De overheid bevordert de maatschappelijke samenhang en sociale stabiliteit door participatie en inburgering van iedereen met een migratieachtergrond. Daarnaast bevordert de overheid de acceptatie van culturele diversiteit in de samenleving.
In het integratiebeleid ligt de nadruk op het creëren van sociale stabiliteit in een samenleving die in cultureel opzicht steeds meer divers wordt. Een sociaal stabiele samenleving houdt in dat:
– mensen zelfredzaam zijn en zonder belemmeringen kunnen meedoen;
– zij in al hun verscheidenheid met elkaar samenleven;
– iedereen zich thuisvoelt ongeacht herkomst, religie of levensovertuiging.
Dit wordt gerealiseerd door:
– het bevorderen van samenhang en het voorkomen van maatschappelijke spanningen;
– het werken aan een evenredige positie en participatie in de Nederlandse samenleving en aan een evenredig bereik en effectiviteit van voorzieningen voor alle burgers in Nederland;
– het faciliteren dat nieuwkomers snel de Nederlandse taal machtig zijn en kennis hebben van de Nederlandse samenleving.
De Minister stimuleert met behulp van onder andere financiële instrumenten de zelfredzaamheid en deelname aan de samenleving van migranten, en het samenleven met elkaar in de diverse samenleving. De samenlevingsvraagstukken verschillen per gemeente of regio. De rol van de Minister bij het oplossen hiervan is een faciliterende. Zij financiert gemeenten voor het invullen van de regierol bij inburgering voor asielstatushouders, het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) voor het programma Voorbereiding op de Inburgering, een leenstelsel voor inburgeringsplichtige gezins- en overige migranten en een uitkeringsregeling aan remigranten op grond van de Remigratiewet alsmede de hiermee samenhangende uitvoeringskosten. Zij is in deze rollen verantwoordelijk voor:
– de vormgeving, het onderhoud en de werking van het inburgeringsstelsel;
– de visie en samenhang van het integratiebeleid en de daarvoor benodigde kennis;
– het aanspreken van de vakdepartementen op hun verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat reguliere voorzieningen toegankelijk en effectief zijn voor alle burgers;
– de uitvoering van de Remigratiewet, de Wet inburgering en de Wet inburgering buitenland.
Voor personen die vóór 1 januari 2022 inburgeringsplichtig werden (Wet inburgering 2013), ligt de uitvoering van het inburgeringsstelsel (onder meer examens en leenstelsel) bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) en de uitvoering van de voorinburgering bij het COA. Voor personen die vanaf 1 januari 2022 inburgeringsplichtig zijn geworden (Wi2021) krijgen gemeenten de regierol over de uitvoering van inburgering. DUO blijft ook in het nieuwe stelsel een belangrijke ketenpartner en is verantwoordelijk voor onder andere het vaststellen van de inburgeringsplicht, het vaststellen van de inburgeringstermijnen, de verlenging daarvan, het laten afnemen van examens en de handhaving van de inburgeringsplicht aan het einde van het inburgeringstraject. Het COA biedt voorinburgering aan in nauw contact met gemeenten. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is eigenaar van DUO en de Minister van Justitie en Veiligheid is eigenaar van COA. Vanuit deze rol zijn laatstgenoemde ministers verantwoordelijk voor de kwaliteit en continuïteit van de uitvoering en daaronder valt de dienstverlening van DUO respectievelijk COA aan het Ministerie van SZW. Gemeenten krijgen middelen voor uitvoeringskosten via het Gemeentefonds en middelen voor inburgeringsvoorzieningen via een specifieke uitkering.
Per 1 januari 2023 zijn enkele aanpassingen in de Wet Inburgering 2013 in werking getreden. Het doel van deze aanpassingen is om enkele ongewenste hardheden in wet- en regelgeving weg te nemen. De aanpassingen betreffen onder andere een versoepeling van de ontheffingsmogelijkheden voor moeilijk lerende jongeren en het ambtshalve gedeeltelijk kwijtschelden van de sociale lening voor asielstatushouders bij een beperkte termijnoverschrijding.
