Omschrijving | (1) Vastgestelde begroting | (2) Realisatie | (3)=(2)-(1) Verschil realisatie en vastgestelde begroting | (4) Realisatie 2018 |
---|---|---|---|---|
Baten | ||||
Omzet | 514.005 | 700.363 | 186.358 | 593.269 |
waarvan omzet moederdepartement | 197.997 | 300.815 | 102.818 | 213.815 |
waarvan omzet overige departementen | 288.298 | 365.040 | 76.742 | 341.277 |
waarvan omzet derden | 27.710 | 34.508 | 6.798 | 38.177 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 1.344 | 1.344 | 12 |
Bijzondere baten | 0 | 1.901 | 1.901 | 3.095 |
Rentebaten | 0 | 56 | 56 | 5 |
Totaal baten | 514.005 | 703.664 | 189.659 | 596.381 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 502.601 | 690.769 | 188.168 | 574.143 |
Personele kosten | 296.800 | 392.597 | 95.797 | 345.457 |
waarvan eigen personeel | 243.456 | 302.058 | 58.602 | 266.950 |
waarvan inhuur externen | 41.012 | 68.847 | 27.835 | 58.526 |
waarvan overige personele kosten | 12.332 | 21.692 | 9.360 | 19.981 |
Materiële kosten | 205.801 | 298.172 | 92.371 | 228.686 |
waarvan apparaat ICT | 0 | 3.187 | 3.187 | 3.773 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 112.500 | 161.294 | 48.794 | 134.473 |
waarvan overige materiële kosten | 93.301 | 133.691 | 40.390 | 90.440 |
Afschrijvingskosten | 11.379 | 11.220 | ‒ 159 | 12.888 |
Materieel | 2.121 | 934 | ‒ 1.187 | 1.021 |
waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 | 0 |
Immaterieel | 9.528 | 10.286 | 1.028 | 11.867 |
Dotaties voorzieningen | 0 | 26 | 26 | 871 |
Overige kosten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere lasten | 0 | 1.045 | 1.045 | 310 |
Rentelasten | 25 | 183 | 158 | 149 |
Totaal lasten | 514.005 | 703.243 | 189.238 | 588.361 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 0 | 421 | 421 | 8.020 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 421 | 421 | 8.020 |
Toelichting op de baten
Algemeen
De baten zijn ten opzichte van de begroting met 36,9% gestegen. Hieronder worden de baten toegelicht.
Omzet moederdepartement
De gerealiseerde omzet van het moederdepartement is ten opzichte van de oorspronkelijke begroting 51,9% hoger uitgevallen, wat grotendeels verklaard wordt door een hogere opdracht van het DG Groningen Bovengronds. Het DG Energie, Telecom en Mededinging is voor een groot gedeelte opgegaan in het nieuwe DG Klimaat en Energie. Een gedeelte van het DG Energie, Telecom en Mededinging op het gebied van mededinging is overgegaan in Dienst Chief Economist, wat nog niet bekend was ten tijde van het opstellen van de begroting.
Vastgestelde begroting 2019 | Realisatie 2019 | Verschil realisatie en vastgestelde begroting | Realisatie 2018 | |
---|---|---|---|---|
DG Bedrijfsleven en Innovatie | 95.487 | 103.010 | 7.523 | 91.694 |
DG Energie, Telecom en Mededinging | 49.371 | 0 | ‒ 49.371 | 61.737 |
DG Klimaat en Energie | 0 | 58.973 | 58.973 | 0 |
DG Groningen Bovengronds | 41.991 | 106.485 | 64.494 | 40.733 |
DG Groningen Bovengronds kosten commissie | 2.084 | 1.416 | ‒ 668 | 0 |
Dienst Chief Economist | 0 | 10.829 | 10.829 | 0 |
Overig | 9.064 | 20.102 | 11.038 | 19.651 |
Totaal | 197.997 | 300.815 | 102.818 | 213.815 |
De omzet voor het DG Bedrijfsleven & Innovatie is hoger dan de ontwerpbegroting. Gedurende het jaar is er sprake geweest van meerwerk en aanvullende opdrachten, wat in totaal een effect heeft gehad van € 7,5 mln. De grootste aanvullende opdracht betreft de oprichting van Invest-NL (€ 6,2 mln).
