Base description which applies to whole site

4.6 Artikel 6 Sport en bewegen

Een sportieve samenleving waarbij plezier in sport en bewegen belangrijk is, waarin voor iedereen passende en veilige sport- en beweegmogelijkheden aanwezig zijn en topsport mensen inspireert en samenbrengt.

De minister is verantwoordelijk voor het landelijke sportbeleid. Aan dit sportbeleid ligt vooral de maatschappelijke betekenis van sport ten grondslag. Sport en bewegen dragen in belangrijke mate bij aan een betere gezondheid, aan het verbeteren van leefbaarheid en veiligheid, sociale samenhang en integratie, aan het verbeteren van de schoolprestaties en het verminderen van schooluitval. Daarnaast erkent de minister de intrinsieke waarde van sport en het belang van sportevenementen. Vanuit die verantwoordelijkheid vervult de minister de volgende rollen: Stimuleren: van samenwerking tussen relevante partijen om op lokaal niveau sportmogelijkheden te bewerkstelligen, van innovatie, kennisontwikkeling en kennisdeling. Financieren: van programma’s die bijdragen aan voor iedereen passende en veilige sport- en beweeginfrastructuur, van internationaal aansprekende sportevenementen, van de ambitie om te behoren tot de beste tien sportlanden ter wereld, van innovatie, kennisontwikkeling en kennisdeling.Regisseren: het bijeenbrengen van gemeenten, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en provincies binnen het Sportakkoord om tot een gezamenlijke beleidsagenda te komen.

Sporten en bewegen vormen een belangrijke basis voor een gezonde en vitale samenleving en zouden een vanzelfsprekend onderdeel moeten zijn van het leven van iedere Nederlander. In het Nationaal Preventieakkoord is afgesproken dat 75% van de Nederlandse bevolking in 2040 moet voldoen aan de beweegrichtlijn. Na vijf jaren van lichte maar stabiele groei naar 53% van de bevolking die in 2020 voldeed aan beweegrichtlijnen, daalde het aandeel Nederlanders dat voldeed aan de beweegrichtlijnen naar 44% in 2022. De cijfers over 2023 zijn nog niet bekend. De grootste daling in beweeggedrag in 2022 is te zien in het wandelen in de vrije tijd. Maatschappelijke ontwikkelingen zoals thuiswerken, en onze dagelijkse omgeving welke niet uitnodigt tot bewegen lijken aanleiding voor de daling. Deze daling is zorgelijk en een extra aanmoediging om stevig in te zetten op het stimuleren van bewegen in het dagelijks leven is nodig om deze trend te keren. In het actieplan ‘Nederland beweegt’85 dat in 2023 naar de Tweede Kamer is gestuurd staan de stappen die VWS (met andere partijen) onderneemt om meer bewegen in het dagelijks leven te stimuleren in de periode 2023-2025.

In 2023 is het Sportakkoord II van start gegaan. Het Sportakkoord heeft als ambitie om iedereen in Nederland de kans te geven om zonder belemmering te sporten, te excelleren in sport en te genieten van sport. In 2023 is ingezet op de concrete uitwerking en is het werkplan Sportakkoord gerealiseerd in samenwerking met het Mulier Instituut. Hierin staan de concrete acties waar de vier partners (naast VWS zijn dat NOC*NSF, VSG en Platform Ondernemende Sportaanbieders (POS)) zich voor inzetten. In 2023 zijn ook al enkele concrete acties uitgevoerd, zo is de bijeenkomst «Sporten voor mensen met een handicap is vanzelfsprekend in 2030» georganiseerd en is de campagne gestart over sociale veiligheid in de sport. Om lokaal de sport te versterken en de aanbieders bij de akkoorden te betrekken zijn vanuit NOC*NSF 23 lokale adviseurs sport aangesteld. De ondernemende sportaanbieders zijn gestart met het oprichten van zogenaamde POS-Kantoren; lokale netwerken waarin de verbinding met het lokale sport- en beweegbeleid wordt gelegd. In het voorjaar van 2024 worden de eerste resultaten vanuit het werkplan gepubliceerd.

