De algemene doelstelling is het scheppen van een internationaal concurrerende onderzoeksomgeving die onderzoekers uitdaagt tot optimale wetenschappelijke prestaties en die goed aansluit op maatschappelijke behoeften.
De Minister is verantwoordelijk voor het stelsel van onderzoek en wetenschap.
Financieren
De Minister bekostigt het onderzoeks- en wetenschapsbestel.
Stimuleren:
De Minister stimuleert in het wetenschappelijk onderzoek:
• kwaliteit en excellentie;
• zwaartepuntvorming en profilering. De afspraken die hierover gemaakt zijn met de universiteiten staan vermeld in het hoofdlijnenakkoord;
• samenwerking in de gouden driehoek van bedrijven, kennisinstellingen en overheid. In het innovatiebeleid, waarvoor de Minister van Economische Zaken en Klimaat verantwoordelijk is, is hiervoor de topsectorenaanpak nieuwe stijl ontwikkeld.
Regisseren
De Minister schept voorwaarden voor:
• een klimaat voor universiteiten en kennisinstellingen voor het doen van excellent onderzoek;
• de borging van het vernieuwend vermogen en de kwaliteit van het Nederlandse onderzoek;
• het doelmatig functioneren van wetenschappelijke instellingen die, zowel zelfstandig als in relatie tot universiteiten en bedrijven, een belangrijke plaats innemen;
• de Nederlandse en internationale onderzoeksfaciliteiten;
• de coördinatie en positionering van het wetenschapsbeleid op nationaal en internationaal niveau.
De Minister is verantwoordelijk voor het toezicht op een efficiënte besteding van publieke middelen en op voldoende verspreiding van kennis naar de maatschappij.
Kengetallen
Bron: Eurostat en TWIN-overzicht 2017-2023, Rathenau Instituut. Cijfers van 2018 en 2019 zijn voorlopig en kunnen nog worden bijgesteld. In 2019 zijn de R&D-statistieken gereviseerd door het CBS, naar aanleiding van de publicatie van de nieuwe OESO Frascati Manual. De bron die voorgaande jaren werd gebruikt voor het berekenen van dit kengetal baseert zich mede op deze R&D-statistieken, echter zijn voor dit kengetal de gevolgen van de revisie nog niet voor alle afgelopen jaren doorberekend. Er is daarom dit jaar gekozen voor een bron die hier geen gebruikt van maakt en die daarmee een vergelijking over jaren mogelijk maakt.
Bron: CBS Statline, berekening Rathenau Instituut. Cijfers voor 2018 zijn voorlopig en kunnen nog worden bijgesteld. In 2019 zijn de R&D-statistieken gereviseerd door het CBS, naar aanleiding van de publicatie van de nieuwe OESO Frascati Manual. Als gevolg hiervan zijn de R&D-statistieken, ook voor eerdere jaren, naar boven bijgesteld.
In het algemeen onderdeel beleidsprioriteiten zijn de belangrijkste beleidsconclusies over 2019 opgenomen. Aanvullend zijn in 2019 meerdere stappen gezet in de uitvoering van de afspraken in het Regeerakkoord over de Nationale Wetenschapsagenda (NWA) (Kamerstukken II 2018/19, 29338, nr. 207). Verder is er een akkoord bereikt over het negende Kaderprogramma voor Onderzoek en Innovatie, Horizon Europe, dat in 2021 van start moet gaan (Kamerstukken II 2018/19, 22112, nr. 2791). De omvang van Horizon Europe is onderdeel van de nog lopende onderhandelingen over het Meerjarig Financieel Kader 2021-2027.
Via de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) heeft het Ministerie van OCW in het kader van talentontwikkeling € 5 miljoen euro ingezet voor veelbelovend talent. Deze middelen zijn ingezet om onderzoekers met een migratieachtergrond en vrouwen in bèta en techniek te stimuleren. Dit heeft onder andere geleid tot de honorering van extra Veni’s in de gebieden Exacte en Natuurwetenschappen en Toegepaste en Technische wetenschappen. Ook is een deel van de middelen besteed aan de Hestia-impuls om gevluchte wetenschappers mee te laten werken aan onderzoek in Nederland. In totaal zijn daarmee 21 projecten gefinancierd, verdeeld over 2 rondes.
