Base description which applies to whole site

Dienst ICT Uitvoering (DICTU)

Tabel 56 Staat van baten en lasten van het baten-lastenagentschap DICTU voor het jaar 2022 (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3) = (2) - (1)

Realisatie 2021 (4)

Baten

    

- Omzet

320.162

351.078

30.916

346.839

waarvan omzet moederdepartement

212.582

249.827

37.245

232.388

waarvan omzet overige departementen

105.725

100.808

‒ 4.917

113.563

waarvan omzet derden

1.855

443

‒ 1.412

888

Rentebaten

0

0

0

0

Vrijval voorzieningen

0

1.812

1.812

61

Bijzondere baten

0

0

0

14

Totaal baten

320.162

352.890

32.728

346.914

     

Lasten

    

Apparaatskosten

296.507

318.007

21.500

300.845

- Personele kosten

193.450

227.911

34.461

213.439

waarvan eigen personeel

89.900

92.055

2.155

88.500

waarvan inhuur externen

99.600

133.026

33.426

121.911

waarvan overige personele kosten

3.950

2.830

‒ 1.120

3.028

- Materiële kosten

103.057

90.096

‒ 12.961

87.406

waarvan apparaat ICT

29.494

13.449

‒ 16.045

19.893

waarvan bijdrage aan SSO's

21.100

24.444

3.344

22.518

waarvan overige materiële kosten

52.463

52.203

‒ 260

44.995

Rentelasten

5

75

70

3

Afschrijvingskosten

23.150

15.466

‒ 7.684

21.083

- Materieel

12.000

10.631

‒ 1.369

14.801

waarvan apparaat ICT

12.000

10.631

‒ 1.369

14.801

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

0

0

0

0

- Immaterieel

11.150

4.835

‒ 6.315

6.282

Overige lasten

500

865

365

4.083

waarvan dotaties voorzieningen

500

0

‒ 500

3.903

waarvan bijzondere lasten

0

865

865

180

Totaal lasten

320.162

334.413

14.251

326.014

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

0

18.477

18.477

20.900

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

0

Saldo van baten en lasten

0

18.477

18.477

20.900

Mutatie POK/WaU gelden

0

307

307

0

Saldo van baten en lasten na resultaatbestemming

0

18.784

18.784

20.900

Toelichting op de baten

De realisatie van de omzet is in 2022 € 30,9 mln hoger dan initieel opgenomen in de ontwerpbegroting. Begin 2022 was al voorzien dat de omzetstijging in 2021 niet incidenteel van aard was, en middels 1e suppletoire is de omzet begroting met € 34,1 mln verhoogd naar € 354,3 mln.

Bij het moederdepartement is de realisatie in 2022 vergeleken met de ontwerpbegroting bijna € 37,3 mln hoger en bij overige departementen € 4,9 mln lager. Naast de verwachte hogere omzet, door een groeiende vraag naar werkplekdiensten en ontwikkelopdrachten, welke is opgenomen in 1e suppletoire begroting is er sprake van een verschuiving in de omzet door de overgang van de klant Nationaal Coördinator Groningen (NCG) van overige departementen (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijk Relaties (BZK)) naar moederdepartement (impact € 10,0 mln). Tevens is er een lagere vraag naar ontwikkeldiensten vanuit Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).

Tabel 57 Omzet moederdepartement (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting 2022

Realisatie 2022

Verschil realisatie en vastgestelde begroting

Realisatie 2021

Applicatiebeheer

82.300

75.443

‒ 6.857

76.202

Ontwikkelopdrachten

68.500

105.749

37.249

90.683

Werkplekservices

52.560

60.149

7.589

57.625

Overige omzet

2.192

1.205

‒ 987

1.251

Generieke eBS

7.030

7.280

250

6.627

Totaal

212.582

249.827

37.245

232.388

De realisatie van de omzet is in 2022 € 37,3 mln hoger dan opgenomen in ontwerpbegroting. Dit wordt met name veroorzaakt door een hogere vraag naar ontwikkelopdrachten (+ € 37,3 mln). Deze hogere vraag zit met name bij de klanten Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO) en Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI), voorheen Agentschap Telecom (AT). Daarnaast is de ontwikkelomzet hoger door de verschuiving van de klant NCG. De € 7,6 mln hogere omzet werkplekservices is het gevolg van de overgang van NCG en een hogere groei van het aantal werkplekken. De lagere overige omzet (- € 1,0 mln) is een gevolg van het specifieker toe kunnen wijzen van omzet aan de gehanteerde product groepen.