Daarnaast is het strategische kader topsport uitgewerkt in 2023. Met het strategisch kader is samenhang gebracht in bestaande en nog op te starten programma’s en trajecten zoals de Nationale Topsportevenementen Strategie, het programma «Sporten voor mensen met een handicap in 2030 vanzelfsprekend!» en het topsportcultuuronderzoek. Daarnaast zijn in 2023 samenwerkingsverbanden gestart tussen topclubs en gemeenten in vijf teamsporten om de nationale competities te versterken. Ook heeft VWS extra financiële middelen ingezet voor trainingsprogramma’s om sporters optimaal voor te bereiden op de Olympische en Paralympische Spelen. Om meer samenhang te creëren in kennisontwikkeling en -deling is het ZonMw-programma gestart gericht op maatschappelijke waarde van topsport in het algemeen en topsportevenementen in het bijzonder. Het Kenniscentrum Sport en Bewegen is begonnen met een specifiek kennisaanbod voor Paralympische topsport. Een mijlpaal in de professionalisering van de Paralympische topsport waren de European Para Championships (EPC) die in augustus voor het eerst in Rotterdam plaatsvonden, met financiële steun van VWS. Met het strategisch kader gaan we de komende jaren sterker sturen op maatschappelijke waarde en kunnen beleidsinstrumenten van VWS, NOC*NSF en VSG efficiënter worden ingezet.

Tabel 14 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 6 (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

 

Verplichtingen

364.819

439.953

678.620

438.868

731.363

726.868

4.495

         
 

Uitgaven

324.146

433.872

685.680

469.573

617.544

737.177

‒ 119.633

         

6.10

Passend sport- en beweegaanbod

2.114

1.457

338

0

0

0

0

 

Subsidies (regelingen)

1.955

1.457

338

0

0

0

0

 

Passend sport- en beweegaanbod

1.955

1.457

338

0

0

0

0

 

Opdrachten

159

0

0

0

0

0

0

 

Overige

159

0

0

0

0

0

0

         

6.20

Uitblinken in sport

3.663

1.252

0

0

0

0

0

 

Subsidies

3.663

1.252

0

0

0

0

0

 

Uitblinken in sport

3.663

1.252

0

0

0

0

0

         

6.30

Borgen van innovatie en kennis

129

0

0

0

0

0

0

 

Opdrachten

129

0

0

0

0

0

0

 

Overige

129

0

0

0

0

0

0

         

6.40

Sport verenigt Nederland

318.240

431.163

685.342

469.573

617.544

737.177

‒ 119.633

 

Subsidies (regelingen)

113.985

185.631

235.001

190.003

231.029

221.220

9.809

 

Sportakkoord

61.918

119.669

161.763

114.645

139.159

120.359

18.800

 

Duurzame en toegankelijke sportaccommodaties

43.436

56.755

63.136

64.146

79.384

79.013

371

 

Kennis en innovatie

8.631

9.207

10.102

11.212

12.486

21.848

‒ 9.362

 

Inkomensoverdrachten

13.212

13.762

15.850

15.732

18.691

15.045

3.646

 

Financiële voorziening topsporters

13.212

13.762

15.850

15.732

18.691

15.045

3.646

 

Opdrachten

3.119

1.304

1.391

1.197

5.912

5.750

162

 

Sportakkoord

2.891

1.046

1.046

571

5.700

5.523

177

 

Kennis en innovatie

167

145

228

413

212

227

‒ 15

 

Overige

61

113

117

213

0

0

0

 

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

2.568

2.645

2.928

3.043

3.221

3.049

172

 

Dopingautoriteit

2.568

2.645

2.928

3.043

3.221

3.049

172

 

Bijdrage aan medeoverheden

184.943

227.479

430.110

259.204

358.198

402.535

‒ 44.337

 

Duurzame en toegankelijke sportaccommodaties

184.943

188.529

187.072

192.170

358.129

402.535

‒ 44.406

 

Sportakkoord

0

38.950

243.038

67.034

69

0

69

 

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

356

283

0

332

484

3.525

‒ 3.041

 

Dopingbestrijding

356

283

0

332

484

325

159

 

Organisaties in de Sport

0

0

0

0

0

3.200

‒ 3.200

 

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

57

59

62

62

9

86.053

‒ 86.044

 

Sportakkoord

57

59

62

62

9

86.053

‒ 86.044

         
 

Ontvangsten

657

20.001

64.869

75.054

72.491

38.740

33.751

 

Overige

657

20.001

64.869

75.054

72.491

38.740

33.751

4. Sport verenigt Nederland

Voor veel mutaties geldt dat deze ook zijn toegelicht bij de eerste en/of tweede suppletoire begrotingen.