De omzet voor het DG Klimaat en Energie is gestegen omdat de definitieve opdracht 2019 hoger is uitgevallen dan oorspronkelijk geraamd. Bij het opstellen van de begroting was de omvang van de opdracht DG Klimaat en Energie nog niet volledig bekend. Meerwerk gedurende het jaar was er met name voor het Expertise Centrum Warmte (€ 5,0 mln) en de Klimaatenveloppe (€ 3,0 mln).
De gerealiseerde omzet op de opdracht van het DG Groningen Bovengronds (€ 106,5 mln) is hoger dan begroot (€ 42,0 mln). De begroting is gebaseerd op de uitvoeringskosten van 2018. Onder andere door twee aardbevingen in Groningen in 2019, zijn er significant meer schademeldingen afgehandeld dan in 2018. Hierdoor zijn in het jaar 2019 ook aanzienlijk meer kosten gemaakt voor onder andere de schade-experts. De omzet voor de Tijdelijke Commissie in 2019 was € 1,4 mln.
Op 1 januari 2019 is Dienst Chief Economist opgericht. Hiervoor voert RVO.nl opdrachten uit die voorheen uitgevoerd werden voor het DG Energie, Telecom en Mededinging, maar niet gelieerd zijn aan het DG Klimaat en Energie. Dit betreft onder andere de CE-markering, Raad van Deskundigen voor de nationale meetstandaarden, PIANOo en TenderNed. De omzet op dit pakket bedraagt € 10,8 mln.
De hogere omzet onder Overig is grotendeels te verklaren door aanvullende bijdragen voor het Inkoop Uitvoering Centrum (€ 7,2 mln) en DB-Unit omgevingskennis (€ 1,0 mln). Daarnaast is er meerwerk verricht op de opdracht Tijdelijk Instituut Versterking (€ 1,5 mln).
Omzet overige departementen
De omzet overige departementen betreft de uitvoering van opdrachten voor diverse ministeries, waarvan 55,8% afkomstig is van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Vastgestelde begroting 2019 | Realisatie 2019 | Verschil realisatie en vastgestelde begroting | Realisatie 2018 | |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | 155.148 | 203.537 | 48.389 | 203.931 |
Ministerie van Buitenlandse Zaken | 96.670 | 104.397 | 7.727 | 94.093 |
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | 19.500 | 26.556 | 7.056 | 21.934 |
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | 12.000 | 17.986 | 5.986 | 13.863 |
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 3.600 | 4.256 | 656 | 3.698 |
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | 229 | 206 | ‒ 23 | 232 |
Ministerie van Justitie en Veiligheid | 730 | 604 | ‒ 126 | 557 |
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 420 | 6.565 | 6.145 | 1.801 |
Overig | 0 | 933 | 933 | 1.168 |
Totaal | 288.298 | 365.040 | 76.742 | 341.277 |
De omzet vanuit het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit valt € 48,4 mln hoger uit dan begroot, onder andere doordat de definitieve opdracht van 2019 hoger is dan oorspronkelijk geraamd. Gedurende het jaar is er meerwerk verstrekt voor een bedrag van € 21,4 mln. Dit betrof onder andere opdrachten voor het Meststoffen 6e Actieprogramma, Fosfaatstelsel, Uitspraak CBb Fosfaatrechtstelsel, Implementatie BGT Check en Saneringsregeling Varkenshouderij. Ook werd een aanvang gemaakt met de voorbereiding van het vernieuwde Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 2021-2027.
De omzet vanuit het Ministerie van Buitenlandse Zaken valt € 7,7 mln hoger uit dan begroot, onder andere doordat de definitieve opdracht van 2019 hoger is uitgevallen dan oorspronkelijk geraamd. Ook is er gedurende het jaar meerwerk verricht op het gebied van ontwikkelingssamenwerking, bijvoorbeeld in het Land-at-Scale programma.
