Base description which applies to whole site

4. Nederlands Vaccin Instituut (NVI)

4.1 Inleiding

Het Nederlands Vaccin Instituut (NVI) is een baten-lastendienst van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Het NVI heeft als missie: de Nederlandse bevolking beschermen tegen infectieziekten door vaccins te leveren voor vaccinatie onder normale en bijzondere omstandigheden. Het NVI heeft een drietal kerntaken:

  • Levering van vaccins voor de Nederlandse vaccinvoorziening (NVV);

  • Onderzoek en ontwikkeling op het terrein van vaccins voor de NVV;

  • Voorhanden hebben van actuele kennis over vaccins en vaccinatie.

Meer informatie over de organisatie en taken van het NVI vindt men op de NVI-website: www.nvi-vaccin.nl.

Op 10 februari 2009 heeft de minister van VWS zijn besluit over de toekomst van het NVI per brief aan de Tweede Kamer medegedeeld. Op 14 januari 2010 heeft de minister van VWS in een nieuwe brief dit besluit verder uitgewerkt en nader toegelicht via de antwoorden op de schriftelijke vragen van juni 2010. De stand van zaken in de uitwerking van dit besluit is als volgt:

  • Productie wordt in 2010 geprivatiseerd;

  • Ondersteunende diensten worden in principe ook geprivatiseerd, maar dat wordt nog nader bekeken en zal eerst in 2011 zijn beslag kunnen krijgen;

  • Publieke taken Inkoop, opslag en distributie en Onderzoek & ontwikkeling worden met ingang van 2011 geïntegreerd met het RIVM.

Een en ander impliceert dat het NVI als zelfstandig agentschap op termijn wordt opgeheven, maar in 2011 nog in tact blijft voor met name de nog te privatiseren ondersteunende diensten.

Met name dat laatste is een belangrijke reden om in deze ontwerpbegroting nog een aparte paragraaf voor NVI op te nemen. De (financiële) effecten van zowel de privatisering als de integratie zijn in deze paragraaf nog niet verwerkt. De belangrijkste reden daarvoor is dat het eindresultaat van de privatisering nog niet vaststaat en dus ook het publieke restant dat met de RIVM wordt geïntegreerd nog niet definitief is bepaald. De aard van het privatiseringsproces verhoudt zich ook slecht met het tijdens dat proces vertrekken van (financiële) informatie daarover in openbare stukken. Als (technisch) uitgangspunt voor onderstaande cijfers is dan ook gekozen dat NVI in 2011 integraal wordt gecontinueerd; de meerjarencijfers zijn constant doorgetrokken en vertonen alleen mutaties van jaar tot jaar voor specifieke reeksen die hieronder worden toegelicht.

4.2 Begroting van baten en lasten
Begroting van baten en lasten NVI voor het jaar 2011 (bedragen x € 1 000)
 

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Baten

       

Opbrengst moederdepartement

36 581

39 396

34 498

39 704

37 384

37 563

27 989

– Eigenaar

12 564

9 996

7 693

7 693

7 693

7 693

7 693

– Opdrachtgevers

22 799

27 233

23 796

23 796

23 796

23 796

20 296

– Respiratory Syncytieel Virus (RSV)

1 218

2 167

3 009

8 215

5 895

6 074

0

Opbrengst RVP + griep

103 247

87 200

87 200

87 200

87 200

87 200

87 200

Opbrengst derden

26 011

33 694

33 694

33 694

33 694

33 694

33 694

Rentebaten

0

0

0

0

0

0

0

Vrijval voorzieningen

0

0

0

0

0

0

0

Bijzondere baten

1 353

0

0

0

0

0

0

        

Totaal baten

167 192

160 290

155 392

160 598

158 278

158 457

148 883

        

Lasten

       

