Base description which applies to whole site

3.1 Het beeld van 2023

In de Begroting 2023 heeft het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) zijn beleidsprioriteiten voor 2023 opgeschreven. In de beleidsconclusies blikt SZW terug op de uitvoering van deze prioriteiten. Allereerst wordt ingegaan op de impact van maatschappelijke ontwikkelingen in 2023 op het SZW-domein: disbalans op de arbeidsmarkt, koopkracht en geopolitieke onrust. Daarna worden in verschillende hoofdstukken de SZW-beleidsprioriteiten uit de begroting 2023 langsgelopen:

  • Het mogelijk maken van werk en het bieden van kansen (arbeidsmarkt (hoofdstuk 1), participatie en inclusie (hoofdstuk 2) en kinderopvang (hoofdstuk 5));

  • Het helpen wanneer het even tegenzit (armoede en schulden (hoofdstuk 3));

  • Het bieden van een fatsoenlijk inkomen nu en straks (inkomen (hoofdstuk 2) en pensioenen (hoofdstuk 4));

  • Het bereiken van mensen op de juiste manier (uitvoering (hoofdstuk 6)).

Naast deze beleidsprioriteiten uit de begroting worden in het jaarverslag ook andere thema’s behandeld. Onder andere de arbeidsomstandigheden van arbeidsmigranten, energiearmoede, de Wet inburgering, integratie, gelijke kansen, de maatschappelijke polarisatie rond het conflict in het Midden-Oosten, de Arbovisie 2040, Leven Lang Ontwikkelen en sociaal-medisch beoordelen bij het UWV.

Algemeen

Halverwege 2023 is er een einde gekomen aan het vierde kabinet onder leiding van Mark Rutte. Op de valreep van het jaar is een nieuwe Tweede Kamer geïnstalleerd. Er zijn in 2023 belangrijke stappen gezet in de uitvoering van het Coalitieakkoord ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’.

In 2023 heeft het kabinet zich ingezet voor een toekomstbestendig Nederland. Zo is de Wet Toekomst Pensioenen in de Eerste Kamer aangenomen en zijn de pensioenuitvoerders begonnen met de overgang naar een toekomstbestendig pensioenstelsel.

Het kabinet heeft hard gewerkt aan inkomenszekerheid voor iedereen door de verhoging van het minimumloon en de gekoppelde uitkeringen, zoals de AOW en bijstand in Europees en Caribisch Nederland en de verhoging op de kinderbijslag (AKW) en kinderopvangtoeslag. Daarnaast presenteerde het kabinet het arbeidsmarktpakket met maatregelen om te groeien naar een arbeidsmarkt die klaar is voor de toekomst.

Tegelijk stond Nederland voor uitdagingen waardoor wederom een beroep werd gedaan op de veerkracht van onze samenleving en economie. Zo speelden de disbalans op de arbeidsmarkt, de aanhoudende inflatie en de oorlogen in Oekraïne en het Midden-Oosten een belangrijke rol in ons land. Dit zijn grote geopolitieke en maatschappelijke uitdagingen die zich ook nog eens tegelijkertijd voordeden, verderop in de tekst wordt ingegaan op hoe dit effect had op Nederland.

Bij deze ontwikkelingen is de overheid vaak ingesprongen, omdat het belangrijk is om mensen te ondersteunen wanneer zij dat nodig hebben. Veel mensen zijn in 2023 dan ook geholpen door ondersteuning vanuit SZW. Tegelijk bleek het soms lastig om mensen op tijd te helpen op een gerichte manier. Zowel bij het Tijdelijk Noodfonds Energie, het ontwerp voor een nieuw financieringsstelsel voor kinderopvang, de alleenverdienersproblematiek, bij het uitkeren van de WIA en de energietoeslag (voor studenten) vormde dit een uitdaging. Deze afweging speelde ook bij de toeslagen, die juist heel gericht zijn en daarom betaalbaar. Echter ook erg ingewikkeld: toeslagen kunnen leiden tot hoge terugvorderingen. Het kabinet heeft daarom opties in kaart gebracht om deze problematiek fundamenteel aan te pakken (Kamerstukken II 2023/24, 31 066, nr. 1340). Ook in de toekomst blijven deze dilemma’s spelen, want snelle ondersteuning en gerichte ondersteuning vormen soms een afruil.

De aanhoudende disbalans op de arbeidsmarkt vormde in 2023 een uitdaging. De aanhoudende personeelstekorten leiden tot zorgen over de kwaliteit en beschikbaarheid van bijvoorbeeld de kinderopvang, het onderwijs, de zorg en de techniek. De tekorten bemoeilijkten het aanpakken van maatschappelijke opgaven, zoals de klimaat- en energietransitie. Tegelijk bood de krapte op de arbeidsmarkt kansen voor mensen die aan de kant staan of een minder sterke positie op de arbeidsmarkt hebben. Ook bood het de kans voor werkgevers om te laten zien dat goed werkgeverschap loont. Daarnaast biedt de krapte op de arbeidsmarkt mogelijkheden voor technologische en sociale innovatie en digitalisering in een markt waar steeds meer online en met behulp van artificiële intelligentie wordt gewerkt.

Naast de mismatch tussen vacatures en werkzoekenden, zijn er nog andere aspecten op de arbeidsmarkt die vragen om meer balans. Ook is het aantal (schijn)zelfstandigen zonder personeel in twintig jaar bijna verdubbeld: circa één op de tien werkenden is zzp’er. In 2023 is er dan ook een pakket samenhangende maatregelen voor de arbeidsmarkt samengesteld en naar de Tweede Kamer gestuurd (Kamerstukken II 2022/23, 29 544, nr. 1176). Met dit pakket wordt beoogd dat bedrijven voldoende wendbaar zijn en dat mensen voldoende werk- en inkomenszekerheid hebben, zodat de arbeidsmarkt meer in balans is.

Tevens bleef de investering in Leven Lang Ontwikkelen van belang om te zorgen voor een goed toegeruste en wendbare beroepsbevolking. In 2023 konden burgers voor het laatst met STAP-budget scholing volgen om hun positie op de arbeidsmarkt te versterken.

Het kabinet ondersteunde in 2023 met een pakket aan maatregelen grote groepen huishoudens die moeite hadden om rond te komen. De inflatie nam in 2023 af ten opzichte van 2022, maar bleef hoog vergeleken met voorliggende jaren. De gestegen kosten voor boodschappen en (energie)rekeningen kunnen stress en geldzorgen veroorzaken bij mensen met lage inkomens maar ook bij mensen met middeninkomens. Het kabinet nam in 2023 extra maatregelen om de koopkracht van mensen met een laag, middeninkomen, een uitkering en grote gezinnen te verbeteren (Kamerstukken II 2022/23, 36 200 XV, nr. 2).

Om de gevolgen van de gestegen energieprijzen te dempen, is er in 2023 een prijsplafond ingesteld. Ook konden gemeenten net als in 2022 een eenmalige energietoeslag uitkeren aan kwetsbare huishoudens met een inkomen op of net boven het sociaal minimum. Daarnaast heeft het Rijk een subsidie verstrekt aan het Tijdelijk Noodfonds Energie. In 2022 en 2023 ontvingen gemeenten aanvullende middelen om huishoudens te ondersteunen bij het aanbrengen van energiebesparende maatregelen door energiefixers. Dit zijn mensen die langs de deuren gaan om huishoudens te adviseren over energiezuiniger gedrag.

Ook in Caribisch Nederland heeft het kabinet grote stappen gezet. Zo zijn het minimumloon, de minimumuitkeringen en de kinderbijslagvoorziening verder structureel verhoogd.

De oorlog in Oekraïne en het conflict in het Midden-Oosten raakten ook Nederland. Ontheemden uit Oekraïne zijn indien nodig opgevangen met leefgeld, hadden recht op opvang, kregen toegang tot de arbeidsmarkt en zijn begeleid naar werk. Het faciliteren van werk voor deze groep heeft effect, want in 2023 zijn er steeds meer Oekraïners aan het werk gegaan. De lessen die we hieruit geleerd hebben, worden dan ook gebruikt voor het plan van aanpak Statushouders aan het werk.