Tabel 58 Omzet overige departementen (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting 2022

Realisatie 2022

Verschil realisatie en vastgestelde begroting

Realisatie 2021

Applicatiebeheer

41.000

48.132

7.132

43.025

Ontwikkelopdrachten

33.800

28.050

‒ 5.750

42.856

Werkplekservices

19.700

19.177

‒ 523

20.220

Overige omzet

9.615

4.049

‒ 5.566

5.863

Generieke eBS

1.610

1.400

‒ 210

1.599

Totaal

105.725

100.808

‒ 4.917

113.563

De omzet applicatiebeheer is in realisatie € 7,1 mln hoger door hogere vraag naar applicatiediensten bij BZK (klant RDI) en bij I&W vanwege het in beheer nemen van Rijkszaak. De omzet ontwikkelopdrachten is in realisatie € 5,8 mln lager door de overgang van NCG en het in beheer nemen van Rijkszaak bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De overige omzet is in realisatie € 5,6 mln lager door het in realisatie beter toe kunnen wijzen van omzet binnen gehanteerde productgroepen en lagere omzet bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). 

Tabel 59 Omzet derden (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting 2022

Realisatie 2022

Verschil realisatie en vastgestelde begroting

Realisatie 2021

Totaal

1.855

443

‒ 1.412

888

Tot slot is de realisatie omzet derden € 1,4 mln lager. Dit is met name het gevolg van dat DICTU is gestopt met werkzaamheden voor de klant Centrale Commissie Mens gebonden Onderzoek (CCMO).

Vrijval voorziening

De vrijval van de voorziening personeel heeft betrekking op een vergoeding vanuit een centraal budget (€ 0,3 mln) en het niet meer opnemen van de thuiswerkvergoeding. De voorziening overig is afgerond en afgewikkeld conform afspraken met RDI en de directie Bedrijfsvoering van EZK. Tenslotte is als gevolg van het oplossen van een dispuut met betrekking tot een openstaand debiteurenpositie een vrijval geboekt van € 1,2 mln. De voorziening dubieuze debiteuren is op basis van de beoordeling van de openstaande postenlijst, het disputenregister en de saldoverklaringen vastgesteld. Dit heeft geleid tot een vrijval.

Toelichting op de lasten

Personele Kosten

Om aan de gestegen vraag naar ICT-dienstverlening te kunnen voldoen is in de 1e suppletoire begroting additioneel € 35,8 mln opgenomen voor personele kosten. Door de toename van de opdrachtenportefeuille door nieuwe opdrachten met specifieke ICT expertise en de krapte op de arbeidsmarkt vangt DICTU de benodigde extra capaciteit in eerste instantie op door ICT expertise extern in te huren.

De realisatie van de personele kosten is € 34,5 mln hoger dan initieel opgenomen in de ontwerpbegroting. Bij eigen personeel is de inschatting in gemiddeld aantal fte juist gebleken. In de ontwerpbegroting zijn 930 fte opgenomen en in de realisatie zitten gemiddeld 927 fte. De hogere kosten zijn met name een gevolg van de CAO stijging per 1 juli 2022 van 2,5% en een vast bedrag van € 75 per maand. Daarnaast heeft iedere medewerker in december 2022 een eenmalige uitkering ontvangen van € 450,-. Deze ontwikkelingen zijn niet meegenomen in de ontwerpbegroting 2022.

De toename van de personele kosten zit met name in de externe inhuur (+ € 33,4 mln) en is het gevolg van een hoger gemiddeld aantal externe fte (+ 201) ten opzichte van de ontwerpbegroting en stijging van tarieven door de krappe arbeidsmarkt . De overige personele kosten zijn € 1,2 mln lager in de realisatie, met name als gevolg van lagere kosten uitbesteed werk.

