recreëren is.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2019 | 2019 | |
Verplichtingen | 34.918 | 149.371 | 232.210 | 231.354 | 245.813 | 155.508 | 90.305 |
Uitgaven | 49.839 | 82.607 | 96.521 | 176.053 | 206.163 | 286.508 | ‒ 80.345 |
4.1 Energietransitie en duurzaamheid | 19.508 | 54.497 | 71.398 | 148.722 | 198.792 | 280.455 | ‒ 81.663 |
Subsidies | 18.073 | 51.934 | 68.823 | 146.076 | 166.987 | 186.889 | ‒ 19.902 |
Beleidsprogramma energiebesparing | 12.869 | 8.270 | 5.923 | 6.264 | 0 | 3.500 | ‒ 3.500 |
Energietransitie en duurzaamheid | 0 | 0 | 0 | 0 | 11.014 | 4.912 | 6.102 |
Beleidsprogramma bouwregelgeving | 3.320 | 1.298 | 2.713 | 5.788 | 0 | 0 | 0 |
Energiebesparing Koopsector | 0 | 7.169 | 39.917 | 3.348 | 3.664 | 13.000 | ‒ 9.336 |
Energiebesparing Huursector | 0 | 0 | 0 | 105.676 | 134.309 | 130.477 | 3.832 |
FES IAGO | 975 | 197 | 270 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Fonds duurzaam funderingsherstel | 0 | 0 | 20.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Revolverend fonds EGO | 0 | 35.000 | 0 | 25.000 | 0 | 0 | 0 |
Tijdelijke regeling blok voor blok | 302 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Tijdelijke stimuleringsregeling energiebesparing | 607 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Nationaal Energiebespaarfonds (NEF) | 0 | 0 | 0 | 0 | 18.000 | 35.000 | ‒ 17.000 |
Opdrachten | 1.435 | 1.663 | 1.432 | 1.473 | 1.545 | 2.600 | ‒ 1.055 |
Beleidsprogramma Energiebesparing | 574 | 973 | 635 | 659 | 0 | 1.500 | ‒ 1.500 |
Beleidsprogramma bouwregelgeving | 861 | 690 | 797 | 814 | 0 | 0 | 0 |
Energietransitie en duurzaamheid | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.545 | 1.100 | 445 |
Bijdragen aan agentschappen | 0 | 900 | 1.143 | 1.173 | 28.383 | 45.717 | ‒ 17.334 |
Dienst Publiek en Communicatie | 0 | 900 | 1.143 | 1.173 | 630 | 60 | 570 |
Diverse Agentschappen | 0 | 0 | 0 | 0 | 900 | 750 | 150 |
ILT(handhaving energielabel) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 500 | ‒ 500 |
RVO.nl (Energietransitie en duurzaamheid) | 0 | 0 | 0 | 0 | 26.853 | 6.580 | 20.273 |
RVO.nl (uitvoering Energieakkoord) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 37.413 | ‒ 37.413 |
RVO.nl (uitvoeringskosten FEH) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 414 | ‒ 414 |
Bijdragen aan zbo’s/rwt’s | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.877 | 0 | 1877 |
Energietransitie en duurzaamheid | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.877 | 0 | 1877 |
Bijdragen aan (andere) begrotingshoofdstukken | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 45.249 | ‒ 45.249 |
Economische Zaken (H13) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 249 | ‒ 249 |
Gemeentefonds (H50) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 45.000 | ‒ 45.000 |
4.2 Bouwregelgeving en bouwkwaliteit | 27.448 | 25.029 | 22.617 | 22.427 | 7.371 | 6.053 | 1.318 |
Subsidies | 515 | 641 | 337 | 294 | 6.183 | 1.751 | 4.432 |
Beleidsprogramma woningbouw | 515 | 641 | 337 | 294 | 0 | 0 | 0 |
Bouwregelgeving en bouwkwaliteit | 0 | 0 | 0 | 0 | 6.183 | 1.751 | 4.432 |
Opdrachten | 516 | 400 | 165 | 104 | 1.144 | 3.273 | ‒ 2.129 |
Beleidsprogramma woningbouw | 516 | 400 | 165 | 104 | 0 | 0 | 0 |
Bouwregelgeving en bouwkwaliteit | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.144 | 3.273 | ‒ 2.129 |
Bijdragen aan agentschappen | 26.417 | 23.988 | 22.062 | 22.029 | 0 | 51 | ‒ 51 |
ILT (toezicht EU-bouwregelgeving) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 51 | ‒ 51 |
RVO Beleidsprogramma Woningbouw | 26.417 | 23.988 | 22.062 | 22.029 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan zbo’s/rwt’s | 0 | 0 | 0 | 0 | 44 | 650 | ‒ 606 |
Toelatingsorganisatie | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 650 | ‒ 650 |