Subsidies

Sportakkoord

Vanuit de verschillende deelthema’s van het Sportakkoord is in 2023 via subsidies ingezet op: Inclusief sporten, Vaardig in bewegen, de Beweegalliantie, Vitale sport aanbieders, Topsportevenementen, het Topsportprogramma en een Positieve sportcultuur. Het betreft een voortzetting van bestaande activiteiten aangevuld met activiteiten voortkomend uit de coalitieakkoordmiddelen. Hiertoe is boven op de oorspronkelijke raming van € 120,4 miljoen in 2023 een aantal mutaties uitgevoerd.

De uitvoering en verantwoording van een aantal beleidsprogramma's op het gebied van Sport vindt via andere artikelonderdelen op de VWS-begroting of andere departementen plaats (€ 18,0 miljoen). Dit betreft onder andere de Brede Regeling Combinatiefuncties, de SPUK Lokaal Sportakkoord en de bijdrage aan VeiligheidNL.

Ook heeft er een aantal overhevelingen plaatsgevonden naar het instrument subsidies (€ 13,1 miljoen). Het betreft hier in het bijzonder het uitvoeren van de motie Heerema (versterken bonden) en het voortzetten van de aanpak discriminatie en racisme in de sport.

Daarnaast is voor de afwikkeling van subsidies een bedrag uit 2022 doorgeschoven naar 2023 (€ 2,0 miljoen), heeft er een budgettaire bijstelling met betrekking tot lonen plaatsgevonden (€ 7,1 miljoen), is uitvoering gegeven aan de motie Heinen waarbij de uitgaven naar beneden zijn bijgesteld vanwege een taakstelling op de onderuitputting op de VWS-begroting (€ 2,4 miljoen). Daarnaast heeft bij de tweede suppletoire begroting een bijstelling plaatsgevonden vanwege onderbesteding (€ 13,2 miljoen).

Ten slotte is € 2,9 miljoen niet tot besteding gekomen, onder andere doordat een deel van de uitvoering administratief niet meer in 2023 afgerond kon worden of is doorgeschoven naar 2024.

In totaal is een bedrag van € 106,1 miljoen uitgegeven.

Tegemoetkoming COVID-1986In 2022 was voorzien dat de subsidieregeling Topsportwedstrijden en topsportevenementen inkomstenderving kaartverkoop COVID-19 (STIK) zou worden uitgevoerd om de gemiste ticketinkomsten van topsportcompetities en -evenementen te compenseren. De notificatieprocedurebij de Europese Commissie heeft ervoor gezorgd dat de uitvoering van deze regeling en het bijbehorende budget is doorgeschoven naar 2023 (€ 36,0 miljoen). Hiervan is voor uitvoeringskosten een bedrag naar een ander artikel overgeheveld (€ 0,9 miljoen). Van het beschikbare budget is € 2,0 miljoen is niet tot besteding gekomen.

In totaal is een bedrag van € 33,1 miljoen uitgegeven aan de tegemoetkoming COVID-19.

Kennis en InnovatieOp de oorspronkelijke begroting van € 21,8 miljoen in 2023 heeft een aantal mutaties plaatsgevonden. Zo heeft de uitvoering en verantwoording van een aantal beleidsprogramma's plaatsgevonden via andere artikelonderdelen van de VWS-begroting. Dit betreft het Onderzoeksprogramma Sport, Sportdatavalley, Sportinnovator en RIVM (€ 5,5 miljoen). Voor de voortzetting van de aanpak racisme en discriminatie in de Sport is een bedrag overgeheveld naar het instrument subsidies Sportakkoord (€ 2,5 miljoen). Ook heeft er een budgettaire bijstelling met betrekking tot lonen plaatsgevonden (€ 1,2 miljoen), zijn middelen overghevelde in de 2e suppletoire begroting naar andere artikelen vanwege budgettaire problematiek (€ 2,9 miljoen) en is een beperkt aantal kleine mutaties (€ 0,7 miljoen) tussen verschillende financiële instrumenten uitgevoerd. Daarnaast is een bedrag van € 0,3 miljoen niet tot besteding gekomen.