Daarnaast hebben de beelden van de terreuraanvallen en het conflict in Gaza en Israël ook in Nederland een diepe indruk gemaakt. In de Nederlandse samenleving vindt een diep doorleefde maatschappelijke discussie plaats, soms ook op de werkvloer. SZW blijft zich inzetten voor de sociale cohesie in de samenleving. Naar aanleiding van de impact die dit conflict in Israël en de Palestijnse gebieden op de Nederlandse samenleving heeft, is er een handreiking ontwikkeld die beschrijft hoe om te gaan met maatschappelijke spanningen en polarisatie. Ook zijn er bijeenkomsten georganiseerd, waarin mensen uit diverse gemeenschappen en verschillende achtergronden met elkaar in gesprek zijn gegaan.

Deze infographic geeft door middel van vier grafieken het volgende weer. De werkzame beroepsbevolking nam in 2023 verder toe. De werkloosheid bleef redelijk constant. Als gevolg daalde de krapte op de arbeidsmarkt met 6% in 2023. Nadat de inflatie in 2022 was verdubbeld, is deze in 2023 teruggezakt tot het niveau van zomer 2021.

SZW-thema’s

1. Arbeidsmarkt in beweging

Het kabinet wil een toekomstbestendige arbeidsmarkt die aansluit bij de geglobaliseerde economie van deze tijd en die is voorbereid op de uitdagingen van de toekomst. Hier zet het kabinet op in door een arbeidsmarktpakket en het aanpakken van structurele arbeidstekorten. Daarbij heeft iedereen recht op gezond en veilig werken. Daarnaast zet het kabinet zich in om de arbeidsmigratie beter beheersbaar te maken en de positie van arbeidsmigranten te verbeteren naar aanleiding van het rapport van de commissie Roemer.

Arbeidsmarktpakket

SZW heeft met steun van vakbonden en werkgeversorganisaties een akkoord gesloten over een breed pakket aan maatregelen om de arbeidsmarkt evenwichtiger en toekomstbestendiger te maken. Deze hervormingen zijn gericht op werkenden en werkgevers (Kamerstukken II 2022/23, 29 544, nr. 1176).

Het pakket bevat maatregelen waarmee werknemers meer zekerheid krijgen over hun inkomen en rooster, onder andere doordat voor structureel werk het (vaste) contract weer het uitgangspunt wordt. Zo krijgen werkenden met een oproepcontract voortaan zekerheid over het aantal uur waarvoor ze standaard worden ingeroosterd. Dat geeft hen meer inkomenszekerheid. Ook wordt er een verbod op nulurencontracten ingevoerd.

Tegelijkertijd leidt het arbeidsmarktpakket tot meer wendbaarheid voor ondernemers. Dit wordt onder andere bereikt door de maatregel waarbij kleine werkgevers na één jaar ziekte van een medewerker duidelijkheid krijgen over de in te zetten re-integratie. Daarnaast wordt de Wet Personeelsbehoud bij Crisis ingevoerd voor werkgevers die getroffen worden door een crisis of calamiteit. Deze maatregelen maken goed werkgeverschap aantrekkelijker. Daardoor kunnen bedrijven makkelijker inspelen op veranderingen in hun omgeving.

Ook worden er met dit maatregelenpakket stappen gezet rondom zelfstandigen. Allereerst door schijnzelfstandigheid tegen te gaan. Zo worden kwetsbare werkenden beschermd tegen de risico’s van werken als zelfstandige en wordt wetgeving over zelfstandig ondernemerschap duidelijker. Ten tweede door te zorgen voor meer solidariteit in het sociale stelsel. Voor zelfstandigen komt er een verplichte betaalbare arbeidsongeschiktheidsverzekering, zodat ze net als werknemers een vangnet hebben als ze arbeidsongeschikt worden.

In 2023 zijn veel stappen gezet om deze maatregelen uit te werken in gedegen wetgeving (Kamerstukken II 2022/23, 29 544, nr. 1220). Er zijn verschillende wetsvoorstellen in internetconsultatie gegaan, zoals het wetsvoorstel dat kleine werkgevers na één jaar ziekte van een medewerker meer duidelijkheid geeft over de in te zetten re-integratie. Het wetsvoorstel dat flexibele werknemers meer zekerheid biedt over het inkomen en rooster en het wetsvoorstel dat verduidelijkt wanneer iemand als zelfstandige of werknemer werkt zijn ook in internetconsultatie gegaan. Het ontwerpbesluit waarbij de lage WW-premie vaker gaat gelden bij overwerk is voor advies naar de Raad van State, net als het wetsvoorstel om de Inkomensvoorziening voor Oudere Werklozen (IOW) te verlengen. Ook is het wetsvoorstel RIV-toets UWV door arbeidsdeskundige ingetrokken (Kamerstukken II 2022/23, 35 589, nr. 11). Bovendien is er besloten om een deel van de middelen uit de enveloppe loondoorbetaling bij ziekte in te zetten voor lastenverlichting aan het bedrijfsleven (Kamerstukken II 2023/24, 36 410, nr. 1).

De tekorten op de arbeidsmarkt vormen een uitdaging voor het kabinet om de ambities waar te maken. Die uitdaging blijft ook op de langere termijn spelen. Het CPB raamt dat de groei van het arbeidsaanbod tot ongeveer 2040 stagneert. Een belangrijk onderdeel van de aanpak van krapte is dat er per sector, zoals het onderwijs of de zorg, wordt gekeken naar wat er precies nodig is. Het kabinet heeft in 2023 uiteenlopende aanvullende maatregelen verkend tegen de krapte op de arbeidsmarkt (Kamerstukken II 2022/23, 29 544, nr. 1174).

Het is ook belangrijk dat werknemers zich een leven lang blijven ontwikkelen om een toekomstbestendige arbeidsmarkt te realiseren. Het kabinet wil dat mensen nieuwe kennis en vaardigheden opdoen, zodat ze kunnen bijdragen aan de grote opgaven van onze maatschappij. Door STAP hebben in 2023 ruim 121.000 mensen arbeidsmarktgerichte scholing kunnen volgen. Ondanks de beëindiging van het STAP-budget, blijft de noodzaak voor een leven lang ontwikkelen bestaan. In 2023 is er dan ook een Kamerbrief gestuurd met daarin de beleidslijnen over Leven Lang Ontwikkelen (LLO). Hierin staat beschreven hoe mensen, bedrijven en opleiders gestimuleerd kunnen worden om in ontwikkeling te blijven en zo de leer- en ontwikkelcultuur te versterken (Kamerstukken II 2023/24, 30 012, nr. 156). Hierbij is nauw samengewerkt met de praktijk.

Daarnaast zijn in 2023 belemmeringen op de arbeidsmarkt in grensregio’s verminderd door de kaderovereenkomst voor grensoverschrijdend telewerk. Op basis van deze overeenkomst kunnen werknemers in het woonland tot 50% van de totale arbeidstijd telewerken, zonder dat dit leidt tot een wijziging van de toepasselijke socialezekerheidswetgeving.

Op de lange termijn zal krapte een uitdaging blijven. Demografische ontwikkelingen zoals vergrijzing zetten de komende jaren een rem op onze economie en arbeidsmarkt. Dit is ook geschetst door de Staatscommissie Demografie 2050.

Sociaal-medisch beoordelen

Het kabinet heeft, samen met UWV, gezorgd voor een kentering in de omvang van de achterstanden bij de WIA-beoordelingen. Sinds 2015 is de vraag naar WIA-beoordelingen groter dan het aantal beoordelingen dat UWV kan verrichten. Vanwege deze mismatch lukt het UWV vaak niet om een WIA-beoordeling tijdig te doen en ontstaan er achterstanden. Dat leidt tot veel onduidelijkheid voor mensen en belemmert herstel en re-integratie. Om achterstanden te verminderen, zijn verschillende (tijdelijke) maatregelen genomen. Deze maatregelen hebben effect. Sinds de tweede helft van 2023 is voor het eerst sinds 2015 een lichte daling in de omvang van de achterstanden te zien. Om de achterstanden verder terug te dringen blijft UWV werken aan de interne procesoptimalisatie, waaronder het werken in Sociaal Medische Centra (SMC’s). Ook is de 60-plusmaatregel verlengd tot en met 2024. Bij deze maatregel is de claimbeoordeling vereenvoudigd, waardoor de verzekeringsarts geen rol meer heeft bij de beoordeling van de aanvraag. Daarnaast wordt de maatregel ‘praktisch beoordelen’ in 2024 ingevoerd. Praktisch beoordelen houdt in dat voor mensen die werken op het moment van de WIA-claimbeoordeling, gekeken wordt naar de feitelijke verdiensten om het arbeidsongeschiktheidspercentage te bepalen. Hierdoor hoeft een verzekeringsarts geen theoretische schatting uit te voeren. Evenzo is de tijdelijke buitenwettelijke maatregel over kwijtschelding van voorschotten verlengd tot en met 2024.