Overige bijdragen | 0 | 0 | 0 | 0 | 44 | 0 | 44 |
Bijdragen aan medeoverheden | 0 | 0 | 53 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage woningbouw | 0 | 0 | 53 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 328 | ‒ 328 |
Infrastructuur en Waterstaat (H12) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 328 | ‒ 328 |
4.3 Kwaliteit woonomgeving | 2.530 | 2.994 | 2.462 | 2.256 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies | 1.901 | 2.035 | 1.356 | 1.844 | 0 | 0 | 0 |
Beleidsprogramma woonomgeving e.a. | 1.901 | 2.035 | 1.356 | 1.844 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | 629 | 959 | 1.005 | 412 | 0 | 0 | 0 |
Beleidsprogramma woonomgeving e.a. | 616 | 959 | 1.005 | 412 | 0 | 0 | 0 |
Wijkverpleegkundigen | 13 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan zbo’s/rwt’s | 0 | 0 | 75 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Beleidsprogramma woonomgeving e.a. | 0 | 0 | 75 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan medeoverheden | 0 | 0 | 26 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Beleidsprogramma woonomgeving e.a. | 0 | 0 | 26 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4.4 Revolverend Fonds Energiebesparing Verhuurders | 353 | 87 | 44 | 2.648 | 0 | 0 | 0 |
Leningen | 0 | 0 | 0 | 2.640 | 0 | 0 | 0 |
Revolverend Fonds Energiebesparing Verhuurders | 0 | 0 | 0 | 2.640 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan agentschappen | 353 | 87 | 44 | 8 | 0 | 0 | 0 |
Uitvoeringskosten RFE Verhuurders | 353 | 87 | 44 | 8 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 116 | 912 | 605 | 470 | 270 | 91 | 179 |
Uitgaven
4.1 Energietransitie en duurzaamheid
Subsidies
Beleidsprogramma energiebesparing
De beschikbare middelen zijn bij Miljoenennota 2020 herschikt naar de regeling Energietransitie en duurzaamheid ten behoeve van diverse subsidies.
Energietransitie en duurzaamheid
Er zijn diverse subsidies verstrekt voor onder andere het klimaatprogramma participatiecoalitie (ondersteuningsprogramma bewonersparticipatie), het kennis- en leerprogramma aardgasvrije wijken en de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed. Daarnaast heeft het kabinet in het kader van de Urgenda-aanpak budget beschikbaar gesteld voor het Programma Reductie Energieverbruik aan (private) partijen. Dit programma draagt daar aan bij door het stimuleren van de uitvoering van (een aantal) laagdrempelige energiebesparingsmaatregelen bij huishoudens in de koopsector. Via een incidentele suppletoire begroting (ISB) is hiervoor € 6,3 mln. beschikbaar gesteld. Dit budget is bij tweede suppletoire begroting 2019 teruggeboekt naar de begrotingsreverve Urgenda op de begroting van het Ministerie van EZK. Deze middelen worden in 2020 weer toegevoegd aan de BZK-begroting.
Energiebesparing koopsector
Er is in 2019 circa € 3,6 mln. uitgegeven aan de Subsidieregeling energiebesparing eigen huis (SEEH). Op basis van de jaarprognose zijn de beschikbare middelen bij de eerste suppletoire begroting 2019 in het juiste kasritme gezet, waarbij er € 11 mln. is doorgeschoven naar latere jaren. Daarnaast heeft het kabinet in het kader van de Urgenda-aanpak extra middelen beschikbaar gesteld voor de SEEH, welke middels een incidentele suppletoire begroting aan de BZK-begroting zijn toegevoegd. Hiervan is € 8,5 mln. in 2019 niet tot besteding gekomen, o.a. omdat de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) twee maanden extra nodig had om de uitvoering van de regeling voor te bereiden en het aantal aanvragen lager was dan op grond van ervaring uit 2016 en 2017 verwacht werd. Bij tweede suppletoire begroting 2019 zijn de middelen teruggeboekt naar de begrotingsreverve Urgenda op de begroting van het Ministerie van EZK. Deze middelen worden in 2020 weer toegevoegd aan de BZK-begroting.