Materiele kosten

Bij de materiele kosten (met name apparaat ICT) is in de begroting rekening gehouden met een stijging van de kosten voor uitbesteed werk als gevolg van de implementatie van de bedrijfsstrategie. De uitbestedingen zijn nog niet afgerond waardoor de dienstverlening nog heeft plaatsgevonden met externe inhuur.

Afschrijvingskosten

Ten slotte zijn de afschrijvingskosten in de realisatie € 7,7 mln lager dan opgenomen in de ontwerpbegroting. In de 1e suppletoire begroting zijn de afschrijvingskosten ten opzichte van de ontwerpbegroting al verlaagd met € 1,7 mln. In de realisatie zijn de afschrijvingskosten een extra € 6,0 mln lager, met name als gevolg van uitblijvende invetseringen en het verlengen van de levensduur van enkele specifieke activa mede in het kader van duurzaamheid.

Tabel 60 Balans per 31 december 2022 (bedragen x € 1.000)
 

Balans 2022

Balans 2021

Activa

  

Vaste activa

42.565

40.490

Immateriële vaste activa

7.178

10.273

Materiële vaste activa

35.387

30.217

waarvan grond en gebouwen

0

0

waarvan installaties en inventarissen

33.591

27.668

waarvan projecten in uitvoering

0

0

waarvan overige materiële vaste activa

1.796

2.549

Vlottende activa

78.725

81.013

Voorraden en onderhanden projecten

0

0

Debiteuren

26.283

19.436

Overige vorderingen en overlopende activa

23.222

30.354

Liquide middelen

29.220

31.223

Totaal activa

121.290

121.503

   

Passiva

  

Eigen Vermogen

34.290

31.207

Exploitatiereserve

15.813

10.307

Onverdeeld resultaat

18.477

20.900

Voorzieningen

348

2.523

Langlopende schulden

28.830

26.543

Leningen bij het Ministerie van Financiën

28.830

26.543

Kortlopende schulden

57.822

61.230

Crediteuren

3.035

867

Belastingen en premies sociale lasten

0

0

Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën

16.128

20.156

Overige schulden en overlopende passiva

38.659

40.207

Totaal passiva

121.290

121.503

Activa

Vaste activa

De materiele vaste activa zijn door de groeiende vraag naar werkplek gerelateerde hardware en de investeringen in laptops met € 4,0 mln gestegen. Ook zijn er voor infrastructurele hardware twee grote vervangingsinvesteringen gedaan van Oracle Exadata (€ 4,3 mln) en HP servers (€ 1,6 mln). Door een levensduurverlenging van één specifiek type laptop, monitoren en replicators heeft een correctie plaatsgevonden op de afschrijvingskosten (€ 2,5 mln). Voor monitoren en replicators wordt de levensduur verlengd van 5 naar 8 jaar. Voor het specifieke type laptop (Yoga) van 3 naar 4 jaar. Dit is het gevolg van een langere levensduur en invulling van verduurzaming van de bedrijfsvoering.

Vlottende activa

De debiteuren positie is ten opzichte van 2021 toegenomen als gevolg van een lagere stand van de nog te factureren positie. Dit is het gevolg van een verbetering in het facturatieproces waardoor de facturatie snelheid is verbeterd.

De overige vorderingen en overlopende activa nemen met name af door de hierboven vermelde lagere stand van de nog te factureren positie.

Passiva

Tabel 61 Voorzieningen (bedragen x € 1.000)
 

Boekwaarde 1-1-2022

Dotaties

Onttrekkingen

Vrijval

Boekwaarde 31-12-2022

Voorziening personeel

1.043

0

319

375

349

Overige Voorzieningen

1.480

0

1.246

234

0

Voorzieningen

De voorziening personeel wordt benut voor contractuele afspraken met medewerkers. Van de voorziening personeel is gedurende 2022 € 0,3 mln onttrokken conform de opbouw van de voorziening. De vrijval heeft betrekking op een vergoeding vanuit een centraal budget (€ 0,3 mln) en het niet meer opnemen van de thuiswerkvergoeding.

