Als adviseur voor wetgever en bestuur en als hoogste algemene bestuursrechter bijdragen aan behoud en versterking van de democratische rechtsstaat en daarbinnen aan de eenheid, legitimiteit en kwaliteit van het openbaar bestuur in brede zin, alsmede aan de rechtsbescherming van de burger.
De Grondwet en de Wet op de Raad van State vormen het wettelijk kader, waarbinnen de Raad van State zijn taken verricht. Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden vormt de grondslag voor zijn werkzaamheden als Raad van State van het Koninkrijk.
De Afdeling advisering van de Raad van State is belast met het onafhankelijk toezicht op de naleving van de (Europese) begrotingsregels, als bedoeld in het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur (VSCB) en artikel 5 van Verordening (EU) 473/2013. De Afdeling advisering is krachtens de artikelen 5 en 7 van de Klimaatwet belast met de toetsing van het klimaatbeleid van de regering. Zij adviseert over de jaarlijkse Klimaatnota en het vijfjaarlijks Klimaatplan.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.
De Afdeling advisering
Taak van de Afdeling advisering is het op de meest doelmatige en kwalitatief goede wijze afdoen van binnengekomen adviesaanvragen. Tijdigheid, kenbaarheid en voorspelbaarheid zijn daarbij belangrijke kernbegrippen. In de onderstaande tabel zijn de realisaties voor de jaren 2019 ‒ 2022 weergegeven. Voor het jaar 2022 is een vergelijking gemaakt tussen ontwerpbegroting en de realisatie (afgedaan).
Realisatie | Vastgestelde begroting | ||||
---|---|---|---|---|---|
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2022 | |
Ingekomen | 427 | 508 | 389 | 396 | 400 |
Afgedaan | 420 | 485 | 431 | 377 | 400 |
De Afdeling bestuursrechtspraak
Taak van de Afdeling bestuursrechtspraak is het op de meest doelmatige en kwalitatief goede wijze afdoen van binnengekomen zaken. Tijdigheid, kenbaarheid en voorspelbaarheid, bruikbare rechtsvorming en individuele rechtsbescherming zijn daarbij belangrijke aspecten. De Afdeling bestuursrechtspraak bestaat uit drie kamers: de Algemene kamer, de Vreemdelingenkamer en de Omgevingskamer. In de onderstaande tabel is de realisatie van de afhandeling van zaken door de Afdeling bestuursrechtspraak weergegeven. De gemiddelde doorlooptijden van alle afdoeningen (hoofdzaken en Voorlopige Voorzieningen) zijn weergegeven.
Norm doorlooptijd | Realisatie 2022 gemiddelde doorlooptijd | Realisatie 2021 gemiddelde doorlooptijd | |
---|---|---|---|
Omgevingskamer | 52 | 39 | 37 |
Algemene kamer | 40 | 42 | 41 |
Vreemdelingenkamer | 23 | 16 | 9 |
Afgedaan | Ingekomen | Vastgestelde begroting | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2022 | 2022 | |
Omgevingskamer | 1.328 | 1.891 | 2.286 | 2.242 | 2.732 | 2.400 |
Algemene kamer | 3.409 | 1.499 | 1.306 | 1.333 | 1.746 | 1.900 |
Vreemdelingenkamer | 8.788 | 6.003 | 5.562 | 5.084 | 5.213 | 11.020 |
Totaal bestuursrechtspraak | 13.525 | 9.393 | 9.154 | 8.659 | 9.691 | 15.320 |
In het verslagjaar is de Afdeling bestuursrechtspraak gestart met het programma Betrokken Rechtspraak. Hiermee geeft de Afdeling bestuursrechtspraak uitvoering aan de 35 actiepunten uit het rapport ‘Lessen uit de kinderopvangtoeslagzaken’ van het Reflectieprogramma Kinderopvangtoeslagen uit 2021. Het doel van het programma Betrokken Rechtspraak is dat medio 2023 alle 35 actiepunten zijn uitgewerkt.
De in de begroting opgenomen instroomverwachtingen van de Omgevingskamer en de Algemene kamer zijn gebaseerd op ervaringsgegevens en een verondersteld ongewijzigd beleid bij de wetgever en de bestuursorganen. De veronderstellingen van de instroom en de uitstroom van hoger beroepen van vreemdelingen wordt doorgaans in de maand november voorafgaand aan het uitvoeringsjaar in het overleg van de partners in de vreemdelingenketen vastgesteld. De verwerking van de budgettaire gevolgen van deze actualisatie vindt plaats bij gelegenheid van de suppletoire begrotingen.