Op 19 september 2023 heeft de Minister van SZW de Tweede Kamer geïnformeerd (Kamerstukken II 2023/24, 32 824, nr. 393) dat het kabinet vanaf 2026 tot en met 2029 middelen beschikbaar stelt aan gemeenten om de onderwijsroute in te kunnen kopen tegen een gemiddelde trajectprijs van € 17.000,- (€ 89,9 miljoen). Hiermee wordt tot en met 2029 zekerheid geboden aan betrokken partijen. Mede omdat het stelsel momenteel gebaat is bij rust en ruimte om verder tot ontwikkeling te komen, is besloten om de onderwijsroute binnen het private stelsel voort te zetten.
De Staatscommissie Demografie heeft haar rapport ‘Gematigde groei’ over de Verkenning bevolking 2050 niet eind 2023, maar op 15 januari 2024 uitgebracht. Het kabinet zal voor de zomer van 2024 de kabinetsreactie naar de Tweede Kamer sturen.
In het kader van de uitwerking van het plan van aanpak ‘statushouders aan het werk’ wordt door middel van vijf proeven met startbanen onderzocht wat goed werkt in gemeenten. In 2023 zijn er in 12 arbeidsmarktregio’s regionale verbinders aangesteld, die zich richten op acties uit het plan van aanpak in de regio. Voorts is een subsidieregeling in ontwikkeling waarmee werkgevers een financiële bijdrage kunnen aanvragen voor maatwerkbegeleiding van statushouders op de werkvloer gericht op het verkleinen van cultuur- en taalverschillen. De regeling zal in het najaar 2024 worden opengesteld. Op basis van evaluatieonderzoek in 2024 zal bezien worden welke resultaten gemeld kunnen worden.
Middels voornoemde activiteiten gericht op het stimuleren van participatie en inburgering, van in het bijzonder personen met een migratieachtergrond, wordt een bijdrage geleverd aan de bevordering van maatschappelijke samenhang en sociale stabiliteit.
Realisatie | Vastgestelde begroting1 | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 | 2023 | |
Verplichtingen | 221.009 | 179.789 | 203.252 | 342.975 | 428.776 | 391.946 | 36.830 |
Uitgaven | 220.838 | 181.996 | 190.131 | 343.489 | 425.275 | 393.946 | 31.329 |
Inkomensoverdrachten | |||||||
Remigratiewet | 41.890 | 41.400 | 40.492 | 39.241 | 37.759 | 38.924 | ‒ 1.165 |
Inburgering | 3 | 3 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies | |||||||
Opbouw kennisfunctie integratie | 2.746 | 2.763 | 2.882 | 2.817 | 3.213 | 2.367 | 846 |
Vluchtelingenwerk Nederland | 1.030 | 1.084 | 1.070 | 1.076 | 1.018 | 1.086 | ‒ 68 |
Vroege integratie en participatie | 0 | 0 | 3.484 | 6.475 | 7.628 | 6.655 | 973 |
Overige subsidies | 8.727 | 9.658 | 10.531 | 5.988 | 4.037 | 3.993 | 44 |
Opdrachten | |||||||
Inburgering en Integratie | 8.675 | 9.031 | 7.221 | 9.025 | 11.231 | 12.065 | ‒ 834 |
Remigratie | 1.593 | 1.619 | 1.537 | 1.538 | 1.596 | 1.700 | ‒ 104 |
Bijdrage aan agentschappen | |||||||
DUO | 18.280 | 22.976 | 26.321 | 24.011 | 26.089 | 23.930 | 2.159 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | |||||||
COA | 10.755 | 14.215 | 26.231 | 30.956 | 33.651 | 30.923 | 2.728 |
Bijdrage aan medeoverheden | |||||||
Gemeenten maatschappelijke begeleiding | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 6.662 | ‒ 6.662 |