Hoewel het UWV lukt om meer beoordelingen te doen dan voorheen, neemt ook het aantal WIA-aanvragen toe. De druk blijft daardoor hoog, dus we zijn er nog niet. De komende tijd zullen er meer maatregelen genomen moeten worden. Ook door een volgend kabinet. Het aanpakken van de mismatchproblematiek is ook nodig om de ruimte te bieden die nodig is om bestaande ambities uit te voeren. Bijvoorbeeld het creëren van een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen. De mismatch is daarom ook onderdeel van de opdracht van de Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel (OCTAS). De commissie is gevraagd om integraal naar het stelsel te kijken en over fundamentele vernieuwingen vanuit verschillende perspectieven na te denken. De aanleiding was enerzijds de problematiek in de uitvoering, anderzijds de hardheden in de wet- en regelgeving en de complexiteit van het stelsel. De commissie heeft haar eindrapport begin 2024 gepresenteerd.

Bescherming arbeidsmigranten

Het kabinet heeft zich voortdurend en stevig ingezet voor het verbeteren van de positie van arbeidsmigranten en om daarmee ook meer grip te krijgen op (arbeids)migratie. De aanbevelingen van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten worden met urgentie uitgevoerd. Een belangrijke mijlpaal is de indiening van het Wetsvoorstel toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten bij de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel heeft als doel kwetsbare uitzendkrachten te beschermen. Met dit wetsvoorstel worden malafide uitzendbureaus geweerd en daarmee worden misstanden in de uitzendsector voorkomen. Bedrijven of organisaties mogen na de invoering van het stelsel alleen arbeidskrachten inhuren van toegelaten uitzendbureaus (of andere uitleners). De Arbeidsinspectie zal de toelatingsplicht bij zowel uitleners als inleners handhaven.

Andere belangrijke stappen die gezet zijn betreffen het invoeren van de Wet goed verhuurderschap door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, het verbeteren van de registratie van arbeidsmigranten, informatieverstrekking voor arbeidsmigranten in een voor hen begrijpelijke taal en het openen van meer informatie- en hulpverleningspunten voor arbeidsmigranten. Daarnaast werd in samenwerking met de VNG de effect­rapportage voor nieuwe bedrijvigheid (‘geen bed, geen business’) getest. Bovendien werd het strafrecht gemoderniseerd om arbeidsuitbuiting beter aan te pakken (art. 273f Wetboek van Strafrecht). Ook in Europa zette het kabinet zich in om misstanden hoog op de agenda te houden, onder andere onder de vlag van de Europese Arbeidsautoriteit (ELA). Waar mogelijk werd er gezamenlijk opgetrokken met andere lidstaten op thema’s als gezamenlijke handhaving en informatievoorziening.

Gezond en veilig werken

Het kabinet bevorderde gezond en veilig werken, juist op een veranderende arbeidsmarkt. Hoewel er veel bedrijven zijn die hun arbeidsomstandigheden voldoende op orde hebben, zijn er nog te veel bedrijven waar dat niet het geval is. Zo is slechts de helft van de bedrijven in het bezit van een verplichte Risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E). Het aantal mensen dat overlijdt aan de gevolgen van hun werk, het persoonlijk leed en de maatschappelijke kosten zijn onacceptabel hoog. Een van de belangrijke oorzaken hiervan is blootstelling aan gevaarlijke stoffen. In 2023 is het kabinet dan ook gestart met de tegemoetkoming stoffengerelateerde beroepsziekten (TSB). Hierdoor kunnen mensen met een beroepsziekte als gevolg van het werken met gevaarlijke stoffen een eenmalige financiële tegemoetkoming aanvragen. Het kabinet heeft in de Arbovisie 2040 de stevige ambitie neergelegd van "zero death". Het kabinet wil dat er geen mensen meer overlijden door slechte arbeidsomstandigheden.

De naleving van de regelgeving voor blootstelling aan gevaarlijke stoffen moet beter. De effecten van achterblijvende arbeidsomstandigheden blijken ook uit de cijfers over verzuim en sterfte door of op het werk. Het ziekteverzuim is sinds 2017 gestegen van 4% naar 5,3%. Een aanzienlijk deel van het verzuim is werkgerelateerd. Daarnaast zijn er jaarlijks rond de 100.000 arbeidsongevallen met verzuim tot gevolg. Ook overlijden er elk jaar ongeveer 4.000 mensen door hun werk. Het kabinet heeft om zijn doel van zero death in 2040 te behalen een aantal oplossingsrichtingen geformuleerd waarbij het sleutelwoord preventie is (Kamerstukken II 2023/24, 25 883, nr. 477). De Sociaal Economische Raad heeft eerder aanbevelingen gedaan over gezond en veilig werken, die het kabinet bijna allemaal overneemt.

In 2023 is het nationaal actieprogramma voor de aanpak van seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld (SGG) gedeeld met de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2022/23, 34 843, nr. 67). Een nationale aanpak is noodzakelijk om bewustzijn te vergroten, preventieve maatregelen te nemen en slachtoffers te ondersteunen. Samen met de Ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Justitie en Veiligheid, Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Regeringscommissaris Mariëtte Hamer en sociale partners zijn al goede stappen gezet en werden diverse maatregelen uitgevoerd en doorontwikkeld.

Maatschappelijk Impact Team

Het Maatschappelijk Impact Team (MIT) is ingesteld door de Minister van SZW om te adviseren over de maatschappelijke impact van pandemieën en pandemiemaatregelen. Het MIT heeft in 2023 verschillende adviezen en publicaties uitgebracht. Onder andere over de afschaling van resterende COVID-19 adviezen en over de maatschappelijke gevolgen van Long COVID. Ook heeft het MIT onderzoek gedaan naar welke ethische principes belangrijk zijn voor een afwegingskader voor pandemiemaatregelen en zijn er voorbereidingen getroffen voor een advies over de benodigde kennisbasis.

2. Inkomenszekerheid, participatie en inclusie

Het kabinet streeft naar een transparant en activerend stelsel van sociale zekerheid. Het kabinet wil een stelsel dat mensen enerzijds stimuleert om (weer) aan het werk te gaan als dat kan en dat mensen anderzijds de zekerheid biedt van een adequaat vangnet als dat (tijdelijk) nodig is. Dat betekent dat mensen worden ondersteund naar duurzaam werk en dat zij inkomen ontvangen bij ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid.  

Tegelijk zet het kabinet in op maatschappelijke samenhang en sociale stabiliteit. Het kabinet streeft naar de participatie en inburgering van iedereen met een migratieachtergrond en stimuleert de acceptatie van culturele diversiteit in de samenleving.

Koopkrachtpakket en verhoging minimumloon

Het kabinet presenteerde in 2022 een ongekend groot koopkrachtmaatregelenpakket met onder meer een beleidsmatige verhoging van het minimumloon. In 2023 is dit pakket van start gegaan en in augustus is het pakket uitgebreid met verdere maatregelen. Met dit pakket aan maatregelen beperkte het kabinet de invloed van de hoge inflatie op de koopkracht voor met name de lage inkomens (Kamerstukken II 2022/23, 36 200 XV, nr. 2).

In januari 2023 is het minimumloon in één keer met in totaal 10,15% verhoogd. De aan het minimumloon gekoppelde uitkeringen, onder andere AOW en bijstand, stegen ook door deze verhoging. De cao-lonen stegen met 5,9%. Om de koopkracht voor gezinnen te verbeteren, werden bovendien vanaf 2023 het kindgebonden budget, de zorgtoeslag en huurtoeslag verhoogd. Daarnaast heeft SZW bijgedragen aan het programma Schoolmaaltijden dat het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in maart heeft gelanceerd. Daarmee konden scholen in het primair en voortgezet onderwijs zich in 2023 aanmelden voor een maaltijd op school of een boodschappenkaart voor thuis.