De opdracht vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stijgt met € 7,1 mln ten opzichte van de begroting. De toename is te verklaren doordat de definitieve opdracht hoger is dan geraamd en door de aanvullende opdrachten voor onder andere de Subsidie Energie Besparing Huis 2 (€ 1,1 mln), Aardgasvrij (€ 1,0 mln), Regeling Vermindering Verhuurderheffing Verduurzaming (€ 0,9 mln) en overige opdrachten (€ 1,7 mln).
De opdracht vanuit het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat stijgt met € 6,0 mln doordat de definitieve opdracht hoger is dan geraamd en door aanvullende opdrachten met betrekking tot de uitvoering van het Urgenda-vonnis en de Klimaatenveloppe. Het betreft onder andere aanvullende opdrachten voor Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (€ 1,1 mln), Duurzame Mobiliteit (€ 0,7 mln) en Circulaire Economie (€ 0,6 mln).
De omzet vanuit het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is € 0,7 mln hoger dan begroot. Deze omzet heeft betrekking op de regeling Praktijkleren.
De omzet vanuit het Ministerie van Justitie en Veiligheid is € 0,1 mln lager dan begroot. Dit is te verklaren door een lagere inzet op de opdracht Wet Tegemoetkoming Schade Rampen en Zware Ongevallen.
De hogere omzet vanuit het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wordt grotendeels veroorzaakt door een hogere bijdrage aan het programma e-Overheid voor Bedrijven (€ 4,4 mln).
De omzet Overig is hoger dan verwacht ten tijde van de oorspronkelijke begroting. Deze stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door aanvullende bijdragen voor de Concordaten en opdrachten voor de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit.
Vastgestelde begroting 2019 | Realisatie 2019 | Verschil realisatie en vastgestelde begroting | Realisatie 2018 | |
---|---|---|---|---|
Europese Unie | 2.610 | 2.385 | ‒ 225 | 2.225 |
Leges dierregistraties | 0 | 0 | 0 | 0 |
Leges grondkamers | 2.300 | 0 | ‒ 2.300 | 2.302 |
Leges mest | 0 | 0 | 0 | 777 |
Provincies | 21.710 | 29.111 | 7.401 | 28.132 |
Overig | 1.090 | 3.012 | 1.922 | 4.741 |
Totaal | 27.710 | 34.508 | 6.798 | 38.177 |
Omzet derden
De omzet derden heeft betrekking op opdrachten voor met name de Europese Unie en de provincies. Van de totale omzet derden heeft 84,4% betrekking op de opdrachten van provincies. De leges mest en grondkamers zijn in 2019 niet langer door RVO.nl geïnd, deze worden rechtstreeks afgedragen aan het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
De omzet provincies is € 7,4 mln hoger dan begroot. Er zijn aanvullende opdrachten voor het Subsidiestelsel Natuur en Landbouw en vanuit het Plattelands Ontwikkelingsprogramma 3 verstrekt.
De omzet Overig betreft met name de inzet op de opdracht Dier Gezondheidsfonds (€ 1,9 mln).
Vrijval voorzieningen
De vrijval van voorzieningen van € 1,3 mln heeft betrekking op de voorziening dubieuze debiteuren en een reorganisatievoorziening.
Bijzondere baten
In 2019 zijn bijzondere baten ontvangen voor een bedrag van € 1,9 mln. Dit betreft een vrijval van beleidsgelden (€ 1,3 mln) en een tegemoetkoming voor de herinrichting EZK/LNV (€ 0,6 mln).
Toelichting op de lasten
Algemeen
De lasten zijn ten opzichte van de begroting met 36,8% gestegen. Hieronder worden de lasten toegelicht.
Personele kosten
De personele kosten vallen, vooral door een hoger werkpakket, in totaal 32,3% (€ 95,8 mln) hoger uit dan begroot.
De begrote bezetting voor 2019 was 3.686 fte, waarvan 3.170 fte ambtelijk personeel en 516 fte externe inhuur. Gemiddeld in 2019 was er 3.670 fte in ambtelijke dienst, per ultimo december 2019 was dit 3.906 fte. De gemiddelde bezetting externe inhuur bedroeg 572 fte in 2019, per ultimo december was dit 578 fte.