Apparaatskosten

164 391

154 790

149 892

155 098

152 778

152 957

143 383

– Personele kosten

27 188

25 500

24 866

24 866

24 866

24 866

24 866

– Materiële kosten

45 550

51 940

47 676

52 882

50 562

50 741

41 167

– Aangekocht product RVP + griep

91 653

77 350

77 350

77 350

77 350

77 350

77 350

Rentelasten

1 658

2 000

2 000

2 000

2 000

2 000

2 000

Afschrijvingskosten

3 490

5 500

5 500

5 500

5 500

5 500

5 500

– Materieel

3 363

5 250

5 250

5 250

5 250

5 250

5 250

– Immaterieel

127

250

250

250

250

250

250

Overige kosten

0

0

0

0

0

0

0

– Dotaties voorzieningen

0

0

0

0

0

0

0

– Bijzondere lasten

0

0

0

0

0

0

0

        

Totaal lasten

169 539

162 290

157 392

162 598

160 278

160 457

150 883

        

Saldo van baten en lasten

– 2 347

– 2 000

– 2 000

– 2 000

– 2 000

– 2 000

– 2 000

Toelichting op de begroting van baten en lasten

De bedragen 2009 betreffen de gerealiseerde baten en lasten volgens het jaarverslag 2009. De bijzondere bate in 2009 betrof een fiscale meevaller (vpb-teruggave uit voorgaande jaren).

De stand 2010 is gebaseerd op de tussen NVI en het moederdepartement gemaakte afspraken over prestaties en daarvoor beschikbare vergoedingen en wijkt af van de vastgestelde ontwerpbegroting 2010.

Opbrengsten moederdepartement

Met ingang van 2011 vervallen alle specifieke, incidentele vergoedingen uit het verleden (waaronder reorganisatiekosten) en zit de eigenaarsbijdrage op het structurele niveau en bestaat deze voornamelijk uit het budget voor het Strategisch Vaccin Onderzoek Programma (€ 4,5 miljoen) en de bijdrage voor de instandhouding van de proefdierfaciliteit (€ 3,0 miljoen).

Met ingang van 2011 komt de (pandemische) griepverzekering te vervallen en bestaat de opdrachtgeversbijdrage alleen nog uit het structureel beschikbare budget voor Onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten, die in opdracht van VWS worden uitgevoerd.

Voor het meerjarige onderzoeksproject Respiratory Syncytieel Virus (RSV) zijn in 2006 middelen uit het Fonds Economische Structuurversterking (FES) ter beschikking gesteld die meebewegen met de kostenontwikkeling binnen dit samenwerkingsproject. Dit patroon is ook verantwoordelijk voor de batenontwikkeling op totaalniveau.

Opbrengst RVP + griep

De opbrengst Rijksvaccinatieprogramma (RVP) en griep bevat zowel de vergoeding vanuit de AWBZ voor het reguliere RVP, als de via de VWS-begroting beschikbare gestelde gelden voor het HPV en de reguliere seizoensgriepcampagne en bestaat dus grotendeels uit de aanschaf van vaccins (het zogenaamde aangekocht product; zie ook bij de lasten). De terugval in 2010 en verder ten opzichte van 2009 heeft te maken met de HPV-inhaalcampagne die in 2009 heeft plaatsgevonden.

Opbrengst derden

De reeks opbrengst derden bevat opbrengsten van derden voor zowel eigen productie (waaronder polio en BCG) als voor onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten (waaronder WHO, EU). Per product of project blijven deze opbrengsten niet structureel gelijk, maar in deze begroting is er van uitgegaan dat de totale order- en opdrachtenportefeuille door de jaren heen gelijk blijft. Ook hier is nog geen rekening gehouden met de privatisering van de productie.

Lasten

De ontwikkeling van de apparaatskosten is in deze begroting stabiel, met uitzondering van de materiele kosten van het RSV-project (zie opbrengsten moederdepartement) en een lichte afname van de personele kosten als gevolg van de personele taakstelling en de beperking van de kosten voor externen (13%-norm). Overigens zal de personele taakstelling grotendeels via de privatisering van de productie worden gerealiseerd; hiermee is in deze begroting, zoals al eerder vermeld, nog geen rekening gehouden.

In 2010 zal het grootschalige meerjarige investeringsprogramma voor met name productie grotendeels zijn afgerond en zijn de hieruit voortvloeiende exploitatiekosten in de komende jaren stabiel gehouden.