Hiernaast is in 2019 de evaluatie van de instituten-portfolio van de NWO en de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) afgerond. De portfoliocommissie concludeert dat het huidige portfolio van nationale onderzoeksinstituten waarde toevoegt aan het stelsel van kennisinstellingen in Nederland doordat het de slagkracht van de Nederlandse wetenschap als geheel vergroot. Daarnaast beoogt het Ministerie van OCW met de sectorplannen onder andere de volgende ambities te realiseren: het versterken van de onderzoekbasis, het creëren van meer vaste contracten voor onderzoekers en het zorgen voor profilering tussen universiteiten (Kamerstukken II 2018/19, 29338, nr. 206).
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2019 | 2019 | |||
Verplichtingen | 1.038.163 | 964.085 | 1.064.240 | 1.122.383 | 1.154.701 | 1.179.678 | ‒ 24.977 | ||
Waarvan garantieverplichtingen | ‒ 846 | ‒ 889 | ‒ 934 | ‒ 981 | 0 | ‒ 981 | |||
Waarvan overige verplichtingen | 1.038.163 | 964.931 | 1.065.129 | 1.123.317 | 1.155.682 | 1.179.678 | ‒ 23.996 | ||
Uitgaven | 1.034.719 | 1.040.139 | 1.034.753 | 1.216.958 | 1.250.760 | 1.228.371 | 22.389 | ||
Bekostiging | 913.370 | 923.215 | 913.550 | 1.101.220 | 1.131.218 | 1.106.383 | 24.835 | ||
Hoofdbekostiging | 661.764 | 669.606 | 657.342 | 742.322 | 719.555 | 707.581 | 11.974 | ||
NWO-wet en WHW | |||||||||
NWO | 483.207 | 489.560 | 475.144 | 556.834 | 528.488 | 571.192 | ‒ 42.704 | ||
KNAW | 88.880 | 89.435 | 89.573 | 89.646 | 92.728 | 89.216 | 3.512 | ||
KB | 89.677 | 90.611 | 92.625 | 95.842 | 98.339 | 47.173 | 51.166 | ||
Aanvullende bekostiging | 251.606 | 253.609 | 256.208 | 358.898 | 411.663 | 398.802 | 12.861 | ||
NWO Talentenontwikkeling | 162.318 | 161.409 | 161.246 | 160.885 | 170.885 | 170.885 | 0 | ||
NWO STW | 8.000 | 8.000 | 8.000 | 8.000 | 8.000 | 8.000 | 0 | ||
NWO Grootschalige researchinfrastructuur | 54.243 | 55.295 | 55.382 | 85.380 | 85.380 | 85.380 | 0 | ||
NWO Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek | 21.603 | 23.258 | 25.933 | 28.986 | 33.751 | 20.890 | 12.861 | ||
Poolonderzoek | 2.942 | 3.147 | 3.147 | 3.147 | 3.147 | 3.147 | 0 | ||
Caribisch Nederland | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 0 | ||
NWO NWA | 70.000 | 108.000 | 108.000 | 0 | |||||
Subsidies | 25.759 | 22.123 | 21.746 | 22.549 | 21.918 | 26.237 | ‒ 4.319 | ||
Stichting NLBIF | 550 | 550 | 550 | 0 | |||||
Naturalis Biodiversity Center | 6.262 | 6.266 | 6.265 | 6.265 | 6.265 | 6.265 | 0 | ||
BPRC | 8.359 | 8.359 | 9.608 | 9.608 | 9.608 | 9.608 | 0 | ||
NCWT/NEMO | 3.366 | 3.393 | 3.366 | 3.366 | 3.366 | 3.366 | 0 | ||
STT | 219 | 221 | 221 | 221 | 221 | 221 | 0 | ||
Stichting AAP | 1.032 | 1.032 | 1.032 | 1.032 | 1.032 | 1.032 | 0 | ||
Nationale coördinatie | 2.885 | 1.352 | 1.254 | 1.507 | 876 | 5.195 | ‒ 4.319 | ||
Bilaterale samenwerking | 3.636 | 1.500 | 0 | ||||||
Opdrachten | 691 | 318 | 223 | 163 | 248 | 300 | ‒ 52 | ||
Opdrachten | 691 | 318 | 223 | 163 | 248 | 300 | ‒ 52 | ||
Bijdrage aan agentschappen | 303 | 291 | 950 | 673 | 918 | 944 | ‒ 26 | ||
Dienst Uitvoering Onderwijs | 303 | 291 | 286 | 0 | 280 | ‒ 280 | |||
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland | 664 | 673 | 918 | 664 | 254 | ||||