Energiebesparing huursector
De uitgaven in 2019 voor de Stimuleringsregeling energieprestatie huursector (STEP) bedragen € 134,3 mln. RVO.nl heeft in 2019 meer vaststellingen behandeld dan verwacht, waardoor het uitgekeerde subsidiebedrag hoger uitkomt dan begroot.
Nationaal Energiebespaarfonds (NEF)
Bij de tweede suppletoire begroting 2018 is € 20 mln. vanuit de Stimuleringsregeling Energieprestatie Huursector (STEP) ingezet voor het Nationaal Energiebespaarfonds (NEF). Dit is gecorrigeerd bij de eerste suppletoire begroting 2019 door € 20 mln. vanuit het NEF-budget over te hevelen naar STEP. Daarnaast heeft ook een overboeking plaatsgevonden vanuit de begroting van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) naar de BZK-begroting voor de financiering van laadpalen voor elektrische auto’s op parkeerterreinen van VvE’s (€ 2 mln.). Gedurende het jaar is € 18 mln. verstrekt aan het NEF voor Energiebespaarleningen.
Opdrachten
Beleidsprogramma Energiebesparing
De beschikbare middelen zijn bij Miljoenennota 2020 herschikt naar de regeling Energietransitie en duurzaamheid ten behoeve van diverse opdrachten.
Energietransitie en duurzaamheid
Met budget uit de klimaatenvelop heeft het Ministerie van BZK bijgedragen aan de start van een programma gericht op de ontwikkeling van repeteerbare verduurzamingsconcepten voor basisschoolgebouwen. In het «Innovatieprogramma aardgasvrije en frisse basisscholen» leren gemeenten en schoolbesturen in pilots hoe een bestaand schoolgebouw succesvol van het aardgas af kan worden gehaald, hoe het binnenklimaat verbeterd kan worden en de energierekening betaalbaar blijft. Daarnaast is een ondersteunende rekentool ontwikkeld. De niet-geselecteerde gemeenten en scholen blijven betrokken bij het ondersteuningsprogramma, zodat de kennis en ervaring die bij de geselecteerde gemeenten en schoolbesturen wordt opgedaan breed wordt gedeeld en toegepast. Tot slot is een aanvullende opdracht aan RVO.nl verstrekt voor het programma aardgasvrije wijken. Het gaat hierbij onder andere om advisering over de opzet van proeftuinen data en monitoring en de opzet van de website en nieuwsbrief.
Bijdragen aan agentschappen
Dienst Publiek en Communicatie
Dienst Publiek en Communicatie heeft een bijdrage ontvangen voor de koepelcampagne voor Energiebesparing14.
Diverse agentschappen
Het betreft een bijdrage voor het versnellen van de bestaande duurzaamheidsaanpak van het Rijksvastgoedbedrijf. Het gaat om het versnellen van duurzaamheid door o.a. stimulering van zonnepanelen op rijksgebouwen en het naar voren halen van investeringen voor EnergieRijk DenHaag.
ILT (handhaving energielabel)
Bij de eerste suppletoire begroting 2019 zijn de beschikbare middelen overgeheveld naar de begroting van het Ministerie van IenW ten behoeve van de handhaving van energielabels.
RVO.nl (energietransitie en duurzaamheid)
Bij de eerste suppletoire begroting 2019 is er vanuit de regeling RVO.nl (Uitvoering Energieakkoord) € 6 mln. overgeheveld voor het beheer van het energielabel. Daarnaast heeft een technische herschikking plaatsgevonden van € 12 mln. Tot slot is vanuit artikel 3.1 Woningmarkt circa € 3,8 mln. overgeheveld voor de uitvoering van woonregelingen zoals de Tijdelijke regeling stimulering huisvesting vergunningshouders. De middelen zijn besteed aan het jaarprogramma 2019 dat RVO.nl in opdracht van het Ministerie van BZK uitvoert op het gebied van energietransitie in de gebouwde omgeving. Het programma behelst onder andere kennisverspreiding, beleidsonderbouwing en uitvoering van subsidieregelingen over de hele breedte van dit beleidsterrein waaronder de Stimuleringsregeling energieprestatie huursector (STEP) en de Subsidieregeling energiebesparing eigen huis (SEEH).