Specifieke uitkering inburgeringsvoorziening | 0 | 0 | 0 | 111.982 | 186.141 | 184.122 | 2.019 |
Specifieke uitkering onderwijsroute | 0 | 0 | 0 | 15.000 | 22.208 | 15.000 | 7.208 |
Specifieke uitkering overig | 0 | 0 | 0 | 630 | 0 | 0 | 0 |
Leningen | |||||||
DUO | 127.139 | 79.247 | 70.362 | 94.750 | 90.704 | 66.519 | 24.185 |
Ontvangsten | 4.218 | 5.068 | 4.956 | 5.205 | 43.030 | 1.000 | 42.030 |
Ontvangsten | |||||||
Ontvangsten algemeen | 775 | 552 | 740 | 383 | 10.501 | 0 | 10.501 |
Leningen | 3.443 | 4.516 | 4.216 | 4.822 | 6.059 | 1.000 | 5.059 |
Inburgeringsvoorziening | 0 | 0 | 0 | 0 | 26.470 | 0 | 26.470 |
Het integratiebeleid bevordert de maatschappelijke samenhang en sociale stabiliteit en heeft als einddoel dat groepen met een migratieachtergrond dezelfde maatschappelijke positie innemen als groepen zonder migratieachtergrond. Dit doel komt dichterbij als de verschillen tussen de groepen afnemen. Drie belangrijke indicatoren hiervoor zijn de arbeidsparticipatie, de werkloosheid en het aandeel leerlingen dat in het voortgezet onderwijs havo en vwo volgt.
De figuren 5, 6 en 7 presenteren de ontwikkeling in deze indicatoren: de aandelen van de bevolking met betaald werk, het werkloosheidspercentage en het aandeel leerlingen in de derde klas van het voortgezet onderwijs dat havo of vwo volgt naar achtergrond, generatie en (school)jaar. De figuren laten verschillen zien zowel tussen de uiteenlopende herkomstgroepen als tussen de generaties binnen dezelfde herkomstgroep.
Figuur 5 Kerncijfers integratie: netto arbeidsparticipatie1 (%)
Bron: CBS, Kernindicatoren Integratie.
Figuur 6 Kerncijfers integratie: werkloze beroepsbevolking2 (%)
Bron: CBS, Kernindicatoren Integratie.
Figuur 7 Kerncijfers integratie: aandeel havo/vwo-leerlingen in het 3e leerjaar van het voortgezet onderwijs (%)
Bron: CBS, Kernindicatoren Integratie.
Inkomensoverdrachten
Remigratiewet
De Remigratiewet biedt een uitweg aan personen die naar Nederland kwamen voor arbeid en vestiging, maar nu een dringende wens tot terugkeer hebben doordat zij in een uitzichtloze situatie van afhankelijkheid (uitkeringssituatie) verkeren en zelf hun remigratie niet kunnen bekostigen. Om personen die daarvoor in aanmerking komen in staat te stellen naar hun herkomstland terug te keren, kan een remigratie-uitkering worden aangevraagd. De SVB voert de Remigratiewet uit.
Budgettaire ontwikkelingen
Vanwege een iets kleiner aantal personen met recht op een remigratie-uitkering, vallen de uitgaven circa € 1,2 miljoen lager uit dan begroot.
Beleidsrelevante kerncijfers
Realisatie 2019 | Realisatie 2020 | Realisatie 2021 | Realisatie 2022 | Realisatie 2023 | Begroting 2023 | Verschil 2023 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Aantal remigranten met een periodieke uitkering ( x 1.000 personen, ultimo)1 | 14 | 14 | 13 | 13 | 13 | 13 | 0 |
Bron: SVB, administratie.
Subsidies
Op het artikelonderdeel Subsidies is per saldo € 1,8 miljoen meer uitgegeven dan begroot. Belangrijkste oorzaak hiervan is een verhoging van de subsidie aan het COA ten behoeve van Vroege Integratie en Participatie (VrIP).
