A. Algemene doelstelling
De Raad van State heeft de taak om als adviseur voor wetgever en bestuur en als hoogste algemene bestuursrechter bij te dragen aan behoud en versterking van de democratische rechtsstaat en daarbinnen aan de eenheid, legitimiteit en kwaliteit van het openbaar bestuur in brede zin, alsmede aan de rechtsbescherming van de burger.
De Grondwet en de Wet op de Raad van State vormen het wettelijk kader, waarbinnen de Raad van State zijn taken verricht. Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden vormt de grondslag voor zijn werkzaamheden als Raad van State van het Koninkrijk.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor de beschikbaarheid van een voldoende begroting en het beheer van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.1
C. Beleidswijzigingen
De Afdeling advisering
Taak van de Afdeling advisering is het op de meest doelmatige en kwalitatief goede wijze afdoen van binnengekomen adviesaanvragen. Tijdigheid, kenbaarheid en voorspelbaarheid zijn daarbij belangrijke kernbegrippen.
In de onderstaande tabel zijn de realisatie 2012 en voor de jaren 2013 en verder de planning van de afhandeling van adviesaanvragen door de Afdeling advisering weergegeven.
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Instroom | 514 | 575 | 575 | 575 | 575 | 575 | 575 |
Uitstroom | 566 | 575 | 575 | 575 | 575 | 575 | 575 |
Toelichting
De gemiddelde instroom van zaken ligt gedurende een reeks van jaren tussen de 550 en 600 per jaar. Dit aantal is nu aangehouden voor de te verwachte instroom van zaken.
De Afdeling bestuursrechtspraak
Taak van de Afdeling bestuursrechtspraak is het op de meest doelmatige en kwalitatief goede wijze afdoen van binnengekomen zaken. Tijdigheid, kenbaarheid en voorspelbaarheid en bruikbare rechtsvorming zijn daarbij belangrijke aspecten.
De Afdeling bestuursrechtspraak bestaat uit drie kamers: de Ruimtelijke-ordeningskamer, de Algemene kamer en de Vreemdelingenkamer.
In de onderstaande tabel is de realisatie van de afhandeling van zaken door de Afdeling bestuursrechtspraak weergegeven. De gemiddelde doorlooptijden van alle afdoeningen (hoofdzaken en Voorlopige Voorzieningen) zijn weergegeven.
Norm doorlooptijd | 2012 | |
---|---|---|
Ruimtelijke-ordeningskamer | 52 | 34 |
Algemene kamer | 40 | 32 |
Vreemdelingenkamer | 23 | 22 |
Totaal Bestuursrechtspraak | 26 |
Instroom van zaken
In de onderstaande tabel is de gerealiseerde uitstroom van zaken in 2012 en de instroomverwachting voor 2013 en verdere jaren voor de Ruimtelijke-ordeningskamer, de Algemene kamer en de Vreemdelingenkamer weergegeven.
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Ruimtelijke-ordeningskamer | 1.841 | 2.145 | 1.950 | 1.950 | 1.950 | 1.950 | 1.950 |
Algemene kamer | 3.717 | 4.100 | 3.800 | 3.800 | 3.800 | 3.800 | 3.800 |
Vreemdelingenkamer | 8.060 | 9.620 | 9.280 | 9.460 | 9.460 | 9.460 | 9.460 |
waarvan: | |||||||
Asiel | 5.496 | 6.035 | 5.570 | 5.540 | 5.540 | 5.540 | 5.540 |
Regulier | 2.564 | 3.585 | 3.710 | 3.920 | 3.920 | 3.920 | 3.920 |
D. Budgettaire gevolgen van beleid
(x € 1.000) | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 59.949 | 61.482 | 59.650 | 57.411 | 56.268 | 55.361 | 55.322 | |
Uitgaven: | 59.863 | 61.482 | 59.650 | 57.411 | 56.268 | 55.361 | 55.322 | |
Waarvan juridisch verplicht (percentage) | 100 | |||||||
1.3 | Raad van State | 59.863 | 61.482 | 59.650 | 57.411 | 56.268 | 55.361 | 55.322 |
Ontvangsten | 2.686 | 2.302 | 2.002 | 1.950 | 1.950 | 1.950 | 1.950 |
E. Toelichting artikelonderdelen
In de meerjarenreeks van de begroting 2014 is de taakstelling materieel en personeel uit het regeerakkoord Rutte II verwerkt. Deze taakstelling begint in 2016 en loopt op tot € 2,2 mln. structureel (4,4%) vanaf 2018. Tussen de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de vice-president van de Raad van State bestaat een verschil van inzicht met betrekking tot deze taakstelling. Gegeven de aard van de werkzaamheden en de daarmee samenhangende samenstelling van het personeelsbestand ontbreekt het de Raad van State vrijwel aan mogelijkheden om zonder wijzigingen in de wet- en regelgeving een taakstelling van een dergelijke omvang in te vullen. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft de taakstelling als inspanningsverplichting ingeboekt.
De ontvangsten van de Raad van State bestaan voornamelijk uit griffierechten.
De realisatie van de overige ontvangsten was in 2012 incidenteel hoog. Meerjarig wordt gerekend met een vlak verloop.