De kosten voor eigen personeel zijn € 58,6 mln hoger dan geraamd, als gevolg van een groter opdrachtenpakket. De gemiddelde loonkosten per fte ambtelijk bedragen in 2019 € 82.300. De stijging van de loonkosten is vooral te verklaren door een loonsverhoging ten gevolge van nieuwe CAO afspraken.
De kosten van externe inhuur zijn € 27,8 mln hoger dan begroot. Dit is voornamelijk te verklaren door een stijging van het opdrachtenpakket. Daarnaast zijn ook de gemiddelde kosten per fte externe inhuur gestegen naar € 120.400 per jaar.
Materiële kosten
De materiële kosten zijn in totaal 44,9% (€ 92,4 mln) hoger uitgevallen dan begroot. De stijging wordt onder meer veroorzaakt door de hogere bijdragen aan Shared Service Organisaties van € 48,8 mln. Daarnaast zijn op basis van voortschrijdend inzicht automatiseringskosten (niet zijnde DICTU kosten) die voorheen onder bijdrage aan SSO’s vielen, nu gepresenteerd onder apparaat ICT. Hiermee komt het totaal van de hoger gerealiseerde automatiseringskosten op € 52,0 mln.
Ook zijn er hogere overige materiële kosten (€ 40,4 mln) als gevolg van een groter opdrachtenpakket. Zo heeft de extra opdracht vanuit de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen kosten meegebracht die ten tijde van de begroting nog niet bekend waren.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten voor materiële vaste activa zijn € 1,2 mln lager uitgevallen dan begroot. Verder zijn de afschrijvingskosten voor de immateriële vaste activa € 1,0 mln hoger uitgevallen dan begroot.
Dotaties voorzieningen
In 2019 is € 0,03 mln gedoteerd aan de voorziening debiteuren.
Bijzondere lasten
In 2019 hebben zich voor € 1,0 mln aan bijzondere lasten voorgedaan. Dit betreft met name gedeeltelijke buiten werking stelling van de software Carmen.
Saldo van baten en lasten
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland sluit het jaar met een positief resultaat van € 0,4 mln. In dit resultaat zijn éénmalige bijzondere baten en lasten verwerkt, met per saldo € 0,9 mln aan baten.
Balans 2019 | Balans 2018 | |
---|---|---|
Activa | ||
Vaste activa | 23.626 | 30.403 |
Immateriële vaste activa | 21.339 | 27.292 |
Materiële vaste activa | 2.287 | 3.111 |
waarvan grond en gebouwen | 1.013 | 1.478 |
waarvan installaties en inventarissen | 1.256 | 1.612 |
waarvan projecten in uitvoering | 0 | 0 |
waarvan overige materiële vaste activa | 18 | 21 |
Vlottende activa | 145.697 | 152.465 |
Voorraden en onderhanden projecten | 0 | 0 |
Debiteuren | 1.796 | 3.924 |
Overige vorderingen en overlopende activa | 34.816 | 22.635 |
Liquide middelen | 109.085 | 125.906 |
Totaal activa | 169.323 | 182.868 |
Passiva | ||
Eigen Vermogen | 28.299 | 26.367 |
Exploitatiereserve | 27.878 | 18.347 |
Onverdeeld resultaat | 421 | 8.020 |
Voorzieningen | 400 | 925 |
Langlopende schulden | 14.326 | 17.492 |
Leningen bij het Ministerie van Financiën | 14.326 | 17.492 |
Kortlopende schulden | 126.298 | 138.084 |
Crediteuren | 7.600 | 6.795 |
Belastingen en premies sociale lasten | 706 | 546 |
Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën | 8.766 | 7.676 |
Overige schulden en overlopende passiva | 109.226 | 123.067 |
Totaal passiva | 169.323 | 182.868 |
Toelichting op de balans
Debiteuren en nog te ontvangen bedragen
Onder de debiteuren en de nog te betalen bedragen zijn de volgende bedragen begrepen voor schulden aan het moederdepartement, overige departementen en derden (exclusief voorziening dubieuze debiteuren van € 0,5 mln):
2019 | 2018 | |
---|---|---|
Moederdepartement | 4.046 | 341 |
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | 12.134 | 561 |
Agentschap DICTU | 0 | 0 |
Agentschap NVWA | 19 | 547 |
Agentschap Telecom | 0 | 6 |