Opdrachten
Op het artikelonderdeel Opdrachten worden opdrachten aan derden verantwoord. Het betreft onder meer opdrachten ten behoeve van de ontwikkeling en het beheer van examens, onderzoeken in verband met de beleidsontwikkeling of -evaluatie en communicatieactiviteiten. Op dit budget is circa € 0,9 miljoen minder uitgegeven dan begroot. Dit komt vooral doordat de impactanalyses van uitvoeringsinstanties inzake de doorontwikkeling van berichtenverkeer in de inburgeringsketen (plateau 2) later dan verwacht binnenkwamen.
Realisatie 2019 | Realisatie 2020 | Realisatie 2021 | Realisatie 2022 | Realisatie 2023 | Begroting 2023 | Verschil 2023 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Inburgeringsplichtige nieuwkomers die een kennisgeving van DUO ontvangen1 | 18 | 21 | 26 | 28 | 36,7 | 35 | 1,7 | |
- Wi2013 | 26 | 6 | 0,5 | 0 | 0,5 | |||
- Wi2021 | n.v.t. | 22 | 36,2 | 35 | 1,2 | |||
Asielgerechtigde nieuwkomers die deelnemen aan de voorbereiding op inburgering in de opvang van COA2 | 4,6 | 4,5 | 8 | 8,7 | 7,9 | 10 | ‒ 2,1 | |
Inburgeraars die een inburgeringsdiploma of inburgeringscertificaat behalen3 | 24 | 12 | 12 | 18 | ‒ 6 | |||
Afgesloten Plannen Inburgering en Participatie (PIP)4 | n.v.t. | 9 | 27 | 35 | ‒ 8 | |||
Asielgerechtigde nieuwkomers die deelnemen aan de maatschappelijke begeleiding door gemeenten15 | 7 | 9 | 15 | 6 | 9 | 1 | 8 |
Dit kan zowel op A2 niveau zijn als op niveau Staatsexamen B1 of B2. De cijfers zijn exclusief vrijwillige inburgeraars. Onder de Wi2021 kan aan de inburgeringsplicht voldaan worden door het behalen van het inburgeringsexamen, maar ook door het behalen van een inburgeringscertificaat na afronding van de Z-route.
Bijdrage aan agentschappen
Op dit artikelonderdeel is de bijdrage opgenomen die aan DUO wordt verstrekt voor het uitvoeren van het leen- en examenstelsel inburgering. Op basis van de begroting van DUO en tussentijdse rapportages, komt de bijdrage van SZW aan de bedrijfsvoering van DUO € 2,2 miljoen hoger uit dan begroot.
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
De bijdrage aan het COA is bedoeld voor het programma Voorbereiding op de Inburgering, een programma dat statushouders kunnen volgen wanneer zij – in afwachting van huisvesting in de gemeente – in het azc verblijven. Als gevolg van een inhaalslag in de vergunningenproductie door de IND en een hoge instroom was het aantal statushouders dat in 2023 deelnam aan het programma Voorbereiding op de inburgering bij het COA hoger dan begroot. In totaal namen er uiteindelijk 7.936 statushouders deel. Als gevolg van deze overrealisatie is de bijdrage voor het programma € 2,7 miljoen hoger uit dan voorzien. Bij Voorjaarsnota 2023 is op basis van de Meerjarige Productie Prognose (MPP) van het Ministerie van J&V het budget voor Voorinburgering met circa € 44 miljoen verhoogd. Gedurende het jaar 2023 is gebleken dat COA niet in staat was in deze mate het aantal trajecten op te schalen. Daarom is bij Najaarsnota 2023 dit budget met circa € 42 miljoen verlaagd.
Bijdrage aan medeoverheden
Gemeenten Maatschappelijke Begeleiding
De begrotingsstand 2023 is € 6,7 miljoen. In 2023 is een bedrag van totaal € 21 miljoen overgeboekt naar gemeenten om gemeenten voor dit programma te compenseren. Daartoe is gedurende het jaar 2023 dit budget aangevuld met de benodigde middelen.