In augustus 2023 heeft het kabinet boven op dit pakket aanvullende maatregelen genomen om de koopkracht van gezinnen en mensen met een uitkering of laag (midden)inkomen te verbeteren. Bij de behandeling van de begroting van 2024 van SZW heeft de Tweede Kamer een amendement aangenomen om het minimumloon per 1 juli 2024 met 1,2% extra beleidsmatig te verhogen. De aan het minimumloon gekoppelde uitkeringen zullen meestijgen. Ook is besloten tot een extra intensivering van het kindgebonden budget met bijna € 1 miljard structureel vanaf 2024 en tot het schrappen van de geplande verlaging van de jonggehandicaptenkorting. Bovendien is de afbouw van de dubbele algemene heffingskorting in de berekening van het netto-referentieminimumloon per 1 januari 2024 tijdelijk bevroren. Hierdoor gaan bijstandsgerechtigden er niet op achteruit ten opzichte van mensen die het minimumloon verdienen. Voor huishoudens met een laag inkomen bleef de energietoeslag beschikbaar. Daarnaast is voor uitwonende studenten met een aanvullende beurs een tegemoetkoming energiekosten beschikbaar gesteld (Kamerstukken II 2022/23, 36 389, nr. 6). Evenzo wordt het programma Schoolmaaltijden verlengd in 2024 (Kamerstukken II 2023/24, 36 410 VIII, nr. 2). Het kabinet zet zich mede via dit omvangrijke koopkrachtpakket in voor structureel betere inkomenszekerheid.

Bovendien heeft het kabinet gewerkt aan de overgang van het minimummaandloon naar het minimumuurloon. Per 1 januari 2024 wordt het minimumuurloon voor mensen die 40 uur per week werken gelijk aan het minimumuurloon van mensen die 36 uur per week werken. Minimumuurloonverdieners die 40 uur per week werken gaan er daardoor meer dan 15% op vooruit (Kamerstukken II 2022/23, 35 335, nr. 23).

Daarnaast heeft de Commissie sociaal minimum in 2023 aanbevelingen gedaan over de hoogte en de systematiek van het sociaal minimum (Kamerstukken II 2023/24, 36 410 XV, nr. A). De Commissie gaf aan dat het huidige sociaal minimum niet in alle gevallen toereikend is. Ook schreef de Commissie dat de overheid moet zorgen voor een toereikend inkomen en een toegankelijk stelsel dat uitvoerbaar en houdbaar is. De Commissie stelt maatregelen voor tot het structureel verhogen van het sociaal minimum. In het koopkrachtpakket heeft het kabinet eerste stappen gezet om deze aanbevelingen op te volgen.

Ook is het kabinet in 2023 gestart met het programma Vereenvoudiging inkomensondersteuning voor mensen (VIM). Dit programma brengt vereenvoudigingsopties in beeld voor de verbetering van de inkomenszekerheid en voor de bevordering van arbeidsparticipatie. Mensen hebben nu te maken met vele complexe regelingen met afwijkende begrippen, inkomens(on)afhankelijke bedragen en verschillende uitvoerders, zoals de toeslagen. Dit is ingewikkeld voor de uitvoering, voor beleid en voor mensen en kan leiden tot (financiële) onzekerheid. Bijvoorbeeld bij mensen die te maken hebben met een wisselend inkomen of met veranderingen in hun leven. Het doel van VIM is dat inkomensondersteuning beter aansluit bij de ervaring van mensen. Verder kan ook geput worden uit het Eindrapport ‘Toekomst Toeslagenstelsel’ (Kamerstukken II 2023/24, 31 066, nr. 1340) waarmee alle mogelijke alternatieven voor het huidige toeslagenstelsel in kaart zijn gebracht. De gepresenteerde opties bieden perspectief om het anders te doen. Dit vergt een zorgvuldige politieke keuze: alle opties hebben voor- en nadelen en vragen uitvoeringscapaciteit die er niet altijd is.

Caribisch Nederland

Het kabinet heeft forse stappen gezet naar meer inkomenszekerheid in Caribisch Nederland. Het wettelijk minimumloon op Bonaire, Sint-Eustatius en Saba is op 1 januari 2023 met respectievelijk 6,0%, 5,3% en 5,3% beleidsmatig verhoogd. De wettelijke ouderdomsvoorziening (AOV) is gestegen met respectievelijk 27,0%, 6,8% en 11,3%. De onderstand is, afhankelijk van de huishoudsituatie, met zo’n 24 à 27% beleidsmatig verhoogd en de nabestaandenvoorziening (AWW) met 10,0%. Daarnaast is de kinderbijslag met $ 20 per kind per maand beleidsmatig verhoogd. Per 1 oktober 2023 is bovendien de onderstand voor een alleenstaande die zelfstandig woont aanvullend verhoogd met een beleidsmatige verhoging van respectievelijk 15,3%, 4,4% en 12,0%. En de AWW met 12,1%, 1,7% en 9,1%.

De Commissie sociaal minimum Caribisch Nederland heeft in 2023 onderzocht hoe een eenvoudig en effectief sociaal minimum ingevoerd kan worden op de drie BES-eilanden van Caribisch Nederland (Kamerstukken II 2023/24, 36 410 IV, nr. 7). Het kabinet heeft daarom in 2023 aanvullende koopkrachtmaatregelen genomen voor de inwoners van Bonaire, Sint-Eustatius en Saba. Dit resulteerde in een structurele verhoging van het minimumloon, de minimumuitkeringen en de kinderbijslagvoorziening vanaf 2024. Ook is de energietoeslag zowel in 2023 als 2024 incidenteel verlengd.

Participeren en iedereen doet mee

Het kabinet heeft zich in 2023 ingezet voor een samenleving waar iedereen mee kan doen. Meedoen in de Nederlandse samenleving door regulier betaald werk is van groot belang en niet iedereen heeft gelijke kansen op de arbeidsmarkt. Voor bepaalde groepen mensen is het lastiger een baan te vinden, zoals mensen met een arbeidsbeperking, senioren of mensen met een migratieachtergrond. Daarom werkte het kabinet ook in 2023 aan een inclusieve arbeidsmarkt waar mensen kunnen meedoen.

Het kabinet verhoogde in 2023 structureel de rijksbijdrage voor beschut werk voor mensen met een arbeidsbeperking die niet bij een reguliere werkgever aan de slag kunnen. Gemeenten krijgen zo vanaf 2024 € 2.157 extra per beschutte werkplek. Daarnaast zijn er middelen gereserveerd voor de uitdagingen rondom de infrastructuur van sociaal ontwikkelbedrijven voor 2024 (Kamerstukken II 2022/23, 34 352, nr. 300).

Ook bleef het kabinet zich inzetten voor zinvol en duurzaam werk in een veilig werkklimaat voor de doelgroep Banenafspraak. De afgelopen jaren is de doelstelling van de Banenafspraak door de overheidssector niet gehaald. Daarom zijn maatregelen aangekondigd om een verdere impuls aan de Banenafspraak voor overheidswerkgevers te geven, dit wetsvoorstel is eind 2023 aangeboden aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2023/24, 34 352, nr. 309). Daarnaast konden mensen die aan het werk wilden of wilden wisselen van baan als gevolg van een veranderende arbeidsmarkt ook in 2023 terecht bij een Regionaal Mobiliteitsteam (RMT) (Kamerstukken II 2021/22, 34 352, nr. 231).

Het kabinet werkte bovendien aan een Participatiewet die doelmatig is en een voorspelbaar vangnet biedt. Zo is in januari 2023 de kostendelersnorm gewijzigd waardoor jongeren tot 27 jaar niet langer meetellen als kostendelende medebewoner voor de hoogte van de uitkering van huisgenoten.