RVO.nl (uitvoering energieakkoord)
Bij eerste suppletoire begroting 2019 hebben diverse herschikkingen plaatsgevonden, waaronder een herschikking van bijdragen aan agentschappen naar bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken om de middelen voor het innovatieprogramma CO2-neutrale gebouwde omgeving op het juiste instrument te verantwoorden (€ 20,8 mln.). Daarnaast zijn er middelen overgeheveld naar de begroting van het Ministerie van EZK voor de Demonstratie energie-innovatie regeling (DEI-regeling) en de regeling Meerjarig Missiegedreven Innovatieprogramma’s (MMIP) (circa € 12 mln.). Ook is € 6 mln. gerealloceerd naar RVO.nl (Energietransitie en duurzaamheid) ten behoeve van de RVO jaaropdracht 2019. Tot slot is € 1,5 mln. doorgeschoven naar 2020 voor de nieuwe bepalingsmethode energieprestatie (BENG-eisen), die op 1 januari 2021 van kracht wordt.
RVO.nl (uitvoeringskosten FEH)
De uitvoeringskosten voor de bij eerste suppletoire begroting 2018 ingetrokken regeling Fonds Energiebesparing Huursector (FEH) zijn niet gerealiseerd.
Bijdragen aan zbo’s/rwt’s
Energietransitie een duurzaamheid
Het betreft onder andere een bijdrage aan de Unie van Waterschappen (UvW) voor het Nationaal Programma Regionale Energie Strategie (NP RES). Het gaat hierbij om middelen voor een gedragen programmaplan voor het NP RES, een goed ingerichte projectorganisatie en een uitgewerkte aanpak voor de monitoring van het NP RES.
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken
Gemeentefonds (H50)
Het betreft een overboeking aan het gemeentefonds ten behoeve van de uitkering van het tweede deel van de decentralisatie-uitkering aan gemeenten met een proeftuin in het kader van het programma Aardgasvrije Wijken. Het eerste deel van de uitkering heeft in 2018 plaatsgevonden. Het doel is om met de geselecteerde gemeenten te leren op welke wijze de wijkgerichte aanpak kan worden ingericht en worden opgeschaald.
4.2 Bouwregelgeving en bouwkwaliteit
Subsidies
Bouwregelgeving en bouwkwaliteit
Er zijn diverse subsidies verstrekt, waaronder subsidies ten behoeve van de Wet kwaliteitsborging, de digideal gebouwde omgeving en de herziening NEN 9998 (aardbevingen). Daarnaast zijn er bij de eerste suppletoire begroting 2019 meerjarige middelen voor het bouwbesluit herschikt van het instrument opdrachten naar deze regeling. Tevens zijn bij tweede suppletoire begroting 2019 middelen herschikt van het instrument bijdragen aan agentschappen van artikelonderdeel 4.1 naar deze regeling voor het bestuursakkoord VNG als tegemoetkoming voor de kosten die de VNG maakt aan collectieve invoeringsondersteuning voor alle gemeenten en hun uitvoeringsorganisaties.
Opdrachten
Bouwregelgeving en bouwkwaliteit
Er zijn diverse opdrachten voor beleidsadvies- en onderzoek verstrekt, waaronder onderzoek naar breedplaatvloeren (Kamerstukken II 2018/19, 28325, nr. 199). Daarnaast zijn bij eerste suppletoire begroting 2019 meerjarige middelen voor het bouwbesluit herschikt van het instrument opdrachten naar het instrument subsidies om de middelen op het juiste instrument te verantwoorden.
Bijdragen aan agentschappen.
ILT (Toezicht EU-bouwregelgeving)
Bij tweede suppletoire begroting 2019 zijn middelen herschikt naar het instrument subsidies voor de jaaropdracht Stichting Bouwkwaliteit (SBK).
Bijdragen aan zbo’s/rwt’s
Toelatingsorganisatie
BZK verstrekt een bijdrage voor de Toelatingsorganisatie in het kader van de voorbereiding van het nieuwe stelstel voor kwaliteitsborging voor het bouwen. Het verschil tussen raming en realisatie wordt verklaard doordat de toelatingsorganisatie later start dan gepland en de kosten schuiven daardoor door naar 2020.
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken
Infrastructuur en Waterstaat (H12)
De beschikbare middelen voor de bijdrage aan het Omgevingsloket Online (OLO) zijn bij Miljoenennota 2020 herschikt naar artikel 5. Voorheen werd dit overgeboekt naar het Ministerie van I&W. Inmiddels valt dit onderdeel onder het Ministerie van BZK. Daarnaast zijn er middelen overgeboekt naar de begroting van het Ministerie van I&W voor een bijdrage aan de rekenmeesterfunctie van het Planbureau voor de Leefomgeving voor de doorrekening van het klimaatakkoord.
Ontvangsten
Dit betreft de afrekening van de RVO.nl opdrachten.