De afspraken met RDI en de directie Bedrijfsvoering (EZK) zijn in 2022 afgewikkeld en in 2022 zijn geen nieuwe claims ontstaan welke in de overige voorziening moeten worden opgenomen.

Tabel 62 Tabel vermogensontwikkeling (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

1. Eigen vermogen per 1/1

7.978

13.310

16.627

31.207

2. Saldo baten en lasten

5.332

3.317

20.900

18.477

3. Directe mutaties in het eigen vermogen

0

0

‒ 6.320

‒ 15.394

‒ 3a Uitkering aan moederdepartement

0

0

‒ 6.400

‒ 15.701

‒ 3b Bijdrage door moederdepartement ter versterking eigen vermogen

0

0

0

307

‒ 3c Overige mutaties

0

0

80

0

4. Eigen vermogen per 31/12

13.310

16.627

31.207

34.290

Omzet

309.923

319.334

346.914

351.078

Vermogensplafond (5%)

14.639

15.239

16.270

16.954

Vermogensontwikkeling

Het eigen vermogen einde boekjaar bedraagt € 34,3 mln. Dit is 10,1% van de gemiddelde jaaromzet over de laatste drie jaar, terwijl maximaal 5% is toegestaan. Het eigen vermogen is derhalve € 17,3 mln te hoog. Uiterlijk bij eerstvolgende suppletoire wet zal worden aangegeven hoe dit is hersteld.

Kortlopende schulden

Crediteuren

De toename in het crediteurensaldo ten opzichte van 2021 wordt veroorzaakt door het laatste betaalmoment in 2022. Medio januari is ruim 85% van deze 2 openstaande facturen betaald.

Overige schulden en overlopende passiva

De afname van deze post is met name het gevolg van de € 5,0 mln lagere stand vooruit ontvangen bedragen. Het bedrag aan nog te ontvangen facturen en de passivering vakantie dagen en overuren zijn gestegen (respectievelijk € 1,0 en € 1,3 mln).

Tabel 63 Kasstroomoverzicht over het jaar 2022 (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil realisatie en vastgestelde begroting (3)=(2)-(1)

Rekening-courant RHB 1 januari 2022 + stand depositorekeningen

23.980

31.107

7.127

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

320.162

347.134

26.972

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 297.012

‒ 314.743

‒ 17.731

Totaal operationele kasstroom

23.150

32.391

9.241

Totaal investeringen (-/-)

‒ 30.000

‒ 18.407

11.593

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

Totaal investeringskasstroom

‒ 30.000

‒ 18.407

11.593

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

‒ 15.700

‒ 15.700

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

307

307

Aflossingen op leningen (-/-)

‒ 23.150

‒ 20.157

2.993

Beroep op leenfaciliteit (+)

30.000

18.416

‒ 11.584

Totaal financieringskasstroom

6.850

‒ 17.134

‒ 23.984

Rekening-courant RHB 31 december 2022 + stand depositorekeningen  (=1+2+3+4)

23.980

27.957

3.977

Toelichting kasstroomoverzicht

Ten opzichte van de oorspronkelijke begroting is de gerealiseerde kasstroom bijna € 4 mln positiever. Dit is met name het gevolg van de positieve operationele kasstroom als gevolg van het hoger dienstenvolume en de ontwikkeling van de balansposten debiteuren en crediteuren. De investeringen bij de divisie Infra zijn substantieel lager als gevolg van de bedrijfsstrategie.

De € 15,7 mln eenmalige uitkering aan moederdepartement heeft betrekking op afroming als gevolg van het maximale eigen vermogen.