Specifieke uitkering inburgeringsvoorziening
Voor de specifieke uitkering inburgeringsvoorziening is circa € 2 miljoen meer gerealiseerd dan begroot. Dit kleine verschil wordt mede veroorzaakt door de bijstelling tijdens de 1e suppletoire begroting van 2023.
Specifieke uitkering onderwijsroute
Voor de specifieke uitkering onderwijsroute is € 7,2 miljoen meer uitgegeven dan begroot. Dit betreft een nabetaling over 2022. Dit betreft betalingen waarvan de verplichting al in 2022 is ingegaan. Dit bedrag wordt weer in mindering gebracht in het volgende jaar.
Leningen
Onder de Wi2013 konden alle inburgeraars geld lenen bij DUO om inburgeringsonderwijs te volgen. Onder de Wi2021 kunnen asielstatushouders niet lenen bij DUO, want zij krijgen inburgeringsvoorzieningen aangeboden vanuit hun gemeente. Gezins- en overige migranten kunnen onder de huidige wet wel bij DUO lenen. In 2023 is in totaal € 90,7 miljoen uitgegeven aan leningen. Dit is € 24,2 miljoen meer dan aanvankelijk begroot. Op basis van uitvoeringsinformatie van DUO is de raming in 2023 opwaarts bijgesteld.
Realisatie 2019 | Realisatie 2020 | Realisatie 2021 | Realisatie 2022 | Realisatie 2023 | Begroting 2023 | Verschil 2023 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Toegekende leningen | ||||||||
Aantal aan inburgeraars toegekende leningen (x 1.000 personen, ultimo) | 11 | 11 | 17 | 9 | 4 | 8 | ‒ 4 | |
Terugbetaalde leningen | ||||||||
Aantal terugbetalende inburgeraars die in het betreffende jaar een terugbetaling op hun lening doen (x 1.000 personen, ultimo) | 13 | 18 | 10 | 12 | 16 | 12 | 4 | |
Kwijtgescholden leningen | ||||||||
Aantal inburgeraars met kwijtgescholden lening (x 1.000 personen, ultimo) | 21 | 18 | 12 | 12 | 9 | 9 | 0 | |
Totaalbedrag kwijtgescholden leningen inclusief rente (x € 1 mln) | 181 | 154 | 91 | 86 | 71 | 70 | 1 |
Bron: DUO, Informatiesysteem inburgering.
Ontvangsten
Ontvangsten algemeen
Dit betreft diverse ontvangsten. De grootste zijn: 1) ongeveer € 6 miljoen ontvangsten van de SPUK onderwijsroute , dit deel is niet besteed in 2022 en werd daarom in 2023 terugbetaald aan SZW. Dit bedrag wordt wel opnieuw verstrekt aan gemeenten in 2023. 2) COA ontvangsten van € 3 miljoen aan niet bestede middelen. 3) DUO ontvangsten van circa € 0,5 miljoen.
Ontvangsten Leningen
Dit betreft terugbetalingen van leningen naar aanleiding van Wi2013 en Wi2021. De ontvangsten komen € 5,1 miljoen hoger uit dan geraamd. Dit komt omdat op de DUO-leningen meer afbetaald is dan voorzien. Indien asielstatushouders binnen de wettelijke termijn aan de inburgeringsplicht voldoen dan hoeven ze de lening niet terug te betalen. Daarnaast vindt terugbetaling van de lening door asielstatushouders en gezinsmigranten naar draagkracht plaats. Dit maakt het lastig om een precieze inschatting te maken van de te verwachten ontvangsten.
Ontvangsten inburgeringsvoorziening
Er zijn ontvangsten op de SPUK inbugeringsvoorziening met een totale hoogte van € 26,5 miljoen. Verklaring hiervoor is dat gemeenten minder inburgeraars hebben gehuisvest dan werd verwacht. Dit moment is leidend voor bekostiging voorafgaand aan het desbetreffende jaar. Gemeenten hebben voor 2023 dus te veel middelen ontvangen, dit wordt hier verrekend.