In 2023 is het wetsvoorstel ‘Participatiewet in balans’ naar de Raad van State gestuurd met daarin twintig maatregelen om de regels en ondersteuning van de Participatiewet beter te laten aansluiten op haar doelgroep (Spoor 1). In dit wetsvoorstel wordt onder andere de vrijstelling van giften aan bijstandsgerechtigden verhoogd. Ook mogen mensen die bijstand ontvangen en werken voor een langere periode 15% van hun inkomsten houden bovenop hun uitkering als bijverdienste. Daarnaast werkte het kabinet in Spoor 2 aan het herzien van de Participatiewet om tot een doelmatige, toereikende en voorspelbare wet te komen. In Spoor 3 wordt ingezet op het versterken van de vakkundigheid bij professionals in de uitvoering (Kamerstukken II 2023/24, 34 352, nr. 306).

In 2023 is er ingezet op het vergroten van de arbeidsparticipatie van ouderen door middel van onder andere de seniorenkansenvisie. Veel 55-plussers zijn actief op de arbeidsmarkt en vinden lastig nieuw werk of ander werk. In de seniorenkansenvisie richt het kabinet zich op twee groepen op de arbeidsmarkt; de 55-plussers tot AOW-leeftijd en werknemers die doorwerken na AOW-leeftijd. Het kabinet heeft (beleids-)instrumenten uit de seniorenkansenvisie opgestart. Zo worden werkzoekende senioren ondersteund bij het solliciteren.

Inburgering en inclusief samenleven

Ook in 2023 zette het kabinet verder in op het versterken van een samenleving waarin iedereen gelijkwaardig wordt behandeld en niemand wordt uitgesloten. Het kabinet heeft specifiek aandacht voor verbetering van de arbeidsmarktpositie van Nederlanders met een migratieachtergrond. Bijvoorbeeld via het programma ‘Verdere integratie op de Arbeidsmarkt’ en door het tegengaan van stage- en arbeidsmarktdiscriminatie.

In het plan Statushouders aan het werk wil het kabinet praktische belemmeringen voor de kans van statushouders op betaald werk wegnemen. Door de 24-wekeneis mogen asielzoekers niet meer dan 24 weken in een periode van 52 weken werken (Kamerstukken II 2023/24, 35 680, nr. 407). De Raad van State heeft bepaald dat de 24-wekeneis niet meer kan worden toegepast omdat deze in strijd is met de Europese Opvangrichtlijn. Uit het rapport van Regioplan (Kamerstukken II 2022/23, 35 680, nr. 384) blijkt dat deze eis één van de belemmeringen was voor asielzoekers bij de toegang tot de arbeidsmarkt. Het afschaffen hiervan verlaagt de drempel voor werkgevers om asielzoekers in dienst te nemen, waardoor de arbeidsparticipatie onder asielzoekers kan stijgen. Er werden in 2023 vijf proeven met startbanen in gang gezet met als doel om de arbeidsmarktpositie van statushouders te verbeteren en er is een subsidieregeling in de maak voor werkgevers om statushouders met maatwerk te begeleiden op de werkvloer.

In het kader van inburgering zijn we inmiddels twee jaar onderweg met de Wet inburgering 2021. De uitvoering van het nieuwe inburgeringsstelsel komt steeds meer op gang. Nog niet alle inburgeringsprocessen werken zoals beoogd. Daar waar we knelpunten zien binnen het stelsel, werken we samen met ketenpartners en inburgeraars aan concrete oplossingen. En daar waar we kunnen leren van andere aanpakken, zoals de geleerde lessen ten aanzien van Oekraïne, nemen we die mee in het verder doorontwikkelen van het inburgeringsbeleid. In februari 2023 was het een jaar geleden sinds de eerste Oekraïense ontheemden in Nederland werden opgevangen als gevolg van de Russische invasie in Oekraïne. Naar aanleiding van de geleerde lessen van dit eerste jaar heeft SZW samen met maatschappelijke partners de belemmeringen en acties rondom het passender maken en verduurzamen van werk voor ontheemden uit Oekraïne in kaart gebracht. De daaruit resulterende actieagenda op de arbeidsmarkt bestaat uit drie actielijnen, waaronder basis (informatiehuishouding) op orde, meer passend en duurzaam werk voor Oekraïners en terugkeer en wederopbouw. In 2023 is een eerste start gemaakt met deze actielijnen. Ook heeft SZW € 15 miljoen ter beschikking gesteld aan gemeenten voor laagdrempelig taalaanbod voor ontheemden uit Oekraïne.

Daarnaast is het kabinet in 2023 gestart met de Agenda Veerkrachtige en Weerbare Samenleving. Hiermee wil het kabinet de sociale stabiliteit in Nederland bevorderen door in te zetten op het versterken van veerkracht en weerbaarheid van individuen, gemeenschappen en de maatschappij. Dit doet het programma door factoren die die bescherming bieden tegen ondermijnende criminaliteit, ongewenste polarisatie, maatschappelijke spanningen en radicalisering te versterken. Naar aanleiding van de impact die de oorlog in Israël en de Palestijnse gebieden op de Nederlandse samenleving heeft, is er een handreiking ontwikkeld hoe om te gaan met maatschappelijke spanningen en polarisatie. SZW blijft zich inzetten en aandacht vragen voor de sociale cohesie in de samenleving. Daarnaast blijft SZW zijn expertise op polarisatie en maatschappelijke stabiliteit breed inzetten en ontwikkelen.

Evenzo is gestart met het Meerjarenplan Zelfbeschikking 2022-2025 dat als doel heeft dat ook mensen uit gesloten gemeenschappen naar eigen keuze volwaardig mee kunnen doen aan de Nederlandse samenleving. In 2023 is de rapportage over het vertrouwen en de samenwerking tussen overheid en moslimgemeenschappen verschenen. In het rapport is breed aandacht gevraagd voor moslimdiscriminatie en is een nationaal onderzoek naar moslimdiscriminatie aangekondigd. Ook heeft SZW gereflecteerd op zijn handelen in het verleden en over de onderzoeken die binnen de moslimgemeenschappen zijn uitgevoerd. In dat kader is er een traject gestart om personen waarvan onrechtmatig persoonsgegevens zijn verwerkt hierover te informeren, een traject waarin zorgvuldigheid en openheid centraal staat. Een traject om een stap te zetten in het herstel van vertrouwen.

Op 19 december 2021 heeft minister-president Rutte namens de regering excuses aangeboden voor de betrokkenheid en de rol van de Nederlandse Staat en diens historische, bestuurlijke voorgangers bij het slavernijverleden aan nazaten wereldwijd, en postuum aan hun nazaten die tot vandaag de gevolgen van dit verleden ervaren.

Eenverdienersproblematiek

Het kabinet heeft samen met gemeenten en uitvoeringsinstanties een oplossing gevonden voor 6.500 specifieke huishoudens. Deze huishoudens hebben door een onbedoelde en complexe samenloop van fiscaliteit, toeslagen en sociale zekerheid een lager besteedbaar inkomen dan een paar in de bijstand (Kamerstukken II 2023/24, 36 410 XV, nr. 1). Gemeenten hielpen deze huishoudens in 2023 met individuele bijzondere bijstand. Tussen 2024 en 2027 faciliteert het kabinet dat gemeenten een vaste jaarlijkse tegemoetkoming gaan verstrekken. In 2023 is gestart met de uitwerking van deze tegemoetkoming en parallel met de uitwerking van een fundamentele oplossing vanaf 2028 via de inkomstenbelasting.

3. Armoede en schulden voorkomen

Het kabinet zet in op het tegengaan van armoede en kinderarmoede. Het kabinet wil ook het aantal huishoudens met problematische schulden verminderen.

Aanpak armoede en schulden

Het kabinet bleef in 2023 structureel inzetten op het aanpakken van geldzorgen, armoede en schulden. Het aantal mensen en kinderen in armoede is de afgelopen jaren dan ook gedaald.

Met ingang van 1 juli 2023 is de standaardduur van schuldregelingen verkort van 36 maanden naar 18 maanden. Daarnaast is gewerkt aan het versnellen van trajecten door de inzet van saneringskredieten, een reactietermijn voor schuldeisers en een verbeterplan voor de gemeentelijke schuldhulpverlening. Het kabinet zet in op het verbeteren van begeleiding en nazorg bij schulden, samen met de Vereniging Nederlandse Gemeenten, Divosa en financiële hulpverleners (Kamerstukken II 2023/24, 24 515, nr. 730). Eind 2023 heeft het Ministerie van SZW samen met het Ministerie van Justitie en Veiligheid een verkenning gestart naar mogelijke wijzigingen in het stelsel van invordering.