In 2022 was het aanbod aan nieuwe zaken circa 9.700. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft in 2022 ongeveer 8.700 zaken afgedaan. In het jaarverslag 2021 is vermeld dat de instroom van zaken in de Omgevingskamer een stijgende trend liet zien; plus 25% ten opzichte van 2020. In 2022 is de instroom van omgevingsrechtelijke zaken op dit niveau gebleven. De instroom van zaken in de Algemene kamer nam in 2022 met circa 13% toe ten opzichte van de instroom in 2021. De Afdeling bestuursrechtspraak is na de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de rechtbanken de laatste schakel in de vreemdelingenketen. De instroom van zaken binnen de Vreemdelingenkamer is grotendeels de uitkomst van de instroom, doorstroom en uitstroom bij de genoemde ketenpartners. Ook in 2022 was, mede als gevolg van lagere instroom vanuit respectievelijk de IND en de rechtbanken, de instroom van zaken lager dan het in de ontwerpbegroting vermelde aantal. De gemiddelde doorlooptijd van zaken in 2022 is 26 weken, dat is hoger dan de gemiddelde doorlooptijd in de jaren daarvoor. Naast de stijgende moeilijkheidsgraad van veel zaken is dat mede een gevolg van een groot tekort aan juristen bij de directie Bestuursrechtspraak. De in het jaarverslag 2021 uitgesproken verwachting dat rekening moest worden gehouden met beperkte afdoeningscapaciteit en daardoor oplopende doorlooptijden, is uitgekomen.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2022 | 2022 | |
Verplichtingen | 63.633 | 67.900 | 78.389 | 74.126 | 75.528 | 75.728 | ‒ 200 |
Uitgaven | 60.428 | 65.394 | 72.711 | 73.037 | 76.467 | 75.728 | 739 |
Institutionele inrichting | |||||||
Advisering | 5.193 | 6.084 | 6.960 | 7.204 | 6.978 | 7.690 | ‒ 712 |
Bestuursrechtspraak | 28.598 | 31.475 | 32.422 | 31.500 | 32.724 | 39.886 | ‒ 7.162 |
Raad van State gemeenschappelijke diensten | 26.637 | 27.835 | 33.329 | 34.333 | 36.765 | 28.152 | 8.613 |
Ontvangsten | 1.704 | 1.557 | 1.280 | 1.286 | 1.699 | 1.950 | ‒ 251 |
2022 | |
---|---|
Totaal apparaat | 76.467 |
waarvan personeel | 64.432 |
Eigen personeel | 56.439 |
Externe inhuur | 6.989 |
Overig personeel | 1.004 |
waarvan materieel | 12.035 |
Verplichtingen
Gedurende de begrotingsuitvoering 2022 is de verplichtingenraming enkele malen aangepast. De mutaties zijn hieronder in de toelichting bij de uitgaven vermeld. Het bedrag van de aangegane verplichtingen is circa € 1,3 mln. hoger dan bij de vastgestelde begroting werd geraamd. Dit is veroorzaakt door uitgestelde externe inhuur die in 2022 noodzakelijk was om te voorzien in de invulling van ambtelijke vacatures en materiële uitgaven. Het betreft met name ICT verplichtingen.
Uitgaven
Institutionele inrichting
Advisering
Bij gelegenheid van de 2e suppletoire begroting is het bedrag van de loon- en prijscompensatie aan de raming toegevoegd. De gerealiseerde uitgaven zijn als gevolg van enkele vacatures die in 2022 niet zijn vervuld of later ingevuld zijn dan verwacht, circa € 0,7 mln. lager dan begroot.
Bestuursrechtspraak
Bij gelegenheid van de 2e suppletoire begroting is het bedrag van de loon- en prijscompensatie aan de raming toegevoegd en is de uitgavenraming op basis van de inmiddels verlaagde prognose van de instroom en uitstroom van vreemdelingenzaken verlaagd. De ambtelijke capaciteit die beschikbaar is voor de bestuursrechtspraak is, in vergelijking met het jaar 2021, gestegen. De aan bestuursrechtspraak toe te rekenen personele uitgaven zijn navenant gestegen.
Gemeenschappelijke diensten
Bij gelegenheid van de 2e suppletoire begroting zijn middelen aan de begroting van de Raad van State toegevoegd voor de implementatie en uitvoering van de Wet Open Overheid en het bedrag van de loon- en prijscompensatie. De begrotingsonderdelen van de RvS moeten in samenhang met elkaar worden bezien. Resultaat daarvan is een verschuiving naar de Gemeenschappelijke diensten voor IV en ICT uitgaven als gevolg van digitalisering. De in 2022 gerealiseerde uitgaven zijn als gevolg van een aantal projecten op het vlak van de bedrijfsvoering en als gevolg van gestegen inhuur van externe capaciteit en aanschaffingen op het vlak van IT ontwikkeling en beheer hoger dan de realisatie 2021. Voor de Wet Open Overheid zijn projecten ter verbetering van registratie en archivering van documenten en centraal datamanagement opgepakt.
Ontvangsten
De ontvangsten uit hoofde van de griffierechten zijn als gevolg van bovengenoemde ontwikkelingen circa € 0,3 mln. lager dan oorspronkelijk geraamd.