In totaal is een bedrag van € 12,5 miljoen uitgegeven.

Bijdragen aan medeoverheden

Duurzame en toegankelijke sportaccommodatiesOp de oorspronkelijke begroting van € 402,5 miljoen heeft een aantal mutaties plaatsgevonden.

Zo heeft om de vaststellingen van de SPUK-regeling Stimuleren Sport 2021 en de uitvoeringskosten die hiervoor nodig zijn af te ronden, een ophoging plaatsgevonden vanuit de hogere ontvangstenraming (€ 9,1 miljoen). Daarnaast is voor het uitvoeren van de motie Heerema inzake het versterken van bonden een bedrag overgeheveld naar het instrument subsidies (€ 5,0 miljoen). Ook heeft er een budgettaire bijstelling met betrekking tot lonen en prijzen plaatsgevonden (€ 13,4 miljoen), is er sprake van uitvoeringskosten via een ander artikel (€ 2,6 miljoen), zijn middelen overgeheveld in de 2e suppletoire begroting naar andere artikelen vanwege budgettaire problematiek € 10,0 miljoen) en is uitvoering gegeven aan motie Heinen waarbij de uitgaven naar beneden zijn bijgesteld vanwege een taakstelling op de onderuitputting op de VWS-begroting (€ 3,5 miljoen). Daarnaast is in de 2e suppletoire begroting reeds vrijval (€ 44,9 miljoen) gemeld doordat er voor een lager dan geraamd bedrag een beroep is gedaan op de Energietegemoetkomingsregeling Sport (SPUK MEOZ). Daarnaast is € 3,0 miljoen niet tot besteding gekomen.

In totaal is een bedrag van € 44,4 miljoen niet uitgegeven.

Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken

SportakkoordOp de oorspronkelijke begroting van € 86,1 miljoen heeft een aantal mutaties plaatsgevonden. De uitvoering en verantwoording van de Brede Regeling Combinatiefuncties en het Lokaal Sportakkoord als onderdeel van de brede specifieke uitkering sport en bewegen, gezondheid en sociale basis 2023 ‒ 2026, heeft plaatsgevonden via artikel 1 (€ 84,8 miljoen). Ook heeft een budgettaire bijstelling met betrekking tot lonen en prijzen plaatsgevonden (€ 6,1 miljoen), is er een mutatie naar een ander financieel instrument binnen artikel 6 geweest (€ 1,4 miljoen) en is er uitvoering gegeven aan motie Heinen waarbij de uitgaven naar beneden bijgesteld vanwege een taakstelling op de onderuitputting op de VWS-begroting (€ 6,0 miljoen).

OntvangstenOp de oorspronkelijke begroting was een ontvangstenraming opgenomen van €38,7. De ontvangstenraming is verhoogd (€ 9,1 miljoen) en heeft betrekking op de specifieke uitkering Stimulering Sport (SPUK Sport) 2021. Deze hogere ontvangstenraming volgt uit de afrekeningen met gemeenten die in 2021 een hoger bedrag aan voorschot hadden ontvangen dan de werkelijk gemaakte kosten. Ook is de ontvangstenraming verhoogd door een taakstelling op de ontvangsten (€ 4,2 miljoen). De realisatie op de ontvangsten is uiteindelijk bijgesteld met € 20,5 miljoen. Dit komt door hoger dan geraamde ontvangsten als gevolg van vaststellingen op reguliere projectsubsidies sport, de Bouw en Onderhoud Sportaccommodaties (BOSA) regeling, de SPUK Stimulering Sport, SPUK Sportakkoord en de afwikkelingen van de tegemoetkomingsregelingen in het kader van COVID-19.

85

Kamerstukken II 2022/2023, 32793, nr. 694

86

In de budgettaire tabel onderdeel van het Sportakkoord

Licence