Bovendien wil het kabinet dat kinderen kunnen meedoen, ongeacht de financiële situatie van het gezin. Daarom verstrekt het kabinet structureel subsidie aan de partners van Sam& (samenwerkingsverband van Leergeld Nederland, Jeugdfonds Sport & Cultuur, Nationaal Fonds Kinderhulp en Stichting Jarige Job). Deze partijen hebben extra middelen ontvangen vanwege de verwachte toename in het aantal aanvragen door de hoge energieprijzen en inflatie. Er zijn 23% meer voorzieningen verstrekt tot oktober 2023 dan in 2022. Verder biedt het kabinet ondersteuning voor voedselhulp, onder meer door het aanbieden van schoolmaaltijden (OCW), via subsidies aan stichting Voedselvangnet en het Nederlandse Rode Kruis en door samenwerking tussen voedselhulpinitiatieven te stimuleren.

Ook werd er geïnvesteerd in preventie van armoede en schulden. Zo is in 2023 het eerste tijdvak van de subsidieregeling financiële educatie op het mbo geopend. Daarnaast hebben gemeenten middelen ontvangen voor de versterking van de dienstverlening op het gebied van armoede en schulden.

Energiearmoede

Bij de koopkrachtpakketten die in 2022 en 2023 zijn gepresenteerd, was er vanuit het kabinet speciale aandacht voor energiearmoede. Het koopkrachtpakket bevatte maatregelen om de gevolgen van de gestegen energielasten voor huishoudens te dempen, zoals het prijsplafond, de energietoeslag en de inzet op energiebesparende maatregelen. Daarnaast heeft het kabinet extra middelen beschikbaar gesteld voor flankerend beleid voor huishoudens die extra ondersteuning nodig hadden. Ook hebben gemeenten geld ontvangen voor bijzondere bijstand en vroegsignalering. Deze maatregelen waren nodig vanwege de ongekende terugval in koopkracht van huishoudens door de gestegen energieprijzen en droegen bij aan klimaatrechtvaardigheid.

Mensen met een laag inkomen en hoge energiekosten die ondanks deze maatregelen niet in staat waren hun energierekening te betalen, konden in 2023 een beroep doen op het Tijdelijk Noodfonds Energie.

4. Een pensioen voor iedereen

Pensioen is voor veel Nederlandse burgers een voorwaarde voor een prettige oude dag. Het kabinet wil dat nu en in de toekomst goed geregeld hebben.

Nieuw pensioenstelsel

Om een pensioen voor huidige en komende generaties te garanderen, is een breed pakket aan maatregelen afgesproken dat in het Pensioenakkoord is uitgewerkt. Onderdeel van het Pensioenakkoord is de hervorming van het tweede pijler pensioen via de Wet Toekomst Pensioenen (WTP).

In de WTP zijn de afspraken vastgelegd die werkgevers, werknemers en het kabinet in 2019 met elkaar hebben gemaakt in het Pensioenakkoord. Hieraan ging al een proces van tien jaar vooraf, met als doel een toekomstbestendig pensioenstelsel met eerder perspectief op een koopkrachtig pensioen. De wet kent drie doelen: een aanvullend pensioen dat sneller stijgt, een persoonlijkere en duidelijkere pensioenopbouw, en een pensioenstelsel dat beter aansluit bij dat mensen niet meer veertig jaar bij één baas werken.

Na 4.500 Kamervragen en meer dan 125 uur debat is de WTP met ruime meerderheid in beide Kamers aangenomen. Tegelijk is de implementatieperiode van start gegaan. In navolging daarop is een uitgebreid monitoringsprogramma opgezet. Ook is een Regeringscommissaris transitie pensioenen benoemd. Daarnaast is een aantal grote knelpunten opgelost die zich in de praktijk hebben voorgedaan. Via het platform Werkenaanonspensioen.nl heeft SZW de professionals in de sector ondersteund, met onder meer een landelijk congres. Via Pensioenduidelijkheid.nl is het publiek geïnformeerd, onder andere door middel van een meerjarige publiekscampagne. Al deze werkzaamheden zijn in nauwe samenwerking met de sector uitgevoerd.

5. Een toegankelijke kinderopvang

Een toegankelijke kinderopvang is belangrijk voor ouders om de zorg voor kinderen te kunnen combineren met een baan en ondersteunt jonge kinderen in hun ontwikkeling.

Stelselherziening

In het voorjaar van 2023 is met behulp van een innovatieve benadering gewerkt aan de ontwikkeling van een nieuw concept-stelselontwerp van de kinderopvang (Kamerstukken II 2022/23, 31 322, nr. 490). Dit is gedaan in nauwe samenwerking met vier uitvoeringsorganisaties (DUO, Toeslagen, SVB en UWV) en de kinderopvangsector. Na de ontwerpfase bleek dat invoering van de inkomensonafhankelijke vergoeding per 2025 zou leiden tot een grote stijging in de vraag naar kinderopvang. Dit zou naar verwachting sterke prijsstijgingen betekenen die de toegankelijkheid van kinderopvang zouden verkleinen. In het bijzonder voor huishoudens met lagere inkomens. In plaats daarvan is ervoor gekozen om in 2025 en 2026 in stappen toe te groeien naar een nieuw financieringsstelsel met een hoge inkomensonafhankelijke vergoeding vanaf 2027. Hierdoor heeft de markt de kans om geleidelijk mee te groeien met de stijgende vraag. Daarnaast is de impact onderzocht van het concept-stelselontwerp op uitvoering, budgettaire effecten, ouders, kinderopvangorganisaties en medewerkers en naar de Tweede Kamer gestuurd (Kamerstukken II 2022/23, 31 322, nr. 506). Om een nieuw kabinet te ondersteunen bij de besluitvorming over de toekomst van het financieringsstelsel in de kinderopvang, heeft het kabinet belangrijke inzichten uit het huidige traject gedeeld met de Kamer (Kamerstukken II 2022/23, 31 322, nr. 512).

Maatregelen binnen het huidige stelsel

Het kabinet wil terugvorderingen van en financiële risico’s voor ouders die hun kinderen naar de kinderopvang brengen terugdringen. Dit is uitdrukkelijk een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Het Ministerie van SZW werkte daarom nauw samen met Dienst Toeslagen, de kinderopvangsector en andere belanghebbenden aan verbetermaatregelen binnen het huidige stelsel. Per 1 januari 2023 is de koppeling gewerkte uren losgelaten, zodat het stelsel eenvoudiger is geworden. Hierdoor zijn meer terugvorderingen voorkomen. Daarnaast zette Dienst Toeslagen meer in op dienstverlening in de fase van voorlopige toekenning. Daarbij wordt zo vroeg mogelijk het recht op de toeslag vastgesteld en wordt het voorschot zo betrouwbaar mogelijk berekend. Dit vergroot de zekerheid en tijdigheid voor mensen en vermindert het aantal terugvorderingen en financiële risico’s. Daarnaast is samen met de sector gewerkt aan maatregelen en acties om het tekort aan personeel in de kinderopvang tegen te gaan (Kamerstukken II 2022/23, 31 322, nr. 488). Niet alleen om nieuw personeel aan te trekken, maar ook om het huidige personeel te behouden en te motiveren om meer uren te werken.

Herstel gedupeerden toeslagenaffaire

Ook in 2023 werd met de betrokken departementen gewerkt aan compensatie voor getroffen ouders en hun kinderen. Daarbij ondersteunde het kabinet de gemeenten en onze uitvoeringsorganisaties bij het kwijtschelden van schulden van gedupeerde ouders.

6. Uitvoering

De uitvoering is het gezicht van de overheid naar de samenleving. De overheid heeft vaak een grote impact op het leven van mensen. Daarvoor is een uitvoering nodig die meedenkt en die de mensen centraal stelt in zijn dienstverlening.

Burger en overheid

Zowel UWV als de SVB hebben zich ingespannen om in de dienstverlening meer menselijke maat toe te passen. Ook willen zij overgaan tot maatwerk en zich meer richten op preventie. Van belang hierbij is dat mensen zich gezien, gehoord en geholpen voelen.