Saldo van baten en lasten

Voor 2010 verwacht het NVI een negatief resultaat. Dit wordt veroorzaakt door fluctuaties in de omzet. Ook nu geldt het (technische) uitgangspunt dat dit resultaat voor de verdere jaren onverkort wordt geëxtrapoleerd. Hierbij is nog geen rekening gehouden met de privatisering van de productie.

4.3 Kasstroomoverzicht
Kasstroomoverzicht NVI voor het jaar 2011 (bedragen x € 1 000)

Omschrijving

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

1. Rekening-courant RHB 1–1

18 678

34 821

– 1 179

– 3 179

– 5 179

– 7 179

– 9 179

2. Totaal operationele kasstroom

17 700

– 30 500

3 500

3 500

3 500

3 500

3 500

3a. Totaal investeringen (-/-)

– 10 916

– 12 000

– 7 500

– 7 500

– 7 500

– 7 500

– 7 500

3b. Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

0

0

0

0

3. Totaal investeringskasstroom

– 10 916

– 12 000

– 7 500

– 7 500

– 7 500

– 7 500

– 7 500

4a. Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

0

0

0

0

4b. Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

2 800

0

0

0

0

0

0

4c. Aflossingen op leningen (-/-)

– 5 441

– 5 500

– 5 500

– 5 500

– 5 500

– 5 500

– 5 500

4d. Beroep op leenfaciliteit (+)

12 000

12 000

7 500

7 500

7 500

7 500

7 500

4. Totaal financieringskasstroom

9 359

6 500

2 000

2 000

2 000

2 000

2 000

5. Rekening-courant RHB 31–12 (=1+2+3+4)

34 821

– 1 179

– 3 179

– 5 179

– 7 179

– 9 179

– 11 179

Toelichting kasstroomoverzicht

Zie voor de toelichting op de investeringen onder het kopje «lasten».

Het beroep op de leenfaciliteit is op het niveau van de huidige reservering (maximale plafond) gehouden, ervan uitgaande dat dit (ruim) voldoende is om de noodzakelijke vervangingsinvesteringen ten behoeve van de resterende publieke kerntaken van het NVI (exclusief productie) in de komende jaren te kunnen blijven doen.

De liquiditeitsontwikkeling volgt vanaf 2010 het (cumulatieve) effect van het jaarlijkse negatieve exploitatiesaldo.

Als (technisch) uitgangspunt is er in bovenstaand kasstroomoverzicht voor gekozen om de cijfers in 2011 integraal te continueren.

4.4 Doelmatigheidsparagraaf
Overzicht doelmatigheidsindicatoren c.q. kengetallen NVI voor het jaar 2011
 

2011

2012

2013

2014

2015

Generiek

     

1. Tarieven/ uur

140,00

140,00

140,00

140,00

140,00

2. Omzet R&D

32 933

37 499

35 358

29 284

29 284

3. Aantal fte totaal (exclusief externe inhuur)

379

379

379

379

379

4. Saldo van baten en lasten (% van de baten)

– 1%

– 1%

– 1%

– 1%

– 1%

      

Specifiek

     

1. Productiviteit medewerker

70%

70%

70%

70%

70%

2. Aantal publicaties in peer-reviewed wetenschappelijke tijdschriften per academische onderzoeks-fte binnen het Strategisch Vaccin Onderzoek Programma (SVOP)

1,25

1,25

1,25

1,25

1,25

Toelichting doelmatigheidsindicatoren c.q. kengetallen

In deze doelmatigheidsparagraaf is uit oogpunt van continuïteit dezelfde selectie kengetallen als in de jaarrekening 2009 aangehouden. Ook na de privatisering van de productie kunnen deze gehandhaafd worden.

De ontwikkeling van de omzet R&D wordt in deze begroting vooral beïnvloed door het RSV-project. Dat heeft geen invloed op het gemiddelde uurtarief of het aantal fte, omdat dit vooral materiële kosten zijn. Ook productiviteit per medewerker en totale personeelsvolume zijn constant verondersteld. In dit laatste is wederom geen rekening gehouden met de realisatie van de personele taakstelling via de privatisering van de productie.

Licence