Agentschap RVO.nl (beleidsadministratie) | 1.355 | 543 |
Belastingdienst Centrum Facilitaire Dienstverlening | 0 | 55 |
Belastingdienst Centrale Administratie | 0 | 10 |
Bureau Inspectieraad | 79 | 79 |
Centraal Planbureau | 6 | 4 |
Logius | 0 | 179 |
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | 63 | 216 |
Ministerie van Buitenlandse Zaken | 1.714 | 1.601 |
Ministerie van Defensie | 71 | 68 |
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | 34 | 20 |
Ministerie van Financiën | 0 | 14 |
Ministerie van Justitie en Veiligheid | 141 | 392 |
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 30 | 72 |
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | 30 | 111 |
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 810 | 384 |
Immigratie en Naturalisatie Dienst | 0 | 0 |
Rijksvastgoedbedrijf | 1.767 | 108 |
Dienst Publiek en Communicatie | 0 | 89 |
Rijkswaterstaat | 38 | 63 |
Derden | 14.787 | 22.338 |
Totaal | 37.124 | 27.801 |
Eigen vermogen
Het eigen vermogen bedraagt ultimo 2019 € 28,3 mln. De maximale toegestane omvang van het eigen vermogen bedraagt € 30,9 mln, zijnde 5% van € 618,2 mln, de gemiddelde omzet over 2017, 2018 en 2019. Het eigen vermogen ultimo jaar 2019 is € 2,6 mln lager dan het toegestane maximum.
Onder de Directe mutaties in het eigen vermogen is de bijdrage van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat van € 1,5 mln voor de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) opgenomen. Voorgaand jaar is deze bijdrage ook ontvangen en in overeenstemming met de verslaggevingsvoorschriften verwerkt als bijzondere bate.
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
---|---|---|---|---|
1. Eigen vermogen per 1/1 | 18.305 | 18.008 | 18.347 | 26.367 |
2. Saldo van baten en lasten | ‒ 297 | 339 | 8.020 | 421 |
3. Directie mutaties in het eigen vermogen | 0 | 0 | 0 | 1.511 |
‒ 3a uitkering aan moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 |
‒ 3b bijdrage moederdepartement ter versterking eigen vermogen | 0 | 0 | 0 | 1.511 |
‒ 3c overige mutaties | 0 | 0 | 0 | 0 |
4. Eigen vermogen per 31/12 | 18.008 | 18.347 | 26.367 | 28.299 |
Boekwaarde 1-1-2019 | Dotaties | Onttrekkingen | Vrijval | Boekwaarde 31-12-2019 | |
---|---|---|---|---|---|
Stand voorziening Herbeleggen Facilitaire Dienst (HFD) | 925 | 0 | 0 | 525 | 400 |
Totaal voorziening HFD | 925 | 0 | 0 | 525 | 400 |
Crediteuren en nog te betalen bedragen
Onder de crediteuren en de nog te betalen bedragen zijn de volgende bedragen begrepen voor schulden aan het moederdepartement EZK, overige departementen en derden:
2019 | 2018 | |
---|---|---|
Moederdepartement EZK | 28.730 | 30.354 |
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | 0 | 13.604 |
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland | 607 | 0 |
Agentschap DICTU | 4.431 | 6.826 |
Agentschap NVWA | 924 | 568 |
Ministerie van Buitenlandse Zaken | 6.450 | 13.762 |
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | 10.145 | 8.972 |
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | 1.599 | 1.260 |
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 487 | 489 |
Ministerie van Financiën | 9.255 | 8.110 |
Ministerie van Justitie en Veiligheid | 246 | 165 |
Belastingdienst | 1.347 | 2.195 |
Rijkswaterstaat | 194 | 220 |
Rijksdienst voor Wegverkeer | 0 | 5 |
Dienst Publiek en Communicatie | 460 | 5 |
Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) | 0 | 49 |
Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR) | 344 | 32 |
Rijksvastgoedbedrijf | 1.698 | 128 |
Ministerie van Defensie | 130 | 30 |
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 33 | 20 |
De Autoriteit Consument & Markt | 0 | 0 |
Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), Dienst Geest. Verz. (DGV) en BBA | 18 | 0 |