UWV heeft de menselijke maat meer toegepast door in de sturing en verantwoording de onderliggende publieke waarden meer centraal te stellen. Daarom is de Menselijke Maat Monitor toegevoegd in het viermaandenverslag 2023 van UWV, waarvan de eerste resultaten nu zichtbaar zijn. Inmiddels heeft UWV in overleg met het Ministerie van SZW indicatoren aangevuld die betrekking hebben op sociaal-medisch beoordelen. Hiermee zetten we weer een stap vooruit in de gezamenlijke sturing op en verantwoording over het realiseren van publieke waarden.

De complexiteit van wet- en regelgeving zorgt voor druk op de dienstverlening van UWV. Er zijn trajecten gestart om onder andere IT-knelpunten op de korte en lange termijn gezamenlijk op te pakken. Daarnaast is er ook blijvende aandacht voor de achterstanden bij de sociaal-medische beoordelingen vereist en dit blijft een urgente gezamenlijke opgave.

De SVB zette zich in om zowel digitaal als fysiek eenvoudig toegankelijke dienstverlening te bieden. Zo bood de SVB in samenwerking met DUO en gemeenten gezamenlijke dienstverlening op locatie aan in de vorm van een fysiek loket bij gemeenten. In 2023 is het totaal uitgebreid naar zes fysieke loketten en zijn er daarnaast negen digitale loketten gerealiseerd. Zo werkte de SVB aan de ambitie om toegankelijke dienstverlening te leveren vanuit het perspectief van één overheid.

Werk aan Uitvoering

In 2023 is het programma Werk aan Uitvoering verder doorgezet. Het kabinet werkt daarmee overheidsbreed, gecoördineerd vanuit het Ministerie van SZW, aan toegankelijke en passende dienstverlening en inclusieve digitalisering voor ruim honderd uitvoeringsorganisaties. Er wordt gewerkt aan instrumenten die helpen om de perspectieven van mensen, bedrijven en uitvoeringsorganisaties nog beter te betrekken in de beleidsvorming. Daarnaast zijn de dilemma’s in de uitvoering scherper inzichtelijk gemaakt, ook aan de politiek. Tot slot is er in 2023 focus gebracht in het programma door een herijking (Kamerstukken II 2023/24, 29 362, nr. 350).

Eén van de speerpunten voor de dienstverlening van UWV is het herkennen en doelmatig aanpakken van verbeterkansen die gelijk merkbaar zijn voor cliënten en werkgevers. UWV gaat daarom werken met kwartaalsturen voor de hele dienstverlening. Dit betekent dat er per kwartaal prioriteiten worden bepaald op basis van inzicht in de beleving van de UWV-dienstverlening.

SVB zet met de middelen uit Werk aan Uitvoering in op bijscholing voor extra vakopleiders en praktijkbegeleiders. Hierin wordt op kennis maar ook op attitude en vaardigheden getoetst. Naast het versterken van vakmanschap is de SVB voor het uitvoeren van haar kerntaken ook afhankelijk van gegevens die worden geleverd door ketenpartners. In 2023 is er gekeken naar de beschikbaarheid, semantiek en kwaliteit van data in de keten.

Stand van de Uitvoering

In de Stand van de Uitvoering van december 2023 wordt verder inzicht gegeven in wat er op dat moment speelde in de publieke dienstverlening op het gebied van handhaving, dienstverlening, de continuïteit van de organisaties en de voortgang ten aanzien van de knelpuntenbrieven (Kamerstukken II 2023/24, 26 448, nr. 742).

Internationale zaken

Om het hoofd te bieden aan de economische en sociale uitdagingen waar Nederland voor staat, was Europese en internationale samenwerking hard nodig. Bijvoorbeeld op de richtlijn ter verbetering van arbeidsvoorwaarden voor platformwerkers. Over deze richtlijn bereikte de Raad een Algemene Oriëntatie en zette het kabinet zich in voor een effectieve richtlijn die platformwerkers daadwerkelijk ondersteunt en duidelijkheid geeft voor werkgevers. Ook bereikte het kabinet een betere bescherming van werkenden door een verlaging van grenswaarden voor de gevaarlijke stoffen asbest, lood en diisocyanaten. Daarnaast onderhandelde het kabinet actief over Europese wet- en regelgeving als de verordening betreffende de coördinatie van sociale zekerheid. Het kabinet trof ook voorbereidingen voor de nieuwe Europese beleidsagenda die tot stand zal komen na de Europese parlementsverkiezingen van juni 2024. Daarnaast is er gewerkt aan plannen voor de komende jaren. Medio december zijn de Nederlandse EU-prioriteiten op SZW-terrein met het parlement gedeeld:

  • 1. Arbeidsmigratie en grensoverschrijdende handhaving;

  • 2. Gezond en veilig werken;

  • 3. Toekomst van het arbeidsrecht;

  • 4. Toekomst van sociale zekerheid coördinatie;

  • 5. Vaardigheden;

  • 6. Inburgering en integratie.

Verschillende van deze onderwerpen staan mede door de Nederlandse inzet inmiddels op de Brusselse agenda, bijvoorbeeld grensoverschrijdende handhaving en de rol van die de Europese Arbeidsautoriteit daarbij speelt. Verder heeft het kabinet zich ingezet voor het bevorderen van sociale rechtvaardigheid, goede werkomstandigheden en een toekomstbestendige arbeidsmarkt binnen internationale organisaties. Onder andere binnen de Internationale Arbeidsorganisatie en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling. In de International Labour Organization werd bijvoorbeeld een kwaliteitskader voor leerwerkplekken overeengekomen. Tot slot heeft het kabinet bilateraal geïnvesteerd in de relaties met andere landen waaronder Turkije, Argentinië en Zuid-Afrika. Dit heeft ze gedaan door bijvoorbeeld het moderniseren van verdragen op het terrein van grensoverschrijdende sociale zekerheid.

Vervolg Parlementaire ondervragingscommissie kinderopvangtoeslag (POC KOT)

Het kabinet heeft aangekondigd te rapporteren over het vervolg op het rapport ‘Ongekend onrecht’ via de departementale jaarverslagen (Kamerstukken II 2022/23, 35 510, nr. 135). Hier volgen ontwikkelingen op de toezeggingen uit de kabinetsreactie op dat rapport (Kamerstukken II 2021/22, 35 510, nr. 4).

De afgelopen jaren heeft het kabinet gewerkt aan de herziening van de kinderopvangtoeslag. In een innovatieve greenfieldbenadering is gewerkt aan een ontwerp voor een nieuw stelsel door beleid en uitvoering (DUO, Dienst Toeslagen, UWV en SVB) samen met vertegenwoordigers van ouders, werknemers en kinderopvangorganisaties. Er zijn vervolgens analyses uitgevoerd naar de verwachte impact van dit ontwerp en mogelijke vervolgstappen (Kamerstukken II 2023/24, 31 322, nr. 512). Dit kan een volgend kabinet helpen om keuzes te maken over de inrichting van het financieringsstelsel kinderopvang. Onderzoek naar het verminderen van terugvorderingen bij het kindgebonden budget wordt opgepakt door het project kindregelingen en de rapportages over de toekomst van het toeslagenstelsel.

Daarnaast is in 2023 gewerkt aan een herziening van de Fraudewet, via het wetsvoorstel Wet handhaving sociale zekerheid. Doel is dat er meer wordt uitgegaan van vertrouwen in mensen. Met het voorstel krijgen uitvoerders verschillende mogelijkheden om passend te reageren op een overtreding: een waarschuwing, een boete of door af te zien van een straf.

Het beleidskompas is als opvolger van het Integraal afwegingskader (IAK) Rijksbreed geïmplementeerd, waarbij aandacht voor doenvermogen van zowel burger als ambtenaar beter geborgd wordt. Daarnaast werd gewerkt aan een herziening van de Algemene wet bestuursrecht om de burger extra te beschermen.

Tot slot hebben alle SZW-uitvoerders en het Ministerie van SZW maatwerkplaatsen waar vraagstukken worden behandeld. 2023 stond in het teken van het verder professionaliseren en standaardiseren van werkwijzen. Ook werd nadrukkelijk de samenwerking tussen diverse maatwerkinitiatieven gezocht.