Bijdrage aan medeoverheden | 650 | 813 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Nationaal contactpunt Kaderprogramma | 650 | 813 | 0 | ||||||
Bijdrage aan internationale organisaties | 93.946 | 93.379 | 98.284 | 92.353 | 96.458 | 94.507 | 1.951 | ||
EMBC | 812 | 832 | 853 | 918 | 941 | 853 | 88 | ||
EMBL | 4.846 | 5.016 | 5.198 | 5.176 | 5.227 | 5.198 | 29 | ||
ESA | 30.950 | 31.061 | 31.065 | 31.065 | 32.783 | 31.065 | 1.718 | ||
CERN | 47.832 | 44.937 | 49.891 | 44.199 | 46.278 | 44.800 | 1.478 | ||
ESO | 7.032 | 9.044 | 8.773 | 8.425 | 8.626 | 10.019 | ‒ 1.393 | ||
NTU/INL | 2.474 | 2.489 | 2.504 | 2.570 | 2.603 | 2.572 | 31 | ||
Ontvangsten | 441 | 722 | 3.793 | 504 | 1.375 | 101 | 1.274 |
De realisatie van de uitgaven in 2019 ligt € 22,4 miljoen hoger dan oorspronkelijk begroot. De verhoogde realisatie van de uitgaven wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de bekostiging. De realisatie van de ontvangsten is € 1,3 miljoen hoger dan oorspronkelijk begroot. De verschillen worden bij de toelichting op de instrumenten verduidelijkt.
De realisatie van de verplichtingen zijn per saldo € 25,2 miljoen lager dan verwacht. Deze verlaging wordt met name veroorzaakt door het afboeken van de verplichtingen aan de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Het afboeken is een gevolg van vernieuwde afspraken tussen het Ministerie van OCW en NWO.
Bekostiging
Het Ministerie van OCW bekostigt de nationale onderzoeksinstellingen Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) en Koninklijke Bibliotheek (KB). Hiermee stelt de Minister deze organisaties in staat om binnen de wettelijke kaders en in lijn met de vierjaarlijkse strategie van de instellingen hun missies en doelstellingen te realiseren. Deze missies en doelstellingen zijn gericht op het bevorderen van de kwaliteit van het wetenschappelijk onderzoek in Nederland en het initiëren en stimuleren van nieuwe ontwikkelingen daarin.
OCW draagt structureel bij aan:
• de NWO voor grote infrastructurele onderzoeksvoorzieningen voor de uitvoering van projecten die geselecteerd zijn op grond van de resultaten van de nationale roadmap commissie grootschalige researchinfrastructuur. Met de inzet van deze middelen worden onderzoekers in staat gesteld om te kunnen werken met onderzoeksfaciliteiten van wereldniveau;
• de NWO voor het uitvoeren van een integraal persoonsgebonden talentprogramma waarin naast de «vernieuwingsimpuls» ook de voormalige middelen voor de specifieke doelgroepen zijn opgegaan. Doelen zijn om via competitie op basis van wetenschappelijke kwaliteit voldoende ruimte te geven aan (jonge) veelbelovende onderzoekers, excellentie in het onderzoek te bevorderen en te zorgen voor een adequate in- en doorstroom van onderzoekers zodat er verbetering optreedt in hun loopbaanperspectieven;
• de NWO voor het uitvoeren van een onderzoeksprogramma «Wetenschap op de Cariben» en het in stand houden en in bedrijf houden van een multifunctioneel kenniscentrum op Sint Eustatius;
• de NWO voor het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek ten behoeve van de coördinatie en financiering van het onderwijsonderzoek.