Tabel 64 Overzicht doelmatigheidsindicatoren per 31 december 2022
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

 

2019

2020

2021

2022

2022

Omschrijving generiek deel

     

Kostprijzen per product (groep)

     

a. Basistarief werkplek VKA

     

b. Basistarief werkplek CW

3.746

3.746

3.516

3.126

3.360

Tarieven/uur1

     

a. Senior medewerker (ontwikkeling)

101

137

136

135

135

b. Medior medewerker (bouw)

80

114

112

111

111

c. Junior medewerker (test en beheer)

69

102

100

99

99

Indicatoren

     

Aantal werkplekken VKA

     

Aantal werkplekken CW2

13.343

14.929

16.027

18.042

15.000

FTE-totaal (excl. externe inhuur)3

775

828

905

927

930

Aantal interne FTE’s in percentage van het totale aantal FTE’s

54%

54%

55%

54%

62,5%

Saldo van baten en lasten (%)4

1,75%

1,04%

6,02%

5,24%

0,00%

Ziekteverzuim

4,4%

3,7%

4,8%

6,3%

4,0%

Klanttevredenheid

7,2

7,0

7,8

7,7

7,0

Beschikbaarheid applicaties

98,4%

99,8%

99,7%

99,5%

98,0%

Aantal grote verstoringen5

   

4

Max. 5

Eindgebruikerstevredenheid afhandeling incidenten5

   

8,4

7,0 ‒ 7,5

Oplospercentage 1ste lijn helpdesk

67%

71%

70%

81%

75%

1

DICTU hanteert met ingang van 2020 een nieuw kostprijsmodel. In dit model wordt overgegaan van directe kostprijzen naar integrale kostprijzen, met als gevolg een (financieel-technische) stijging van de tarieven.

2

Aantal werkplekken ultimo jaar.

3

Gemiddeld aantal FTE over het jaar.

4

Saldo als percentage van de baten.

5

Deze indicator is in 2022 toegevoegd.

Basistarief werkplek CW 

Middels de tarievennota is het basistarief werkplek CW vastgesteld op € 3.360. Door een hogere vraag naar werkplek services en de hierbij horende schaalvoordelen is het mogelijk gebleken een lager tarief te hanteren. Middels het addendum op de tarievennota is het tarief met € 234 per jaar verlaagd naar € 3.126.

Aantal werkplekken CW 

Ten tijde van de ontwerpbegroting is gerekend met een gemiddeld aantal van 15.000 werkplekken CW. Vanwege de genoemde hogere vraag door verdere groei bij onze klanten is de realisatie eind 2022 van het aantal geleverde werkplekken 18.042 (gemiddeld 16.968).

Aantal interne FTE in % van het totale aantal FTE

In de realisatie is het aantal interne fte als percentage van het totale aantal fte lager dan ten opzichte van de begroting. Dit is het gevolg van de gestegen vraag naar ICT dienstverlening ten opzichten van de begroting en de krapte op de arbeidsmarkt waardoor de benodigde extra capaciteit is verkregen via externe inhuur.

Saldo van baten en lasten 

DICTU heeft in 2022 een positief resultaat geboekt van € 18,5 mln.

Ziekteverzuim

Het gemiddelde ziekteverzuimpercentage kent een zorgelijke trend, die nauw wordt gemonitord en waar veel aandacht voor is. Het ziekteverzuim overall DICTU is 6,3% en ligt daarmee ondanks de versterkte zorg en aandacht ruim boven het streefgemiddelde van 4%. Een kleine positieve ontwikkeling is dat de stijging van het ziekteverzuim is afgevlakt en in het laatste kwartaal een daling toonde. Terugbrengen van het ziekteverzuim naar het streefgemiddelde van 4% blijft een aandachtspunt en is daarom ook expliciet opgenomen in het jaarplan 2023.

Klanttevredenheid

Ten opzichte van het in de begroting opgenomen doel is de gemeten klanttevredenheid hoger. In alle maanden is de realisatie hoger, waarbij 7.55 (oktober 2022) de laagste score is en 7.84 (augustus 2022) de hoogste.

Beschikbaarheid Applicaties 

De beschikbaarheid van frontend-applicaties wordt gemeten door middel van tooling (BSM). Deze meting is per applicatie per maand over de beschikbaarstellingsperiode, exclusief de overeengekomen onderhoudsperioden.

Oplospercentage 1e lijn helpdesk 

Dit percentage geeft weer hoeveel procent van de calls door de 1e lijn kan worden opgelost.

Licence