Kerncijfers

Handhaving UWV, SVB en gemeenten

Bij het ontvangen van een uitkering gelden diverse verplichtingen, zoals het tijdig verstrekken van gegevens over het inkomen en het melden van samenwonen. De naleving van deze verplichtingen is een belangrijke voorwaarde voor een goed werkend stelsel van sociale zekerheid. UWV, de SVB en de gemeenten zetten diverse instrumenten in om de naleving en handhaving van wet- en regelgeving te bevorderen. Het gaat zowel om voorkomen (bijvoorbeeld voorlichting) als om controleren en sanctioneren (bijvoorbeeld het opleggen van boetes).

In de tabellen 1, 2 en 3 is een overzicht gegeven van de kerncijfers op het gebied van handhaving bij UWV, de SVB en gemeenten. Voorheen werd in deze tabellen veelvuldig het begrip fraude gebruikt. Het begrip fraude dekt echter de lading niet omdat het niet alleen overtredingen met opzet betreft, maar ook gevallen waarin mensen een foutje hebben gemaakt. Zodoende wordt het begrip fraude niet meer in deze context gebruikt en zijn de indicatoren en benamingen overeenkomstig aangepast. Zo wordt er in het jaarverslag niet meer gesproken over fraudesignalen of fraudevorderingen, maar over onderzoekswaardige signalen en vorderingen.

De handhavingscijfers laten een wisselend beeld zien. Bij de SVB is sprake van een stabiel beeld met een gelijkblijvend aantal geconstateerde overtredingen en een lichte stijging van het totale benadelingsbedrag. De handhavingscijfers van UWV laten een significante wijziging ten opzichte van 2022 zien, het aantal geconstateerde overtredingen is met circa 40% gedaald, terwijl (logischerwijs) ook het aantal opgelegde boetes, het totale boetebedrag en het aantal waarschuwingen afgenomen zijn. De daling in het aantal geconstateerde overtredingen is vrijwel volledig op het conto te schrijven van een halvering van het aantal geconstateerde overtredingen in de WW en ZW. Deze dalingen zijn respectievelijk te wijten aan het stopzetten van de risicoscan verblijf buiten Nederland en een lagere instroom van met name zieke werknemers in de uitzendbranche.

Bij gemeenten ten slotte zijn vooralsnog alleen de kerncijfers tot en met het derde kwartaal bekend. Het aantal geconstateerde overtredingen, het benadelingsbedrag, aantal boetes en het totale boetebedrag zijn gedaald in vergelijking met het derde kwartaal van 2022. Hiervoor is geen specifieke verklaring te geven. De incassoratio is voor alle uitvoerders stabiel en vergelijkbaar met voorgaande jaren.

Tabel 1 Kerncijfers opsporing UWV, SVB en gemeenten
 

Aantal geconstateerde overtredingen met financiële benadeling (x 1.000)

Totaal benadelingsbedrag (x € 1 mln)

 

2021

2022

2023

2021

2022

2023

UWV1

4,9

4,5

2,6

18

15

13

SVB2

2,7

3,0

3,1

5,0

6,2

7,1

Gemeenten3

264

204

1145

59

47

275

Totaal

6

6

6

82

69

6

1

Bron: UWV, kwantitatieve informatie.

2

Bron: SVB, administratie.

3

Bron: CBS, Bijstandsdebiteuren- en fraudestatistiek.

4

Dit kerncijfer betreft het aantal vorderingen wegens overtreding van de inlichtingenplicht. Eén overtreding kan meerdere vorderingen tot gevolg hebben. Het aantal overtredingen ligt dus lager.

5

Betreft de stand ultimo 3e kwartaal 2023.

6

Dit totaal kan niet worden berekend.

Tabel 2 Kerncijfers sanctionering UWV, SVB en gemeenten
 

Aantal boetes (x 1.000)

Totaal opgelegd boetebedrag (x € 1 mln.)

Aantal waarschuwingen (x 1.000)

 

2021

2022

2023

2021

2022

2023

2021

2022

2023

UWV1

2,1

1,7

1,1

2,5

2,0

1,2

6,5

7,1

4,4

SVB2

0,9

0,9

0,9

0,8

0,9

1,1

3,2

4,0

4,0

Gemeenten3

7,2

5,8

3,24

4,3

3,7

2,24

6,8

4,2

5

Totaal

10

8

6

8

7

6

17

15

6

1

Bron: UWV, kwantitatieve informatie.

2

Bron: SVB, administratie.

3

Bron: CBS, Bijstandsdebiteuren- en fraudestatistiek.

4

Betreft de stand ultimo 3e kwartaal 2023.

5

Dit kerncijfer komt in juni 2024 beschikbaar.

6

Dit totaal kan niet worden berekend.

Tabel 3 Kerncijfers incassoratio UWV, SVB en gemeenten

Incassoratio benadelingsbedrag + boetevordering ultimo 2023 (%)

2019

2020

2021

2022

2023

UWV1

65

53

47

39

16

SVB2

46

42

52

35

16

Gemeenten3

40

35

29

24

154

1

Bron: UWV, kwantitatieve informatie.

2

Bron: SVB, administratie.

3

Bron: CBS, Bijstandsdebiteuren- en fraudestatistiek.

4

Betreft voorlopige cijfers.

Re-integratie

Tabel 4 geeft weer hoeveel mensen met een arbeidsbeperking met hulp van UWV aan het werk zijn gegaan.

Hoewel de vraag naar arbeid is toegenomen, heeft dat voor Wajongers relatief weinig extra banen opgeleverd. In 2023 heeft UWV iets minder Wajongers aan werk geholpen dan in 2022. Daarmee is de doelstelling van 8.000 plaatsingen wederom niet gerealiseerd. Het wordt steeds moeilijker om voor de Wajongers die (nog) niet werken een plaatsing te realiseren. Dit komt mede doordat er sinds 2015 geen nieuwe jonggehandicapten met arbeidsvermogen meer in de Wajong kunnen instromen, waardoor de gemiddelde leeftijd van Wajongers stijgt. Daarnaast slaagt UWV er steeds beter in om Wajongers aan het werk te houden. UWV realiseert voor Wajongers 8.870 contractverlengingen; 13 meer dan in 2022 (8.857).

UWV heeft in 2023 meer mensen met een WIA/WGA-uitkering aan het werk geholpen. In 2023 zijn circa 4.500 mensen met een WGA-uitkering gaan werken, die daarmee hun volledige restverdiencapaciteit benutten. Daarnaast hebben in 2023 nog 8.107 mensen met een WIA/WGA-uitkering gedeeltelijk het werk hervat. UWV heeft daarmee ruimschoots de voor het eerst in 2023 vastgestelde doelstelling van 3.000 plaatsingen gerealiseerd.

Tabel 4 Aantal door UWV aan het werk geholpen mensen met een beperking1
 

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Realisatie 2022

Realisatie 2023

Begroting 2023

Verschil 2023

Mensen met recht op WAO-/WAZ-uitkering

250

150

150

150

100

2

Mensen met recht op Ziektewetuitkering

750

400

450

500

400

2

Mensen met recht op WIA-uitkering

3.500

3.000

3.000

4.200

4.500

3.0003

Mensen met recht op Wajong

8.600

6.700

7.100

7.700

7.100

8.000

‒ 900

Totaal

13.100

10.250

10.650

12.600

12.100

Bron: UWV, jaarverslag.

1

De aantallen zijn afgerond op vijftigtallen. De aantallen zijn op verschillende manieren berekend. Bij de Wajong worden alleen de mensen die een arbeidsovereenkomst van minimaal zes maanden voor minimaal twaalf uur per week hebben aanvaard geteld. Bij de WIA, WAO en WAZ worden de mensen van wie het re-integratiedienstverleningstraject is beëindigd omdat ze voor hun resterende verdiencapaciteit werk hebben aanvaard geteld. Voor de Ziektewet worden uitsluitend de mensen die na een re-integratietraject aan het werk zijn gekomen geteld.

2

Door de aard van deze regelingen kan geen streefwaarde worden opgesteld.

3

Bij het opstellen van de begroting 2023 was er nog geen streefwaarde bekend voor de WIA. Deze streefwaarde is voor het eerst gepresenteerd in het UWV jaarplan 2023.

Licence