• het NWO-programma voor het uitvoeren van vernieuwend en maatschappelijk relevant onderzoek via de Nationale Wetenschapsagenda (NWA).
De bekostiging is per saldo met € 24,8 miljoen verhoogd. Oorzaak hiervan is:
• interne overboeking vanuit het NWO budget voor de uitvoering van de Commissie Sectorplannen (-€ 42,7 miljoen);
• diverse interne overboekingen op het KNAW budget voor het uitvoeren van hun wettelijke taak (€ 3,5 miljoen);
• een overboeking van art. 14 (Cultuur) met betrekking tot de Wet Stelsel Openbare Bibliotheekvoorzieningen (WSOB). De taken, die zijn vastgelegd in artikel 9 van de WSOB, worden uitgevoerd door de KB (€ 50,7 miljoen);
• diverse interne overboekingen ten behoeve van het KB-budget (€ 0,4 miljoen;
• diverse interne overboekingen onder andere ten behoeve van het Nationaal Regiorgaan Onderwijsonderzoek (€ 12,9 miljoen).
Subsidies
Voor het stimuleren en realiseren van de centrale doelstelling van het Onderzoek en Wetenschapsbeleid (OWB) worden subsidies verstrekt aan stichtingen en centra met een specifieke rol in de kennisinfrastructuur. Het gaat hier onder andere om bijdragen aan:
• Naturalis Biodiversity Center voor onderzoek naar biodiversiteit en instandhouding van de nationale grootschalige infrastructuur voor biodiversiteitsonderzoek;
• het Biomedical Primate Research Centre (BPRC) voor het primatenonderzoek en de huisvesting van primaten en subsidie aan de Stichting AAP voor het verzorgen van de opvang van de BPRC chimpansees;
• Stichting Nationaal Centrum voor Wetenschap- en Techniekpromotie (NCWT) voor het beheren en ontwikkelen van NEMO Science Museum en NEMO Kennislink, het organiseren van het festival Weekend van de Wetenschap en het ondersteunen van gerelateerde landelijke activiteiten op het gebied van wetenschaps- en technologiecommunicatie en –educatie.
Het budget voor subsidies is per saldo met € 4,4 miljoen verlaagd. Dit wordt met name veroorzaakt door interne overboekingen naar andere instrumenten binnen artikel 16.
Opdrachten
Voor de beleidsontwikkeling worden opdrachten verstrekt voor het uitvoeren van diensten. Het gaat hierbij met name om opdrachten voor beleidsgericht onderzoek en evaluaties.
Bijdrage aan agentschappen
Opdracht aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voor het ondersteunen en stimuleren van een zo groot mogelijke Nederlandse participatie in het EU-Kaderprogramma voor Onderzoek en Innovatie ‘Horizon 2020’. Team Internationale Research- en Innovatiesamenwerking (IRIS) bij de RVO is het Nationaal Contactpunt Kaderprogramma in Nederland.
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
Contributies aan de grote internationale onderzoeksorganisaties EMBC, EMBL, ESA, CERN en ESO. Door deelname van Nederland aan deze intergouvernementele organisaties krijgen de Nederlandse wetenschappelijke onderzoekers toegang tot unieke grootschalige onderzoeksfaciliteiten en internationale netwerken van toponderzoekers. Deze deelname is mede van groot belang voor het functioneren van Nederlands nationale onderzoeksbestel.
Het budget is per saldo met € 2 miljoen gestegen. De achterliggende oorzaak is onder andere een ongunstige wisselkoers van de Zwitserse Frank met betrekking tot de contributie aan CERN. Daarnaast is door ESO minder contributie opgevraagd dan verwacht was en is het ESA budget hoger uitgevallen door een interdepartementale overboeking.
Ontvangsten
De ontvangsten betreffen terugvorderingen bij instellingen en andere subsidieontvangers als gevolg van eindafrekeningen op in eerdere jaren toegekende subsidies. In 2019 is een aantal oudere subsidies verantwoord waarbij sprake was van een overschot aan ontvangen subsidie. Deze overschotten zijn conform afspraken teruggevorderd.