Centraal Justitieel Incasso Bureau | 2 | 0 |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 21 | 0 |
Interdepartementale Post- en Koer.dienst IPKD | 30 | 10 |
Derden | 59.147 | 51.280 |
Totaal | 126.298 | 138.084 |
(1) Vastgestelde begroting | (2) Realisatie | (3)=(2)-(1) Verschil realisatie en vastgestelde begroting | ||
---|---|---|---|---|
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2019 + stand depositorekeningen | 60.086 | 125.906 | 65.820 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 511.005 | 692.268 | 181.263 | |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | ‒ 502.626 | ‒ 704.081 | ‒ 201.455 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 8.379 | ‒ 11.813 | ‒ 20.192 |
Totaal investeringen (-/-) | ‒ 12.500 | ‒ 5.570 | 6.930 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 1.128 | 1.128 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 12.500 | ‒ 4.442 | 8.058 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 | |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 0 | 1.511 | 1.511 | |
Aflossingen op leningen (-/-) | ‒ 7.999 | ‒ 7.677 | 322 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 12.500 | 5.600 | ‒ 6.900 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 4.501 | ‒ 566 | ‒ 5.067 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2019 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4), de maximale roodstand is 0,5 miljoen €. | 60.466 | 109.085 | 48.619 |
Toelichting kasstroomoverzicht
De gerealiseerde operationele kasstroom is € 20,2 mln lager dan begroot. De gerealiseerde investeringskasstroom is € 8,1 mln lager dan verwacht. In 2019 is geïnvesteerd in immateriële vaste activa, dit betreft software en licenties (€ 9,9 mln) en activa in aanbouw (€ 5,5 mln). In materiële activa is geïnvesteerd in installaties en inventarissen (€ 0,1 mln) en in overige materiële vaste activa is niet geïnvesteerd.
Het beroep op de leenfaciliteit is € 6,9 mln lager geweest dan begroot als gevolg van een lager investeringsniveau.
Omschrijving generiek deel | Realisatie | Vastgestelde begroting | |||
---|---|---|---|---|---|
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2019 | |
Verhouding direct/indirect personeel | 87% | 88% | 89% | 83% | 84% |
Tariefindex in reëele termen | 99,8% | 99,9% | 101,3% | 100,0% | 100,0% |
Totaal aantal ambtelijk fte werkzaam excl. externe inhuur | 3.055 | 3.229 | 3.556 | 3.906 | 3.170 |
Saldo van baten en lasten als percentage van totale lasten | ‒ 0,1% | 0,1% | 1,3% | 0,0% | |
Klanttevredenheid | 7,2 | 7,2 | 7,3 | 7,4 | 7,3 |
Gehonoreerde bezwaarschriften | 36% | 34% | 36% | 36% | 25% |
Toelichting
Inputindicatoren
De verhouding van de gerealiseerde inzet van direct en indirect personeel (83%/17%) wijkt 1% af ten opzichte van de begroting (84%/16%).
Outputindicatoren
Het aantal ambtelijke fte ultimo 2019 is 3.906 fte, dit is hoger dan begroot. De bezetting is hoger dan begroot vanwege de toename van het opdrachtenpakket van RVO.nl. Daarnaast is in de begroting van 2019 de inzet voor de opdracht van het DG Groningen Bovengronds, circa 230 ambtelijke fte, niet meegenomen.
Kwaliteitsindicatoren
De klanttevredenheid wordt jaarlijks gemeten en is met een score van 7,4 hoger dan de begroting 2019.
Het percentage gehonoreerde bezwaarschriften (36%) is hoger dan de begroting 2019 (25%). In totaal zijn in 2019 10.793 bezwaren afgehandeld, waarvan 3.910 bezwaren gegrond zijn verklaard. Van de afgehandelde bezwaren hadden er 4.726 betrekking op de fosfaatregelingen (32,1% gegrond) en 1.451 betrekking op de basisbetalingsregeling (46,5% gegrond). Beide regelingen vertegenwoordigen een groot aandeel in het totaalbeeld.